De multiculturele samenleving
- Cultuur: een geheel van opvattingen, symbolen, kennis, waarden en normen dat mensen als leden van een samenleving verwerven en overdragen door middel van bewuste en onbewuste leerprocessen.
- multicultureel: meerdere groepen in de samenleving kunnen worden onderscheiden met verschillende culturele kenmerken. Bv: godsdienst, zeden en traditionele gebruiken, opvattingen over goed en
kwaad en over wat fatsoenlijk is, gedragsregels die op die opvattingen zijn gebaseerd, muziek, stijl van kleding of andere uiterlijkheden.
- oorzaken van verandering van cultuur: technische en technologische ontwikkelingen die kunnen leiden tot nieuwe levenswijzen, nieuwe generaties zetten zich af tegen oudere en ontwikkelen nieuwe
voorkeuren en gedragsregels, mensen ui verschillende culturen beïnvloeden elkaar als ze met elkaar in aanraking komen.
- drie dimensies in het begrip cultuur:
* Ideële dimensie betreft waarden, opvattingen over goed en slecht, mooi of lelijk. Gerelateerd aan religieuze e levensbeschouwelijke ideeën.
* Normerende dimensie betreft gedragsregels, normen en wetten, tradities en gewoonten.
* Materiele dimensie betreft hoe opvattingen materieel worden. Mensen geven vorm aan hun materiele werkelijkheid.
- geïnternaliseerd: cultuur wordt via leerprocessen overgebracht.
- socialisatie: die leerprocessen. Vind overal plaats.
- functie van cultuur: cultuur reguleert het sociale gedrag, door aan te geven wat aanvaardbaar is en wat niet.
- sociale controle: cultuur controleert haar leden door bv Boetes, gevangenisstraf.
- beschrijvend: alleen sprake van verschillende cultuur groepen binnen Nederland.
- normatief: na te streven ideaal, gestreefd naar samenleving waar cultuur wordt gerespecteerd, aanvaard en waar ze hun cultuur kunnen en mogen beleven.
- waarom trekken mensen: uit nieuwsgierigheid, avontuur, hopen ergens anders beter bestaan kunnen opbouwen, vluchten wegens hongersnood, oorlog, vervolging door geloofsovertuiging.
- Voorbeeld uit 17de eeuw: 1685 geen geloofsvrijheid, hugenoten vluchtten naar Nederland, ze bouwden kerken etc.
- voorbeeld uit 20ste eeuw: 1949 Nederland moest Nederlands indie opgeven, regering paste streng vestigingsbeleid toe, eenvoudige baantjes. Molukkers namen aparte positie in, sterke band met knil.
- vluchtelingen: die als zo danig door de VN wordt erkend.
- asielzoekers: vanwege vervolging veilig onderkomen zoeken maar niet als vluchtelingen worden beschouwd moeten asiel aanvragen.
- toelating en verblijf worden geweigerd in Nederland tenzij dat in strijd is met: het recht op gezinshereniging en gezinsvorming, internationale verdragen, klemmende redenen van humanitaire aard.
- allochtone: 1ste generatie nieuwkomers(immigranten), 2de generatie(nakomelingen), 3de generatie.
- autochtoon: traditioneel ingezetene.
- allochtone minderheden: allochtonen die een relatief lage sociaal-economische positie in de Nederlandse samenleving innemen.
- allochtone doelgroepen: zo worden ze genoemd omdat overheid zich richt op positieverbetering van die groepen.
- grootste allochtone doelgroepen: turken, surinamers, Marokkanen, antillianen. Wonen in: Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, den haag. Wonen vooral in oudere stadswijken voordelen: makkelijker buurt
voorzieningen te realiseren (moskee bv).
- allochtone bevolking groeit sneller door: immigratie, gezinshereniging, relatief hoog geboortecijfer, relatief lage leeftijd.
- allochtone hebben lage sociaal-economische positie zie je in: laag arbeidsinkomen, hoog werkloosheidcijfer, slechte huisvesting.
- positie verwervende factoren: als capaciteiten en inspanningen vd mensen bepalende rol spelen.
- positie toewijzende factoren: als sociale omgeving en samenleving een rol speelt.
- factoren lage positie: lage opleidingsniveau, technische ontwikkelingen, ondoorzichtigheid vd arbeidsmarkt, discriminatie, taalachterstand.
- discriminatie: ongelijk behandelen van mensen op basis van kenmerken die in de gegeven situatie niet relevant zijn.
- vooroordeel: opvattingen die ten grondslag liggen aan discriminatie.
Kan worden omschreven als een antipathie.
- antipathie: gevoelens van vijandigheid, komt door angst voor het vreemde, het oordeel is star.
- xenofobie/vreemdelingenhaat: als antipathie grote vormen aanneemt.
- waarom vooroordelen? Verklaringen psychologen: positieve eigen identiteit, erbij willen horen.
- Klassiek racisme: mensen werden ingedeeld aan de hand van de huidskleur, blank was superieur, zwart was slecht.
- modern racisme: mensen die denken een vreemdeling te herkennen aan hun huidskleur.
- integratie: samenleving waarin enerzijds culturele diversiteit bestaat en mag bestaan en waar ze met elkaar open in contact staan, respecteren en bewust een samenleving vormen.
- segratie: cultuurgroepen staan niet met elkaar in contact, leven gescheiden, geen respect en zijn zich ervan bewust met elkaar op gespannen voet te staan.
- melting pot (smeltkroes): verschillende cultuurgroepen smelten samen tot een nieuwe cultuur.
- assimilatie: overnemen door nieuwkomers van de cultuur van een dominante al langer aanwezige groep.
- salad bowl: verschillende cultuurgroepen die elkaar toch beïnvloeden maar toch eigen cultuur hebben.
- bezwaren over multiculturele samenleving: hoge kans criminaliteit, vooroordelen worden verhoogd door verhoogde criminaliteit, culturele verschillen, geen sprake meer van harmonieuze samenleving.
- immigratie terugdringen door: vreemdelingen direct terug te sturen, minder vreemdelingen verblijfsvergunning te geven, meer vreemdelingen eruit zetten.
- wbeaa: wet bevordering evenredige arbeidsdeelname allochtonen. Verplicht bedrijfsorganisaties werknemers te registreren en over te rapporteren aan de overheid.
- positieve actie: bij vacatures voorkeur word gegeven aan allochtonen doelgroepen.
- scholen met allochtone leerlingen krijgen meer geld voor extra begeleiding.
REACTIES
1 seconde geleden