Cultuur romeinse legers H15+16

Latijn Cultuur Imperium H15 en 16

H15
Blz 4
Castra
Toen de Romeinen bijna overal heersten werden op strategische plaatsen (grensgebieden) legerkampen (castra) gebouwd voor de legioenen. Castra’s hielden het gebied onder controle.

Om het kamp te beveiligen werd het omringd door een gracht en een zware stenen muur. Wachttoren hielden de omgeving in de gaten.
Het kamp was zo ingedeeld:
- 2 elkaar kruisende hoofdstraten
- 4 poorten

- belangrijke gebouwen in het midden: hoofdkwartier (principia) en woning van de bevelhebber (praetorium).

De soldaten leefden met 8 mannen bij elkaar in kleine barakken. De barakken bestonden uit een vertrek voor bezittingen en een slaapkamer.

Blz 6
De Romeinse legioensoldaten
Het Romeinse leger bestond uit beroepssoldaten. Op 17-18 jarige leeftijd begonnen ze als rekruut (tiro). Na de opleiding waren ze legioensoldaat (legionaris).
Een groep bestond uit 8 mannen, die deelden samen een tent (contuberbium) en een muilezel om de bagage te dragen.

Een centurio had de leiding over een centuria, bestaande uit 80 mannen (10 contubernia).

Zes centuria vormden een cohort (cohors)(480 man).
Tien cohorten vormen 1 legioen (4800 man).
Daarbij kwamen dan ook nog mensen die in dienst stonden van het legerbedrijf (timmermannen, smeden, artsen, boekhouders). In totaal bestond een legioen ong uit 5000 of 6000 man.

8 legionarissen→contubernium
10 contubernia→centuria
6 centuria→cohort
10 cohorten→1 legioen

Het Romeinse leger
Aan het hoofd van een aantal legioenen stond een bevelhebber (legatus, meestal een senator uit Rome). Stafofficieren (tribuni) deden het administratieve werk. In een castra had een kampcommandant (praefectus castorum) de leiding.

Hulptroepen bestonden uit niet-Romeinse provinciebewoners.

Op hun 45ste waren de soldaten veteranus. Ze kregen 10 jaar soldij mee of een stukje land.

Nijmegen
Tijdens de regering van keizer Augustus werd een legerkamp gebouwd in Nijmegen, omdat de Romeinen het gebied ten noorden van de rijn wilden veroveren. Toen dat plan werd opgegeven werd het legerkamp niet meer gebruikt. Na de opstand van de Bataven in het jaar 70 wilden de romeinen het gebied scherper in de gaten houden en werd op die plaats het tiende legioen gelegerd.
Dichtbij de legerplaats ontstond een nederzetting van de Bataven. Er werd gehandeld met de soldaten. Het kreeg de naam Noviomagus, en later de officiële naam Ulpia Noviomagus Batavorum.

Blz 8
Romeinse wegen
Romeinse soldaten bouwden hun eigen Legerkampen en wegen. Ze hadden een groot wegennet opgebouwd. De wegen werden gebouwd voor het leger, omdat het belangrijk was dat dat zich snel kon verplaatsen. Kooplieden en koeriers gebruikten de wegen ook, het waren dus ook handelswegen.

H16
Blz 18
Colonia
Romeinen bouwden voor veteranen eigen steden, Coloniae, daar konden de soldaten een nieuwe bestaan opbouwen, en het zorgde voor rust en orde in de wijde omtrek. Een coloniae werd opgebouwd volgens de lijnen van een legerkamp.

Steden
De steden waren de economische en cuturele centrums van het omringde gebied. Er waren importproducten en producten van de villa’s. Mensen namen ook dingen van elkaar over, zoals taal en godsdienst.

Blz 20
Ontwikkeling van Steden

5 redenen
• Op kruispunten van nederzettingen
• In de nabijheid van legerkampen
• Bij de zee, door handel
• Aanwezigheid van natuurlijke bronnen
• ?? vestigen van handelaren???

Blz 22
Glas uit Keulen
Het glas was in het oosten uitgevonden. Je kon er ook een kleurtje aan toevoegen. Later werd het glasblazen uigevonden toen had je meer vormen.
Glazen voorwerpen werden dagelijks gebruikt. Bekers enzo. Later werd ontkleurd glas uitgevonden. Overal waar de grondstoffen waren voor glas ontstonden centra van de glasindustrie, ook in de buurt van Keulen. Typerend voor glaswerk uit Keulen zijn de versieringen.