H1 Rechtsstaat

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 10269 woorden
  • 8 juni 2010
  • 25 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
25 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Maatschappijleer, rechtsstaat

De overheid treedt op als burgers geweld gebruiken tegen elkaar. Maar de overheid mag niet alles: Nederland is een democratische rechtsstaat. Deze biedt burgers een dubbele garantie of waarborg. Ze mogen meedoen aan vrije verkiezingen en daardoor indirect meebeslissen over politieke kwesties.
Daarnaast biedt de rechtsstaat voor zover nodig, burgers bescherming tegen de machthebbers, ook als die gekozen zijn. Een rechtstaat geeft dus regels voor burgers en overheid. Iedereen moet zich dus aan de rechtsbeginselen houden. Er wordt hier machtsmisbruik tegengegaan.

De rechtsstaat is een soort sociaal contract tussen burgers en de gekozen bestuurders. Denk aan specifieke plichten zoals leerplicht, de belastingplicht en de plicht om in tijden van gevaar het land te verdedigen.

In een dictatuur bepaald 1 machthebber, vaak heel willekeurig, wat de regels zijn. Er zijn weinig vrijheden voor burgers. Tegenstanders van het regime worden achtervolgden vaak zonder vorm van proces gevangengezet. Zulke praktijken vind je bijvoorbeeld in landen als China, Noord-Korea, Cuba en Iran.

Trias Politica: Uitvoerende macht, wetgevende macht en de rechterlijke macht.
Koningen zijn tegenwoordig in een constitutionele monarchie gebonden aan de grondwet. De rechtsstaat heeft daarnaast gezorgd voor de grondwettelijke bescherming van godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vereniging en vergadering.

Na de WOII
Door de ervaringen in de 20ste eeuw met de dictaturen van fascisme in Duitsland en Italië en het communisme in oost Europa werd de rechtsstaatgedachte direct na de tweede wereldoorlog weer actueel en opnieuw geformuleerd. In 1948 Ward de Universele verklaring van de rechten van de mens, de UVRM, door de net nieuw oprechte VN uitgebracht en in 1950 werd het Europees verdrag van rechten voor de mens, de EVRM, in Rome gesloten. Beide documenten hebben een belangrijke rol gespeeld in de verbetering van de m mensenrechten en de bewustwording ervan. Zonder mensenrechten is er geen rechtsstaat en waar mensenrechten worden geschonden is de rechtsstaat in gevaar. De mensenrechten zijn veelal in de grondwet vastgelegd. Daarom preekt men ook wel van grondrechten.

De rechtstaat is een heerschappij van regels, maar die regels worden wel uitgevoerd door mensen. En daarbij gaat er af en toe wel eens wat mis. Verdachten hebben soms klachten over de manier waarop zij door de politie zijn behandeld. Of er zijn vragen over de situatie van asielzoekers die lang moeten wachten op een uitspraak over hun asielaanvraag. Wanneer in dit soort situaties onrechtvaardigheid wordt ervaren, komt der rechtsstaatgedachte weer scherp naar boven en blijken de uitgangspunten ervan nog springleven. In de media vind je regelmatig berichten waarin mensen naar de rechtsstaat verwijzen of zich beroepen op de rechtsstaat. Hieronder vind je een paar voorbeelden.
- een verplichte legitimatie voor de alle burgers. Of bedoelt de minister voor alle moslims. Zijn voorstel heeft direct verband met de toenemende angst voor terreurdaden is er sprake van een rechtsstaat of komt het te lijken op een politiestaat.
- De verplichting voor advocaten om vermoedelijke witwaspraktijken van cliënten te melden is een aantasting van de rechtsstaat.
- Als burgers bang zijn om aangifte te oen bij de politie dan sterft de rechtsstaat.
- Vrijheid van godsdienst betekent wel dat je aan de principes van de rechtsstaat moet houden. Je mag zeggen wat je wilt zolang je leerlingen niet tot haat of geweld aanzet.
- Als gewone mensen bij een voetbalwedstrijd zomaar door een terreurteam hardhandig worden opgepakt en fouilleert, allen omdat anderen er een knokpartij van maken, in wat voor rechtsstaat even we dan?

Wat opvalt in deze citaten over de rechtsstaat zijn de associaties met zware begrippen als angst aantastingen Ne sterven. Dit duit erop dat de rechtsstaat een uiterste limiet of ondergrens aangeeft, waaraan situaties, gebeurtenissen, beslissingen en handelingen worden afgemeten. De rechtsstaat is de maatstaf bij het beoordelen van de overheid en van wat wel en wat niet meer is toegestaan. Over de rechtsstaat als maatgever is bijna iedereen het eens. De waarden en normen van de rechtsstaat vormen een minimale binding die burgers en groepen met elkaar telen. Daarmee is de rechtstaat niet alleen de grondslag voor de parlementaire democratie maar ook voor de verzorgingsstaat en de pluriforme samenleving.


Rechtsstaat zonder grondwet:
Engeland kent geen grondwet en is toch een rechtsstaat. Waar in ons land de wetgeving de belangrijkste rechtsbron is, heeft zich in Engeland sinds de twaalfde eeuw een systeem ontwikkeld van jurisprudentie gewoonterecht. Dit betekent dat de uitspraken van richters als rechtsbron zijn gaan gelden. Iemand kan een beroep doen op eerdere uitspraken van rechters. Omdat er in Engeland geen grondwet is hebben de burgers formeel geen grondrechten. Dit neemt niet weg dat Engeland zich wel moet houden aan de regels van het volkenrecht en dat daarnaast veel belangrijke rechten in afzonderlijke rechten zijn geregeld.

Paragraaf 2
Grondwet en de grondrechten:
Iedereen heeft recht op eerbiedingen van zijn of haar persoonlijke levenssfeer. Dat staat letterlijk in de grondwet, de belangrijkste wet die we hebben. Toch weten maar weinig menen wat er precies in staat. Grondwet wordt ook wel constitutie genoemd, wat letterlijk betekent het bottenstelsel.

In Nederland kan de grondwet een bindend middel vormen in een pluriforme samenleving die uit steeds meer verschillende culturen bestaat en uiteenlopende waarden en normen kent.

De grondwet heeft als doel om:
• De beperking van de macht van de staat aan te geven en daarmee de vrijheden van de burgers te garanderen.
• Fundamentele rechten van burgers vast te leggen.
• De eenheid van de staat uit te drukken te zeggen dat de burgers, ondanks alle verschillen toch 1 willen zijn en 1 willen blijven.
• Aan te geven hoe de belangrijkste organen van de staat in grote lijnen zijn georganiseerd.

Bijna alle staten hebben tegenwoordig een grondwet. Onder invloed van de Franse revolutie kreeg Nederland in 1798 de staatsregeling van de Bataafse Republiek. Daarmee werd Nederland een gecentraliseerde staat, nadat het eeuwenlang een stenbond van min of meer onafhankelijke staten was geweest. De staatsregeling was een voorloper van de eerste grondwet.
In 1814 kwam de eerste grondwet, nadat Nederland in 1806 een constitutionele monarchie was geworden. Deze grondwet moest al snel gewijzigd worden in 1815. Toen kwamen de Belgen erbij en toen in 1840 weer toen de Belgen onafhankelijk werden. Ook hierna is de grondwet nog vele malen gewijzigd. In 1848 wist e staatsman Thorbecke een grondwetswijzing af te dwingen bij koning Willem II.


De eerste echte Nederlandse grondwet in 1814 was de macht nog wat anders verdeelt.
Artikel 36: De Souvereine vorste heeft, bij uitsluiting, het opperbestuur over de koloniën.
Artikel 37: De souveriene vorst verklaart Oorlog en maakt Vrede. Hij geeft daaraan kennis aan de Staten generaal.
Artikel 39: De Souvereine Vorst beschikt over de Vloten en Legers. Alle militaire Officieren worden door hem benoemd en, daartoe termen zijnde, op pensionen gesteld of, des noods, ontslagen.
Artikel 40: De Souvereine vorst heeft het opperbestuur der algemene geldmiddelen. Hij regelt de tractementen van alle Kollegiën en Ambtenaren, welke uit s’lands kasse betaalt worden, en brengt dezelve op de begroting der staatsbehoeften.
Artikel 46: De Souvereine Vorst heeft het recht om aan de Staten Generaal wetten voor te dragen en andere voorstellen te doen, alsmede om de voordragten door de Staten Generaal hem al of niet goed te keuren. De goedkeuring wordt op deze wijze uitgedrukt: De Souvereine vorst bewillig in het voorstelt. Ingevalle hij meent het voorstel niet te kunnen goedkeuren wordt zulks in dezer vroege te kennen gegeven De Souvereine vorst houdt het gedaan voorstel in overweging.

Hiermee gaf de koning feitelijk politieke macht uit handen en werd er vanaf dat moment geregeerd met een ministeriele verantwoordelijkheid.
De ministers waren dus voortaan voor het beleid verantwoordelijk en niet meer de koning. Tevens werd de grondwet opgenomen dat er rechtstreeksere verkiezingen zouden komen voor de Tweede Kamer, de Provinciale Staten en de gemeenteraad Daarbij mochten aanvankelijk alleen mannen stemmen, voor zover zij directe belastingen betaalden. Dit werd ook wel censuskiesrecht genoemd.

Belangrijke wijzigingen:
• In 1917 kwam er algemeen mannenkiesrecht
• Verder werd vastgelegd dat de staat behalve openbare scholen ook scholen met godsdienstige en levensbeschouwelijke grondslag ging bekostigen. In veel andere landen is dit niet het geval.

• In 1922 kregen ook vrouwen kiesrecht.
• In 1983 vond er algemene herziening van de grondwet plaats, waarbij naast klassieke grondrechten ook sociale grondrechten werden opgenomen.

Een grondwet is eigenlijk heel logisch opgebouwd.
Klassieke grondrechten: Basiskenmerk is dat deze grondrechten een beperking van de bevoegdheden van de overheid tegenover de burgers inhouden. De overheid moet zich op deze punten dus passief opstellen en de mensen hun gang laten gaan. Behalve bij het kiesrechtwant de overheid moet wel verkiezingen organiseren. Wanneer een burger vindt dat zijn grondrecht geschonden is, kan hij naar de rechter stappen.
Sociale grondrechten: In de artikelen 19 t/m 23 staan de sociale grondrechten beschreven. Deze zijn sinds 1983 in de grondwet opgenomen en bepalen dat overheid een zorgplicht heeft tegenover de burgers op het geibed van:
- werkgelegenheid en vrije arbeid
- bestaanszekerheid en welvaar.
- Leefbaarheid en milieu.
- Volksgezondheid.
- Onderwijs.

De overheid moet zich bijvoorbeeld inspannen om werkloosheid tegen te gan, maar kan niet verhinderen dat mensen werkloos worden. Vind je dat de overheid niet genoeg haar best doet, dan kun je dat laten merken door je stembedrag tijdens de volgende verkiezingen.

Het grote verschil met de klassieke grondrechten is dat overheid actief moet optreden om de sociale grondrechten waar te maken, maarburgers kunnen ze niet bij het recht afdwingen.

Wat zijn nu eigenlijk de klassieke grondrechten?

• artikel 1 bevat het gelijkbeginsel en daaraan gekoppeld het verbod op discriminatie
• De artikelen 2 t/m 5 regelen de politieke rechten, zoals het grondrecht.
• In de artikelen 6 t/m 9 worden de vrijheidsrechten geregeld zoals de godsdienstvrijheid, vrijheid van drukpers en daarmee verbonden de vrijheid van meningsuiting. De aanduiding bij elk artikel behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet betekent dat je andere wetten niet zomaar naast je neer mag leggen met een beroep op vrijheid.
• In artikelen 10 t/m 15 regelen de bescherming van het individu, zoals privacy, de lichamelijke integriteit, het zomaar binnentreden in huizen, briefgeheim en het recht dat je niet onteigend mag worden zonder daarvoor schadevergoeding te krijgen.
• De artikelen 16 t/m 18 regelen de juridische bescherming van de burger. Dit zijn historisch gezien de oudste beginselen van de rechtsstaat. Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgaande wettelijke strafbepaling en niemand kan tegen zijn wil worden afgehouden van de rechten die de wet hem toekent. Artikel 18 geeft recht op rechtsbijstand als je zelf geen advocaat kan betalen.

De horizontale en verticale werking:
Grondrechten hebben een horizontale werking als het gaat om verhoudingen tussen burgers onderling; denk bijvoorbeeld aan de vraag of het recht op privacy wordt geschonden als een werkgever het e-mailverkeer van zijn werknemers controleert. Bij de verticale werking draait het om de verhouding tussen burgers en overheid: de staat moet de vrijheden en rechten van burgers respecteren, anders dan in een dictatuur het geval is.
Je hebt ook botsende grondrechten. Vooral binnen de horizontale werking is er sprake van. Dit is het geval wanneer de grondrechtelijke belangen van burgers bosten ten opzichte van elkaar. Mag bv. Een politieke partij racistisch zijn op grond van de vrijheid van meningsuiting. Of moet een dergelijk partij worden verboden omdat mensen hierdoor gediscrimineerd worden? Mag een roddelblad op grond van persvrijheid alles publiceren of zijn er grenzen. Zoals wanneer een bekende Nederlander zich voelt aangetast in zijn persoonlijke levenssfeer.

Een botsing van grondrechten zou te voorkomen zijn als er rangorde of hiërarchie wordt aangebracht tussen grondrechten, waarbij het ene recht boven het andere recht komt te staan. In de huidige grondwet bestaat geen rangorde omdat die onvoldoende recht doet aan de bijzonderheid van afzonderlijke gevallen. Bovendien heeft de geschiedenis vaak wisselende voorkeuren van burgers laten zien. Vroeger was godsdienst heilig, na de ontkerkelijking ligt nu de nadruk op de vrijheid van meningsuiting. De objectieve criteria voor een dergelijk rangorde ontbreken echter. Om beide redenen laat men de toetsing van de grondrechten onderling over aan de rechter, die in dit soort gevallen een aantal criteria hanteert. Deze komen erop neer dat een op zichzelf kwetsende uitlating nog niet als beledinging hoeft te worden opgevat, als zij gebaseerd is op de geloofs- of levensovertuiging van de verdachte en bijdraagt aan het maatschappelijk debat.


Een ander voorstel is om sommige botsingen van grondrechten zoals vrijheid van godsdienst en meningsuiting in Europees verband te laten beoordelen. Tot nu toe oordeelde het Europese Hof voor de rechten van de mens echter dat moraal en godsdienst verschillen van tijd tot tijd en van plaats tot plaats. Vanuit die gedachte laat het Europese Hof de beoordeling over aan de nationale rechter.

Zolang deze discussies worden gevoerd is de grondwet een levend bewijs dat de rechtsstaat goed bewaard en bewaakt wordt. Het laat tevens zien dat de grondwet, hoe fundamenteel ook, een tijdsgebonden neerslag is van normen en waarden van de dominante cultuur in de samenleving. Dit blijkt onder meer uit de speciale terreurwetgeving.
Trias Politica: Scheiding of evenwicht van de machten.
Montesquieu heeft het idee van de trias politica geïntroduceerd in zijn boek. Hij beschreef verschillende hierin de verschillende samenlevingen. Hij vond dat de taken moesten verdeelt worden in 3 machten.
1. wetgevende macht, die als taak kreeg om algemene wetten te maken, te wijzigen of in te trekken.
2. Uitvoerende macht, die als taak kreeg om de wetten in praktijk te brengen en de concrete gevallen toe te passen.
3. rechterlijke macht, die in zijn geval van onenigheid over de wetten en bij alle conflicten die met rechtsregels konden worden opgelost, recht mochten spreken.
De trias politica houdt tot de dag van avnadaag stand. Het geniale idee wat dat de macht verdeeld zou worden over verschillende organen die niets over elkaar te zeggen zouden hebben maar elkaar wel kunnen controleren. Vooral de rechterlijke macht moest volkomen onafhankelijk recht kunnen spreken en vrij kunnen oordelen of mensen zich al of iet schuldig hadden gemaakt aan misdrijven. Zo zouden corruptie en vriendjespolitiek vermeden worden.

Tegenwoordig spreken we van Checks and balances. De 3 machten weerhouden elkaar in het veroveren van teveel macht. En houden elkar daramee in balans. Ze controleren elkaar en vullen elkaar aan. Staatsmachten worden daarom vaaka staatsorganen genoemd omdat ze elkaar aanvullen als delen van organen van het lichaam.

ZO kan de wetgevende macht de uitvoerende macht ter verantwoording roepen. Dat zie je als bv. De Tweeede Kamer een minister ter verantwoording roept over zijn beleid. Bovendien kan de wetgevende macht der rechterlijke macht corrigeren door een nieuwe, verbeterde wet te maken, als rechter een bepaalde wet bijvoorbeeld ruimer uitleggen dan bedoeld was.

Op haar beurt kan de rechterlijke macht de wetgevende macht corrigeren. Een rechter heeft geen toetsingsrecht en is dus niet bevoegd om vast te stellen of een wet of verdrag in strijd is met de grondwet. Maar hij mag wel oordelen of een wet in strijd is met een interantionaal gesloten verdrag of met een andere Nederlandse wet. Ook kan de recherlijke macht de uitvoerende macht conroleren op rechtmatigheid hebben ministers en ambtenaren de wet wel juist toegepast? Hebben ze geen willekeur gepleegd. Hebben ze genoeg gelet op de gelijkheid van burgers?

Wetgevende macht:
In Nederland maken de regering ( koning en ministers ) en het parlement ( tweede en eerste kamer, ook wel staten – generaal ) samen de wetten. Ministers en hun departementen komen met wetsvoorstellen. Alle wetsontwerpen gaan voor advies naar de Raad van State, het belangrijkste adviesorgaan van de regering. Vervolgens worden het wetsontwerp en het advies naar de Tweede Kamer gezonden. Dan de debatten beslist uiteindelijk de meerderheid van de Tweede kamer over het wetsvoorstel. Dat daarna nog aan de Eerste Kamer word voorgelegd. Tweede Kamerleden mogen ook zelf met een wetsvoorstel komen, maar in praktijk gebeurt dat niet zo vaak.
Het word in verschillende kamers gedeeld zodat een wetsvoorstel altijd van alle kanten wordt bekeken en niet zomaar in een opwelling tot stand komt. In Nederland is dit punt gerealiseerd, doordat de Tweede Kamer en de Eerste kamer elk wetsvoorstel moeten goedkeuren.
Goede wetten voldoen aan de volgende eisen”:
• ze moeten algemeen zijn, ze mogen dus niet voor 1 persoon of voor 1 situatie geschreven zijn. Als een wet café ’s gebiedt om uiterlijk 2 uur ’s nachts te sluiten, dan geldt dat in principe voor alle café ‘s
• Ze moeten duidelijk zijn; dit betekent dat ze voor iedereen begrijpelijk moeten zijn en behoorlijk bekendgemaakt moeten worden.
• Ze moeten haalbaar en uitvoerbaar zijn, anders heb je er niets aan.

Uitvoerende macht:
Ministers vormen de uitvoerende macht en zorgen dus dat eenmaal aangenomen wetten goed worden uitgevoerd. Ministers maken ook bijna alle wetontwerpen en nemen daartoe de eerste initiatieven. Hieraan zie je dat de scheiding van machten in Nederland niet zuiver is doorgevoerd. Dit is dus een combinatie van de eerste en tweede macht. De uitvoerende macht van de ministers betekent dat ze bevoegd zijn om allerlei zaken te realiseren: ze mogen opdracht geven om wegen of spoorlijnen aan te alggen, normen voor landelijk schoolexamen opleggen, enz. enz. Ministers worden daarin bijgestaan door alloze ambtenaren, die de ministers tegenwoordigen.
De uitvoerende macht mag in een aantal gevallen eigenmachtig regels opstellen. Deze ministeriële regelingen zijn vaak uitvoeringsregels of aanwijzingen hoe weten precies moeten worden uitgevoerd.


De macht van ambtenaren:
Ambtenaren vormen zelf ook een machtsblok, omdat zij bij de uitvoeringen van wetten vaak zelfstandig beslissingen nemen die de minister nooit allemaal kan controleren. Daarom worden de ambtenaren ook wel de 4de macht genoemd. Zelf wordt een minister wel gecontroleerd, namelijk door het parlement en hij moet dan alle da en van zijn ambtenaren voor zijn verantwoordelijkheid nemen. Dit wordt de ministeriele verantwoordelijkheid genoemd. Als een minister naar de Kamer wordt geroepen controleert de eerste macht dus de tweede macht. Hoewel de controle op de ambtenaren in principe door het parlement gebeurt, is het in de praktijk onmogelijk om alles te controleren.

Burgers kunnen wel altijd naar de rechter stappen, als ze het niet eens zijn met het besluit van een ambtenaar.

Rechterlijke macht:
De rechterlijke macht als 3de macht is in handen van onafhankelijke rechters. Rechters worden voor het leven benoemd en zijn niet af te zetten, behalve als ze een misdrijf plegen. Doordat ze niet afgezet kunnen worden, hoeven rechters niet bang te zijn dat ze ontslagen worden als ze uitspraken doen waar ministers het niet mee eens zijn. Deze onafhankelijkheid van rechters maakt ook dat ze onpartijdig zijn: ze staan boven de partijen.

De machten vullen elkaar aan. Het parlement heeft op voorstel van de minister van justitie de wets op uitgebreide identificatieplicht aangenomen. De wet is sinds 1 Jan. 05 van kracht en verplicht iedereen vanaf 14 jaar om buitenshuis altijd een identificatiebewijs bij zich te hebben. In opdracht van de minister van justitie voert de politie deze wet uit door een boete op te leggen als iemand geen ID kan tonen. Er moet dan wel een redlikje noodzaak bestaan om iemand aan te houden. Als personen zich verdacht gedragen kan hij naar papieren worden gevraagd.

Rechters worden, anders dan politici, niet gekozen door het volk. Ze worden niet gecontroleerd door het parlement. Toch zijn ze niet machtiger dan de andere machten omdat ze gebonden zijn aan de wetten die het parlement heeft goedgekeurd. Ze kunnen niet zelf regels maken of uitschrijven. Rechters doen uitspraak over concrete gevallen die zich hebben voorgedaan, het parlement maakt wetten voor alle gevallen die zich kunnen voordoen. De rechter kijkt dus achterom naar wat gebeurd is. Terwijl de wetgever altijd vooruit kijkt en regels en wetten maakt voor de toekomst.
Een rechter heeft beperkte speelruimte om wetten en begrippen te interpreteren, bv wanneer er sprake is van euthanasie, wanneer is er sprake van gevaarlijk weggebruik. Het geheel van uitspraken door rechters duiden we aan met de term jurisprudentie. Rechters geven soms wel advies over niewue wetten.

Regelmatig zijn er voorstellen waarbij elementen van de rias politica ter discussie staan. GL stelde voor om rechters , net als in vele andere landen het recht te geven om wetten te toetsen aan de grondwet. Dit wordt ook wel het toetsingsrecht genoemd. Het voordeel ervan is dat burgers nog beter de grondwettelijke bescherming kunnen krijgen, als eht parlement een wet aanneem die eigelijk in strijd is met met de grondwet.

Rechtsregels.

Rechtsregels zijn gedragsregels die wettelijk door de overheid zijn vastgelegd.
Er zijn twee reden voor het opstellen van rechtsregels.
1. Doelmatigheid: zodat er duidelijke afspraken zijn. Of je nou rechts of links rijdt op de openbare weg maakt niet, maar we moeten wel 1 kant kiezen anders word het een chaos.
2. Zedelijk bewustzijn: zodat er regels zijn die de normen en waarden weerspiegelen die we in de samenleving met elkaar delen.
Rechtsregels geven een boordeling van gedrag in termen van legaal of illegaal.
Bv. Gij zult niet doden, je moet over je jaarlijks inkomen belasting betalen, gemaakte schulden moeten afbetaald worden.

Sociale en morele regels.
IN tegenstelling tot rechtsregels zijn sociale regels meestal niet opgeschreven en geven ze een boordeling van gedrag in termen van wel of geen rekening houden met anderen .bv. niet met je schoenen op de bank, je mobiele telefoon uitzettend tijdens een concert en niet in een korte broek naar een begrafenis gaan.
Morele regels geven op hun beurt een beoordeling van gedrag in termen van goed en kwaad. BV help vrienden in nood, wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een andere niet, laat je familie niet in de steek en wees eerlijk.

Soms vallen de regels samen, zoals bij het verbod om iemand te vermoorden, maar de 3 regels overlappen elkaar nooit.


De 3 soorten regels kunnen ook met elkaar botsen en dan wordt het interessant, want welke regel gaat dan voor. De 3 soorten regels veranderen ook steeds in de loop van de tijd, omdat de waarden en nomen in een samenleving niet s til staan en steeds nieuwe impulsen geven. Soms gaan rechtsregels in tegen het gevoel van rechtvaardigheid van mensen. Zo hebben sommige mensen moeite met de hoge parkeerboetes.

Het systeem van rechtsregels kent een indeling van soorten rechten rechtsgebieden. Privaatrecht : geld voor alle relaties tussen burgers onderling en het publiek recht die geld voor alle relaties tussen burger en overheid.

Privaatrecht: Het gaat om horizontale relaties bv kopen van aan auto, dienst treden als autoverkoper, afsluit van een contract, aangaan van een huwelijk, adopteren van een kind. Dingen die voorvloeien uit eigen wil van mensen om met elkaar te handelen of samen te werken. Het burgerlijk recht of civiel recht noem je het ook wel.
Bij het privaatrecht recht het steeds om rechten en plichten. Als huurder moet je op tijd je huur betalen.
Er behoren een paar gebieden bij.
• Het personen of familierecht, dat zaken regels als het sluiten van een huwelijk, echtscheiding, geboorte, overlijden en adopteren van kinderen.
• Het ondernemingsrecht, dat bv de voorwaarden regels waaronder je een stichting, vereniging of bv kan oprichten. Dit soort organisaties noemen we rechtspersonen, ook al zijn het geen mensen van vlees en bloed. Een stichting en een vereniging mogen niet als doel hebben om winst e maken, een bv mag dat wel.
• Het vermogensrecht, dat alle zaken regelt die te maken hebben met iemands vermogen en in geld zijn uit te drukken . Hiermee krijg je dus te maken met overeenkomsten sluit zoals een koop of een huurcontract. Of een arbeidsovereenkomst.

Publiekrecht: De volgende indeling.
• Het staatsrecht.: hierin staan de regels voor de inrichting avn de Nederlandse staat. Denk aan de grondwet, de bevoegdheden van ministers. De rechten van de Tweede Kamerleden en het meedoen aan de verkiezingen.
• Het bestuursrecht: Hierin gaat het om de bestuursactiviteiten van de overheid. Wil je bv. Een huis bouwen of een café beginnen, dan heb je een vergunning nodig. Tot het bestuursrecht behoren verder de ruimtelijke ordening en het belastingsrecht. Maar het bevat ook allerlei bepalingen die je beschermen tegen de overheid. Als de gemeente een nieuwe weg wil aanleggen, dan moet zij alle belangenhebbende de mogelijk geven bezwaar te maken.

• Het strafrecht: dit bestaat uit alle wettelijke strafbepalingen.
Het publieksrecht regelt dus de verticale relaties tussen burgers en de overheid. Hierbij komt steeds het publieke belang op een andere manier aan de orde. Sommige zaken worden zo belangrijk gevonden dat de overheid die niet overlaat aan de eigen vrije keuze van burgers, zoals bv. De leerplicht, de belastingplicht, de zorg voor de volksgezondheid en de bestrijding van epidemieën. Wat publiek belang is en wat tot het vrije domein van de burgers onderling behoort wordt door de politiek uitgemaakt. De tweede kamer kan bijvoorbeeld bepalen dat alle jongeren minimaal een startkwalificatie moeten halen op niveau 2 van het mbo. Liberalen vinden dat het publieke terrein klein moet blijven, mensen moeten veel zaken zelf kunne bepalen. Socialisten willen juist de overheid veel zaken naar zich toetrekt.
Organisatie van het recht.
In bredere zin zijn talloze organisaties betrokken bij toepassing en uitvoering van recht, zoals de politie, gemeentehuizen, tweede kamer, waterschappen, openbare scholen, ziekenhuizen, enzovoort. IN de meer beperkte betekening spreken we over de rechterlijke macht. Daarmee duiden we de 3de macht in de trias politica aan en tegelijkertijd de hele juridische organisatie van de rechtspraak. Deze is als een piramide opgebouwd: Er zijn in 19 rechtbanken, 5 gerechtshoven en 1 hoge raad in Nederland. Een zaak begint onderaan bij de laagste rechter waarna je in hoger beroep kunt gaan bij het gerechtshof en ten slotte in cassatie bij de hoge raad, die in den haag gevestigd is.

Het strafproces in een rechtsstaat:
Ook al vind je het misschien verkeerd, de man gaat vrijuit door een fout van de politie. Aan dit soort voorbeelden kun je zien dat verdachten en detineerden net als andere burgers vallen onder de grondwettelijke rechtsbescherming.. Allereerst geldt het zogenaamde onschuldvermoeden: een verdachte is onschuldig tot het tegendeel is bewezen. Daarnaast hebben gevangen recht op voeding, bezoek, ontspanning en mogen ze niet gemarteld worden of aan andere vernederende praktijken worden onderworpen. Aan de manier waarop gevangen worden behandeld en aan de toestand in gevangenissen herken je een regime. In thailand moet je levenslang veroordeelde drugssmokkelaars dagen slijten in overvolle cellen en deze vaak delen met ratten en ander ongedierte.

Procesregels: In een rechtsstaat kan iemand niet zonder vorm van proces in een gevangenis zitten. Voor alle fasen van opsporing en berechting van strafbare feiten gelden er procesregels, die in het wetboek van strafvordering staan vermeld. Alle handelingen van politieagenten, rechercheurs, officieren van justitie en rechten zijn aan strakke regels gebonden. Deze regels tezamen noemen we het strafprocesrecht.
Criminelen en terrosten houden zich juist niet aan de regels.

Strafproces: 1. de aanhouding. 2. opsporing door de politie en recherche onder leiding van een officier van justitie. 3. vervolging door het openbaar ministerie. 4. de berechting door 1 of meerdere rechters. 5. eventueel hoger beroep of cassatie. 6. feiten uitvoeren van de opgelegde straf.

Als je verdacht ben mag de politie je staande houden. ( Vragen naar je personalia ) daarnaast mag men de verdachte aanhouden. Je wordt dan gearresteerd en meegenomen voor verhoor. Ook mag de politie en justitie je aanhouden als er voldoende herdenking is.
Tijdens een opsporingsonderzoek mag de politie zogenaamde dwangmiddelen gebruiken. Behalve staande houden en aanhouden mag de politie een verdachte fouilleren en bewijsmateriaal zoals computers en wapens in beslag nemen.

Voor sommige dwangmiddelen heeft de politie toestemming nodig van de rechter-commissaris, een speciale rechter. Verrichten van huiszoekingen, DNA-onderzoek, infiltratie in misdaadorganisaties, opvragen van special persoonsgegevens. Iemand kan maximaal 110 dagen in voorarrest zitten. De VS brachten de rechtsstaat in opspraak door terreurverdachten die jarenlang zonder strafproces gevangen zetten op Guantanamo Bay.

Soorten straffen
• schikking of transactie ( geldboete of taakstraf)
• Seponeren ( er word niks met de zaak gedaan )
• ….

http://www.rechtvoorjou.nl/#/welke_soorten_recht_zijn_er/

1. Wat is het verschil tussen een rechtbank, het gerechtshof en de Hoge Raad?
Bijna alle zaken waar een rechter voor het eerst naar kijkt, komen terecht bij de rechtbank. Dit geld voor kleine ruzies, echtscheidingen, arbeidszaken enz. Als mensen het hier niet mee eens zijn kom je bij het gerechtshof. De raadsheer behandelt zaken in hoger beroep. Dat wil zeggen dat hij nog een keer naar een zaak kijkt, nadat een andere rechter dat ook heeft gedaan. Ze behandelen de zaken meestal met z’n 3en. De hoge raad is een inspecteur van de rechtbank en het gerechtshof. Zij behandelen zaken in cassatie. Dat wil zeggen dat zij kijken of de lagere rechters het recht wel goed hebben toegepast en de wetten wel goed hebben uitgelegd. Als ze vinden dat het niet goed is gedaan moet een ander gerechtshof er nog eens naar kijken. Bij de hoge raad kijken 5 raadsheren naar de zaak.

2. Wat is verschil tussen een misdrijf en een overtreding?

Een overtreding gaat over relatief kleine zaken zoals fietsen door rood, illegaal downloaden van muziek maar een misdrijf gaat over erge zaken zoals, iemand doodschieten en diefstal.

3. Beschrijf kort de taak en rol van de 9 hoofdrolspelers door op de persoon te drukken. Wie is er niet aanwezig.
Het openbaar ministerie: verantwoordelijk voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten
De strafrechter: De strafrechter kijkt wat er precies gebeurd, of inderdaad sprake is van een strafbaar feit, of er genoeg bewijs is en of de verdachte strafbaar is. De strafrechter kan verschillende beslissingen nemen.
Griffier: Ondersteunt de recht. Hij bereidt de zaken voor, en maakt tijdens de zitting aantekeningen van wat er allemaal gebeurt.
De advocaat: is iemand die speciaal is opgeleid om mensen te helpen die problemen hebben op het gebied van recht.
De verdachte: De politie en/of de officier van justitie denken dat iemand een strafbaar feit heeft gepleegd, is hij een verdachte. Die verdenking mag niet zomaar uit de lucht vallen. Niemand mag zomaar verdacht worden.
Getuigen en deskundigen: Dit zijn mensen die in een bepaalde zaak iets hebben gezien of gehoord. Meestal hoeven zij dat niet tijdens de rechtszitting te vertelling. De rechter heeft vooraf de verslagen van de verhoren bij de politie en de rechter-commissaris gelezen.
Het publiek: Hier kan iedereen zitten die willen horen wat de rechter zegt.
De parketpolitie: Is verantwoordelijk voor de veiligheid tijdens een zitting.
De bode: Regelt alles in en rond de rechtszaal. Hij doet aan het begin van een zitting de deuren open, roept namen op van mensen die naar binnen mogen, en begeleidt hen naar hun plek.

De officier van justitie is er niet.

4. Wat kan de officier van justitie allemaal besluiten en wat houdt dit in?
De officier van justitie vertelt tijdens de zitting waarvoor iemand terecht moet staan. Vervolgens ondervraagt de rechter de verdachte over de zaak. Ook de officier krijgt de gelegenheid om vragen te stellen, net als trouwens de advocaat van de verdachte. Daarna houdt de officier van justitie zijn requisitoir: een betoog waarin hij de rechter vertelt wat hij van de zaak vindt en een straf eist. Dat kan een geldstraf zijn, een taakstraf of een celstraf.

5. Wat is het verschil tussen de politierechter en de meervoudige kamer?
De politierechter dient de zaak naar de meervoudige kamer te verwijzen Ook is de politierechter gebonden aan de maximale strafeisen.

6 Welke beslissingen kan de strafrechter allemaal nemen?
De strafrechter kijkt wat er precies gebeurd, of inderdaad sprake is van een strafbaar feit, of er genoeg bewijs is en of de verdachte strafbaar is. De strafrechter kan verschillende beslissingen nemen. Als hij vindt dat het feit niet overtuigend kan worden bewezen, spreekt hij iemand vrij. Als hij vind dat iemand schuldig is, kan hij een straf opleggen.

7.Welke soorten straffen bestaan er?
Een voorwaardelijke straf en een onvoorwaardelijke straf.

8. Wat is het verschil tussen een voorwaardelijke en onvoorwaardelijke straf?
Een onvoorwaardelijke straf wordt echt uitgevoerd. Een voorwaardelijke straf is een stok achter de deur. Een voorwaardelijke straf wordt niet uitgevoerd, tenzij iemand toch weer de fout in gaat

9.Beschrijf alle fasen van het proces van Pieter vanaf dat hij wordt opgepakt tot en met de uitvoering van de straf. (controleer de volgorde thuis in het lesboek).
Gepakt  het proces-verbaal  de raad voor de kinderbescherming  de advocaat  de officier van justitie  op de zitting  de tenlastelegging  het requisitoir  het pleidooi 

 repliek en dubliek  spreekrecht pieter  uitspraak  laatste woord  de reclassering  de jeugdinrichting.

10 Wat is de taak van de reclassering.
Helpen bij het uitvoeren van de straffen

11 Wat houdt het jeugdstrafrecht in.
De kinderechter legt bij voorkeur een alternatieve straf op. Het liefst een straf waar je wat van leert. Onderzoek heeft namelijk uitgewezen dat een werkstraf of een leerstraf een beter resultaat geeft dan een gevangenisstraf.
Een tijdje onbetaald werken in een bejaardentehuis of een buurthuis zijn voorbeelden van werkstraffen. Bij een leerstraf moet je denken aan het verplicht volgen van een cursus met als doel om de jongere met zijn neus te drukken op de onwenselijkheid van zijn handelen en daardoor zijn gedrag te veranderen.

12 Waarom wordt er gestraft?
Je leert er wat van zodat je niet nog een keer wat doet.

13 Wat kun je voor andere redenen bedenken om iemand te straffen
Huisarrest, taakstraf, geldboete, of iets anders

14. Welke twee partijen staan tegenover elkaar in een civiele zaak en wie legt de zaak voor aan de rechter?
De burgers en bedrijven onderling. Als er een probleem ontstaat kan een partij naar de civiele rechter stappen en hem vragen een beslissing te nemen. De eiser en de gedaagde staan tegenover elkaar. Hij eist bevoorbeeld dat de afspraken uit een arbeidscontract worden nagekomen.

15. Noem een voorbeeld van twee partijen in een civiele zaak?

Jij en je baas. Jij vind dat je onvoldoende salariskrijgt dan het minimum en gaat dan naar de civiele rechter..

16. Wat valt er allemaal onder het bestuursrecht?
Regelt de verhouding tussen verschillende delen van de overheid zelf, zoals tussen de provincie en de gemeente. Beslissingen waar de burgers mee te maken krijgen.

17. Wat voor zaken behandelt de kantonrechter allemaal?
Relatief eenvoudige zaken, zoals civiele zaken waarin het gaat om minder dan 5000 euro. Arbeidszaken, huurzaken en overtredingen uit het strafrecht. Wie een lichte verkeersovertreding heeft begaan, en zijn boete niet betaalt, komt bijvoorbeeld voor de kantonrechter.

18. Wat staat er in een dagvaarding?
Een brief dat iemand voor de kantonrechter moet verschijnen op een bepaalde dag en een bepaald tijdstip.

19. Wie is de eiser in deze zaak?
De officier van jusitie.

20. Wanneer mag je jezelf verdedigen en heb je geen advocaat nodig?
Als je als ouder een rechtszaak wilt beginnen tegen de school heet dat "een gerechtelijke procedure" opstarten. Dan neem je, al dan niet, een advocaat in de arm en laat je de school voor de rechter verschijnen. Ik raad ouders wel eerst aan om echt te proberen er met de school uit te komen. Vraag desnoods om mediation. Ik kan je helpen aan een naam en telefoonnummer van een ervaren mediator.

21 Beschrijf het verloop van de zitting. (het proces; wie zegt en vraag wat wanneer?)

Vera komt met haar ouders naar de rechtbank. De kantonrechter opent de zitting en vraagt eerst de verdachte voor hem te gaan staan. Hij controleert de persoonlijke gegevens, en dan mag de officier van justitie praten. Daarna is vera aan de beurt.. Hierna mag de officier van justitie vertellen wat er is gebeurt. De kantonrechter stelt vera vragen , Hierna doet de rechte reen uitspraak.

22 Wat vind je van de uitspraak? Wie zou jij verantwoordelijk stellen?
Ik vind de uitspraak veel te soft. Vera krijgt eigenlijk geen straf. Ze zal wel niet meer spijbelen en anders 20 uur is ontzettend weinig. De ouders moeten nu een boete betalen. Ik vind dat niet alleen hun moeten worden gestraft. Het is wel hun verantwoordelijkheid maar vera is de rechtszaal weer uit.



Het waarborgen van omgeven omdat gevangen lang vastzitten word geregelt met het recht voor gedetineerden. Ze hebben recht op ondersteuning bij terugkeer naar de maatschappij met hulp van reclassering.

Het strafrecht.
Het strafrecht ondersteunt de rechtsstaat met 3 belangrijke beginselen.
Geen feit is strafbaar op grond van een daaraan voorgegane strafbepaling. dit noemt men het legaliteitsbeginsel. Dat ook in de grondwet staat. Hieruit blijkt hoe belangrijk het gevonden wordt dat mensen niet veroordeeld kunnen worden voor iets dat niet van te voren strafbaar is gesteld. Uit artikel 1 van het WvS ( Wetboek van strafrecht ) volgt dat een strafbepaling duidelijk moet zijn opgeschreven, zodat iedereen weet wat wel en niet mag. Er mogen geen vage zinsneden in staan. Zoals, de staat in gevraag brengen of iets crimineels van plan zijn. Verder het 3de beginsel is het de ne bis in idem-regel, die zegt dat je nooit twee keer vervolgd kan worden voor hetzelfde feit, ook al komen er nieuwe feiten naar boven.

Wetboek van strafrecht:
De meeste strafbepalingen zijn opgenomen in het WvS, dat heel systematisch is opgebouwd uit 3 delen. Het eerste deel bevat Algemene bepalingen, die antwoord geven op de vragen als : wanneer is, sprake van een poging tot het plegen van een misdrijf. Wanneer is iemand medeplichtig. Wanneer is iemand niet strafbaar ( overmacht ) Welke soorten straffen zijn er.
In het tweede deel van de WvS staan alle misdrijven opgesomd. Dat zijn meer ernstige strafbare feiten zoals moord en doodslag, mishandeling, vrijheidsberoving, verkrachting, bigamie, smaakd en belediging, diefstal en diefstal met geweld. Over de 3de deel staan alle overtredingen. Dit zijn minder ernstige strafbare feiten zoals burengerucht of verboden voor onbevoegden.

Het verschil tussen overtredingen en misdrijven is belangrijk omdat bij misdrijven de straffen gemiddeld hoger zijn. Bovendien blijven misdrijven langer op je strafblad staan. Dit is lastig bij sollicitaties.

De inhoud van alle strafbepalingen noemen we het materiële strafrecht. Er staat meestal in:
“Hij die…(Ditenditdoet)… word gestraft met een gevangenisstraf ten hoogste van … jaar en een geldboete van …’
Hierdoor weet iedereen waar hij aan toe is. De rechter m ag van de maximale straf naar beneden afwijken, maar nooit hogere straffen, want dat is weer in strijd met het legaliteitsbeginsel. Naast het WvS staan ook strafbepalingen in aparte wetten. Fraude, de wegen en verkeer wet, opium wet.

Strafuitsluitingsgronden:
Der echtbank moet niet alleen oordelen of het ten laste gelegde is bewezen, maar ook of de specifieke situatie het feit en de dader strafbaar zijn. Wil er sprake zijn van een strafbaar feit dan moet de dader dit willens en wetens gedaan hebben, met zijn volle verstand en met eigen wil. Soms heeft iemand het feit wel gepleegd, maar hij krijgt d oor omstandigheden toch geen straf opgelegd. We spreken dan van strafuitsluitingsgronden. Je hebt dan rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden.
Rechtvaardigingsgronden:
• Hierbij is het gepleegde feit in het licht van bijzondere omstandigheden niet meer strafbaar. Een bekend voorbeeld is noodweer. Dit betekent dat je jezelf of een ander verdedigt met geweld. In zo’n geval ben je niet strafbaar, mits het door jouw gebruikte geweld in verhouding staat tot het gevaar of dreiging. Stel dat je wordt aangevallen en berooft. De dader gaat ervandoor, jij achterhaalt zijn adres, zoekt hem op en slaat hem in elkaar, dan is er geen sprake van noodweer.
• Overmacht-noodstoestand: als je bijvoorbeeld het bordje verboden toegang negeert omdat je een kind redt, ben je niet strafbaar omdat de overtreding te rechtvaardigen is.
• Opvolgen van een ambtelijk bevel.: als je bv. Op de snelweg vanwege ongeluk door een agent over de vluchtstrook wordt gestuurd en je wordt iets verder door een andere agent bekeurd, kun je je op deze rechtvaardigingsgrond beroepen.
Schulduitsluitingsgronden.

• Psychische overmacht. Als je door een ander gedwongen wordt, bijvoorbeeld onder bedreiging van een pistool om een bejaarde te beroven, dan is de opdrachtgever wel maar de uitvoerder niet strafbaar.
• Noodweerexces: hierbij overtreed je bij verdediging van jezelf of een ander, in tegenstelling tot noodweer, wel de grenzen van de noodzakelijke verdediging, maar dat doe je vanwege een hevige gemoedstoestand die direct gevolg is van de aanval. In een paniekreactie pak je bijvoorbeeld een mes dat ergens ligt en je steekt een aanvaller neer die zelf geen wapen heeft.
• Ontoerekeningsvatbaarheid: Als iemand echt niet weet wat hij doet, met name bij geestelijke toornis of wanneer de dader psychisch volledig buiten zinnen was bij het plegen van het misdrijf, kan de rechter die persoon ontoerekeningsvatbaar verklaren. Je krijgt dan geen straf maar wordt in een tbs klink geplaatst voor een behandeling. Maximaal 4 jaar maar die kan worden verlengd als er geen verbetering is gekomen.
• Afwezigheid van schuld: als een winkelier gestolen spullen in zijn winkel plaatst en laat verkopen terwijl het winkelpersoneel daar niets van weet, dan is het personeel niet schuldig aan heling, want geen straf zonder schuld. Die schuld word niet snel aangenomen.

Soorten straffen:
• geldboete. De rechter bestraft de meeste daders met een geldboete. Als iemand zijn boete niet betaalt, moet hij in plaats daarvan naar de gevangenis.
• Taakstraf: ook wel alternatieve straf genoemd. Vanwege het opvoedende karakter ervan. Maximaal 6 maanden.
• Vrijheidsstraf. Bij overtredingen spreken we over hechtenis, die maximaal een jaar kan duren. Bij misdrijven spreken we van een gevangenisstraf. Bij vrijheidstraffen geldt dat de rechter minimaal met 1 dag mag straffen en maximaal wat in het WvS staat. De zwaarste straf in dit land is 30 jaar.

Naast deze straffen kan de rechter bijkomende straffen opleggen, zoals intrekking van het rijbewijs, een stadion verbod, uitzitting van beroep. Ten slotte kunnen zogenaamde maatregelen worden opgelegd, zoals schadevergoeding aan slachtoffers, verplichte behandeling in een afkickkliniek.
De functie van straffen

De laatste tijd wordt bij kleinere delicten vaker een taakstraf opgelegd door der echter. Hiermee hoopt de rechter dat de straf zin heeft en dat de dader niet in herhaling zal vallen. Om het nut van de straf te beoordelen is het van balgnrijk de redenen te weten waarom we straffen.
• Wraak en vergelding. Misdaad mag niet lonen.
• Afschrikking. Tot in de achtiende eeuw wilde de overheid met wrede en openbare straffen niet alleen daders maar ook andere burgers ervan weerhouden misdaden te plegen.
• Voorkomen van eigenrichting. Het strafsysteem is mede ontstaan om tegen te gaan dat mensen het recht in eigen handen nemen.
• Resocialisatie. Nadat in 1870 de doodstraf in Nederland was afgeschaft, werd in de twintigste eeuw het heropvoeden van daders een belangrijk doel. Desondanks is er een hoog percentage recidive: 75 procent van de veroordeelden komen later weer in aanraking met justitie.
• Beveiliging van de samenleving. Vooral bij ernstige gewelds- en zedendelicten dienen lange celstraffen tevens om de maatschappij te beschermen tegen herhaling.

Strafrecht voor minderjarigen:
Kinderen onder de 12 jaar kunnen niet vervolgd worden voor strafbare gedragingen, maar kunnen wel te maken krijgen met de Raad voor de Kinderbescherming. V oor jongeren tussen de twaalf en 18 jaar is er het jeugdstrafrecht. Lichte misdrijven zoals kleine diefstallen en vernielingen worden zo veel mogelijk via een Haltbureau afgedaan. Je krijgt dan een taakstraf en hoeft niet voor de rechter te verschijnen.
Bij zwaardere misdrijven komen jongeren voor de kinderrechter. Deze kan jeugddetie opleggen die in een jeugdgevangenis wordt doorgebracht. Daar wordt gewerkt aan achterliggende problemen, zoals het leren om gaan met geld en het leren bedwingen van agressie. Bij sornmige persoonlijke stoornissen ka nde rechter ook een verblijf in een behandelcentrum opleggen. Verder kan de kinderrechter een taakstraf, een boete of het volgen van een opleiding opleggen. Het grtoe verschil met het volwassenenstrafrecht is dat het jeugdstrafrecht sterk is gericht op resocialisatie. Veel meer dan bij de volwassenen gaat men eruit dat jongeren weer terug op het rechte pad kunnen komen en daar streeft de kinderrechter dan ook naar.


De hoogte van straffen roept altijd de meeste discussie op. Eerst was levenslang 20 jaar en nu is dat 30 jaar. In praktijk was bij 20 jaar dat ze alweer op vrije voeten waren na 13,4 jaar.

Crimineel gedrag”oorzaken.
Gemiddeld heeft 1 op de 4 Nederlanders last van geweld, diefstal en vernielingen en andere veelvoorkomende delicten. En ook het aantal daders is groot: een op de 7 Nederlanders heeft wel eens een winkeldiefstal gepleegd en 1 op 5 heet wel eens gevochten. Bij jongeren is dit percentage nog een stuk hoger.

De angst voor criminaliteit is deels terecht als we naar de cijfers an de politie en het CBS kijken. Het aantal geweldsmisdrijven zoals mishandeling is gestegen. Ook hebben veel winkeliers te maken met diefstal en bedreigingen.

Het aantal slachtoffers op moord en doodslag ligt lager dan veel mensen denken en betreft bovendien aak familiedrama’s en criminele afrekeningen. De kans op een dodelijk verkeersongeluk is nog steeds veel groter. Met name bij veelvoorkomende delicten als zakkenrollerij en mishandeling zijn de werkelijke aantallen moeilijk vast te stellen omdat veel mensen geen aangifte doen.
Voor crimineel gedrag bestaan maatschappelijke oorzaken, waarvan we er een aantal noemen. Geweldsmisdrijven zoals mishandeling, bedreiging en zinloos geweld zijn onder meer toegenomen doordat mensen uitgaan en daarbij meer alcohol gebruiken. Dat bevordert agressie en criminaliteit. Daarnaast is de sociale controle in de samenleving afgenomen, waardoor de pakkans voor veel delicten kleiner is geworden. Verder wordt crimineel gedrag bevorderd als met name jongeren maatschappelijk gezien te weinig perspectieven hebben. Naast maatschappelijke oorzkane zijn er ook persoonlijke oorzaken, bestaat er zoiets als crimineel karakter, of zijn er persoonskenmerken waardoor de 1 eerder crimineel wordt dan de ander.

• Binding. Banden met familie. Vrienden, vereniging remmen slecht gedrag. : Sociale controle.
• Persoonlijkheid: Verband gedrag + ervaringen in het verleden. JE hebt een onderbewust zijn en je kan je ook bewust zijn. Je innerlijke beoordeling.
• Biologisch. Aangeboren, neurologisch en hormonaal verklaren sociaal gedrag.
• Aangeleerd gedrag. Gezin, buurt, vrienden bepalen of je crimineel bent of niet.
• Anomie: Niet volgens de wet. Levensdoelen zijn niet bereikbaar via de legale weg dan word het dus maar illegaal  maatschappelijke positie.
Oorzaken maatschappelijk:

- Welvaart. uitgaan, en alcohol  geweld
- Sociale controle : pakkans is veel kleiner geworden.
- Perspectieven: bij je opleiding of werk.
Oorzaken sociaal:
- Karakter
- Persoonskenmerk.

-

Materiële schade
€ Immateriële gevolgen.
• Fysiek letsel
• Vernieling
• Diefstal
• Belastingontduiking
• Beveiliging.
• Verzekeringspremies.
• Prijsdoorbreking. • Gevoel onveiligheid
• Psychopathisch. ( angst, slaaptekort, concentratieproblemen)
• Aantasting rechtsgevoel.

Soorten maartregelen.
• Preventieve maatregelen zijn gericht op het voorkomen van crimineel gedrag. Hierbij staat versterking van sociale controle centraal, zoals de aanstelling van stadswachten, meer conducteurs bij het openbaar vervoer. Enzovoort.
• Repressieve maatregelen gaat het om strengere bestraffing. Dat de repressieve aanpak terrein wint, blijkt uit de toename van het aantal politieagenten, het bijbouwen van gevangenissen en de uitbreiding van de rechterlijke macht. Repressie en preventie sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan.

Politieke partijen:
Vanwege deze maatschappelijke gevolgen beschouwen politici criminaliteit als een bedreiging van de rechtsorde. De laatste jaren is er daarom meer politie gekomen, zijn er meer cellen bijgebouwd, zijn er meer rechters aangesteld, hebben politie en justitie meer bevoegdheden gekregen en zijn de straffen verhoogd. Toch blijft de criminaliteit een belangrijk thema voor alle politieke partijen. Van oudsher leggen de linkse partijen de nadruk op de maatschappelijke oorzaken aan criminaliteit en benadrukken de rechtse parijen meer de eigen verantwoordelijkheid van de individuele dader voor zijn gedrag. Er zij verschillende standpunten:
• Het CDA ziet een oplossing op het terrein van normen en waarden, zoals het bevorderen van onderling respect en het tegengaan van onverschilligheid. Herstel van de saamhorigheid, een vitaal verenigingsleven en een politie die er voor de samenleving is, werken volgens het CDA preventief. Duidelijkheid in normen en straffen is noodzakelijk.
• De PvdA wil een hardere aanpak van overlast en criminaliteit, maar ook preventief te werk gaan. Als ouders van probleemjongeren tekortschieten moeten ze daar op aangesproken worden en is de inzet van gezinscoaches nodig. Ook moet de wijkagent terug in de wijk.
• Ook de SP is voorstander van een lokale aanpak en pleit voor een sterkere binding van de politie met de gemeenten waarin zij werken.
• De VVD is voorstander van meer politie en wil hogere gevangenisstraffen, die bovendien meteen na de veroordeling van daders moeten ingaan. Om gevangenissen te ontlasten kan er gebruik worden gemaakt van meerpersoonscellen en vrijlating op borgtocht. Taakstraffen moeten langer en zwaarder worden.

Burgerlijk recht, waarbij 2 partijen tegenover elkaar staan.
Iedereen vanaf achttien jaar kan een conflict of geschil met een andere partij voorleggen aan een onafhankelijke rechter. Bijvoorbeeld als je vind dat je onterecht van school wordt gestuurd, of als je zomaar wordt ontslagen. Een bekende Nederlanders kan een zaak beginnen tgen ene roddelblad dat zonder toestemming van privéfoto’s publiceert. Als je nog geen 18 jaar oud bent kunnen je ouders of voogd namens jou naar de rechter stappen.
De eiser is degene die de zaak aan de rechter voorlegt. De gedaagde is de persoon van wie iets wordt geëist en daarom voor de rechter wordt gedaagd.

In het strafrecht is de verticale verhouding tussen burger en overheid aan de orde. Het initiatief ligt bij de overheid nadat er een wetsovertreding is geconstateerd: de offcier van justitie besluit om een strafzaak te beginnen. De rechter heeft een actieve rol, omdat hij de werkelijke toedracht van de situatie onderzoekt om daarmee de schuldvraag te kunnen beantwoorden en vervolgens een straf op te leggen. De overheid heeft er direct belang bij om wetsovertreders te vervolgen en te berechten.
In het burgerlijk recht gaat het om de horizontale verhouding tussen burgers onderling. Niet de overheid maar de burgers zelf beginnen een rechtszaak tegen een andere Burger. De rechter heeft daarbij een meer passieve rol en is in feite slechts een buitenstaander in het conflict t tussen twee partijen.

De zaak begint wanneer jij als eiser een dagvaarding laat sturen aan de gedaagde. Dit is een mededeling aan een persoon dat hij voor de rechter moet verschijnen. Een dagvaarding bevat dan ook altijd:
- De naam van de eiser.
- De eis,
- De motivatie van de eis,
- Het tijdstip en de plaats van de rechtszaak.

In zaken bij de kantonrechter hoeven jij en de tegenpartij zich niet te laten vertegenwoordigen door een advocaat. Je mag dus zelf het woord voeren of dat iemand anders laten doen, bijvoorbeeld een slim familielid. Bij grote of ingewikkelde zaken bij de rechtbank moet je je wel laten vertegenwoordigen door een zogenaamde procureur. Vaak is dit een advocaat die optreedt als procureur. De reden voor deze verplichte vertegenwoordiging is dat zo iemand alle regels kent, waardoor geen onnodig oponthoud ontstaat. Anders dan bij de strafrecht hoeven je buren als gedaagde niet persoonlijk bij een rechtszaak aanwezig te zijn. Zij mogen hun reactie ook schriftelijk opsturen. Ook in dat geval is een gedaagde verschenen.
De rechter beoordeelt jou eis en het verweer van de gedaagde. Vaak zal hij beide partijen vragen om eerst onderling nog eens naar een oplossing te zoeken.

ALS er geen overeenstemming te vinden is, moet de rechter een vonnis uitspreken en dus de uiteindelijke beslissing nemen.
Na de behandeling van de zaak doet de rechter uitspraak: de meesvoorkomende veroordelingen zijn:
• Als de rechter beslist dat de verliezende partij een schadevergoeding moet betalen, kan hij onmiddellijk loonbeslag laten leggen, wanneer een veroordeelde de geldsom niet kan of wil betalen. Een deurwaarder legt dan beslag op het loon of de uitkering van de verliezer. Daarnaast kan beslag worden gelegd op goederen als de verliezende partij niet wil betalen. De goederen worden dan verkocht en de opbrengst gaat naar de winnende partij.
• Als de rechter een partij veroordeelt tot iets anders dan een geldsom bv. Dat je buurman niet meer mag zorgen voor geluidsoverlast, kan hij voor elke keer dat je buurman toch voor herrie zorgt, een bedrag laten betalen. Betaalt hij ook deze dwangsom niet, dan kan de deurwaarder beslag leggen op zijn goederen en deze verkopen om aan geld te komen. Ook tegen dit vonnis kan je in hoger beroep gaan of nar de cassatie bij de Hoge Raad. SOMS DUURT DIT JAREN !!!!
Kort geding:
In sommige zaken is het belangrijk dat er snel een uitspraak wordt gedaan. Bv. Als een werkgever een staking wil laten verbieden of iemand een publicatie in een tijdschrift wil voorkomen. In zulke gevallen kan een kort geding worden aangespannen. Dit is een versnelde en vereenvoudigde procedure voor spoedeisende zaken die wordt behandeld door de voorzieningenrechter. Deze doet in zijn eentje uitspraak en geeft altijd een voorlopig oordeel in afwachting van een definitieve uitspraak in het normale burgeikje proces, de zogenaamde bodemprocedure. IN de praktijk omt het na een kort geding echter zelfden tot zo’n bodemprocedure omdat de zaak al is opgelost. Vaak is bovendien in het vonnis een dwangsom opgenomen voor het geval dat een partij zich niet aan de uitspraak houdt. Overigens is het kort geding een vrij populaire procedure, er wordt naar verhouding veel gebruik van gemaakt.

Bestuursrecht is net als bij het strafrecht, de verticale verhouding tussen burger en e overheid in eht geding is Rechtsbescherming tegen de overheid betekent allereerst dat die overheid niet zomaar allerlei lasten kan opleggen aan burgers zij moeten bezwaar kunnen maken. Bovendien mogen de lasten niet oneerlijk of ongelijk worden worden verdeeld.

Rechtsbescherming:
• Het geven van vergunningen: voor bouwmilieu, jacht, wapens, horeca, taxi, parkeren, bordelen enzovoort. Op heel veel terreinen zijn er regels dat je niet zomaar met iets mag beginnen. Pas als je aan allerlei eisen voldoet, kun je een vergunning aanvragen.
• Uitkeringen en subsidies: bijstandsuitkeringen, kinderslag, huursubsidie enzovoort. Hier hebben veel mensen mee te maken. Zo hebben ruim 300.00 mensen een bijstandsuitkering en ruim een miljoen mensen huursubsidie. De overheid mag niet zomaar subsidies die zijn toegekend ongedaan maken. Ook het toekennen van beëindigen van subsidies is aan strenge regels gebonden.
• Asielaanvragen en verblijfsvergunningen: Niet alleen inwoners van een alnd hebben rechten, ook vreemdelingen die asiel of een verblijfsvergunning aanvragen Omdat asielaanvragers vaak nog niets van het rechtssysteem afweten, krijgen ze bij binnenkomst in ons land een gratis advocaat toegewezen. Sinds de vreemdelingenwet 2000 is de bezwaarfase afgeschaft en kan iemand bij een negatief besluit in beroep gaan bij de rechter. In ruim 85% van de gevallen wordt overigens de minster in het gelijk gesteld.


Internationale ontwikkeling en vergelijkingen;
Het internationale recht is belangrijk onderdeel geworden van de nationale rechtsstaat. De eerder genoemde Universele verklaring van de rechten van de mens UVRM. Van de VN in 1948 wordt ook wel de morele grondwet van de wereld genoemd. Na dit verdragen , dat niet bindend was, volgde in 1950 het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden. EVRM. Hiervan waren de rechten wel afdwingbaar bij het apart opgerichte Europees Hof IN 1953 werd de rechten van de politieke vluchtelingen en asielzoekers vast gelegd.
De inhoud van deze internationale verdragen lijkt erg op de grondwetten van de afzonderlijke staten en voorzien de grondrechten en vrijheden van een dubbele garantie. Deze internationale verdragen gaan boven het nationale recht en burgers kunnen ze inroepen bij de nationale rechter.

De volgende stap in deze ontwikkeling was de oprichting van aparte oorlogstribunalen. Sinds kort is er het Internation strafhof in Den Haag. Dit is een belangrijk ontwikkeling, omdat staatshoofden die vroeger bijna altijd vrijuit gingen, hier kunnen worden gedaagd en berecht voor schending van de mensenrechten en midden tegen de menselijkheid zoals genocide. Daarmee is een begin gemaakt voor een soort internationale rechtsorde en is er een bovennationale rechtsstaat aan het ontstaan. De meeste landen van de VN hebben dit strafhof erkend, maar de VS nog niet.

Het functioneren van de rechtsstaat n de VS en Turkije in vergelijking tot Nederland.
Turkije wil graag toetreden tot de EU en ziet zichzelf als een rechtsstaat. Al in 1959 vroeg Turkije om toelating, maar pas in 2004 begonnen de onderhandelingen hierover. In de tussenliggende jaren heeft Turkije de nodige hervormingen doorgevoerd, zoals afschaffing van de doodstraf, de mogelijkheden van het legen verminderen om de macht over te nemen en de hervorming van het strafrecht meer rechten voor vrouwen, zware straffen voor marteling. Uitgaan de van de trias politica, de scheiding en het evenwicht der machten, vergelikjen we del anden op:
• macht staatshoofd
• onafhankelijkheid van de rechters.
• ( we kijken naar het strafecht en bekijken: )
• De wijze van rechtspraak
• Der echten van verdachten
• De straffen
• Het verschijnsel klassenjustitie.

In de VS heeft de president onder meer een sterke machtspositie door het vetorecht. In 2007 gebruikte de Amerikaanse president Bush dit vetorecht om zijn besluit 21 000 extra militairen naar Irak te sturen. Toen de meerderheid van het Amerikaanse Congres hiertegen was.
In Turkije mag de president op grond van de grondwet weigeren een wet te ondertekenen en heeft dus ook vetorecht. Deze bepaling stamt nog uit de tijd van de militaire junta begin jaren tachtig.

In Nederland hebben de Minister-president en andere ministers minder m acht. Voor alle belangrijkere besluiten hebben ze toestemming nodig van het parlement. Zo zijn er heftige discussies in de Tweede Kamer gevoerd voordat er militairen naar Uruzgan in Afghanistan werden gestuurd.

In AMERIKA hebben met name de negen rechters van de hoge raad, hooggerechtshof genoemd, een sterke positie. Zij worden op politieke gronden voor het leven benoemd door de president. De Amerikaanse rechters zijn ook veel bekender en geven in de media openlijk hun mening over allerlei juridische kwesties, van abortus tot homesexualiteit.
In TURKIJE zijn rechter onafhankelijk, hoewel ze worden benoemd door de ministers van Justitie. Die rechters ook kan overplaatsen en daarom een machtige rol heeft. De machtenscheiding is verder gewaarborgd in de grondwet.
In NEDERLAND worden de raadsheren van de Hoge raad formeel benoemd door de Kroon, op voordracht van de Tweede Kamer. Zij worden benoemd voor het leven, wat in de praktijk tot hun zeventigste jaren betekent. In feite doet de Hoge Raad altijd zelf en voordracht als er een nieuwe raadsheer nodig is en nemen de Tweede Kamer en de ministers die voordracht bijna altijd blindelings over. De Hoge Raad in Nederland heeft alleen de bevoegdheid om rechtszaken in cassatie te behandelen. Ook geven de raadsheren and e HR niet, zoals in de VS, ongevraagd een oordelen over maatschappelijke kwesties, maar alleen al zij hierover een zaak te behandelen krijgen.

In de VS kan iedereen vanaf 18 jaar, die het Engels beheerst en geen strafblad heeft, gevraagd worden in een jury plaats te nemen. De verdediging in en rechtszaak mag een jury weigeren, bijvoorbeeld als sommige juryleden al te veel van de zaak gehoord hebben en daardoor niet meer onpartijdig genoeg kunnen oordelen. De jury doet overigens alleen uitspraak over de schuldvraag. De hoogte van de straf wordt bepaald door rechters. Veel Amerikanen vinden ons strafsysteem te ambtelijk en vinden het goed dat de bevolking betrokken is bij de rechtspraak. De meeste Nederlanders zijn tegen juryrechtspraak; Zo waren veel Nederlanders geschokt door de zaak tegen de topsporter en filmster Simpson die
door een jury werd vrijgesproken van moord op zijn ex-vrouw en haar vriend.
In TURKIJE bestaat geen juryrechtspraak. Wel kan je er in hoger beroep gaan, dat bij een strafvan 15 jaar of meer zelf altijd moet plaatsvinden. In andere gevallen moet je er wel snel b ij zijn, binnen zeven dagen na het vonnis moet je hoger beroep aantekenen.

De rechten van verdachten:
In de VS hebben verdachten minder rechten is bijvoorbeeld uitlokking toegestaan. Een DEA-agent mag een gesprek met iemand aanknopen met het doel te kijken of iemand drugs wil kopen. Als je het doet word je gelijk gearresteerd. Na het 11 sep. Drama is er de Patriot Act aangenomen. Deze wet gaf de CIA ruimere bevoegdheden om burgers in de gaten te houden, zoals het ongelimiteerd afluisteren van telefoongesprekken.
In TURKIJE zijn de rechten van de verdachten minder goed gewaarborgd. Mensen die op vreedzame wijze demonstreren tegen bepaalde kwesties zijn strafbaar en worden vervolgd. Politieagenten treden dikwijls hard op tegen demonstranten en in 2006 werden 4 demonstranten doodgeschoten. Ook is in de Turkse strafwet opgenomen dat Kritiek op het parlement, het justitiële systeem en het leger kan worden bestraft met een celstraf van 6 maanden tot 3 jaar.

In NEDERLAND hebben verdachten meer rechten en is uitlokking door undercoveragenten niet toegestaan. Maximaal 110 voorarrest dagen.

De straffen.
Naast de doodstraf heeft de Amerikaanse strafrecht nog enkele andere opvallende kenmerken. Zo word 90 % van de zaken afgehandeld door de zogenaamde plea bargaining, waarbij de advocaat en de aanklager een deal sluiten op voorwaarde dat de verdachte bekent. De deal bestaat eruit dat de aanklager een zwaarder aanklacht laat vallen als de verdachte een lichtere aanklacht bekent. Een jongen die in drugs heeft gehandeld, bekent gedeeltelijk en krijgt dan 7 jaar gevangenisstraf in plaats van de 15 jaar die de aanklager had willen eisen. Soms gaan mensen hier ook akkoord mee als ze onschuldig zijn maar dan bekennen ze toch.
Ook is er de zogenaamde Three Strikes and You’re Out Law. Deze strafwet betekent dat je heel zwaar gestraft wordt als je voor de 3de keer in de fout gaat. Zo kreeg iemand 26 jaar gevangenisstraf na diefstal van 4 chocoladerepen. Een ander kreeg 15 jaar voor het stelen van een stapeltje video’s. Deze strenge californnische regeling is inmiddels door zo’n 25 staten overgenomen in Amerika.
TURKIJE kent net als Frankrijk naar maximumstraffen ook minimumstraffen. Verder heeft Turkije het EVRM met betrekking tot de doodstraf in 2002 geratificeerd. Het laatste is de doodstraf in 1984 uitgevoerd.
In NEDERLAND is het soort strafpraktijken zoals in de VS plaatsvindt, niet mogelijk. Wel kunnen veelplegers die steeds maar weer auto’s opbreken, eigendommen vernielen enzovoort. Een hogere straf verwachten.
Klassenjustitie:
Er is sprake hiervan als mensen uit de hogere sociale klasse door justitie worden bevoordeeld boven mensen uit de lagere sociale klasse. Sommige spreken daarnaast van rassenjustitie. Zo hebben de VS een lange geschiedenis van rassenscheidingen racisme. Nog steeds worden zwarten in talloze situaties achtergesteld, zoals op de arbeidsmarkt. Met name arme zwarte mensen komen vee vaker in de gevangenis terecht dan de blanken. Volgens een rapport van de VN krijgen zwarten en kleurlingen twee tot driemaal hogere straffen dan blanken voor vergelijkbare misdrijven. En het aantal zwarte dat de doodstraf kreeg voor het om het leven brengen van een blanke is 4 maal zo hoog als je dat vergelijkt met het aantal blanken dat zwarte vermoordde.

In Turkije is het begrip klassenjustitie het meest van toepassing bij de Koerden, die zich willen afscheiden van Turkije,. Veel turken ontkennen het bestaan van de Koerden en noemen het bergturken. Veel bekendheid kreeg de rechtszaak tegen de Koerdische leiden Ocalan, die na een kort proces ter dood werd veroordeeld. Welke straf later werd omgezet in levenslang. In 2005 oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat het proces tegen Ocalan niet rechtmatig was verlopen, omdat hij niet was bericht door een onpartijdige en onafhankelijke rechtbank. Het hof wees er in dit verband op dat een militaire rechter deel uitmaakte van het Turkse tribunaal dat Ocalan had berecht.


Ook in Nederland is klassenjustitie in zekere mate aanwezig. Zo is aangetoond dat mensen met een baan bij hetzelfde delict minder vaak gevangenisstraf krijgen dan mensen die werkloos zijn. Daarnaast worden milieudelicten en witteboordencriminaliteit zoals fraude naar verhouding minder streng bestraft. Denk aan de milde vonnissen van bv. Guus Hiddink, AShol-Top. Zelfs in Nederland staat de rechtsstaat dus onder spanning n moet constant worden onderhouden.

REACTIES

R.

R.

Dit is gewoon presies overgetypt van het boek ofzo?

13 jaar geleden

P.

P.

haha, idd. 10.628 woorden is geen samenvatting meer.

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.