Naamval/coniunctivus-verklaring

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 359 woorden
  • 18 maart 2004
  • 172 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
172 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Functie naamvallen:

Nominativus:

subject/onderwerp

predikaatsnomen/naamwoordelijk deel gezegde

Genitivus:

genitivus possesivus/bezit ('van...')

genitivus subjectivus (timor hostium=vrees van de vijanden)

genitivus objectivus (timor hostium=vrees voor de vijandern)

genitivus qualitatis/eigenschap/gemoedstoestand

genitivus partitivus/geheel waarvan deel wordt genoemd (multi nostrum=velen van ons)

na prepositie/na voorzetsel

aanvulling bij werkwoord

Dativus:

indirect object/meewerkend vw ('aan/voor...')

dativus (in)commodi/ ten (voor)(na)dele van iemand of iets

dativus auctoris/handelende persoon bij gerundivum ('door...')

dativus finalis/doel (vos auxilio arcessimus=wij roepen jullie te hulp)

dativus possesivus/bezit (mihi domus est=aan mij is een huis/ik heb een huis)

na prepositie/na voorzetsel

aanvulling bij werkwoord

Accusativus:

object/lijdend voorwerp

doel/richting ('naar...' Romam=naar Rome)

afstand (quattuor milia ambulavit=ik heb vier mijl gewandeld)

tijdsduur (multas horas laboravi=ik heb vele uren gewerkt)

subjectsaccusativus in de AcI/onderwerp van de AcI

na prepositie/na voorzetsel

aanvulling bij werkwoord

Ablativus:

ablativus separativus/afstand/waarvandaan (Roma=uit Rome)

ablativus instrumenti/middel waarmee ('met...' Gladio=met een zwaard)

ablativus sociativus/degene waarmee ('met...' amicis=met vrienden)

datgene waarvan iets wordt voorzien (implere poculum vino=beker vullen met wijn)

ablativus modi/manier waarop (magno clamore=onder luid geschreeuw)

ablativus causae/oorzaak ('door...')

ablativus qualitatis/eigenschap/gemoedstoestand (virtute=met grote moed)

ablativus comparationis/vergelijkend (melior illo=beter dan hij)

ablativus loci/plaats (geen grensoverschrijding!)

ablativus temporis/tijdstip of tijdsruimte (postero die=de volgende dag)

subjectsablativus in de ablativus absolutus

ablativus mensurae/mate waarin delen van elkaar verschillen

na prepositie/na voorzetsel

aanvulling bij werkwoord

Functie coniunctivus

In de hoofdzin:

wens ('moge...')

aansporing ('laten...')

verbod

potentialis/mogelijkheid ('zou kunnen/kunnen')

irrealis/onmogelijkheid/niet werkelijkheid

dubitativus/twijfel

In de bijzin:

potentialis/mogelijkheid (si+con=als)

temporeel/tijd (cum+con=toen)

causaal/oorzaak/reden (cum+con=omdat)

consessief/toegeving (cum+con=hoewel)

consecutief/gevolg (ut+con=zodat/dat)

finaal/doel/bedoeling (ut+con=opdat/om te)

bijzin in een bijzin (bijvoorbeeld bijzin in de AcI)

indirecte rede

indirecte vraagzin/afhankelijke vraagzin (hij vroeg zich af waarom het zo lang deed)

subjectieve uitspraak (er geen sprake van aan feit, maar een mening)

REACTIES

B.

B.

Ik begrijp er HELEMAAL NIKS van!

10 jaar geleden

L.

L.

K snap hier echt niks van

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.