H2 Ik en de groep

Beoordeling 4.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vmbo | 549 woorden
  • 11 november 2015
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 4.4
7 keer beoordeeld

Paragraaf 1=

Vanaf je 15e kom je ongeveer bij een groep. Een groep herken je aan bepaalde kenmerken zoals; uiterlijk, leeftijd, enz.

Er zijn ook een groot aantal verschillen, denk bijv. aan andere afkomst, woonomgeving. Sommige jongeren vallen meer op dan de ander, hun leefstijl strekt de aandacht omdat ze zich apart kleden en soms anders gedragen, denk daarbij aan gabbers, gothics of scinheads. Je hoort ook bij een groep als je een sport doet. Een voetballer hoor niet bij een groep waar ze allemaal skaten maar eerder in een groep met allemaal voetballers. Al die groepen herken je dus aan kleding, taalgebruik en boe ze met elkaar om gaan. Alle deze kenmerken noem je de cultuur van een groep. Nederlanders hebben een bepaalde manier an leven wat we dominante cultuur noemen. Daarbinnen in hebben we allemaal subgroepen of subculturen. Iedereen hoort bij andere subgroepen, soms gaat dat automatisch en soms kies je er zelf voor.

Mensen zitten ingewikkeld in elkaar. Soms willen ze erbij horen maar soms ook niet. Als je bij z'on subgroep hoort heb je regels binnen de groep: de groepscode. Je groepsgenoten letten daar heel erg op. De sociale controle binnen en groep is dan erg groot. Als je groep erg hecht is of als je er graag bij wil horen kan de druk vaak heel groot zijn om mee te doen. Die groepsdwang hoeft niet meteen vandalisme of zinloos geweld te zijn maar iemand pesten, discriminatie of buitensluiten kan daar een gevolg van zijn.

 

Paragraaf 2=

Niemand kiest op welke plek hij geboren wordt, maar als je dan geboren wordt hoor je ook automatisch bij een groep. Deze groepen noemen we den etnische groepen. Nederlanders horen weer bij een andere etnische groep dan bijv. de polen. Samen met al die etnische groepen vormen we een multiculturele samenleving. Naast al die groepen kent Nederland ook verschillende sociale groepen. Elke sociale groep heeft zijn eigen status.

Als je vader een lage maatschappelijke positie had, had je vroeger weinig te kiezen om hoe hoog/goed je stond op de maatschappelijke ladder, dit heet sociale mobiliteit.

 

Paragraaf 3=

*Pressiegroepen zijn er om een plan of ander ideaal waar te maken.

*Actiegroepen organiseren acties. Zij houden demonstraties, schrijvenbrieven en gaan naar de rechtbank, verzamelen handtekeningen of roepen op tot een boycot.

*Belangengroepen zijn professionele organisaties en worden vaak geleid door mensen die daar ook voor worden betaald.

In Nederland beslissen politici over het land. Politici horen altijd bij een politieke partij. Als je als individu wil meedenken en meepraten kun je participeren.

 

Paragraaf 4=

India is ongeveer 80x zo groot als Nederland. Er zijn hele mooie, grote huizen en villas maar ook veel sloppenwijken.

In India heb je ook een kastenstelsel. Daarin kunnen ze zien hoe hoog je staat in het land rondom je werk (als je dat hebt).

Als kind doe je vaak aan kinderarbeid, wat er slecht voor de achtergrond van de kinderen. Daar gaan ook geen meisjes naar school dat mag niet en daarom willen vrouwen emanciperen

 

Paragraaf 6=

Bij de ouderen is er tegenwoordig meer sprake van vergrijzing en ontgroening. Dat betekend dat er een kleine groep werkende moet betalen voor de AOW. Dit vraagt om een grote solidariteit tussen ouderen en jongeren. Respect is daarom ook moeilijker voor de kennis en ervaring van ouderen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.