Burger en Recht
Recht: een geheel van gedragsregels, vastgesteld door de overheid, waarbij meestal een sanctie is gesteld op overtreding daarvan.
Sanctie: een reactie als gevolg van een overtreding van een regel.
voorbeelden: - de rechter die iemand straft bij mishandeling.
- een burger die een proces begint tegen een andere burger vanwege schuld.
Publiekrecht: het deel van het recht dat de verhouding regelt tussen het overheidsgezag en de burger en tussen overheidsorganen onderling.
3 belangrijke onderdelen van het publiekrecht:
1. staatsrecht: Deze regelt de verhoudingen tussen de overheidsorganen onderling
voorbeelden: inrichting van de overheid, kiesrecht en bevoegdheden van een minister
2. bestuursrecht: Deze regelt de verhouding tussen de burger en de overheid
voorbeeld: Voor het bouwen van een café heb je een vergunning nodig die je bij de gemeente kunt aanvragen.
3. strafrecht: Een middel waarmee de overheid invloed probeert uit te oefenen op het gedrag van de burgers door bepaalde handelingen strafbaar te stellen
voorbeeld: Als je een strafbaar feit heeft gepleegd kan een straf opgelegd krijgen door de strafrechter. bijv.geldboete of gevangenisstraf
Publiekrecht: (= burgerlijk recht) regelt de verhouding tussen de burgers onderling
3 takken van het privaatrecht zijn:
1. personenrecht: zoals het sluiten van een huwelijk, adopteren van een kind
2. rechtspersonenrecht: hiertoe behoren het oprichten van een stichting, BV of NV
3. vermogensrecht: hiertoe valt een koop- , huur- of arbeidsovereenkomst
Familierecht: het deel van het privaatrecht, dat de rechtsverhouding regelt, welke uit
familiebetrekkingen voortvloeit.
Voorbeeld: een huwelijk en echtscheiding en ook aan ouderlijk gezag en voogdij
Burgerlijk Wetboek: De eisen waaraan een huwelijk moet voldoen, en hoe trouwen in zijn werk gaat en wat de gevolgen van een huwelijk zijn.
Huwelijksvereisten: de eisen waaraan de partners moeten voldoen voordat een huwelijk gesloten kan worden.
de huwelijksvereisten zijn: - de partners moeten ongehuwd zijn
- de partners moeten meerderjarig zijn
- de partners moeten de vrije wil hebben om te trouwen
- sommige personen hebben toestemming nodig
- men mag niet met bloedverwanten trouwen
Soms kan niet aan de wettelijke eisen worden voldoen bijv. als het huwelijk word tegengehouden:
Huwelijksbeletsel: Een omstandigheid waardoor niet is voldaan aan een of meer huwelijksvereisten.
Huwelijksformaliteiten: De vereisten aan de vorm waarin het huwelijk gesloten moet worden.
de belangrijkste zijn: - ondertrouw, de aangifte van de wens om te gaan trouwen
- overhandiging van de stukken
- de geboorteaktes
- de akte van huwelijksaangifte
- de eventuele akte van huwelijkstoestemming
- huwelijksvoltrekking, de partners moeten elkaar trouw beloven
- huwelijksakte, deze word ingeschreven in het huwelijksregister van de Burgerlijke Stand
- getuigen, er moeten 2-4 getuigen zijn tijdens het tekenen
van de huwelijksakte
Het huwelijk eindigt door echtscheiding of het overlijden van een van de partners.
Duurzame ontwrichting: Het is ondraaglijk voor een van de partners om nog samen te zijn
Alimentatie: Een bijdrage in de kosten van het levensonderhoud van de ex-partner en de eventuele kinderen.
Als de partners het samen niet eens worden hierover, beslist de rechter over het te betalen bedrag.
Naast het huwelijk heb je ook een mogelijkheid van geregistreerd partnerschap
Het grote verschil met het huwelijk is: Dat geregistreerde partners een testament moeten opmaken als zij willen dat hun partner bij overlijden de nalatenschap erft.
Een geregistreerd partnerschap eindigt door het overlijden van een van de partners of door rechterlijke uitspraak.
Vermogen: De optelsom van alle schulden en bezittingen
Je kunt trouwen: > in algehele gemeenschap van goederen
> op huwelijkse voorwaarden
Algehele gemeenschap van goederen: alle bezittingen en schulden die voor het huwelijk aan de echtgenoten afzonderlijk toebehoorden, zijn na de huwelijksvoltrekking gemeenschappelijk.
Bestuur: Het verrichten van rechtshandelingen met betrekking tot de gemeenschappelijke goederen.
Dit betekent die het bestuur heeft, deze goederen: beheert (bijv. zorgen voor een goede reputatie)
erover beschikt (bijv. verkoopt of verhuurt)
Algemene gemeenschap van goederen eindigt als:
• het huwelijk eindigt
• de rechter ertoe besluit
• de partners alsnog besluiten huwelijkse voorwaarden op te maken tijdens hun huwelijk
Huwelijkse voorwaarden: Een overeenkomst tussen partners dat de vermogens in het huwelijk geheel of gedeeltelijk gescheiden zijn.
Huwelijkse voorwaarden zijn alleen rechtsgeldig als ze voldoen aan de volgende eisen:
1. Er moet een overeenkomst zijn tussen de partners.
2. Er moet een akte zijn opgemaakt door de notaris.
3. De notariële akte word vervolgens ingeschreven in het huwelijksgoederenregister bij de griffie van de rechtbank.
Drie soorten huwelijkse voorwaarden:
1. Uitsluiting van iedere gemeenschap. (= tijdens het huwelijk blijven er twee privé-vermogens en is er geen gemeenschappelijk vermogen)
2. Beperkte gemeenschap. (hierbij bestaat er naast het privé-vermogen nog een andere huwelijksgemeenschap, bijv. de inboedel van de woning)
3. Uitsluiting in combinatie. (hierbij blijven de vermogen tijdens het huwelijk gescheiden, maar de echtgenoten verrekenen wel hetgene wat zij aan inkomsten overhouden)
Partnerschapsvoorwaarden zijn precies hetzelfde als huwelijkse voorwaarden
Aansprakelijkheid: De schuldeiser kan iemand voor de nakoming van een verplichting aanspreken
Aansprakelijkheid is gericht op een persoon
Verhaal: De bezittingen van de schuldenaar worden openbaar verkocht en uit de opbrengst
wordt de schuld betaald.
Verhaal is gericht op een vermogen
Hoofdelijke aansprakelijkheid: Aansprakelijkheid van meerdere schuldenaren, ieder voor de gehele schuld.
Echtgenoten hebben elkaars toestemming nodig voor:
o de verkoop of verhuur van de echtelijke woning en inboedel
o het sluiten van een hypothecaire lening op de echtelijke woning
o grote giften.
o het op afbetaling kopen van goederen voor de gemeenschappelijke huishouding
o het zich borg stellen, verklaren dat je de schuld van iemand anders betalen als hij het niet kan
Ouderlijk gezag: de wettelijke plicht om te zorgen voor de verzorging en opvoeding van de kinderen en het recht tot beslissen in zaken met betrekking tot het kind.
Dit heeft betrekking op: - De persoon van het kind
- Het vermogen van het kind
- De vertegenwoordiging van het kind.
Handelingsonbekwaam: Je mag geen rechtshandelingen verrichten zonder toestemming van de wettelijke vertegenwoordigers.
Het erkennen van een kind doe je:
- door het kind bij de geboorte aangeven bij de ambtenaar van de Burgerlijke Stand
- hierna moeten beide ouders gezamenlijk de griffier verzoeken om het voogdijregister aan te tekenen dat zij voortaan samen het ouderlijk gezag hebben over hun kinderen
Ontheffing: Als de ouder niet in staat is voor het kind te zorgen en het op te voeden.
Ontzetting: Een zwaardere maatregel waarbij de rechter het ouderlijk gezag ontneemt.
Voogdij kan op 2 manieren ontstaan:
1. Testamentaire voogbij, waarbij ouders een persoon aanwijzen die na hun dood de voogdij over de kinderen zal uitoefenen.
2. Voogdij door een rechterlijke uitspraak, hierbij wijst de kantonrechter een voogd aan als er geen sprake is van ouderlijk gezag of testamentaire voogdij.
Erfrecht: Het deel van het privaatrecht dat de verdeling regelt van het vermogen van een overledene
De overleden persoon heet een erflater
Vermogen is de nalatenschap
Wettelijk erfrecht: Het recht met betrekking tot de verdeling van een nalatenschap als er geen geldig testament is gemaakt. (een andere term hiervoor is erfrecht bij versterf)
De vier groepen van de bloedverwanten die erven van een nalatenschap zijn:
1. echtgenoot en kinderen (met plaatsvervulling)
2. ouders, broers en zussen (met plaatsvervulling)
3. grootouders (met plaatsvervulling)
4. overgrootouders (met plaatsvervulling)
Plaatsvervulling is als een erfgenaam is overleden voor de erflater
Erfdeel bij versterf: Het deel wat men volgens de wet erft als er geen geldig testament is opgesteld
Testament: Een schriftelijk stuk waarin iemand bepaalt wat er na zijn overlijden met zijn vermogen moet gebeuren.
De nalatenschap kan worden geërfd door een legetaris of een erfgenaam
Een openbaar testament word gemaakt door een notaris in aanwezigheid van twee getuigen. Degene die dit testament maakt moet het zelf ondertekenen en moet minimaal 16 jaar oud zijn.
Codicil: een handgeschreven en gedateerde verklaring waarin iemand kan aangeven:
- het legateren van lijfsieraden, kleding en meubels
- hoe de zaken rond de begrafenis of crematie en donorschap geregeld worden
Legitieme portie: het deel van de nalatenschap waar de kinderen altijd recht op hebben
Rechtspersoon: Een organisatie die net zoals een natuurlijk persoon zelfstandig rechtshandelingen kan verrichten. Voorbeeld: woningbouwvereniging, gemeente, een BV of NV
De 2 soorten rechtspersonen zijn:
Privaatrechtelijke rechtspersonen: rechtspersonen die door een rechtshandeling van een burger zijn ingesteld. Voorbeelden: stichting of vereniging
Publiekrechtelijke rechtspersonen: rechtspersonen die bij de wet zijn ingesteld.
Voorbeelden: gemeenten, provincies, de Staat der Nederlanden en waterschappen
Goederen: De begrippen uit iemands vermogen.
Goederen worden verdeeld in:
Zaken: stoffelijke voorwerpen waar je macht over kunt uitoefenen. (dingen die je vast kunt pakken)
Vermogensrechten: een aanspraak op vermogen en is niet stoffelijk. (bijv. een betaling)
Roerende en onroerende zaken:
Onroerende zaken zijn de grond, alles wat erop gebouwd is en alles wat daarmee een duurzame verbinding heeft.
Roerende zaken zijn alle zaken die niet onroerend zijn, zoals een auto.
Registergoederen:
Goederen die alleen kunnen worden verkocht of gegeven als dat wordt bijgehouden in een openbaar register.
Alle onroerende zaken zijn registergoederen, sommige roerende zaken zijn registergoederen.
Eigendom is: het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben.
Als eigenaar moet je je wel aan wettelijke voorschriften houden.
Bezit is: iemand heeft de macht over een zaak én gedraagt zich alsof hij eigenaar is.
Meestal is de bezitter ook eigenaar.
In de volgende gevallen is de bezitter geen eigenaar:
- Een dief
- Een heler
- Iemand die onwetend een gestolen zaak verkoopt.
Bezit te goeder trouw: Een bezitter denkt dat hij eigenaar is van de zaak.
Bezit te kwader trouw: Een bezitter weet dat hij geen eigenaar is van de zaak.
Houderschap: Iemand heeft de macht over een zaak van een ander, maar gedraagt zich niet als eigenaar.
Bijv. Als je een woning huurt, of je leent een boek.
Derdenbescherming:
Als je te goeder trouw handelt, word je beschermd door de derdenbescherming.
Bijvoorbeeld iemand steelt een fiets, verkoopt hem aan een winkelier en jij koop diezelfde fiets van de winkelier. Normaal zou je geen eigenaar worden, maar bezitter. Door derdenbescherming wordt je meteen eigenaar en hoef je de fiets niet terug te geven aan de oorspronkelijke eigenaar.
Verbintenissenrecht.
Iedereen heeft met verbintenissen te maken in het leven. Een verbintenis is een rechtsbetrekking tussen 2 of meer personen, waarbij de één een plicht heeft tot een prestatie een de ander het recht heeft op die prestatie.
Bij een verbintenis is de schuldeiser de persoon die recht heeft op een prestatie, de schuldenaar is degene die de prestatie moet leveren.
Een verbintenis is een rechtsbetrekking, dus een schuldeiser kan naar de rechter stappen als de schuldenaar zijn verplichting niet nakomt.
Een verbintenis kan ontstaan uit de volgende bronnen:
- Een overeenkomst
- de wet
- een rechterlijke uitspraak
De meeste verbintenissen ontstaan uit een overeenkomst.
Verbintenis uit overeenkomst: een rechtshandeling tussen twee partijen, met de bedoeling dat er verbintenissen uit ontstaan.
Verschillende verbintenissen uit de wet:
- Zaakwaarneming
- Onverschuldigde betaling
- Onrechtmatige daad
Verbintenissen uit een rechterlijke uitspraak:
Een verbintenis bepaald door een rechter.
Tekortkoming: de schuldenaar komt zijn verplichting aan de schuldeiser niet na.
Overmacht: Een tekortkoming waar de schuldenaar niets aan kan doen.
Wanprestatie: een tekortkoming die de schuldenaar wel is aan te rekenen.
Een verbintenis kan op de volgende manieren tenietgaan:
- Nakoming
- Verbod of vernietiging
- Opzegging of ontbinding van de overeenkomst
- Verrekening
- Afstand doen
- Vermenging
Onrechtmatige daad is:
- Als de dader handelt in strijd met een wettelijke plicht
- Als de dader inbreuk maakt op het recht van een ander
- Als de dader handelt in strijd met de regels van het maatschappelijk verkeer
Enkele eisen waaraan voldaan moet zijn om schadevergoeding te eisen bij een onrechtmatige daad:
- de daad moet onrechtmatig zijn
- de daad moet aan de dader toe te rekenen zijn
- er moet sprake van schade bij het slachtoffer zijn
- Er moet een causaal verband* bestaan tussen de onrechtmatige daad en de schade.
*Causaal verband: de schade is rechtstreeks veroorzaakt door de onrechtmatige daad.
De wet kent 2 soorten schade:
Materiële schade. (Vermogenschade)
Immateriële schade. (een vergoeding voor pijn)
Een schadevergoeding heeft verschillende vormen:
- Geld als vergoeding
- Rectificatie (=verbeteren of rechtzetten)
- Herstellen
- Verbod
Bij een onrechtmatige daad is de dader persoonlijk aansprakelijk.
Persoonlijk aansprakelijk: Aansprakelijk voor de schade van zijn eigen handelen.
Bij aansprakelijkheid voor anderen maken we onderscheid tussen:
- Schuldaansprakelijkheid: de aansprakelijkheid die men heeft omdat de wet een bepaalde schuld veronderstelt.
- Risicoaansprakelijkheid: de aansprakelijkheid die men heeft, ongeacht de vraag of er sprake is van schuld; men draagt het risico op grond van de relatie tot die ander.
Voorbeelden van aansprakelijkheid:
- Ouders
- Werkgevers
Mensen zijn aansprakelijk voor de volgende zaken:
- Dieren
- Gebrekkige roerende zaken en gebouwen
- Producten
- Motorrijtuigen
De rechtspraak is in ons land opgedragen aan onafhankelijke rechters.
De onafhankelijkheid van rechters is gewaarborgd door 3 regelingen:
- De benoeming tot rechter is voor het leven
- Het salaris van de rechter is bij wet geregeld
- Het aantal rechters in een rechtszaak staat van tevoren vast.
Rechters worden bij hun werkzaamheden bijgestaan door griffiers, ook wel staatssecretarissen genoemd. De griffiers maken het proces-verbaal en de vonnissen.
In Nederland zijn 3 soorten rechtsinstanties:
- Arrondissementsrechtbanken, de procedure wordt meestal bij 1 rechter gedaan.
- Gerechtshoven, één rechter behandelt een rechtszaak. In zware gevallen wordt rechtgesproken door een meervoudige kamer van drie rechters.
- Hoge Raad, het hoogste rechtscollege van Nederland. Hier wordt gewerkt met kamers van 3 of 5 raadsheren.
Competentie: de vraag welke rechter bevoegd is voor een bepaalde procedure.
Competentie wordt gesplitst in:
Absolute competentie: is de vraag welke soort of niveau rechter bevoegd is.
Relatieve competentie: is de vraag van welke plaats de rechter bevoegd is.
Een proces bestaat uit de volgende delen:
- vaststellen van de feiten
- het toepassen van het recht
- de uitspraak
Rechtsmiddel: Een middel om op te komen tegen een gerechtelijke uitspraak.
Drie rechtsmiddelen:
- Verzet, een rechtsmiddel waardoor men bij dezelfde rechter opkomt tegen een verstekvonnis. (verstek = vonnis)
- Hoger Beroep, een rechtsmiddel waardoor men opkomt tegen een vonnis bij de eerstvolgende hogere rechter, die de gehele zaak opnieuw behandelt.
- Cassatie, een rechtsmiddel waardoor men bij de hoge raad opkomt tegen het vonnis van een lagere rechter, op grond van een verkeerde toepassing van het recht.
Eiser: degene die de zaak aan de rechter voorlegt.
Gedaagde: Iemand die in een burgerlijk proces door een ander voor de rechter wordt geroepen.
Dagvaarding is een oproep om op een terechtzitting te verschijnen, gericht aan de gedaagde in een civiele zaak.
Een dagvaarding bevat altijd:
- de naam van de eiser
- de eis
- de motivatie van de eis
- het tijdstip en de plaats van de rechtszaak
De eiser kan iemand dagvaarden via:
- een deurwaarder
- een dagvaardingsformulier
De gedaagde en de eiser mogen hun zaak niet zelf regelen, dit wordt gedaan door een procureur of een advocaat.
Procureur is de vertegenwoordiger van een partij in een burgerlijk proces.
Advocaat is de juridische raadsman van een partij die adviezen geeft, contracten opstelt, rechtszaken voert en daarin pleidooien houdt.
REACTIES
1 seconde geleden