grammatica Hoofdstuk 2 blz. 104 t/m 108

Beoordeling 10
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 1e klas vwo | 517 woorden
  • 21 juni 2016
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 10
3 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

Grammatica overzicht Latijn Les 8 en 9

Werkwoord: Persoonsuitgangen

Een persoonsvorm bestaat uit een werkwoordstam en een persoonsuitgang. Je kent al twee persoonsuitgangen: -t voor het enkelvoud en -nt  voor het meervoud.

Persoonsuitgangen

Enkelvoud

Meervoud

Eerste persoon

-o  

bv: rideo- ik lach

-mus 

bv: ridimus- wij lachen

Tweede persoon

-s  

bv: rides- jij lacht

-tis

bv: ridetis- jullie lachen

Derde persoon

-t  

 bv: ridet- hij/zij lacht

-nt

bv: rident- zij lachen

Persoonsvorm= werkwoordstam + persoonsuitgang

Voor iedere persoon van het werkwoord in enkelvoud en meervoud is een aparte persoonsuitgang. Het is dus niet nodig dat het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp in de zin staat. Het word gebruikt om een nadruk te geven:

Rideo          Ik lach

Ego rideo   Ik lach

Werkwoord: A- stam, E- stam, I- stam, medeklinkerstam

De persoonsvormen en de infinitivus (-re) worden allemaal gevormd met dezelfde werkwoordstam. In het Latijn zijn vier groepen werkwoordstammen, genoemd naar de laatste letter van de stam.

Werkwoordstammen

stam

Laatste letter

naam

Clama- t

clama

-a

a-stam

Ride- t

ride

-e

e-stam

Veni-t

veni

-i

i-stam

Bib- i- t

bib

Een medeklinker

medeklinkerstam

Werkwoord Esse en Posse

Esse

Zijn

Posse

Kunnen

Enkelvoud

Eerste persoon

sum

possum

Tweede persoon

es

potes

Derde persoon

est

potest

Meervoud

Eerste persoon

sumus

possumus

Tweede persoon

estis

potestis

Derde persoon

sunt

possunt

Grammatica overzicht Latijn Les 8 en 9

Werkwoord: Persoonsuitgangen

Een persoonsvorm bestaat uit een werkwoordstam en een persoonsuitgang. Je kent al twee persoonsuitgangen: -t voor het enkelvoud en -nt  voor het meervoud.

Persoonsuitgangen

Enkelvoud

Meervoud

Eerste persoon

-o  

bv: rideo- ik lach

-mus 

bv: ridimus- wij lachen

Tweede persoon

-s  

bv: rides- jij lacht

-tis

bv: ridetis- jullie lachen

Derde persoon

-t  

 bv: ridet- hij/zij lacht

-nt

bv: rident- zij lachen

Persoonsvorm= werkwoordstam + persoonsuitgang

Voor iedere persoon van het werkwoord in enkelvoud en meervoud is een aparte persoonsuitgang. Het is dus niet nodig dat het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp in de zin staat. Het word gebruikt om een nadruk te geven:

Rideo          Ik lach

Ego rideo   Ik lach

Werkwoord: A- stam, E- stam, I- stam, medeklinkerstam

De persoonsvormen en de infinitivus (-re) worden allemaal gevormd met dezelfde werkwoordstam. In het Latijn zijn vier groepen werkwoordstammen, genoemd naar de laatste letter van de stam.

Werkwoordstammen

stam

Laatste letter

naam

Clama- t

clama

-a

a-stam

Ride- t

ride

-e

e-stam

Veni-t

veni

-i

i-stam

Bib- i- t

bib

Een medeklinker

medeklinkerstam

Werkwoord Esse en Posse

Esse

Zijn

Posse

Kunnen

Enkelvoud

Eerste persoon

sum

possum

Tweede persoon

es

potes

Derde persoon

est

potest

Meervoud

Eerste persoon

sumus

possumus

Tweede persoon

estis

potestis

Derde persoon

sunt

possunt

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.