1. criminaliteit:
onmaatschappelijk of afwijkend gedrag: gedrag dat afwijkt van de normale norm. Crimineel gedrag: wanneer iemand de wetregels overtreed.
De regels die we hebben vastgelegd in wetten, noemen we rechtsnormen., ze zijn bedoeld om: - de samenleving te ordenen. – conflicten naar behoren te regelen. – onafhankelijke rechtspraak en daardoor rechtvaardigheid te waarborgen.
Veel rechtsnormen zijn gebonden aan tijd en plaats. Elk land heeft een eigen strafrecht. Misdrijven zijn meer strafbare feiten en overtredingen zijn minder ernstig. Overtredingen komen ook niet op een strafblad te staan maar strafbare feiten wel. De misdaadcijfers van het CBS gaan uit van Misdrijven en niet overtredingen. Zware criminaliteit omvat ernstige vormen, zoals moord, inbraak, overvallen enzo. Veelvoorkomende criminaliteit omvat winkeldiefstal, vernielingen en te snel rijden. Ze hebben het volgende gemeen: veelvoudig voorkomen, het versterkt het gevoel van onveiligheid, ze worden relatief licht gestraft en de media verscherpt het beeld van stijgende criminaliteit.
De CBS statistieken zijn niet altijd betrouwbaar:
· weinig aangiftebereidheid.
· Delicten worden niet ontdekt.
· Weinig controles.
· Registratie fouten
Meer betrouwbaar maken door middel van slachtofferenquêtes. Het meet in eerste plaats de gevoeligheid voor criminaliteit. De derde aanvulling is de daderenquête. Materiele schade: geld bedrag, immateriële schade: gevoelsschade.
2. Oorzaken van criminaliteit.
Karaktereigenschappen zoals een driftige aard kan leiden tot agressief gedrag.
- invloed door sociale omgeving speelt zich af op 2 niveaus:
· primaire socialisatie van het individu (microniveau);
· maatschappelijke omstandigheden en ontwikkeling (macroniveau).
Oorzaken:
· Kinderen verleggen hun grenzen en als hun ouders dat niet corrigeren dan blijven ze daar mee door gaan;
· Jongeren die mislukken op school komen snel in aanmerking met justitie;
· Rollenpatroon. Het groepsgedrag stimuleert stoer doenerij;
· Maatschappelijke achterstanden. Mensen die zich in een uitzichtloze situatie bevinden, kunnen het vertrouwen in de samenleving verliezen;
· Vervaging van maatschappelijke normen en waarden;
· Afnemende sociale controle. Er is meer anonimiteit dan vroeger;
· Afnemende pakkans.
De bindingstheorie van Travis Hirschi: Hij zegt dat ieder mens wel iets crimineels in zich heeft, maar de helft van de mensen hebben bindingen die het criminele gedrag tegen houden, maar niet iedereen heeft die bindingen.
3. Bestrijding van criminaliteit:
1. Bij veelvoorkomende criminaliteit wordt gezocht naar preventieve maatregelen zoals wijkagenten. Ook wordt er naar alternatieven van gevangenisstraffen gezocht.
2. Bij zware criminaliteit wordt er juist gezocht naar hogere gevangenisstraffen.
- drugs leidt tot criminaliteit. rechtsstaat: Iedereen moet zich aan de wetten houden, de burgers maar ook de ambtenaren. geweldsmonopolie: de staat mag enig geweld gebruiken.
· het legaliteitsbeginsel: je kunt alleen gestraft worden als je iets uit de wet overtreedt.
· Wanneer een rechter uitspraak heeft gedaan over een zaak mag je niet voor de tweede keer vervolgd worden -> ne bis in idem-regel.
· Een verdachte is onschuldig totdat de rechter hem schuldig verklaart.
Bescherming burgers onderling:- wetgeving en – rechtshandhaving: het daadwerkelijk optreden van de overheid tegen de mensen die de wet overtreden.
opsporing en aanhouding: politie+officier van justitie à vervolging: officier van justitie à rechtszaak: rechter.
3 taken van de politie:
1. hulpverlening
2. handhaving van de openbare orde
3. opsporing
verdachte: een redelijk vermoeden dat de persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit.
- bevoegdheden die een politie bij een verdachte mag doen:
· staande houden (iemand vasthouden om naar zijn personalia te vragen)
· aanhouden (arresteren)
· fouilleren (aan zijn kleding en zijn lichaam worden onderzocht.
· Vrijheidsbeneming (belang voor onderzoek hem vasthouden op het bureau)
· Huiszoeking (alleen met een machtiging tot binnen treden)
· Inbeslagneming (alleen bewijsmateriaal)
4. officier van justitie:
· leidt het opsporingsonderzoek(onderzoek of de verdachte schuldig is)
· brengt verdachten voor de rechter
· eist een bepaalde straf in een rechtszaak
· is verantwoordelijk voor de uitvoering van de straf
Alle officieren bij elkaar vormen het openbaar ministerie.
- De officier heeft 3 mogelijkheden:
1. seponeren: iemand wordt dan niet vervolgd. Als er onvoldoende bewijs is, kleine overtreding of als de dader al gestraft is.
2. transactie: is meestal een geldboete wordt ook wel schikking genoemd.
3. vervolgen: dan komt er een rechtszaak.
- 2 belangrijke redenen van het moeilijk geworden opsporten van criminaliteit:
1. betere organisatie: criminelen die het vuile werk doen worden dan vaak opgepakt en hun bazen meestal niet.
2. informatietechnologie: gebruik van gsm’s omdat die moeilijk af te luisteren zijn.
- voorbeelden van ontwikkeling bij het bestrijden van misdaad is: richtmicrofoons, infiltranten, gecontroleerde doorvoer, informanten, inkijkoperaties.
5. De rechtszaak.
- de onafhankelijkheid van de rechters is gewaarborgd doordat:
· een rechter voor het leven wordt benoemd (kan niet worden ontslagen)
· het salaris van rechters bij de wet is geregeld
· het aantal rechters in elke rechtszaak van tevoren vaststaat
- proces-verbaal: wat er door de partijen op een terechtzitting is gezegd.
- Er zijn 4 soorten rechters:
1. kantongerechten: is het laagste rechtscollege en is belast met minder ernstige zaken. Hiervan zijn er 62 in ons land.
2. arrondissementsrechtbank: kent verschillende rechters:
- politierechter: houdt zich bezig met misdrijven uit strafrecht.
- Meervoudige kamer: behandelt zware misdrijven uit strafrecht.
- Kinderechter: behandelt misdrijven van kinderen van 12 tot 18 jaar.
In totaal zijn er hier 19 van in ons land.
3. gerechtshof: gaat in hoger beroep van zaken die door het arrondissement zijn behandelt. Er zijn er hier 5 van in Nederland.
4. Hoge Raad: hoogste rechtscollege. Je kan hier naar toe gaan voor hoger beroep als je met het vonnis niet een bent : cassatie : controleert of het recht in de zelfde zaken gelijk worden behandelt.
- Een rechtszaak bestaat uit 8 stappen:
1. opening
2. aanklacht
3. onderzoek (getuigen etc.)
4. verhoor van de verdachte.
5. requisitoir ( officier stelt een bepaalde eis als straf)
6. pleidooi (advocaat verdedigd de verdachte)
7. laatste woord (is van de verdachte)
8. vonnis (uitspraak van de zaak)
- Voor rechtshulp kun je o.a. terecht bij: advocaat, bureau van rechtshulp, rechts of wetwinkel.
6. straffen
- motieven om een dader te straffen:
· vergelding: Een misdaad moet worden vergolden met een straf
· afschrikking van de dader: zodat hij het niet nog eens doet.
· Afschrikking van de samenleving: moet andere burgers ervan houden om ook die misdaad te plegen.
· Handhaving van de rechtsorde: de overheid maakt duidelijk dat het haar taak is om te straffen. Dat weer houdt onderlinge ruzies.
· Resocialisatie: de overheid probeert de dader te verbeteren.
· Beveiliging van de samenleving: sommige zijn een gevaar of een last voor de maatschappij.
- in het Wetboek van Strafrecht staat in wat de maximale straffen van misdaden zijn. De rechter beslist hierop de strafmaat. Hij kijkt hierbij naar omstandigheden.
- 3 hoofdstraffen:
1. geldboete: als iemand zijn geldboete niet betaald moet diegene de gevangenis in.
2. vrijheidsstraf: de vrijheidsstraf (hechtenis en de maximale straf is de (doodstraf)
3. alternatieve straffen
Soms wordt er ook voorwaardelijk opgelegd, de dader krijgt zijn straf niet onder de voorwaarde dat hij in een bepaalde proeftijd niet nog eens zo’n misdaad pleegt.
7. Burgerlijk recht
- eiser: degene die de zaak aan de rechter voorlegt.
- gedaagde: de persoon van wie iets wordt gevraagd en daarom voor de rechter wordt gedaagd.
- dagvaarding: een mededeling aan een persoon dat hij voor de rechter moet verschijnen.
- Een dagvaarding bevat daarom altijd:
· de naam van de eiser
· de eis (afkoopsom, betaling van iets)
· de motivatie van de eis (waarom hij nog niets heeft betaald)
· het tijdstip en de plaats van de rechtszaak
- Als een partij het vonnis niet nakomt, kan de andere partij hem dwingen tot tenuitvoerlegging of executie van de uitspraak. Verschillende manieren zijn:
· dwangsom: Voor elke dag van zijn verplichtingen die hij niet nakomt moet hij een bedrag betalen.
· Loonbeslag: de deurwaarder legt dan beslag op het loon of de uitkering van de verliezer.
-kort geding: alléén een uitspraak over een zaak, omdat die met spoed behandelt moet worden.
REACTIES
1 seconde geleden