Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

module 3 criminaliteit

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vmbo | 1955 woorden
  • 6 april 2016
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Module 3 Criminaliteit

Hoofdstuk 1 opsporing gezocht

 

§1.1.3 Crimineel gedrag: wat is dat?

  1. Criminaliteit à wat strafbaar is voor de wet.
  2. Waarden à wat mensen belangrijk vinden.
    • eerlijkheid
    • vrijheid    
  3. Normen à regels die uit waarden voortkomen.
    • niet liegen
  4. geschreven regels à wetten
  5. ongeschreven regels à fatsoenregels en groepsregels

 

Criminaliteit = plaats en tijdgebonden

  • incest en huiselijk geweld.

 

 

§ 2.1.3 hoe erg is het?

Regels in de rechtbank:

 

  • je kunt alleen gestraft worden voor iets wat strafbaar is voor de wet.
  • Je hebt recht op een eerlijk proces
  • Bij het proces word rekening gehouden met achtergronden en persoonlijke eigenschappen.
  • Je bent onschuldig tot het tegendeel bewezen is.
  • Wanneer schuld niet bewezen is volgt vrijspraak.

 

  •  Procesverbaal +boete
  • Joyriding
  • Wildplassen
  • Openbare dronkenschap
  • Door rood licht rijden

 

 

Criminaliteit

  • Veelvoorkomende criminaliteit
    • Vandalisme
    • Winkeldiefstal
  • Zware criminaliteit
    •  Geweldpoging
    • Moord
    • Doodslag
    • Zedenmisdrijf (incest)
    • Oplichting
    • Milieu criminaliteit
  • Internationale criminaliteit
    • Drugshandel
    • Mensen smokkel

 

 

§ 3.1.3 wat zeggen cijfers?

  • Gevolgen van Criminaliteit (materieel):
    • Schade
    • Duurdere overheid
    • Duurdere producten
    • Duurdere verzekering
    • Meer beveiligingsapparatuur

          en bewakingsdiensten

  • Gevoelens van angst en onveiligheid
  • Aantasting van het rechts gevoel
  • Normvervaging
  • Verlies aan vertrouwen in de politiek
  • Burgens gaan zelf hun gelijk halen
    1. Door criminaliteit komt veel beeldvorming
      •  Bv: Alle Marokkanen stelen.
      • Beeld over bepaalde groepen.
      • Massa media doet hier aan mee.
  • Voor een juist oordeel in Nederland zijn cijfers nodig.
    • Politie registreert alle zaken voor onderzoek.
    • Goed beleid maken.

 

  1. Wat voor cijfers?
    • Aantal slachtoffers huishoudelijk geweld
    • Leeftijd, geslacht, afkomst van verdachten
    • Aantal misdrijven naar soort
    • Aantal opgepakte verdachte per jaar

 

  1. Zo kun je zien: 
    • waar
    • welke vormen toenemen en afnemen
    • leeftijd begin criminaliteit

 

  1. Ook cijfers over:
    • Hoe veilig burgers zich voelen
    • Dader onderzoek
    • Slachtoffer onderzoek

 

§ 4.1.3  wie en waarom?

 

  1. Sociale controle à mensen letten op elkaar
    • Positief: mensen helpen elkaar en wijzen op regels
    • Negatief: mensen voelen zich onvrij

 

  1. Oorzaken criminaliteit
    • Geen consequente opvoeding
    • Mensen denken dat criminaliteit leidt tot statusverhoging
    • Psychische problemen
    • Veel met groepen omgaan
    • Weinig zelfdisciplines
    • Problematisch alcohol of drugsgebruiker

 

  1. Groepsgedrag komt het meest voor op de leeftijd van 16-23 jaar. Dit is voornamelijk kleine criminaliteit.

 

  1. Allochtone jongens veel betrokken bij drugsgebruik. Dit valt onder kleine criminaliteit.

 

  1. Beide groepen valt onder sociale ongelijkheid.
    • Verschil in inkomen
    • Verschil in wonen
    • Verschil in opleiding

 

  1. Witteboorden criminaliteit à het stelen vanachter het bureau. Vaak mensen met hogere klasse. Bijvoorbeeld: belasting ontduiken en zich laten omkopen

 

 

 

Hoofdstuk 2: wordt vervolgd

 

§ 1.2.3 van vergelding tot preventie

Geschiedenis van aanpak criminaliteit

  1. Voor de middeleeuwen à Vergelding = oog om oog, tand om tand = wraak
  2. Na de middeleeuwen à martelen (=algemene preventie)
    • Algemene preventie = het voorkomen van criminaliteit. Lijfstraffen werden in het openbaar gedaan. Het doel hiervan was mensen laten afschrikken tot het doen van criminaliteit.

 

  1. Voorbeelden lijfstraffen:

 

 

  • Pijnbank
  • Onthoofding
  • Galg
  • Brandstapel
  • Tong afgesneden
  • Rat
  • Ton met kokende olie
    • Uitsteken van een oog
    • martelen

 

  1. vanaf 18e eeuw (komst napoleon)
    • rechters onafhankelijk
    • lijfstraffen veranderden in celstraf en boetes
    • speciale preventie = alternatieve straffen. Het doel hiervan is dat een gestrafte tot inkeer moet komen.
    • Beveiliging TBS (ter beschikking stellen van de staat)

 

  1. Tegenwoordig
    • Zie vanaf 18e eeuw
    • Bij veelvoorkomende criminaliteit à preventie (het voorkomen van criminaliteit) à fouilleren en identificatie verplicht.
    • Bij zware criminaliteit word repressie (= is hard aanpakken) gebruikt.

 

  1. Ideeën over aanpak criminaliteit

Rechtse partijen (VVD, PVV, SGP enz.)

Linkse partijen (PVDA, GL, SP enz.)

Meer aandacht aan handhaving wet.

Preventieve maatregelen.

Meer politie op straat.

Uitbreiding taakstraffen.

Strengere straffen.

Legaliseren softdrugs

Meer bevoegdheden politie en justitie

 

 

 

 

§ 2.4.3 De politie: de sterke arm?

  1. Nederland is een rechtstaat
    • Een land waarin iedereen rechten en plichten heeft, die vastgelegd zijn in de grondwet en andere wetten.

De overheid moet de orde handhaven, en daarbij de rechten van de burgers respecteren.

 

Burgers worden beschermd tegen de overheid.                           

 

  • Er is een grondwet waar de overheid zich aan moet houden.
  • Burgers hebben grondrechten: daarbij is sprake van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

 

 

Hoe?

 

  1. Rechtszekerheid = iedereen heeft

                                            Recht op een

                                            eerlijk proces.

  1. Rechtsgelijkheid = iedereen is gelijk voor de wet.

 

 

  1. Taken van de politie
    • Opsporing à inval in huis, arrestatie
    • Hulpverlening à weg afzetten, waarschuwen, eerste hulp
    • Orde handhaving en preventie à voetbalwedstrijd, camerabewaking,

 

 

§ 3.2.3 justitie: de wrekende arm?

 

Soorten rechtbanken in Nederland.

  • Civielrecht à burgers onderling. (echtscheiding)
  • Bestuursrecht à burger<>overheid (uitkering, vergunning)
  • Kantonrecht à overtreding behandelen door                kantonrechter.
  • Strafrecht à lichte en zware misdrijven behandeld door strafrechter.
  • Als je het niet eens bent met de

 

  1. Als je het niet eens bent met de uitspraak van de rechter kun je in hoger beroep gaan. (gerechtshof, hogere raad)

 

  1. Wie kan er in hoger beroep gaan?
    • Burger
    • Verdachte
    • Politie/officier van justitie
  2. Wie is de officier van justitie?
    • Man/vrouw die in de rechtbank samenwerkt met de politie.
    • Hoort bij het OM (=openbaar ministerie) dat is een onderdeel van de rechtbank, dat leiding geeft aan opsporing en vervolging van strafbare feiten.

 

  1. Wat  doet hij?
    • Hij geeft opdrachten voor opsporingsonderzoek van de politie.
    • Geeft leiding aan politie onderzoek.
    • Brengt als aanklager de zaak van de verdachten voor de rechter à de officier van justitie bepaalt waar de verdachte van beschuldigd wordt en welke straf er geëist word.
    • Zorgt ervoor dat de straf word uitgevoerd.

 

  1. Wat gaat er vooraf in de rechtzaak?
    • Proces verbaal opgemaakt door politie
    • Bij een ernstige zaak: officier van justitie geeft een opdracht voor een extra onderzoek.
    • Onvoldoende bewijs: seponeren (zonder straf afsluiten)
    • Voldoende bewijs: vervolgen  (voor de rechter brengen)
    • Voldoende bewijs: schikking (boete)

 

  1. Volgorde van de rechtzitting:
    1. Opening (gegevens verdachte controleren)
    2. Aanklacht word voor gelezen door officier van justitie.
    3. De officier van justitie presenteert alle informatie en de getuigen worden verhoord.
    4. Verdachte word ondervraagd door de rechter.
    5. De officier van justitie houd zijn requisitoir (= verhaal waarin  hij probeert aan te tonen waarom de verdachte schuldig is en wat de straf moet zijn.
    6. Advocaat van de gedachte houd zijn pleidooi
    7. Verdachte krijgt laatste woord.
    8. Rechter spreekt zijn vonnis uit.

 

 

§ 4.2.3 zijn straffen altijd eerlijk?

  1.  De rechter houdt rekening met:
    • De achtergronden en persoonlijke eigenschappen van de dader.
    • Ontoerekeningsvatbaar
    • Jeugdstrafrecht
    • Noodweer en overmacht

 

  1. Uitganspunten voor strafrecht
    • Je kunt alleen worden veroordeeld voor zaken die in de wet strafbaar zijn.
    • Iedereen onschuldig, totdat zijn schuld door de rechter in bewezen.
    • Bij gebrek aan bewijs volgt rechtspraak.
    • Iedereen heeft recht op een eerlijk proces voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter.

 

  1.  Vroeger bestond klassenjustitie.
    •  Arme en dommere mensen werden zwaarder gestraft dan iemand met geld en macht.
    • Bestaat nu niet meer maar hoe meer geld je hebt, hoe betere advocaat je kan inschakelen.

 

Hoofdstuk 3 voorkomen of genezen

§ 1.3.3 de hogeschool van de misdaad.

 

Hoofdstraffen

Bijkomende straffen

maatregelen

Gevangenisstraf

Ontzetting van rechten

TBS

Hechtenis

Verbeurdverklaring

ISD

Taakstraf

Openbaarmaking uitspraak

Onttrekking van verkeer

Geldboete

 

+ nog veel meer

  1.  

 

  • Penitentiaire inrichting  à gevangenis

                                                     à voorarrest

  • Jeugdinrichting                à half open

                                                     àgesloten

  • Tbs kliniek

 

 

ISD = instelling stelselmatige daders

  1. Onvoorwaardelijke straffen = straf word daadwerkelijk uitgevoerd.
  2. Voorwaardelijke straffen = binnen de proeftijd mag de schuldige zich niet opnieuw schuldig maken aan een strafbaar feit, anders kan hij de voorwaardelijke straf als nog opgelegd krijgen.

 

  1. Na een gevangenisstraf is er kans op recidive.
    • Recidive = terugval in crimineel gedrag/herhaling misdaad.

 

Jeugdcriminaliteit

Na taakstraf

80 % recidive

 

Na gevangenisstraf

85-90% recidive

volwassencriminaliteit

Na taakstraf

50 % kans op recidive

 

Na gevangenisstraf

70 % recidive

§ 2.3.3 nuttiger, sneller en goedkoper?

  1. Soorten taakstraffen:
    • Leerstraf à verplicht een cursus volgen. (Bv: agressiebeheersing)
    • Werkstraf à verplicht aantal uren onbetaald werken. (Bv: schoonmaken, graffiti verwijderen)

 

 

  1. De voor en nadelen
  2.  

Gevangenisstraf

Taakstraf/werkstraf

  • Afschrikmiddel in de samenleving
  • Gestrafte blijft in contact met de samenleving
  • Criminelen uit de samenleving
  • Gestrafte doet iets nuttigs
  • Hele hoge kosten
  • Goedkoper dan gevangenisstraf
  • Meer kans op criminele besmetting
  • Minder kans op criminele besmetting van jeugdigen in de jeugdgevangenis

 

  • Er moeten plaatsen voor gezocht worden

 

  • Onrust samenleving (straf te licht)

 

Kosten: gevangenisstraf                      taakstraf/werkstraf

 

Iemand die 0,5 jaar opgesloten moet zitten kost ongeveer €34200,-

Iemand die 0,5 jaar een taak of werk straf moet doen kost ongeveer €4200,-

 

 

 

 

§ 3.3.3 HALT tegen criminaliteit?

  1. Lik-op-stukbeleid à Een manier om bepaalde vormen van criminaliteit, zoals vandalisme, aan te pakken. Het uitgangspunt is: snel ingrijpen om erger te voorkomen

§ 3.3.3 HALT tegen criminaliteit?

  1. Lik-op-stukbeleid à Een manier om bepaalde vormen van criminaliteit, zoals vandalisme, aan te pakken. Het uitgangspunt is: snel ingrijpen om erger te voorkomen

 

  1. Halt à (Het ALTernatief) Een bureau dat jongeren tussen de twaalf en achttien jaar die een licht misdrijf hebben gepleegd, de mogelijkheid geeft tot een HALT-afdoening. De jongeren moeten wel voor de eerste keer met de politie in aanraking zijn gekomen. Ze houden er geen strafblad aan over.

 

  1. Strafblad à ieder misdrijf word vastgelegd in een strafblad. Dat kan eventueel tegen je gebruikt worden. Het is bijvoorbeeld een stuk moeilijker om een verklaring van goed gedrag te krijgen, die je soms nodig hebt bij sollicitaties, als je een strafblad hebt.

 

  1. Snelrecht à vorm van lik-op-stukbeleid. Kort na de overtreding vindt rechtspraak plaats. De officier van justitie bepaalt de strafmaat

 

§ 4.3.3 softe of harde aanpak?

Soorten drugs:

Harddrugs

softdrugs

Cocaïne, heroïne, speed en xtc (= illegale harddrugs)

Hasj, marihuana en nederwiet

In Nederland is productie, gebruik en verkoop verboden en word gevolgd

 

In Nederland is productie verboden. Verkoop en verbruik zijn in kleine hoeveelheden toegestaan

Brengen onaanvaardbaar risico met zich mee.

       Gedoogbeleid

 

  1. Gedoogbeleid = door de vingers zien.

 

  1. Waarom gedoogbeleid softdrugs?
    • Softdrugs wordt minder schadelijk en minder verslavend geacht.
    • Gebruikers zijn niet afhankelijk van criminele dealers, want men stelt voorwaarden aan de coffeeshop

 

  1. Hoe denken politieke partijen erover?
    • SP + GL (links) à legaliseren van softdrugs (niet meer verbieden)
    • PVDA + D’66 à reguleren = controleren (zelf telen)
    • VVD, CU, SGP, CDA, PVV = verbieden softdrugs.

 

 

§ 5.3.3 hoe erg is het?

  1.  Materiële schade = schade die iemand lijdt als iets wordt  beschadigd, maar ook als iemand financieel benadeeld word.
  2. Immateriële schade = schade als angst en depressie die iemand ondervindt na bijvoorbeeld een beroving of verkrachting

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.