Levensbeschouwing hoofdstuk 7 samenvatting

Havo 4

Paragraaf 7.1

Wat is ethiek?

Bij ethiek stellen zij de vragen van: “wat  is goed? Wat is het goede handelen, het goede denken en het goede voelen?” ethiek maak je elke dag mee. Het gaat over ons leven, het handelen denken en voelen.

Belangrijke opvattingen met betrekking tot ethiek:

• Goed of kwaad
• Rechtvaardig of eerlijk
• Deugdzaamheid of welwillendheid
• Egoïsme of altruïsme
• Nu of waarde

Deze opvattingen geven vaak aanleiding tot discussie. Sommige mensen zullen zeggen dat het over het egoïstische en de ander over het sociale.

Wat is moraal en welke soorten moraal kun je onderscheiden?

Een moraal gaat over normen, waarden, regels, verboden en geboden. Een waarde gaat om wat jij belangrijk vind. Een norm gaat over hoeveel waarde die waarde voor jou heeft. Een moraal gaat over de achterliggende betekenis van een verhaal. Het moraal in Pinokkio is dat je niet moet liegen. In sneeuwwitje is het moraal dat je niet iedereen moet vertrouwen.

Morele oordelen gaan boven de andere oordelen uit. Het gaat over de welzijn van de mens. Het is krachtig en heeft vaak een emotionele lading. Het is universaliseerbaar.

Sub moraal een moreel  van een kleine groep mensen.

Cultureel moraal zijn verschillen in geloof, gewoontes. Een cultureel moraal is tijd- en plaatsgebonden. Bijvoorbeeld een feest, zoals kerst. Het is op een bepaalde tijd.

Groepsmoraal is een grote groep mensen met hetzelfde moraal, zoals een klas.

Paragraaf 7.2

Wat is de definitie van een persoonlijk moraal?

Een persoonlijk moraal gaat over een eigen moraal over van wat jij vind.

Op welke basis bouwen mensen hun eigen moraal op?

Mensen kijken naar de normen, waarden, geboden, verboden en regels. Ze kijken naar wat voor hun waarde heeft en hoeveel waarden. “mag ik liegen?” je kijkt dan hoeveel waarde dit heeft voor jou, en kan je daaraan aanpassen en een eigen moraal opbouwen. Ook kijk je welke regels er gelden voor jou gelden en welke geboden en verboden. Het bouwt op door tradities, opvoeding, cultuur, etc.

Paragraaf 7.3

Wat zijn de 5 kenmerken van een moreeloordeel?

Een moreel oordeel kan je zien aan 5 verschillende kenmerken:

• Gaat boven andere oordelen uit
• Prescriptief of evaluatief: vaak emotionele lading
• Universaliseerbaar (geld in alle overeenkomstige situaties)
• Gaat over het welzijn van de mens
• Direct of krachtig

Wat is het verschil tussen prescriptief of descriptief?

Bij prescriptief zeggen ze wat je moet doen, zoals niet stelen of niet liegen. Bij descriptief beschrijven zij, zoals dit is een tafel of dit is een fles.

Verschil evaluatief en prescriptief

Paragraaf 7.6

Wat is etnocentrisme?

Etnocentrisme houd in dat je oordeelt over ander culturen op basis van eigen maatstaven.

3 stadialeer van Comté:                                                                                                                                                  De Wester wereld staat bovenaan

• Positief stadium (wetenschap)
• Metafysisch stadium (ideeën)
• Theologisch stadium (goden)

Wat is cultuurrelativisme?

Er zijn veel verschillende culturen. Je kunt niet hierover oordelen, omdat je zelf bij een cultuur hoort. Je kunt je hierdoor niet inleven in andere culturen.

Wat is etnisch relativisme?

Je kunt niet oordelen omdat de maatstaf verschilt per cultuur. Er is geen beste morele systeem.

Wat is etnografisch onderzoek?

Het vastleggen van de gebruiken van vreemde volkeren.

Paragraaf 7.7

Waarom veranderd de moraal in een cultuur?

Het moraal veranderd door tijd. Mensen gaan meer nadenken en bedenken. Ook worden mensen steeds minder gelovig, en hangt veel minder af van God. Een moraal zal altijd goed ontwikkelen.

Een voorbeeld van een veranderd moraal

Buitenlanders, vroeger waren buitenlanders altijd slecht volgens de gemeenschap. Tegenwoordig is het normaal.