Utopie
“Oe topos”: 1. niet-plek
2. nergens-land/plek
“Ui topos”: 3. goed land
Dystopie
“fout-plek”: gevolg van utopiezaken, maar niemand wil het “goede foute” bedenken, vandaar dat altijd van een utopie uit wordt gegaan.
• Mens -> slaaf (machine / technologie / ICT)
• Nachtmerrie -> i.p.v. droom = utopie!
• Totalitair -> machtshandelingen
• mens-ondergeschikt -> mensen zijn niet gelijk
Utopie
Een droombeeld: onverwezenlijk ontwerp van een volmaakte toestand
paradox (schijnbare tegenstelling)
1516: Thomas More – Utopia
Een politiek boek met zicht op een heilstaat
Heilstaat:
- moraal -> normen & waarden (dat van belang, en dat wat moet)
- tegenstellingen: goed / slecht
mooi / lelijk
god / duivel
orde / chaos
sober / luxe
natuur / cultuur
Ethiek
het denken over goed (Zeno) en kwaad (Plato)
Plato: politeia -> staat (dwang = totalitair) -> filosofen = elite.
Existentie
Denken over de mens op de aardkloot, denken over het menselijk bestaan.
“Hoe moeten wij gaan leven?”
Individu t.o.v. de samenleving (leefomgeving)
1. Verleden
nostalgie, “arcardia”, “paradijs” (oude zaken idealiseren)
***
2. Toekomst
Utopia-situatie: streven naar iets fantastisch in de toekomst, van het individu én de samenleving.
Heden
- Gouden tijdperk
- Pastorale sfeer (in de Romantiek)
- Ora et Labora (bid en werk
Je zult moeten leven in een tijd. In deze tijd zul je moeten bidden & werken.
Vrije tijd
Honestium -> eigen invulling (is NIET lamballen), wel iets zinnigs
Allemaal is dit om het streven naar een ideale toestand.
(Deze ideale toekomst kan niet zo bereikt worden, dankzij de paradox)
De ideale toekomst zoeken in: - het verleden
- het heden
- de toekomst
Streven naar een ideale toestand
Theologie -> doel
Finalisme -> einddoel
Hele Utopische denken
Leuk Niet leuk
- Utopie gaat over gelijkheid van mensen - Utopie: totalitaire machtsfunctie*
Van mens tot mens Dwang speelt hierbij een grote rol,
- Utopie = hoopgevend. Waardoor het collectief in bedwang wordt gehouden.
“Het gaat goed met ons”
- Utopie inspireert, - Utopie (de oorspronkelijke ideeal) -> wordt knellende druk
zet anderen aan tot denken
- Utopie = ergens gepland - Het Utopisch ideaal zelf zit vast in de tijd waarin hij bedacht wordt:
Mens <--> leefomgeving
- Utopie: stad van belang een chronologische tendens in utopisch denken.
Mens <--> woonplaats/werk
Bv. Geen eten -> voedsel-utopie
*De Utopie moet door iemand geregeld worden -> totalitaire machtsfunctie.
De utopie-structuur is totalitair, met héél strenge wetten.
Neutrale gevolgen:
• Utopie dwingt mensen na te denken over hun tijd
• Utopie kan kritiek leveren op bestaande situaties.
Utopie = ironie
Nergensplaats: ironische paradox:
Je snapt zelf wel wat je schrijft, maar je weet ook dat het een nergensplaats is.
2000 v. Chr.: Meso Potanië
1e Utopie: Cocagne: het denken over/ een tocht maken door een fantasieland (met Gilgamesj als koning)
De Grieken
De tocht van Odysseus is ook een soort Utopie.
350-400 v. Chr: Plato
Hij is de 1e persoon in het westen die het over atlantis heeft (=ideaal-land)
De voorstelling in een boek van een ideaalsituatie: Atlantis
Plato is hier bezig met ideeen over de staat/over de samenleving (Politeia)
De Romeinen
De 5e landschapsstijl van Pompeï:
fake raam met een gedacht landschap in een fantastische tijd.
-> Arcadische landschappen ontstaan (Arcadië wordt verbeeld, als top grieks landschap)
Arcadië = een ideaalland
Ook ideaalsteden ontstaan
De Katholieke Kerk
Utopie: (mede) daar waar wij vandaan komen.
De vroege cultuur: concentrisch denken = vanuit 1 punt denken., waarin 4 elementen voorkomen, met de aarde als middelpunt.
De 4 elementen zijn: 1. Aarde 3. Lucht Verluchting van atomen
2. Water 4. Vuur
Vanuit deze aarde ontstaan cirkels die richting God gaan, via andere planeten als de maan en de zon.
God = De onbewogen beweger (Primus Promilé)
Retro-streven, want Adam & Eva zijn ooit in het Paradijs geweest (richting God):
Het bereiken van een ideale toestand (het paradijs) -> kwaad (appel)
Paradijs: schitterende tuinen waar veel rust vanuit straalt ( VCK & Byzantijns)
1e probleem van mens in het paradijs: Je wordt geacht te bidden & werken.
Wie is de baas? -> gelijkheid
Op de aarde is geen baas -> gelijkheid van de mens
Byzantijnse kunst
Goede: De stad Jeruzalem (als symbool)
Slechte: De stad Babylon van het beest, de hoer
Tekeningen in boeken over ideale wereld/kunst:
Concentrisch: de aarde is in 4 delen gesplitst.
Mensen zijn hier ora & labora (bid&werk)
Utopie: er komt een denken over wat een goede/slechte samenleving is
350 n. Chr.: 1e godsdienst
De Civitate Dei -> Gods staat, een Christelijke Utopie over het buitenaardse.
Deze staat van God bevindt zich na de dood, en dus niet op aarde.
De Civitate Dei wordt ook afgebeeld in fases:
1. Als goede staat, de goede maatschappij
2. Als slechte staat, met massamoorden
3. Als Civitate Dei, daar waar God is. Je wordt hier “gewogen” voor je toelating tot het “paradijselijke” na de dood.
De dwang maakt utopie zo gevaarlijk
1350 Italië
Het goede Bewind – Lorenzetti (in fresco’s)
Hoe zou men leven als men de wetten van het systeem volgt.
a. er zijn wetten
b. er is een systeem
Iemand die zich niet aan beide regels houdt, zorgt voor storing.
Vordering van Fresco’s
Personificaties
Pax = Vrede, Forticudo = sterkte, Prudentia = wijsheid
In deze tijd schrijven ook Italiaanse schrijvers boeken over hoe een koning goed moet regeren.
- Het landschap wordt leuk afgebeeld
- Het land wordt bebouwd -> vredig, leuk, goed bezig
Het slechte bewind
Dezelfde opbouw als het goede bewind.
In een chaos zit de duivel (als mens) met slechte personificaties van de mens.
Gebroeders van Limburg
(hoge horizon: Vlaamse Primitieven)
Getijdenboek: in 12 maanden wordt de Utopie getoond van hoe het is als je alles goed doet.
De samenleving is netjes geordend.
Landschap & fantastische tuinen
1400: Jeroen Bosch
De Tuin der Lusten: OE-TOPOS
Hij is tegelijkertijd (met de utopie) bezig met een niet-leuke tegenwereld -> vuur.
Een apocalyptisch visioen = distopie -> einde van de tijd.
1400: Della Francesca
Renaissance
Hij bouwt een ideaal landschap/stad:
Deze landschappen en steden worden niet daadwerkelijk gebouwd, maar wel geconstrueerd en getekend, n.a.v. idealen vastzitten in de tijd (=Renaissance = terug naar de Klassieken)
Mens in een landschap = belangrijk voor de Utopie
1500
• Vastzitten in tijd -> de natuur wordt (dwang) door de mens aangepast.
VB. keurig geordende en gesnoeide Franse tuinen, later Engelse tuinen.
• Isulée Figura: tekening van het eiland Utopia.
1516: Thomas Moore: “Utopia”: een plek waar alles fantastisch is.
Paradox: iedereen is vrij als iedereen zich aan de strenge regels houdt.
• Arcadisch landschap komt terug: rationele zaken bij elkaar/ wensdroom
1500-1550: gekoppeld aan het fijn in de natuur zijn van de mens.
De mens gaat gezellig staan doen in arcadische landschappen:
Fetes Champetre = feest op het platteland
(Nog steeds Renaissance)
Georgione
fêtes champêtre = een bijeenkomst van mensen in de vrije natuur. Zij gaan hun vrije tijd
GOED besteden, zij gaan iets doen (muziek maken, liefde bedrijven).
Fêtes Champêtre heet de betrekking tot natuur = groots.
Pastoraal/herderlijk (géén feest)
fêtes galantes (later, niet door Georgione) = neerslag van een feest.
--
• Het gevoel komt om de hoek kijken (* De Storm)
• In het kader van het katholicisme wordt al het naakt weggehaald.
• In de natuur komt nu ook terribilitá voor
Overgangsfase naar de Barok
Titiaan (overgangsfiguur naar de barok)
• het Naakt (iets groots, moois) wordt gecombineerd
• Het landschap wordt door de mens aangepast, de natuur is een gevoelsstemming en niet meer een “gewoon” arcadisch landschap.
• Het landschap krijgt symbolische betekenissen
(God = de regenboog -> de natuur is eenheid)
Dürer
De 1e realistische schetsen van landschappen (“Jongens let op, dit is een écht landschap”)
Van Breugel (1500)
De toren van Babel: hét symbool van hoogmoed. (Hoogmoed = slechte eigenschap!)
Deze toren bevond zich in Babylon, de stad van de duivel / de slechte stad.
De basis van deze toren is de zigurrat, die richting GOD gebouwd wordt (de lucht in)
van Breugel verwerkt in deze zigurrat de invloeden van deze tijd, namelijk de Romeinse (??!).
Ook schildert van Breugel Cocagne: het land waar je fantastisch kunt leven.
Moralistisch seintje: Drink & eet niet teveel, je gaat eraan kapot.
1515-1516
Thomas More – Utopia
1600 Barok
Campanelle – Italië
1602: *De zonnestaat (boek: nieuwe utopie!)
Naast onze wereld is er volgens dit boek een andere “wetenschappelijke wereld”: de zonnestaat.
Dit is idealisme in de richting van harmonie, rust & gelijkheid.
---
In de barok worden verschillende ontdekkingen gedaan:
- Columbus
- Keppler & Copernicus : de aarde is niet het middelpunt van het heelal
- Galilei : biecht de ontdekking van Keppler & Copernicus op
Door ontdekkingen -> Grond voor fantasiewerelden,
Nieuwe aardse stof voor fantasiewerelden.
Arcadische landschappen (tof, fijn gevoel) <--> tegenwereld
1.Claude Lorrain
Hij haalt arcadische landschappen terug, maar nu mét gevoel. Het tijdstip van schilderen wordt weer van belang. Gevoelige tijden.
Het thema zelf = Grieks of bijbels.
2.Nicola Poussin (in de tijd van Lodewijk XIV met zijn absolutisme)
Ratio / Emotio
Arcadische landschappen zijn ook hier aanwezig, al wordt hier het onderwerp naar voor gehaald.
“Et arcadro ego”: Ook ik ben in Arcadia -> Wie is die IK? -> IK-figuur is de DOOD
deze kreet is dus memento mori.
In het lieflijk landschap wordt naar herders gezocht = pastoraal
Fantastische mensen in een fantastisch landschap -> narigheid toevoegen.
Naast alle utopie-visies bestaat de dood nog altijd!
Nederland
Van Ruysdael en andere landschapschilders
Ook al met dreigingen -> landschappen zijn gigantisch groot.
--
Veel mensen ondernemen reizen -> maken schetsen tijdens de reis.
In deze tijd ging je lopend naar Italië voor je opleiding, en maakte je onderweg schetsen.
Hier werd gekeken naar het geïdealiseerde Italie, het werk was dus onrealistisch.
Er werden arcadische landschappen gemaakt, waarin Jeruzalem naar voor kwam.
Tegenhanger
Échte werelden schilderen (géén utopie!), mede door Haverkamp.
1627 Francis Bacon (Engeland)
*Nova Atlantis (boek)
In dit boek zijn het NIET de filosofen die het belangrijkst zijn, maar wetenschappers.
“Wetenschap zal ons naar een utopie brengen”
1650 Diggers olv William Everard (groep)
Deze mensen gaan in Engeland een soort vrijstaat maken naar aanleiding van het optimisme ten opzichte van de mens.
--
Hobbes gaat nu uit van het slechte van de mens.
De staat moet alles regelen, anders loopt het mis.
Boek:* Leviathan: Pleit voor hele strenge regelingen.
Een pleidooi voor absolute macht en particulier eigendom.
Richting Rococo
1675-1700 Watteau (Frankrijk)
Hij gaat Fêtes Galantes schilderen: Mensen verpozen gezellig buiten in de tuin.
De tuin zelf wordt steeds meer Engels, strakker.
Niet lamballen, maar iets doen met de tijd.
Landschappen krijgen follies: gekkigheden.
Retro -> terug naar de Romeinen (=terug-regel)
Deze schilderkunsten worden werkelijkheid -> follies komen in de achtertuin.
Fêtes Champêtres: landschap
Fêtes Galantes: In tuinen
Toppunt Watteau: *Syntera -> Het inschepen naar het eiland Syntera.
Op dit eiland zou Venus geboren zijn.
- God van de Liefde (rom.) UTOPISCH!
- Geboren uit schelp
Utopische gedachten, gebaseerd op een gevoelig thema: de liefde.
Italië
De eigen tuin wordt een arcadisch landschap
1. Strakke rationele Franse tuin` tegenhanger
2. Gevoelige, natuurlijke, wilde Engelse tuin
3. Arcadische tuin: de eigen tuin gaat een utopie worden
Later komt de Arcadische tuin ook in Frankrijk, Engeland en Nederland voor.
--
Les 3
Utopie: het ideaal denkbare -> paradox: het zal nooit uitkomen (=beeldende filosofie)
- 1500: ontdekkingsreizen
- ontdekkingen in wetenschap
- ontdekkingen in techniek
- ontdekkingen in ICT
1100: wereld -> omsloten beeld, omgeven door oceanen.
Allerlei utopien van nu (Disney) vertonen hetzelfde denkbeeld / dezelfde opbouw.
= besloten sfeertje
1700: Ander idee krijgen van een landschap. (≠meer katholiek en ora&labora)
Het idee van feesten, alléén voor de rijken!
moralistische seintjes met symbolen
Vastzittend aapje: toppunt van dommigheid, kan niet verder gaan
In de tijd dat Franse tuinen -> Engelse tuinen worden: Rousseau
Rousseau Een Zwitser -> natuurgevoel.
Hij gaat in 1750 tegen de ratio (fr.tuin) het gevoel terugbrengen.
Hij zoekt dit gevoel - in de natuur
- bij het kind bij de Primitieven
“De mens is van nature goed”.
Wij zijn vrij, wij zijn gewlijk, wij kunnen het echte gevoel (= alles wat goed/normaal is) terug vinden bij de edele wilden -> een niet door de maatschappij verstoorde gemeenschap.
Edele wilden waren in Gaugains tijd niet meer te vinden -> vertrek naar Tahiti.
- Le Contra Sociale: een sociaal contract waarbij de burgers vrijwillig afstand doen van hun vrijheid -> volkssoevereiniteit
filosofie heeft veel invloed.
Franse Revolutie 1794
Liberté, egalité et fraternité
vrijheid, gelijkheid en broederschap
grote invloed op economische, politieke, filosofische en pedagogische systemen.
In de natuur is gevoel te halen, voordeel:
- Je stapt uit je eigen leven
- Er komen allerlei maffe gebouwen -> feesten in eigen tuin
- Fêtes champêtre -> fêtes galantes -> liefdestuinen
- De tuin wordt een rustpunt in de jacht -> “picknickmoment”.
Nachtelijke feesten
1. Invloed vanuit theater (buiten, ’s nachts)
2. Grote rol voor maskers (masker = schijnsymbool = tussenwereld)
Chomedia del arte
Italiaanse carnavalsachtige toneelsfeer
fêtes galantes -> fêtes Italia
Le amo (het gehucht)
Een klein dorp gebouwd door de vrouw van Lodewijk XIV.
Hier kon ze zich als boer gedragen en een boeren leven leiden als een edele wilde.
Portretten met mooi landschap (niets overdreven feestigs)
(We ziten rond 1800 naast de neo-classicisten, waar vroeg Griekse en Egyptische landscahppen voorkomen)
De Romantiek komt om de hoek kijken (n.a.v. Rousseau)
Hier edele wilde: grote landschappen waar alleen IK voorkom
Hierbij hoort de gotiek, deze wordt gezien als niet-rationele/classicistische stroming.
Het gaat bij dit alles niet om het landschap, maar om het gevoel.
Lucas-Broeders
- Schildersgroep die een soort commune gaat vormen (zoals Barbizon later).
- Deze groep gaan landschappen vormen -> herderspoëzie.
- Formaten van schilderijen wekken een panorama-idee:
“ik kijk breed het landschap in”.
Wagner wordt door Ludwig II bewonderd -> dankzij totale gesammtkunst.
Romantiek
Friedrich
Bouwt zijn eigen paleisje en leeft in de toekomst.
Hij heeft een gevoelsmatige grootheid van het landschap.
Zwerven: “der Wanderer” , de rondzwerver
, de onrustige geest die naar Utopia wil
Fransen <--> Duitsers
De ene mens krijgt franse kleding, terwijl het rondzwerft in een Duits bos. (= geintje)
Als je in je eentje in zo’n giga landschap bent, wordt je op andere gevoelens / overtuigingen gebracht -> je bent niet meer alleen.
* De filosoof - Friedrich = Toppunt!
Ik sta alleen op de wereld.
Later in het abstract expressionisme komt dit gevoel terug, zonder de werkelijkheid hiervoor nodig te hebben.
Böthlin
De natuur wordt dreigend, surreeel, niet-leuk -> Distopie (licht = 2 lichten = onmogelijk!)
Manet
* De Verplatting
Heeft ook vroegere varianten.
Bij een utopisch gevoel komt een nieuw gevoel n.a.v. Japanse houtsnedes.
Grootse natuur, die plat weergegeven is.
Ideale samenlevingen/maatschappijen -> stad daaraan gekoppeld.
1e godsdienstige ideale toestand v/d mens: paradijs (Tuin van Eden).
Ook niet-godsdiensten een verwachtingsidee van iets geweldigs (vb. Neanderthalers: grotschilderingen van ‘geweldige jacht’).
Augustinus: De Civitate Dei -> Rijk van God. Praktische variant: hoe hier op aarde krijgen?
Onderscheid/verdeling: goede (iedereen ora et labora) en slechte maatschappij. (NB gescheiden = Platoons) Daarboven: ideale sfeer -> ‘de hemel’/bovenwereld.
Gekoppeld aan 2 steden:
Goede bewind: Jeruzalem. Besloten gemeenschap, dus: altijd een gesloten geheel. Gesloten eenheid steeds meer richting wiskundige vorm -> cirkel. Maatschappij opgedeeld in ‘taartparten’(= maatschappelijke verdeling). Daarboven: Civitate Dei. Het denken is om een goede plek op aarde te creëren waar wij ons happy voelen.
Tegenhanger: Babylon (Mesapotamië). Schandaalplek.
Uiteindelijk zaak mathematisch voorgesteld: strak geordend/verdeeld gesloten systeem van ideale stad -> orde = harmonieus.
Zo allerlei verschillende vormen van een ideale stad.
Lorenzetti: Goede & slechte bewind.
Goede stad: Siena. Iedereen hard werken (= leuk). Een en al activiteiten. Vrolijke kleuren.
Slechte wereld: chaos, zootje, slecht geregeld, etc.
Piero della Francesca: ideale stad gebaseerd op centraalperspectief (Renaissance). Komt geen mens in voor. Vanuit één centraal punt is de hele stad opgebouwd.
In de bouwkunst is het centraalperspectief top of the bill zoals later bijv. de villa’s van Palladio. Bijv. Villa Rotonda -> centraalbouw.
Sforzinda = stervormige stad met een wel centraal gericht (radiaal) stratenpatroon van architect Filarete (Da Vinci ook meegewerkt).
Stervorm ontstaan vanuit oorlogsoverwegingen -> beter te verdedigen.
Steden op deze manier gepland + verder uitgebreid.
Stervorm krijgt ook bastions (= verdedigingsplek), bijv. Milaan v/d Sforza’s.
Blijft dus gecentreerd/in het midden.
Megalomanie op alle fronten aanwezig.
Vooral in neoclassicistische tijd (1750).
(NB via architect Alfred Speer neemt Hitler super megalomane ideeën ook over).
Er komt ook aandacht voor de arbeider. Ideeën voor de ideale werkplek v/d arbeider. Ideale fabriek waar steden rond gebouwd zijn. Ook centraal iets -> cirkel eromheen.
Rond 1800 komt daar een neo-classicistische tic. Bijv. tempel als ingang v. fabriek.
De utopisch socialisten denken over een fantastische maakbare maatschappij voor de arbeiders. Men gaat vechten voor de arbeiders (proletariaat = de arbeiders/de ondergeschopten i/d maatschappij). Er wordt een hoop geïdealiseerd. Bijv. ook de Pre-Raphaeliten
Ode aan de arbeiders. Elke arbeider vindt het fijn te werken (vreugde v/d arbeid), maar wel onder goede omstandigheden.
Ook de gothic revival: vroeger was het beter. Zoeken naar het ideaal in de gotiek. Het ideaal was: geen staat, wij regelen het zelf.
Utopisch socialisten: ideaal gebouw waarin de arbeider kan werken/leven. Gezin moet daar los van staan. Fourier: Phalanstère.
Gebouw gebaseerd op Versaille: als koning zo kan leven, dan de arbeider ook.
Gezin is weg, er komt een collectiviteit. Commune-achtige wooneenheid waarbij alles in orde geregeld is. Woonruimtes zoals de oude Palazzi waarbij de benedenverdieping dient voor handel/ambacht. Phalanstère is dus mini-stad met 4 belangrijke zaken. Het gaat om:
- licht en hygïene
- voldoende ruimte
- collectieve voorzieningen
Heel ordelijk/geen chaos/alles geregeld.
Zij denken dat er 7 stadia zijn voor de ideale mens. We zitten nu tussen 4e/5e stadium. Via de ideale maatschappij kunnen latere bereikt worden. Stadium 7: utopie/fantastische samenleving
Samenleving & Steden
Sociale Utopisten proberen het leven zo aangenaam mogelijk te maken.
Fourrir
Doorbreekt het gezinsverband
Fallang stairs: uitbreiding van het palazzo, ontstaan van ministadje.
Natuurlijk ontstaan deze ministadjes midden in de natuur, zodat de arbeider van de natuur kan genieten
- groot optimisme t.o.v. het verband tussen architectuur & harmonische samenleving (later: Bauhaus)
- Soort anarchie (chaos) -> wordt orde.
Gaudain
Komt terug op het uit elkaar halen van het gezin. -> Giga-palazzo, “ministadje”.
• Terug met de privé-vertrekken -> voor het gezin
• Binnenruimtes
• * In boek: familiestère = woonkazernes. Deze familiestères komen dichtbij fabrieken. Collectieve functies zijn geregeld (wc, douche etc)
Communeachtige zaken (cortille van palazzo). Arbeiders gaan een fatsoenlijk leven leiden.
Owen (Schotland, 1825)
Owen gaat Coöperatiedorpen maken.
Dit zijn géén huizen, maar een dorp verspreid over het land.
Hij gaat naar Amerika, waar deze nieuwe ideeen ook de “nieuwe wereld” binnenkomen.
Owen in Amerika: * New Harmony
Ommuurde toestand, gebaseerd op cirkels of vierkanten.
Een streng gecentraliseerd plan, vanuit een belangrijk (centraal) midden.
- Leven op het gebied van onderwijs is voor hem belangrijk: ballet, toneel.. pedagogisch!
In 1700 wordt Amerika ontdekt.
In 1750: godsdienstige groeperingen zoeken een godstaat in Amerika.
(Utopistische godsdiensten).
Shakers (Manchester -> USA)
Leven een eigen godsdienstig leven in eenvoud. “Less is more”.
- Eenvoud
- Alles wegwerken in Interieur (bijv. kasten in de muur)
- Ergonomie
- Schommelstoel!
- Vorm volgt functie
- Géén versiering!, versiering is overdaad
- Allemaal streng godsdienstig -> grote druk
- Utopisch:
De samenleving zo goed mogelijk maken, zodat je in je leven na de dood nog mooier leeft. Nu: Civitate Dei
Mormonen (Z-Dld -> Utah)
Een hele samenleving n.a.v. filosofische ideeën over “goed leven”. Anders “goed” dan in Europa.
Frederik van Ede
Experiment: walden (1900) = commune.
Het leven is helemaal gebaseerd op harmonie en rust.
Het is alleen bedoeld voor de rijke figuren, al is het NIETS van duurte aanwezig.
“Zoeken naar het leven in de vrije natuur”, want de mens is een edele wilde (Rousseau).
Gaugain vindt die hier niet meer -> naar Tahiti
Gothic Revival
Pugin, Houses of Parlement.
Gotische bouwwerken & fabrieken.
1850 Het neo-classicisme is de stijl van de rijken.
De arbeider wil hier niets mee te maken hebben, en kiezen hun eigen kunst.
De gotiek was nog leuk, ambachtelijk -> gewonemanstijl
Neo-classicisme (elite) <--> Neo-Gotiek (arbeider)
Engeland
Howard
Planning: concentratie van dorpen (later: satellietsteden)
Vanuit een stad komt een gecentraliseerde planning van dorpen
Tuinsteden: het plannen van steden in de natuur (buiten de stad die er al was).
Allerlei van die Utopische Experimenten lopen spaak.
Waarom zijn die experimenten zo belangrijk geweest?
• Fabriekseigenaren bouwen huizen bij de fabriek (min of meer gedwongen), dit zijn goede huizen. Gemeentebesturen doen dit ook.
1900: Start sociale woonbouw
• (Rousseau: Terug naar de natuur.) Terug naar groenvoorziening
• Aandacht voor recreatie. Het is niet alleen meer ora & labora.
Recreatie is leuk, lol, en hoort bij een mooi leven
• Oprichting straatmeubilair
1928: Oprichting Ciam: Het Congres Internationale de Architecture Moderne
Voor het eerst komt er een internationale uitwisseling van architectuur.
Le Corbusier (Grote man CIAM)
Hij gaat het idee van de grote stad vastleggen:
De stad wordt verdeeld in 4 delen (Romeinen)
4 Sectoren: 2 voor werk (kantoren & fabrieken)
1 voor wonen
1 voor recreatie
Metro’s, snelwegen etc dienen als verbinding tussen deze sectoren.
Grote, ongecontroleerde steden krijgen grote doorbraken
Industriesteden
Oplossing van planning daar waar je mensen laat wonen én werken: enorme planologie. Waar leg ik wat neer?
Futuristen
Santelia (Mee met Musolini)
Gaan voor snelheid & machine.
Ideaal = een supergrote stad waar het bruist van het leven.--> Totalitair!
(NIET UTOPISTEN: groen!)
Rusland
Allerlei grote proun-toestanden
Gemeenschappelijke communes -> Megalomaan (communisme). Verplicht, niet leuk.
Toppunt: *Speer (megalomaan)
Sterk nationalistisch gerichte kunst: totalitair.
Roemenie: Stjaisjesko -> megalomanie
Distopie vanuit de 1e orde.
Centralistisch Stadsplan
Dit stadsplan was er al bij oude filosofen
Er komen allerlei ideeën die terugkoppelen naar de circulaire ideegang.
Romeinen
zochten een heilige plek weg van Noord naar Zuid & Oost naar West:
Cardo Decumanus:
4 wijken met straten met 90gr. hoeken.
Renaissance
Opzet n.a.v. allerlei gebouwen
Centraal middengebouw -> hier in een cirkel omheen andere gebouwen
Filarete
Ontwerpt een ideale stad voor de medici-familie: Sforza’s in Milaan.
Hiervoor gaat hij een geometrisch stadspatroon plannen in de losse natuur.
Om oorlogsredenen wordt deze cirkel later een sterrenfiguur.
Vanuit het sterrenfiguur zijn stadspoorten. In de ring daarbinnen zijn pleintjes -> doorbreken, geven functie aan.
Torens: filarete! Overal in de stad plant Filarete torens.
Toren van de 3e internationale van Tatlin
Staal & Rotaties & geometrische patronen
Filaretes toren:
Allerlei functies in één gebouw.
Bijv. 4 verschillende stijlen n.a.v. jaargetijden, met 365 ramen.
Hij vergelijkt zijn stad met gebouwen uit de oudheid.
Sforzinda (=stad) door Filarete
Deze stad ontwerpt hij ook voor de Sforza’s in Milaan.
- Meteen orde & structuur (is NIET 15e/16e eeuw!)
- Pleinen krijgen een marktfunctie
- Markten -> specifieke producten.
Zo ontstaan bepaalde wijken. Rondom de slagersmarkt wonen alle slagers etc. De stad wordt verdeeld naar doel.
- De stad loopt schuin, zodat het water weg kan lopen.
- Grachten: zonder lawaai iets vervoeren
- Ornamenten uit Florence, voor een mooi aanzicht (= bonus!)
- Een grote hoge toren in het midden, met een functie per verdieping.
- Wijken met huizen voor kunstenaars
- Sterrenvormige steden -> sterrenvormig verdedigen.
Paladio hanteert dezelfde centraalbouw.
Frankrijk
1750-1800
Lodewijk XIV Versailles: patsen, giga
1. Boullée Hanteren hetzelfde mathematisch
2. Ledoux centralistische systeem
1 Boullée gaat gebouwen niet daadwerkelijk maken, hij ontwerpt slechts een Utopisch concept.
2. Megalomaan
Boullée & Ledoux
- Er moet een nieuwe, betere wereld komen. In het neo-classicisme stoppen Boullée en Ledoux een gevoelselement -> onderdrukking d.m.v. megalomanie.
Gevoel -> onderdrukking -> klein.
- Architectuur moet iets te zeggen hebben: Architecture Parlante.
Groot & Keizerlijk
- Strengheid (denk aan Poussin: Streng, Lijn, Ratio)
- Eclectisch: stijlen worden bij elkaar gezet.
Uitgangspunt: het eeuwige, de kosmos, giga-groots!
Boullée
Grafmonument Newton:
Hij plant in dit ronde gebouw bomen (op elke verdieping).
Mathematische vormen volop (later: Cézanne)
Ledoux:
Trekt grootschalig richting de arbeiders
- Nieuwe rustica in gebouwen. Hij wil namelijk géén versiering. (Een soort ciaro scuro ontstaat door schaduw)
- * Het huis van onderwijs.
Functies kregen de centrale plek in de stad. Zijn uiteindelijk nooit gebouwd
- Al bezig met bouwstijl zonder ornamenten ( Midden in de tutjehola-stijl!)
Architecture Parlante: de architectuur laat de functie van het gebouw zien.
Paxton – Crystal Palace (1850)
Nog volop ornamenten -> IS DECORATIE!
In de architectuur geldt al “Vorm volgt functie” (dus géén versiering)
Gothic Revival
William Morris -> Arts & Crafts.
Het ornament, de Decoratie
1. Van groot belang
2. Als suggestief iets
Engeland
Arts & Crafts gaat ageren tegen chaotische ornamentering, maar zij gaan zelf ook behoorlijk decoreren n.a.v. de natuur ( Kruisbloem etc. ).
1850/1875
Crystal Palace – Paxton, met nieuwe igenieurstechnieken.
Arts & Crafts (schilderkunst van de Pré-Rafaelliten): Kunst van vóór de Renaissance zorgt voor de Gothic Revival. (De Elite blijft bij het neo-classicisme)
Gothic Revival
Kunst voor de gewone mens (al kan de simpele arbeider dit nog niet veroorloven!).
Ook in de bouwkunst komt dit “landelijke gedoetje”.
William Morris
Wat betreft ornamenten komen er sterke vereenvoudigingen -> namelijk: Landelijk!
De gewone mens kan dit allemaal niet betalen, dus gaat de elite deze stijl omarmen
William Morris
Cottage Stijl
Vroege Designer -> toegepaste kunst -> utilitaire kunst
In een rustige kamer gaat hij op een nieuwe manier natuurornamenten voegen.
- Ornamenten met Japanse invloeden
- Tegen de chaotische versiering van de Rococo & Barok
- Gebaseerd op wiskundige patronen, maar wel een stuk eenvoudiger dan in de Rococo & Barok.
- Rietgebruik (<--> Paxton: Gietijzer, staal etc. )
- Dichtgetimmerd horror-vacui
- eerbetoon aan de vrouw (≠Gotiek!)
In volle glorie de mille fleurs – tapijten
- Pompeï-gericht
Armlengteperspectief -> in druk (houtsnede)technieken.
- Trellis: “tralie” met een vlechtwerk
- Utopisch socialist: Boeken drukken: Choaser.
Hierbij gaat Morris naar de Gotische boekdrukkunst (= hoogdruk)
News from nowhere = Utopie!
Tekenen en becommentarieren van eigen Utopie.
Gotische aandacht voor natuurstilering gaan een eigen leven leiden.
- Ontwerpen worden onrustig / dynamisch (alles natuur, takjes etc.)
- Het lineaire -> groeimotieven: aandacht voor de biomorfe vorm die beweegt:
Art Nouveau/Jugendstil
Art Nouveau / Jugendstil
- Dynamische groeivormen = zweepslaglijn, een onrustige lijn.
- Bouwkunst: relieft met heel veel gewapper gotiek.
20 jaar later
Art Deco
nog steeds bloemmotieven, nu hoekiger: mathematische varianten van een bloem.
- Geabstraheerde basisvormen, mathematisch.
Gaudi
Utopisch grote kerk in Barcelona, waarin veel bioforme vormen voorkomen.
* Bladerdak -> gedifferentieerd licht -> apart sfeertje
Junk Art
Toren beschilderd met keramiek
Invloed van Japanse onderwerpen
Hoffman 1910
Ornamenten worden weggehaald -> strakke vlakken.
Nog wel geometrische natuur (Art Deco), maar er wordt meer gedecoreerd.
- Glas & Stijl
- Vraag: Bij een strakke rechte lijn, wel ornamenten
Bauhaus-stijl -> ornamentloos!
Nederland
- Invloed via Morris via de boekdrukkunst -> via samenlevingsfunctie. Goed leven = kunst. Ideeen van Morris hebben in de boekdrukkunst van Nederland grote invloed.
- Chaos van lettertypes & mogelijkheden
Opzet van een eenduidige visie
Jan Toorop 1910
- zweepslaglijn-figuur -> krijgt allerlei varianten
- Lijnen als vlakvulling
- Decoratieve opvattingen op mathematisch gebied. Schoonheid wordt gezocht in natuurlijke lijnen & in duurte van materialen -> de gewone man kan dit niet betalen.
- Kleuren: voornamelijk zwart / wit / rood.
Berlage 1920
Wereldberoemd i.v.m. het gebruik van materialen -> beursgebouw.
Gebaseerd op Neo-Romaanse kunst.
Arbeiders omhoog willen halen, met veel geluk.
- Losstaande Campanille
- Bakstenen combineren, met nieuwe technieken van ijzer & glas.
- Ontwerpen in de richting van rustig, strak en eenvoudig.
- Biomorfe vormen Jugendstil gecombineerd met baksteen.
In 1930 is Amsterdam het centrum van de Architectuur.
Steden en Samenlevingen
Utopisch Socialisten
1920: Opgang Utopisch denken:
Expressionisme (Dld, Brücke, Blaue Reiter)
Fritz Lang
Toekomstvisies -> film: * Metropolis
- Utopische gedachte over een heilstaat: De arbeider heeft het goed -> bovenwereld, hemel.
- Distopische gedachte: “oei, de robotisering gaat té ver” -> ondergronds, de hel
Licht speelt hierbij een belangrijke rol.
Ideaal: Lichtstad, met Licht als symbolische waarde.
Mensen zijn nog vrij optimistisch t.o.v. een stad & de grootsheid van het leven (=heilstaat)
MAAR: de 1e waarschuwing tegen dit alles komt voor in deze film:
Let op, we kunnen ook te ver gaan.
n.a.v. Metropolis
futuristische tekeningen
- Toekomstig utopisch denken -> industrialisatie maakt alles beter
- De stad is een heldere lichte plek vol met energie, beweging.
Science-Fiction Variant (vaak ook Distopie)
Ook ontstaat er een tendens naar bouwwijzen n.a.v. snelle schetsjes
Expressieve schetsen -> biomorfe vorm in gebouwen
Glasstad:
Stad die helemaal schijnend van glas zou zijn -> licht komt binnen.
Opbouw van de stad van Expressionisten (bijv. Bruno Tuit)
Naar iets stralends toebouwen -> bijv. gemeentebestuur, regering
Het centrum is nu een sociale plek.
• geen versiering (=ornament). Kaal en Rustig
• niet is mathematisch -> biomorf
• hele grote verschillen L/D (hét kenmerk van het expressionisme)
Hamburg 2003 = toppunt! (Glas én Biomorfe vormen)
---
Tegelijkertijd lopen de constructivisten: glas & staal!
Deze hele opzet levert kristalachtig licht.
---
De Stijl (1920)
- Invloed constructivisme Ook andersom!
- Invloed Bauhaus
Uitgangsprincipe: Arbeiders moeten een heldere, hygienische werkplek hebben.
• Mathematische vormen
De top van het bedrijf krijgt wél aanzicht: Grote kantoren, hoogbouw etc.
• Glas, Staal, Beton
Licht binnenkrijgen
Licht = hygiene -> Grotere ramen = meer licht (dus: hygienischer)
Glas: Relatie interieur / exterieur.
De stijl gaat kleur inde bouwkunst plannen: zwart/wit <--> geel/rood/blauw
Een huis = Opzet van ruimtelijke platen.
Harmonie & verhoudingen spelen een grote rol -> gesammtkunstwerk.
Start modernisme (tot op heden) = een visie.
Men gaat uit van het huis als doosvorm die ingericht moet worden.
Bezigzijn met mathematische vormen.
De stijl is al bezig met de hygiene en goedheid van mensen.
* Ziekenhuis – De Zonnestraal (let op: licht!)
Op een mathematische manier van werken wordt de natuur bij het gebouw betrokken:
in de natuur worden ontspanningsplekken gecreerd.
Tegenstelling: natuur <--> mathematiek.
Uit deze periode (1920/1930):
Opzet van Goed wonen (= vereniging)
De Ploeg (fabrieken) gaat hierbij een grote rol spelen.
Dit is de Nederlandse variant op het Bauhaus. Hij ontwerp stoffen met een mathematische opzet.
De stichting Goed Wonen is belangrijk geweest. Hierna worden namelijk een aantal zaken belangrijk:
1932-1933 zijn belangrijke jaren (zowel in Nederland, als in Europa)
Er ontstaat één beweging, met 3 namen:
1. “Het nieuwe bouwen” (tot 1960) De stijl
2. “De nieuwe zakenlijkheid” (zakenlijkheid = géén ornament!)
3. “Functionalisme” (bouwen om het doel: utilitair)
• Europese samenwerking: CIAM (Congres Internationale d’Architecture Mondial)
Streeft naar dezelfde kenmerken als “het nieuwe bouwen”
• Nieuwe objectieve kunst maken
Niets gotisch, niets classicistisch
1946: Stichting Goed Wonen wordt opgericht (Met CIAM ideeën)
Super idealistisch proberen ze mensen een goede woning te geven.
Prefab & Massaproductie
• Orde scheppen
Helder interieur ( weinig ornament) = Goed Wonen.
Ergonomie -> aanpassen aan het menselijk lichaam.
Interieurs van Goed Wonen:
Eenvoudig, strak, hard en functioneel.
Dit alles gebouwen van glas, staal, beton
Tegenbeweging
Frank Lloyd Wright
≠Glas, staal, beton -> Baksteen (want: natuur)
Niet alleen functioneel bezigzijn, maar ook de natuur erbij betrekken.
- Woonplekken creeeren in de natuur (Soms in zware relatie tot de natuur)
Net als tuinsteden: Organische architectuur
- Horizontaal blijvende huizen
- Japanse invloeden
- Grote dakranden -> L/D contrast
- Less is more (Shakers)
Alleen de rijken kunnen deze fijne huizen betalen.
Een huis wordt een geintegreerde woonplek tussen mens en natuur.
Midden in de natuur: organische architectuur: samengaan.
-> “Less is more”.
Rustig. Natuursteen combineren met beton.
n.a.v. Wright’s horizonataliteit
Minimal Art -> LESS IS MORE (géén ornamenten)
Combinatie van het organische & essentie van “het nieuwe bouwen” (alleen glas & staal)
Le Corbusier (Dé bouwmeester van de 20e eeuw)
Hij gaat met CIAM ideeen aan de gang
- functionaliteit
- modernisme
Én verhouding tot de natuur (= Wright)
Le Corbusier gaan flatgebouwen plannen:
Hij hoeft slechts een klein oppervlakte te slopen voor grote ruimtes, de lucht in:
1. Skeletbouw. Een stelsel van dragende delen
2. Omhoog halen. D.m.v. grote betonnen zuilen: pilotes
het gebouw komt van de grond af -> te gebruiken voor andere zaken.
Zo’n flatgebouw is een doos van losse vloeren: Dom-Ino
Op pilotes komen hele grote blokken vloeren & trappen (zwevend).
Dom-Inosysteem: alle wanden zijn vrij, niets draagt de wanden meer
Utilitair bouwen
Een heel appartement als ladekastje.
Allemaal gerelateerd naar de mensenlijke maat: modulus (Da vinci-gedoetje).
Menselijke afmetingen -> In gebouwen krijgt dus iedere wooneenheid een verplichte
afmeting.
Le Corbusier -> De ideale mens in een ideale woonruimte
-> In de natuur
“Zwevende huizen” -> Natuur zo min mogelijk aantasten
-> Natuur binnenhalen (dakterras, daktuinen)
In de richting van Frank Lloyd Wright: glas, beton, staal
MAAR: Le Corbusier gaat denken over gigantische steden.
Woonblokken & Hoge torens (steden voor 3 miljn inwoners)
Met bijv. een vliegveld in het midden van de stad.
Biomorfe vormen in gewapend beton.
Er ontstaan allerlei varianten op dit thema en deze gedachte.
De essentiele gedachte blijft:
De woning is een doos -> pré-fab
-> utilitaire bouw
Let Op: Steeds vaker wordt glas spiegelend (Weg int/ext)
1990 * Atlantis: Steden plannen n.a.v. de Oudheid (≠dozen!)
1980 Postmodernisme: zuilen, tympanen etc komen weer volop terug.
Pop-Art (1960)
Deze kunstenaar zijn het inhoudelijke beu, en richten zich op de gewone man.
Qua architectuur: de gewone stad beu, walking city.
Archigram (1965)
n.a.v. futuristische modellen (Santelia) een stad laten lopen.
Een stad is een constructie van structuren die aan elkaar gebouwd worden.
Stad op poten -> “weglopende stad”.
Dit is de Utopische Gedachte.
Verregaande SF plannen
Principe van Geodetische koepels
Zelfdragende koepels, die géén ondersteuning nodig hebben.
- Bestaat uit een structuur die zelfdragen is. Een natuurlijke structuur.
Op deze manier zijn gigantische ruimtes te plannen.
Constant Nieuwenhuijzen (1950-1960)
*Nieuw Babylon
Een nooit uitgevoerd concept, een Utopie.
Babylon was de stad van het slechte.
Doel: steden creeeren waar de stad vaste delen krijgt, waar je je kunt vermaken. Er moet een leuke plek zijn -> spelen.
“Homo ludens”: spelende mens
Indeling in Sectoren.
In maquettes zijn nieuwe materialen weer zichtbaar (glas).
Net zo idealistisch, maar wél uitgevoerd.
Arco Santi: Stad naar aanleiding van één flatgebouw onder de grond.
“Mens moet zich prettiger voelen” (meer psygisch)
(Los van de natuur / utilitie)
Drop City: niet-leuke steden. (Utopie wordt dystopie!)
Mensen buiten het systeem -> levend in échte dozen!
Junk-Art achtige zaken
Afrika
Optimistische, Utopische steden -> kleuren
Kingelez:
Bouwt maquettes voor toekomstig topsich leuke, aardige steden.
Met mooie materialen.
Is meer concept: “Zo zou het ook kunnen zijn” -> combinatie van zaken.
Niet met uitvoering als werkelijk doel.
Losse zaken
Nederlands Paviljoen van de Wereldtentoonstelling in Hannover (2000)
Alle landschappen van Nederland worden in dit Paviljoen getoond.
=Gesammtkunstwerk
Gepland in een systeem met skeletbouw (=Corbusier)
Opzet bomen = opzet Engelse Tuin.
(Paxton in 1851)
Oostenrijk
Kleur, licht, de natuur.
Het sprookjesachtige wordt naar boven gehaald.
1001-nacht architectuur -> in deze tijd volop ornament.
-> biomorfe vormen
Aanklacht tegen het hedendaags utilitair bouwen.
* Toren van Babel = stadsidee
“Ik ga zo hoog bouwen dat ik naar God ga”.
Steden met kleurtjes (Almere regenboogbuurt)
• Het Postmodernisme gaat zich nog sterker bezig houden met de bouwkunst -> kleuren. Niet meer functioneel & Utilitair.
• De nostalgie komt terug
Straatmeubilair
nieuw, flitsend (licht)
Lintbebouwing
blijft. Langs één weg staan alle huizen
Woonmall / Kledingmall
futuristisch wereldje
Vormen veranderen mee in de mogelijkheid van de computer.
De-constructivisme
Alle gebouwen (mathematisch) worden schots en scheef tegen elkaar gepland
Beeld-aspect
Lijn, kleur, compositie, structuur, verfsoort, dikte, fractuur etc.
inhoudsaspect
de achterliggende gedachte. Grondgedachtes.
Waarom wordt iets gebouwd?
bijv. Bauhaus = hygiëne.
Voorstelling:
Waarom, waar, waarom daar?
REACTIES
1 seconde geleden