Grammatica overzicht Latijn Les 8 en 9
Werkwoord: Persoonsuitgangen
Een persoonsvorm bestaat uit een werkwoordstam en een persoonsuitgang. Je kent al twee persoonsuitgangen: -t voor het enkelvoud en -nt voor het meervoud.
Persoonsuitgangen | Enkelvoud | Meervoud |
Eerste persoon | -o bv: rideo- ik lach | -mus bv: ridimus- wij lachen |
Tweede persoon | -s bv: rides- jij lacht | -tis bv: ridetis- jullie lachen |
Derde persoon | -t bv: ridet- hij/zij lacht | -nt bv: rident- zij lachen |
Persoonsvorm= werkwoordstam + persoonsuitgang
Voor iedere persoon van het werkwoord in enkelvoud en meervoud is een aparte persoonsuitgang. Het is dus niet nodig dat het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp in de zin staat. Het word gebruikt om een nadruk te geven:
Rideo Ik lach
Ego rideo Ik lach
Werkwoord: A- stam, E- stam, I- stam, medeklinkerstam
De persoonsvormen en de infinitivus (-re) worden allemaal gevormd met dezelfde werkwoordstam. In het Latijn zijn vier groepen werkwoordstammen, genoemd naar de laatste letter van de stam.
Werkwoordstammen | stam | Laatste letter | naam |
Clama- t | clama | -a | a-stam |
Ride- t | ride | -e | e-stam |
Veni-t | veni | -i | i-stam |
Bib- i- t | bib | Een medeklinker | medeklinkerstam |
Werkwoord Esse en Posse
Esse Zijn | Posse Kunnen | |
Enkelvoud | ||
Eerste persoon | sum | possum |
Tweede persoon | es | potes |
Derde persoon | est | potest |
Meervoud | ||
Eerste persoon | sumus | possumus |
Tweede persoon | estis | potestis |
Derde persoon | sunt | possunt |
Grammatica overzicht Latijn Les 8 en 9
Werkwoord: Persoonsuitgangen
Een persoonsvorm bestaat uit een werkwoordstam en een persoonsuitgang. Je kent al twee persoonsuitgangen: -t voor het enkelvoud en -nt voor het meervoud.
Persoonsuitgangen | Enkelvoud | Meervoud |
Eerste persoon | -o bv: rideo- ik lach | -mus bv: ridimus- wij lachen |
Tweede persoon | -s bv: rides- jij lacht | -tis bv: ridetis- jullie lachen |
Derde persoon | -t bv: ridet- hij/zij lacht | -nt bv: rident- zij lachen |
Persoonsvorm= werkwoordstam + persoonsuitgang
Voor iedere persoon van het werkwoord in enkelvoud en meervoud is een aparte persoonsuitgang. Het is dus niet nodig dat het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp in de zin staat. Het word gebruikt om een nadruk te geven:
Rideo Ik lach
Ego rideo Ik lach
Werkwoord: A- stam, E- stam, I- stam, medeklinkerstam
De persoonsvormen en de infinitivus (-re) worden allemaal gevormd met dezelfde werkwoordstam. In het Latijn zijn vier groepen werkwoordstammen, genoemd naar de laatste letter van de stam.
Werkwoordstammen | stam | Laatste letter | naam |
Clama- t | clama | -a | a-stam |
Ride- t | ride | -e | e-stam |
Veni-t | veni | -i | i-stam |
Bib- i- t | bib | Een medeklinker | medeklinkerstam |
Werkwoord Esse en Posse
Esse Zijn | Posse Kunnen | |
Enkelvoud | ||
Eerste persoon | sum | possum |
Tweede persoon | es | potes |
Derde persoon | est | potest |
Meervoud | ||
Eerste persoon | sumus | possumus |
Tweede persoon | estis | potestis |
Derde persoon | sunt | possunt |
REACTIES
Er zijn nog geen reacties op dit verslag. Wees de eerste!
Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.
:name
:name
:comment
1 seconde geleden