Hoofdstuk 1

Beoordeling 10
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1165 woorden
  • 24 maart 2010
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer 10
1 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
- Communicatie -

Communicatie: het proces waarbij een zender, bedoeld of onbedoeld, een boodschap overbrengt aan een ontvanger.

Communicatievormen
* Face-to-face: zender en ontvanger zijn daadwerkelijk aanwezig.

* Indirect: zender en ontvanger maken gebruik van een communicatiemiddel en hoeven niet in elkaars nabijheid te zijn.
Bijvoorbeeld via de telefoon of een brief.

* Één zender, meer publiek: de zender richt zich tot een groot, meestal betrekkelijk anoniem publiek.
Bijvoorbeeld via een krant, radio of televisie.


* Feedback: directe reactie.
* Boodschap: de kern van het communicatieproces.
* Communicatiestoornis: als het communicatieproces niet goed verloopt, door bijv. het niet verstaan van wat iemand zegt.

Verbale communicatie: als er gesproken taal wordt gebruikt om een boodschap over te brengen.
Non-verbale communicatie: als er gebaren worden gebruikt om een boodschap over te brengen.
Medium: een technisch hulpmiddel waarmee informatie wordt overgebracht van een zender naar een ontvanger.

- Massacommunicatie -

Massacommunicatie: een vorm van communicatie waarbij de zender met technische hulpmiddelen in staat is grote aantallen mensen met een boodschap te bereiken.

Kenmerken MassaMEDIA:
- de geboden informatie is openbaar en voor iedereen toegankelijk.
- de relatie tussen de zender en de ontvanger is van onpersoonlijke aard (ze kennen elkaar niet persoonlijk).
- de informatie die wordt overgebracht is in principe bedoel voor een groot, heterogeen en anoniem publiek.
- de communicatie verloopt meestal eenzijdig. Directe feedback is daarom bijna onmogelijk, de ontvanger kan hoogstens indirect en dus achteraf pas reageren.


De algemene functies van MassaMEDIA:
- de nieuwsfunctie ( je word geinformeerd).
- de amusementsfunctie (je word geamuseerd).
- de educatieve functie (je kunt er iets van opsteken).
- de opiniërende functie (meningen worden geuit en de kijker kan meedenken over de discussie/debat die gehouden wordt).

Mengfunctie: een programma die niet één algemene functie heeft maar meerdere functies. (Dora (kinderprogramma) = amusementsfunctie + educatievefunctie).

De politieke functies van MassaMEDIA:
- de informatieve functie (massamedia zorgen ervoor dat informatie van de overheid snel bij de burger komt).
- de woordvoers- of spreekbuisfunctie: (het verwoorden van allerlei zaken met de daarbij genoemde standpunten).
- de commentaarfunctie (via de massamedia wordt commentaar geleverd op politieke besluiten en alles wat daarmee samenhangt).
- de onderzoeksfunctie (massamedia (meestal journalisten) proberen achter feiten en gegevens te komen die niet voor het oprapen liggen).
- de controlerende functie (politici en hun beleid worden voortdurend kritisch gevolgd en geinterviewd en daardoor gecontroleerd door de massamedia).


- Invloed van Massamedia -

Censuur = openlijke kritiek wordt niet toegestaan omdat die de macht van de overheerser kan ondermijnen.

Theorieën over de verschillende manieren hoe de massamedia invloed op de bevolking kan uitoefenen
- de injectienaaltheorie (het zonder maar enige vorm van kritiek de aangeboden informatie van de massamedia aanvaarden). Manipulatie = de massamedia wordt gebruikt als een propagandamachine en de leden van de samenleving worden erdoor beïnvloed.
- de agendatheorie (de massamedia zorgt ervoor waarover mensen gaan discussieren en denken).
- de selectieve-perceptietheorie (waarnemen is altijd subjectief, elk mens denkt anders over de informatie die door de massamedia wordt voorgeschoteld. Dit komt op elke referentiekader van de mens. Referentiekader: datgene wat je al weet, met inbegrip van eerder aangeleerde waarden en normen: de opvattingen over goed en kwaad enz. en daarop gebaseerde gedragsregels.
Uitleg: de massamedia biedt hier de aangeboden informatie, en kan dus bepalen waar mensen over gaan denken, maar omdat elk mens een andere mening heeft, kan de massamedia door deze theorie de bevolking niet goed beïnvloeden.
- multi-step-flowtheorie (gaat er vanuit dat de meeste mensen in het algemeen niet in staat zijn een oordeel te vormen over allerlei onderwerpen en dus ook geen oordeel kunnen vormen over de massa's informatie die de massamedia daarover aanbiedt)
Als de mening van mensen wordt gevormd door opinieleiders is er sprake van de two-step-flowtheorie.

- Reclame -

Reclame: eenzijdige, subjectieve informatie.

Hoe reclame zo effectief mogelijk wordt gemaakt:

- Gebruik maken van een bekend persoon.
- Gebruik maken van wetenschappelijke termen.
( tandpasta met xylitol, wat is xylitol? Klinkt leuk!)
- Gebruik maken van termen uit andere talen.
(Haarspoeling met red-energizing-pigmenten!)
- Proberen het product aan een bepaalde sfeer te koppelen.
( Door alcohol te drinken ben je gezellig)
- Proberen in te spelen op specifieke gevoelens van de consument.
( Koop een brandalarm, want je wilt niet dat je kinderen misschien kunnen omkomen bij brand in huis!)
- Een toontje af te spelen waar de ontvanger de reclame aan herkend.
- Het gericht benaderen van één specifieke doelgroep.
( Bijvoorbeeld ouderen)
- Door humor te gebruiken in de reclame.
- De consument zelf aan het woord te laten.
( Ook zo'n last van een té grote afwas? Koop bla bla)
- Herhaling in één reclameblok.


Waarde: hiermee worden opvattingen aangeduid over goed en kwaad, mooi en lelijk enz.
Normen: gedragsregels gebaseerd op die waarden. (zoals 95% van de nederlandse bevolking jeans draagt, is dat normaal en wordt als mooi gezien).
Socialisatie: de overdracht van waarden en normen.

- Invloed van geweld op de televisie -

Theorieën over de invloed van geweld op televisie
- Stimulatiethese, er ontstaat een fysiologische reactie in de vorm van een versnelde hartslag en een verhoogde transpiratie. Hierdoor ontstaat er een agressiestimulerende, emotionele opwinding die tot geweld kan leiden.
De Observationele leertheorie van Bandura stelt dat mensen leren uit het gedrag van anderen en dat gaan imiteren.
- Reductiethese, als je kijkt naar geweld op de televisie is het mogelijk dat de bereidheid tot geweld reduceert.
- Geen-effectthese, er gebeurt niets als je naar geweld op de televisie kijkt.

De Commisariaat voor de Media moet toezien op het naleven van de uitzendtijden van programma's waarin geweld wordt gebruikt, zo is er een maximum programma's per week ingesteld.

- Welke media hebben de meeste invloed? -

Pluformiteit: de verscheidenheid aan opinies en politieke beginselen die in een democratie vrijelijk mogen worden geuit, leidt tot verscheidenheid in de pers en dus ook tot een verscheidenheid aan dagbladen.

Verzuiling: opdeling van de maatschappij op grond van geloofsovertuiging en/of maatschappelijke opvattingen.
Sociale controle: de controle op het sociale leven van iemand of meerdere personen.
Ontzuiling: De opdeling van de maatschappij op grond van geloofsovertuiging en/of maatschappelijke opvattingen brokkelt af.
Persconcentratie: de ontwikkeling dat zelfstandige dagbladen werden opgekocht door grote uitgeversconcerns.

De kenmerken van Kranten
- De Volkskrant: Landelijk, Ochtend, Algemeen, Kwaliteit.
- NRC Handelsblad: Landelijk, Avond, Algemeen, Populair.
- Brabants Dagblad: Regionaal, Ochtend, Algemeen, Populair.
- Het Financiële Dagblad: Landelijk, Ochtend, Algemeen, Kwaliteit.
- Haagsche Courant: Regionaal, Avond, Algemeen, Kwaliteit.
- Metro: Landelijk, Ochtend, Algemeen, Populair.
- Dagblad van het Noorden: Regionaal, Ochtend, Algemeen, Populair.
- Algemeen Dagblad: Landelijk, Ochtend, Algemeen, Populair.
- Barneveldse Krant: Regionaal, Avond, Algemeen, Populair.
- Tubantia: Regionaal, Ochtend, Algemeen, Populair.

- BN De Stem, PZC: Regionaal, Ochtend, Algemeen, Populair.
- Trouw: Landelijk, Ochtend, Richtingkrant, Kwaliteit.
- Nederlands Dagblad: Landelijk, Ochtend, Richtingskrant, Kwaliteit.
- Dagblad de Limburger: Regionaal, Ochtend, Algemeen, Populair.
- Leeuwarder Courant: Regionaal, Ochtend, Algemeen, Populair.
- Telegraaf: Landelijk, Ochtend, Algemeen, Populair.

Vijf oudste omroepverenigingen
- NCRV, 1924, Protestants, Nederlands Christelijk Radio Vereniging.
- AVRO, 1927, Liberaal, Algemene Vereniging Radio Omroep.
- VARA, 1925, Socialistisch, Verening van Arbeiders Radio-Amateurs.
- KRO, 1925, Katholieke Radio Omroep, Katholieken.
- VPRO, 1926, Gematigd protestant, Vrijzinnig Protestantse Radio Omroep.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.