§1
Waarde: erg abstract, subjectief vertaald in concrete gedragsregels
Norm: is afspraak om de waarde te bereiken
Normaal: collectieve normen codificatie: vastleggen regels, er worden wetten gemaakt
Discrepantie: verschil tussen normen en waarden ( bv euthanasie) Maatschappij veranderd, verkeerde wet. Rechtsregels: regels waardoor overtredingen kunnen worden tegengegaan, gedwongen normen na te leven. 1. Zekerheid: beroepen op wetten
2. Ordenen samenleving: gemeente provincie, rijk, belastingindeling, 3. Onafhankelijke rechtspraak: allen wet zegt wat rechter moet doen
4. Conflicten voorkomen of beslechten: regels voor beide parijen
Positieve rechtideale recht §2 Criminaliteit volgens de samenleving: immoreel onzedelijk misdadig en strafwaardig gedrag
Misdaad is subjectief: hier vallen persoonlijke normen niet samen met wettelijke nomen (discrepantie) niet strafbaar maar strafwaardig
criminaliteit: alle strafbaar gestelde gedragingen
legaliteitsbeginsel: over wat criminaliteit is valt niet te twisten, ligt in wet vast persoon mag alleen gestraft worden op grond van strafbepalingen in wet. Wat is crimineel: tijdgebonden, en plaatsgebonden
Wetgevende macht bepaald door Trias politica maar soms wet onduidelijk en moet rechter uitleg hanteren. Arrest: de beslissing van de Hoge raad in een zaak die hem is voor gelegd. Jurisprudentie: uitspraak Hoge raad voegt stukje toe aan wetgeving, ze interpreteren wet anders
Competentiestrijd tussen 2de Kamer+kabinet en rechters: wie beslist? §3 Cijfers van criminaliteit belangrijk voor: maatregelen
Als wordt gedacht dat er een toename is, meer maatregelen. Geregistreerde criminaliteit: politiestatistieken
kanttekeningen:
1 cijfers moeten kloppen met demografie ( meer mensen, meer criminaliteit)
2 geen beeld totale criminaliteit ( geen aangifte vanwege wantrouwen politie of privé)
3 selectief opsporingsbeleid ( wat niet kan worden geconstateerd wordt niet geregistreerd)
4 Zichtbare vormen eerder
5 Toename aantal regelsmeer overtredingen
ophelderingspercentage misdrijven
transactie: boete betalen tegen verdere vervolging ( geen strafblad) Seponeren: afzien verdere vervolging ( geen strafblad bij jonge mensen, niet in aanraking met justitie, voorkomt, evenals transactie stigmatisering) Niet geregistreerde criminaliteit: Slachtofferenquêtes: wat voor soort misdrijven meegemaakt, en welke niet aangegeven. Bedrijven ook enquête want meestal geen aangifte. Kanttekeningen: Slachtoffers moord kan niet/ niet vermeld privé/ geen duidelijk slachtoffer ( belasting) Self report-onderzoeken: gevraagd naar misdrijven
Voordeel: misdrijven zonder duidelijk slachtoffer wel naar boven
Kanttekeningen: zwaardere misdaad en beroepscriminelen niet §4 Er is een verband te leggen tussen sociale categorieën en bepaalde vormen van criminaliteit: - Vooral gepleegd door mannen. Vrouwen komen minder voor door: andere leefwijze binnenshuis/ socialisatie ( ander opgevoed) - Jongeren meer factoren stimuleren criminaliteit: werkeloosheid/ individualisme/ meer gelegenheid. - Onderste sociale lagen: selectief optreden politie Verwachtingen manier van optreden ( self fulfilling prophecy) - Witte boordencriminaliteit
Ontstaan van criminaliteit
Klassieke school: beoordeeld criminaliteit vanuit maatschappelijke visie als samenleving verbetert, dan minder criminaliteit ( sociale oorzaak)
Antropologische school: legt criminaliteit bij misdadiger zelf ( belangrijkste verschil klassieke school)
Criminele sociologie:
Aantekening:
Wetenschap van het sociale
Interactie tussen mens en omgeving
Oorzaken van criminaliteit: - Buurt ( samenhang) - ‘peergroup’ ( theorie aangeleerd gedrag) - anomietheorie: ( lijkt op bindingstheorie): individualistaie, ontbreken collectieve norm geen sociale controle oplossing: meer mensen op laten letten, techniek moet terug
Aangeleerd gedrag: vanuit omgeving wordt er ‘positief’ gesproken over criminaliteit, men gaat onderlinge trucs uitwisselen ( ook in gevangenissen dus heropvoedingfunctie faalt) Referentiekader van misdadiger wordt gevormd door socialisatie door een criminele groep
Kanttekeningen: 1 alleen traditionele vormen van criminaliteit
2 referentiekader is onduidelijk
3 individu leert niet alleen door socialisatie ( ook uit zichzelf) stigmatiseringstheorie: Door het hebben van een strafblad wordt persoon gedwongen zich weer in het criminele circuit te begeven doordat de omgeving hem afwijst. Oplossingen: gedoogbeleid, HALT, transactie, seponeren ( ervoor zorgen dat mensen geen strafblad krijgen) Kanttekening: niet van toepassing op alle criminaliteit/ verklaart niet hoe men begint met criminaliteit) Bindingstheorie: Waarom mensen het NIET doen
Geen criminaliteit want: zijn bang om banden met mensen te verliezen staat lijnrecht tegenover aangeleerd gedrag: ook in groepen, en ook bang om band te verliezen als ze géén criminaliteit plegen
en sociale controle zorgt voor stigmatisering
kan ook worden omgedraaid: bindingen slechte criminaliteit Bio-sociale criminologie: richt zich op persoon ipv situatie
Veel verzet want leek veel op nazi ( lichaamskenmerken) §5 gevolgen criminaliteit
Materiële schade:
Indirect: bestrijding kost geld ( overheid betrokken)
Doorberekening in prijs door bedrijven
Immateriële schade
Onveilig gevoel/ morele verontwaardiging
normvervaging: men is bestolen en vind zelf stelen minder erg Eigenrichting: geen vertrouwen in politie. Mag NIET want is wraak, straffen moet voorbehouden worden voor overheid ( is slecht voor rechtsstaat zie functies §6) Massamedia: stereotype opvattingen §6 rechtsstaat functie: - goede wetten zorgen voor eerlijk proces, misdadiger beschermen - overheid ( binnenlandse zaken) moet rechtsorde handhaven §7 uitgangspunt strafrecht: legaliteitsbeginsel: over wat criminaliteit is valt niet te twisten, ligt in wet vast persoon mag alleen gestraft worden op grond van strafbepalingen in wet. Ne bis in idem: maar een keer voor hetzelfde vergrijp( mag niet ineens verhogen) Verjaring
Straffen: Gevangenisstraf/ hechtenis
Geldboetes/ dienstverlening/ voorwaardelijk ( geen strafblad, tegen stigmatisering) Maatregelen: Samenleving behoeden van misdadiger: TBS, mag niet meer in samenleving
Gefrag is strafbaar als Er volgt geen straf als - menselijk gedrag - legaliteitsbeginsel moet zijn uitgevoerd ( een duidelijk proces via wet - wederrechtelijk ( geen goede rede) -dader is schuldig - rechtvaardiging : noodweer, overmacht
relatieve noodweer/overmacht: humanitair
- schulduitsluiting: ontoerekeningsvatbaar/ noodweer, afwezigheid schuld
Aantekening: gevolg van straffen
Gevangenisstraf: resocialisatie faalt, isolatie samenleving, en aangeleerd gedrag van medecriminelen binnen gevangenis
Straffen erger maken: bekend maken openbaar afschrikken ( executies uitzenden) Pakkans vergroten §8 strafproces: procedures tijdens het proces tegen een verdachte heeft bepaalde gang van zake
Rechtstaats functie: eerlijk proces
Aantekening+boek
Rechter: relatieve competentie: bepaalde streek
1 Kantongerecht: civilrecht, strafrecht mag geen advocaat rechtsongelijkheid, is in strijd met functie rechtsstaat eerlijk proces
2 Arrondissementsgerecht: politierechter, meervoudige kamer ( drie rechters), kinderrechter
3 Gerechtshof Hoger beroep 4 Hoge Raad: cassatie: procedurefout, spreekt geen recht, verwijst naar andere rechtbank, dat het opnieuw moet. Arresten: ( zie §2) Officier van justitie(OM): Opsporingsonderzoek tenlastelegging contact politie ( kan seponeren wegens te weinig bewijsstukken, of opportuniteitsbeginsel: tweede kans tegen stigmatisering)slotpleidooi uitvoeren vonnis
Taken politie: openbaren orde handhaven, hulp verlenen, strafbare feiten oplossen ( bestaat onenigheid overeigenrichting) Bevoegdheden: staande houden en vragen gegevensAanhouden en meenemen naar bureau voor 6 uur Langer vasthouden met toestemming OM Zaken in beslag nemen fouilleren zelf afhandelen zaak of huis van bewaring als er bewijs is komt er een dagvaarding
Verdachte: recht waarvan verdacht, recht op advocaat, mag zwijgen, beperkte tijd vasthouden, mag in hoger beroep.
Reclassering: heel het proces door
1 Vroeghulp: alternatieve straffen
2 Omstandigheden verdachte voor oordeel rechter ( eerlijk proces, met theoriëen) 3 Begeleiden cliënt rechtzitting
4 Ook bij de straffen of alternatieve straffen
Norm: is afspraak om de waarde te bereiken
Normaal: collectieve normen codificatie: vastleggen regels, er worden wetten gemaakt
Discrepantie: verschil tussen normen en waarden ( bv euthanasie) Maatschappij veranderd, verkeerde wet. Rechtsregels: regels waardoor overtredingen kunnen worden tegengegaan, gedwongen normen na te leven. 1. Zekerheid: beroepen op wetten
2. Ordenen samenleving: gemeente provincie, rijk, belastingindeling, 3. Onafhankelijke rechtspraak: allen wet zegt wat rechter moet doen
Positieve rechtideale recht §2 Criminaliteit volgens de samenleving: immoreel onzedelijk misdadig en strafwaardig gedrag
Misdaad is subjectief: hier vallen persoonlijke normen niet samen met wettelijke nomen (discrepantie) niet strafbaar maar strafwaardig
criminaliteit: alle strafbaar gestelde gedragingen
legaliteitsbeginsel: over wat criminaliteit is valt niet te twisten, ligt in wet vast persoon mag alleen gestraft worden op grond van strafbepalingen in wet. Wat is crimineel: tijdgebonden, en plaatsgebonden
Wetgevende macht bepaald door Trias politica maar soms wet onduidelijk en moet rechter uitleg hanteren. Arrest: de beslissing van de Hoge raad in een zaak die hem is voor gelegd. Jurisprudentie: uitspraak Hoge raad voegt stukje toe aan wetgeving, ze interpreteren wet anders
Competentiestrijd tussen 2de Kamer+kabinet en rechters: wie beslist? §3 Cijfers van criminaliteit belangrijk voor: maatregelen
Als wordt gedacht dat er een toename is, meer maatregelen. Geregistreerde criminaliteit: politiestatistieken
5 Toename aantal regelsmeer overtredingen
ophelderingspercentage misdrijven
transactie: boete betalen tegen verdere vervolging ( geen strafblad) Seponeren: afzien verdere vervolging ( geen strafblad bij jonge mensen, niet in aanraking met justitie, voorkomt, evenals transactie stigmatisering) Niet geregistreerde criminaliteit: Slachtofferenquêtes: wat voor soort misdrijven meegemaakt, en welke niet aangegeven. Bedrijven ook enquête want meestal geen aangifte. Kanttekeningen: Slachtoffers moord kan niet/ niet vermeld privé/ geen duidelijk slachtoffer ( belasting) Self report-onderzoeken: gevraagd naar misdrijven
Voordeel: misdrijven zonder duidelijk slachtoffer wel naar boven
Kanttekeningen: zwaardere misdaad en beroepscriminelen niet §4 Er is een verband te leggen tussen sociale categorieën en bepaalde vormen van criminaliteit: - Vooral gepleegd door mannen. Vrouwen komen minder voor door: andere leefwijze binnenshuis/ socialisatie ( ander opgevoed) - Jongeren meer factoren stimuleren criminaliteit: werkeloosheid/ individualisme/ meer gelegenheid. - Onderste sociale lagen: selectief optreden politie Verwachtingen manier van optreden ( self fulfilling prophecy) - Witte boordencriminaliteit
Ontstaan van criminaliteit
Interactie tussen mens en omgeving
Oorzaken van criminaliteit: - Buurt ( samenhang) - ‘peergroup’ ( theorie aangeleerd gedrag) - anomietheorie: ( lijkt op bindingstheorie): individualistaie, ontbreken collectieve norm geen sociale controle oplossing: meer mensen op laten letten, techniek moet terug
Aangeleerd gedrag: vanuit omgeving wordt er ‘positief’ gesproken over criminaliteit, men gaat onderlinge trucs uitwisselen ( ook in gevangenissen dus heropvoedingfunctie faalt) Referentiekader van misdadiger wordt gevormd door socialisatie door een criminele groep
Kanttekeningen: 1 alleen traditionele vormen van criminaliteit
2 referentiekader is onduidelijk
3 individu leert niet alleen door socialisatie ( ook uit zichzelf) stigmatiseringstheorie: Door het hebben van een strafblad wordt persoon gedwongen zich weer in het criminele circuit te begeven doordat de omgeving hem afwijst. Oplossingen: gedoogbeleid, HALT, transactie, seponeren ( ervoor zorgen dat mensen geen strafblad krijgen) Kanttekening: niet van toepassing op alle criminaliteit/ verklaart niet hoe men begint met criminaliteit) Bindingstheorie: Waarom mensen het NIET doen
Geen criminaliteit want: zijn bang om banden met mensen te verliezen staat lijnrecht tegenover aangeleerd gedrag: ook in groepen, en ook bang om band te verliezen als ze géén criminaliteit plegen
en sociale controle zorgt voor stigmatisering
kan ook worden omgedraaid: bindingen slechte criminaliteit Bio-sociale criminologie: richt zich op persoon ipv situatie
Veel verzet want leek veel op nazi ( lichaamskenmerken) §5 gevolgen criminaliteit
Immateriële schade
Onveilig gevoel/ morele verontwaardiging
normvervaging: men is bestolen en vind zelf stelen minder erg Eigenrichting: geen vertrouwen in politie. Mag NIET want is wraak, straffen moet voorbehouden worden voor overheid ( is slecht voor rechtsstaat zie functies §6) Massamedia: stereotype opvattingen §6 rechtsstaat functie: - goede wetten zorgen voor eerlijk proces, misdadiger beschermen - overheid ( binnenlandse zaken) moet rechtsorde handhaven §7 uitgangspunt strafrecht: legaliteitsbeginsel: over wat criminaliteit is valt niet te twisten, ligt in wet vast persoon mag alleen gestraft worden op grond van strafbepalingen in wet. Ne bis in idem: maar een keer voor hetzelfde vergrijp( mag niet ineens verhogen) Verjaring
Straffen: Gevangenisstraf/ hechtenis
Geldboetes/ dienstverlening/ voorwaardelijk ( geen strafblad, tegen stigmatisering) Maatregelen: Samenleving behoeden van misdadiger: TBS, mag niet meer in samenleving
Gefrag is strafbaar als Er volgt geen straf als - menselijk gedrag - legaliteitsbeginsel moet zijn uitgevoerd ( een duidelijk proces via wet - wederrechtelijk ( geen goede rede) -dader is schuldig - rechtvaardiging : noodweer, overmacht
Aantekening: gevolg van straffen
Gevangenisstraf: resocialisatie faalt, isolatie samenleving, en aangeleerd gedrag van medecriminelen binnen gevangenis
Straffen erger maken: bekend maken openbaar afschrikken ( executies uitzenden) Pakkans vergroten §8 strafproces: procedures tijdens het proces tegen een verdachte heeft bepaalde gang van zake
Rechtstaats functie: eerlijk proces
Aantekening+boek
Rechter: relatieve competentie: bepaalde streek
1 Kantongerecht: civilrecht, strafrecht mag geen advocaat rechtsongelijkheid, is in strijd met functie rechtsstaat eerlijk proces
2 Arrondissementsgerecht: politierechter, meervoudige kamer ( drie rechters), kinderrechter
3 Gerechtshof Hoger beroep 4 Hoge Raad: cassatie: procedurefout, spreekt geen recht, verwijst naar andere rechtbank, dat het opnieuw moet. Arresten: ( zie §2) Officier van justitie(OM): Opsporingsonderzoek tenlastelegging contact politie ( kan seponeren wegens te weinig bewijsstukken, of opportuniteitsbeginsel: tweede kans tegen stigmatisering)slotpleidooi uitvoeren vonnis
Taken politie: openbaren orde handhaven, hulp verlenen, strafbare feiten oplossen ( bestaat onenigheid overeigenrichting) Bevoegdheden: staande houden en vragen gegevensAanhouden en meenemen naar bureau voor 6 uur Langer vasthouden met toestemming OM Zaken in beslag nemen fouilleren zelf afhandelen zaak of huis van bewaring als er bewijs is komt er een dagvaarding
1 Vroeghulp: alternatieve straffen
2 Omstandigheden verdachte voor oordeel rechter ( eerlijk proces, met theoriëen) 3 Begeleiden cliënt rechtzitting
4 Ook bij de straffen of alternatieve straffen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden