Lezersverwachtingen: De verwachtingen die lezers heeft voordat hij/zij een boek gaat lezen.
Dat baseer je op: - Tekstsoort
- Titel/schrijver/achterkant v/h boek/omslag
Open plek: : Een vraag die bij je op komt als je een klein stukje gelezen hebt. Hoe worden ze verwerkt? - Ze worden snel ingevuld - Ze worden na lange tijd ingevuld - Ze worden niet ingevuld Welke soorten open plekken zijn er? - Belangrijke: over een probleem dat in het hele verhaal speelt. - Minder belangrijke: Gaan over details
Spanning: De techniek die de schrijver gebruikt om de lezer het verhaal uit te laten lezen. Manipulatietechnieken: Om de tijd tussen open vragen en antwoord zo groot mogelijk te houden, gebruikt de schrijver trucs. Soorten trucs: - Vooruitwijzing inlassen - Vertraging (als je antwoord op een open vraag - Uitstel verwacht, wordt er eerst iets anders verteld, of de schrijver komt met een beschrijving) - Op een ander verhaallijn overschakelen - Tijdsprong
Spanningsboog: De tijd (blz) tussen de open vraag en het antwoord.
Gesloten einde: Op alle belangrijke vragen krijg je een antwoord.
Open einde: Op een of meer vragen, moet je het antwoord zelf bedenken.
Non-Fictie: Teksten die verwijzen naar de werkelijkheid. (nieuwsberichten, krantartikel)
Fictie: Teksten die verzonnen zijn
- Realistische verhalen/romans lijken heel sterk op de werkelijkheid.
- Genres die realistisch zijn.
- Boeken over het verleden = historische romans
- Boeken over andere culturen
- Genres die niet realistisch zijn (Sprookjes, SF, Fantasy)
Autobiografisch: Een schrijver die gegevens uit zijn eigen leven gebruikt
(Auto = zelf – biografie = lezen)
Verhaallijn: Gebeurtenissenreeks, verbonden met een of meer personages.
Proza: Een verhaal waarbij de regels volgeschreven zijn.
Poëzie: De regels zijn op een speciale manier over het papier verdeeld.
Roman - Novelle
Langer - Korter
Meer personages - één of twee hoofdpersonen
Meer verhaallijnen - één verhaallijn
Meer bijfiguren - geen bijfiguren
Literatuur: Waarom zijn sommige boeken literatuur? 1. Critici
2. literaire uitgeverij
3. Tekstkwaliteit - Meer overgang - Betere stijl - Goede opbouw - Geen voorspelbare personen - Verrassende verhaallijn
4. tijd
Lectuur: - Massale literatuur - Triviale literatuur
Open plek: : Een vraag die bij je op komt als je een klein stukje gelezen hebt. Hoe worden ze verwerkt? - Ze worden snel ingevuld - Ze worden na lange tijd ingevuld - Ze worden niet ingevuld Welke soorten open plekken zijn er? - Belangrijke: over een probleem dat in het hele verhaal speelt. - Minder belangrijke: Gaan over details
Spanning: De techniek die de schrijver gebruikt om de lezer het verhaal uit te laten lezen. Manipulatietechnieken: Om de tijd tussen open vragen en antwoord zo groot mogelijk te houden, gebruikt de schrijver trucs. Soorten trucs: - Vooruitwijzing inlassen - Vertraging (als je antwoord op een open vraag - Uitstel verwacht, wordt er eerst iets anders verteld, of de schrijver komt met een beschrijving) - Op een ander verhaallijn overschakelen - Tijdsprong
Literatuur: Waarom zijn sommige boeken literatuur? 1. Critici
2. literaire uitgeverij
3. Tekstkwaliteit - Meer overgang - Betere stijl - Goede opbouw - Geen voorspelbare personen - Verrassende verhaallijn
4. tijd
Lectuur: - Massale literatuur - Triviale literatuur
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden