Waar heb jij je schoolspullen gekocht?

Doe mee aan het Back To School onderzoek over schoolspullen en maak kans op een Bol.com bon van 25 euro.

Daedalus en Icarus verklaringen

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 613 woorden
  • 7 november 2003
  • 33 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
33 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
5 belangrijke vragen die je jezelf moet stellen als studiezoeker

Met keuze uit ruim 1.600 hbo- en wo-bachelors in Nederland is het best lastig om een studie te kiezen. Hoe begin je met zoeken, en hoe kom je dichterbij de studie die bij je past? Om je daarbij te helpen, hebben we vijf belangrijke vragen op een rijtje gezet die je jezelf moet stellen tijdens je studiezoektocht.

Naar de pagina
Verklaringen: Daedalus en Icarus

Enkele begrippen:
Hyperbaton: adjectief…substantief vb: r.183: longum…exilium
2 redenen: 1. metri causa (omwille van het metrum)
2. expressief: het adjectief wil de dichter benadrukken omdat hij
vindt dat dat iets uitdrukt in de context van het verhaal
Enjambement: één woord op een regel dat inhoudelijk en grammaticaal bij de vorige
regel hoort.

r. 183-185: Daedalus + perosus Creten et longum exelium
+ tactus ( tangere) amore loci natalis
HZ : + clausus erat pelago
r. 185: licet : voegwoord wat een toegevende BZ inleid
undas: hier “de zee” (normaal: “golf”  metonymie)
r. 186: caelum certe: alliteratie (met assonantie in de hele regel)
heel de regel: harde klanken (c, t, (a)) die zowel frustratie weergeven als
vastberadenheid om te vertrekken
obstruat heeft als onderwerp: koning Minos
ibimus: futurum simplex
r. 187: possideat: conj. praes.: met een toegevende schakering (+ond: Minos)
r.183-r.187: - Daedalus … Minos: dat zijn benadrukte woorden die tegelijk tegengesteld
zijn

- perosus = ook benadrukt hij is het écht wel beu
Daedalus..perosus..exilium = dus benadrukt: daar draait het om!!
r. 187: assonantie: a, o, i
= een symmetrisch vers qua metrum
r. 188: (in) artes ignotas: onbekende kunsten (= het vliegen)
animum dimittere: nadenken
r. 189: penna: veer + LA: coeptas a minima
r. 191: ut…putes: BZ van gevolg (crevisse crescere)
quondam: ooit, vroeger
r. 192: disparibus + avenis
r. 193: imus: buitenste
adligare: verbinden
r. 195: ut…aves: BZ van gevolg
r. 195-200: puer Icarus + stabat (+ abl: ore renidenti)
+ captabat
+ mollibat
+ inpediebat

+ ignarus + ACI: se tractare
prospectief element (kennisvoorsprong)

pericla wijst op de was wat hem zal doden

de onderlijnde werkwoorden (die bij Icarus staan) zijn allemaal het eerste
woord van de regel (worden dus benadrukt) en staan allemaal in de ind.
imperfectum om te benadrukken dat het lang duurt.
sua + pericla
vaga + aura
flavam + ceram
mirabile + opus
r. 200-202: coepto opere (coepto coepisse)
postquam imposita est + ond : manus ultima
HZ opifex + libravit (ipse suum corpus ; zichzelf)
+ pependit (pendere) in mota (PPP van movere) aura
r. 203-205: moneo + completiefzin:
1. ne...gravet + unda + vw. BZ: si...ibis*
2. ne...adurat + ignis + vw.BZ: si...ibis*
* : staat in de realis: het gaat echt gebeuren!
demissior: te laag = een comparatief

r.206-208: iubeo + ACI: te spectare + de sterrenbeelden

= poeta doctus: “hij weet er alles van!”
r. 208: me duce: LA zonder participium
volandi : gerundium in de genitivus bij praecepta
Hulpboek:
2. a) de berg/heuvel en de panfluit
3. a) het verwijst naar de was die gaat smelten door de warmte van de zon
b) metonymie: abstractum pro concretum
4. r. 196 en r. 204-205 die in de realis staan!

r. 210: inter: tijdens: tijdbepalend
maduere: gesyncopeerde vorm: “werden nat”
r. 211: tremuere: gesyncopeerde vorm: “begonnen te trillen”
r.211-216: nato + suo
ante: bijwoord: “voorop”
nido + ab alto

“zoals een vogel die zijn tengere kroost naar buiten voert vanaf het hoge
nest naar de lucht” m.a.w. “leert vliegen”
artes + damnosas
suas + alas
respicit + alas (accusativus) + nati (genitivus)
r. 217..: aliquis videt
pastor + obstiruit
arator credidit
+ ACI : eos…esse deos
qui…possent (attractio modalis)
tremula + harundine
hos en eos verwijzen naar Daedalus en Icarus
r. 220-226: laeva + parte
Iunonia + Samos + est
het deel over de eilanden = poeta doctus

cum inversum: omgekeerd: HZ = bijzaak
“toen” BZ = hoofdzaak

onderwerp: vicinia + gen.: rapidi + solis

oderatas + ceras
r. 227: ille verwijst naar Icarus
nudos + lacertos
r. 229: ora + clamantia
r. 233: dicebat : ‘bleef hij zeggen’ : de nadruk op dat hij bleef roepen
r. 235: tellus: aarde, grond
sepulti: PPP. Gen. bij nomine

“Perdix heeft leedvermaak” bezit aetiologische (verklarende) elementen

Hulpboek:
5. 10-12 jaar (hij is nog speels)
6. a) Daedalus met de volgen (en kroost)
b) bezorgdheid
7. Ja, hij blijft hem waarschuwen
de tranen, trillende handen …
8. = prospectieve elementen: r. 212: het kussen
r. 215: damnosas artes
9. – verlangen naar de hemel
- hij vindt het leuk en wordt overmoedig

10. pathos: een heel emotionele voorstelling
dicacitas: ironish
Dus het is pathos
11. leven en dood
12. Daedalus wilt iets doen dat nieuw is, wat nog nooit iemand gedaan heeft.
Icarus gaat steeds maar hoger vliegen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.