Bijbelboek Esther

Esther

1. Koning Ahasveros verstoot koningin Wati.

Er is een koning die Ahasveros heet. Toen hij 3 jaar aan de macht was organiseerde hij een feest. Ahasveros had ook een vrouw die Wasti heet, zij hielt ook een feest, maar dat was een apart feest. De feesten duurde 7 dagen lang, en op de 7de dag vroeg de koning aan een paar kamerheren, of ze koningin Wasti wilden ophalen. Dat wilden de kamerheren wel, maar Wasti wou niet mee. Ze wou niet dat koning Ahasveros met haar ging pronken. De koning voelde zich hierdoor diep beledigd en hij was verschrikkelijk kwaad op de koningin. De koning ging overleggen met zijn ministers. De ministers zeggen tegen de koning dat er een wet moet komen die er voor zorgt dat koningin Wasti niet meer onder de ogen van de koning mag komen. De koning vond dat een heel erg goed plan, en ze voerden het uit. Er werd direct een wet gemaakt, voor de rest van het rijk van de koning en daar stond in dat elke man heer en meester moest zijn in eigen huis en met gezag moet spreken.

2. Esther wordt koningin.

Toen de koning een beetje weer tot rust was gekomen, begon hij weer aan Wasti te denken, aan haar gedag en wat voor maatregelen hij had genomen. De kamerlieden vonden de koning eigenlijk wel een beetje zielig en vonden dat er een nieuwe koning moest komen. Er werden allemaal brieven over het rijk heen gestuurd, om jonge meisjes op te zoeken. Het meisje die bij de koning het meest in de smaak zou vallen die zou de opvolger van Wasti worden.
Er woonde in het land van koning Ahasveros een jood die Mordekai, hij was de voogd van de dochter van zijn oom. Die dochter heet Esther (ook joods) en ze deed ook mee aan de verkiezing wie het mooiste meisje was in het rijk van koning Ahasveros. Er deden veel meisjes mee en werden naar de koning gebracht. Esther viel direct bij de koning in de smaak, en ze werd gekroond als koningin. Maar Esther moest zich aan één ding houden van Mordekai en dat was dat ze niet mocht vertellen dat ze joods was. Mordekai die nog steeds bij Esther in de buurt was gebleven die zat vaak in de poort. Maar toen op een dag hoorde hij dat een paar ministers met elkaar praten over een aanslag plegen op koning Ahasveros. Mordekai zei het tegen Esther en zij vertelde het weer aan de koning. Mordekai heeft hierdoor niets gekregen of is echt bedankt, maar hij werd opgeschreven in een boek.

3. Hamans plannen om de Joden uit te roeien.

Hierna onderscheidde koning Ahasveros een man die Haman heette. Hij werd erg geëerd en stond boven de gewone ministers. Er was een regel bedacht dat als Haman langs kwam dat je moest gaan knielen. Bijna iedereen deed dat behalve Mordekai. Hij wou niet knielen omdat hij joods was. Haman vond dit helemaal niet leuk en wou een slim plannetje bedenken, hij wou dat Mordekai zo snel mogelijk gedood werd. Hij bedacht een plannetje dat niet alleen Mordekai gedood werd maar het hele joodse volk. Hij sprak hierover met de koning en zei dat er een volk weg moest. Haman zei alleen niet welk volk er weg moest, maar de koning vond alles goed wat Haman zei dus hij vertrouwde hem. Haman liet een brief opstellen voor heel het land met de tekst: Op één en dezelfde dag, de dertiende van de twaalfde maand, moeten alle joden jong en oud, kinderen en vrouwen uitgemoord worden en hun bezittingen moeten in beslag worden genomen.

4. Mordekai roept de hulp van Esther in.

Toen Mordekai hoorde wat er gebeurt was, werd hij heel erg verdrietig. Toen Esther hoorde wat er gebeurt was, werd zij ook heel erg verdrietig. Esther wilde snel naar de koning toe, maar dat kon eigenlijk niet, omdat je niet zomaar in de vertrekken van de koning mocht komen zonder er naar gevraagd te hebben aan de koning. Als iemand dat toch deed dan stond hem de doodstraf te wachten. Ze besloten om niet meer te gaan eten drie dagen lang en iedereen van de Joden moest meedoen van hem.

5.Esther nodigt de koning en Haman aan tafel.

Op de derde dag van het niet eten trok Esther haar mooiste kleren aan, want ze wou naar de koning toe. Esther had geluk dat de koning met haar wilde praten. Esther stelde voor om met de koning en Haman te gaan eten, de koning vond dat een goed plan. Toen ze aan het eten waren vroeg de koning aan Ester waarom ze dit gedaan had. Ester antwoordde dat ze nog een keer met de koning en Haman wou eten en dat ze het dan ging zeggen wat ze eigenlijk wou zeggen. Opgewekt ging Haman weer naar huis toe, totdat hij Mordekai zag zitten, toen was zijn hele stemming weer weg. Even later was hij thuis, en vertelde alles aan zijn vrouw en aan zijn vrienden. Zij gaven de raad om een vijfentwintig meter hoge paal neer te zetten om Mordekai aan op te hangen. Dit vond Haman een goed plan en hij liet een hoge paal neerzetten.

6. Mordekai wordt door de koning beloont.

Die nacht lukte het de koning niet om de slapen. Daarom vroeg hij het boek waar alles in opgeschreven stond wat iedereen voor goede en slechte dingen hadden gedaan. Toen hij aan het lezen was kwam hij het stuk van Mordekai tegen. Net op het zelfde moment kwam Haman binnen met het plan om Mordekai op te gaan hangen. De koning vroeg aan Haman: “Wat zou jij doen als er iemand geëerd moest worden?” Haman dacht dat het over hem zou gaan, dus hij zei terug dat men een koningsmantel moest halen en een paard waarop alleen de koning rijdt en dat hij op zijn kop de koninklijke rozet moest dragen. En dat er iemand voor op moet lopen die roept: Zo beloont de koning, die hij wil eren Haman leek dit wel wat, zo door de stad, maar toen gebeurde iets wat hij niet had verwacht. De koning zei tegen Haman dat hij Mordekai moest gaan halen en hem zo te gaan eren. Haman vond dit niet leuk en was nu echt kwaad. Toen dit gebeurt was ging hij weer bij Esther eten.

7. Ondergang van Haman.

Onder het eten zei Esther wat er aan de hand was, wat Haman met haar volk wou gaan doen. De koning vond dit afschuwelijk, en hij zorgde ervoor dat Haman werd opgehangen aan de paal die hij zelf had gemaakt voor Mordekai.

8. Een nieuw dekreet brengt de joden uitkomst.

Na deze gebeurtenis kreeg Ester al Hamans spullen, en Mordekai werd nog meer geprezen. Esther vroeg ook nu aan de koning of het bevel van Haman terug getrokken kon worden, dat alle Joden dood moesten. Maar de koning zei dat het niet kon, omdat zijn handtekening hier onder stond. Mordekai maakte een andere brief waar in stond, dat als iemand iets tegen de Joden deed, dat de Joden dingen terug mochten doen.

9. Joden nemen wraak op vijanden.

De dag was aangebroken dat ze de Joden mochten aanvallen. Maar hij omgekeerde gebeurde, vooral de Joden vechten tegen de andere volkeren. Andere volkeren waren bang van Mordekai en zijn volk geworden. Er werden ook nog broers van Haman opgehangen en alles werd weer afgesloten met een feest.
Het puimfeest.
Mordekai heeft alle gebeurtenissen opgeschreven. Hij schreef ook brieven dat iedereen het Purimfeest moesten gaan vieren ieder jaar. Het heet purimfeest omdat pur, lot betekent.

10. Roem voor Mordekai.

Koning Ahrosveros legde in zijn rijk belastingen op. Mordekai stond bij hem op de eerste plek van belangrijkheid. Mordekai pleitte vrede voor al hun nakomelingen.