Futurisme 1909 tot 1916
- Mensen moeten het verleden vergeten, een geheel nieuwe stijl met agressieve ondertoon
- Marinetti: “steek de bibliotheken in de brand”
- Futurisme is geen stijl eerder een mentaliteit of een ideologie
- Moderne, dynamische maatschappij
- Dynamiek was het aller belangrijkste
- Snelheid, lawaai en drukte van de nieuwe wereld
- Architectuur: zakelijkheid
- Structuur,luchtbogen maken een dynamisch effect
- Liften buiten het gebouw geeft ruimte
- Schilderkunst: vormherhaling voor dynamiek
- Ellipsvormige fragmenten
- Actielijnen
- Losse toetsen
- Benadrukken van verzadigde kleuren
- Vorm kleur en licht breking
- Beeldhouwkunst: asymmetrisch compositie
- Afgietsels
- Vloeiende vormen
- Geabstraheerd
- Drie dimensionaliteit
De Stijl 1917 tot 1931
- De nieuwe beelding of neoplasticisme
- Rechte lijn primaire kleuren, wit en zwart
- Universele uitbeeldingsvorm
- Architectuur, beeldhouwkunst en schilderkunst moest een kunst worden alles moest samen een zijn
- Haaks op elkaar geplaatste snijdende overlappende vlakken
- Verspringen door reliëf werking
- Openheid en gewichtloosheid
- Lineaire elementen, asymmetrisch geplaatst zorgt voor een spanning
- Niet de functie maar het esthetische principe (gevoel van het schone/mooie) van de Stijl bepaald de vormgeving
- Non-figuratief
- Dekkend en egaal in strak begrensde vlakken
- Geen persoonlijke toets of signering
- Universele harmonie
- Strijd tussen het stoffen en het geestelijke
- Beeldhouwkunst: blokken en balken, basiskleuren, basisvormen, basisrichtingen
- Bekende schilder: Mondriaan
Constructivisme 1917 tot 1924
- Eerlijke en nieuwe wereld, uit Rusland
- Constructie is de grondslag
- Kunst en leven moesten een eenheid worden
- Geometrische basisvormen
- Suprematisme
- Glas: openheid
- Dynamisch ritmisch effect
- • Symboliseren van de communistische ideologie (eerlijkheid en openheid
- Sfeer van agressie door zwart wit en rood
- Asymmetrische compositie, door geometrische basisvormen
- Vlakken en platen die haaks op elkaar staan, in de beeldhouwkunst
- Constructie is helder zichtbaar
- Omtreklijnen
- Lichtval en schaduwwerking spelen mee bij de indruk van de beschouwer
- Plastic en glas
- Brons, ijzer, hout en metaaldraad
- Ontwerpen voor politieke affiches, revolutionaire pamfletten soms met autonome functie
Functionalisme in de architectuur van af 1900
- Het doel van gebruik bepaald de vormgeving van een gebouw
- De vorm volgt de functie
- Wrights: Amerikaanse architect
- Zuiverheid van vorm en constructie
- Beursgebouw Berlage in Amsterdam ->
- De dragende constructie is skeletbouw van beton, staal en glas met een open effect
- Weinig tot geen versiering want de woonfunctie of functie moet naar voren komen!
- ‘Nieuwe zakelijkheid’: rationalisme, moderne materialen en serieproductie
- Modulor (:maatverhoudingen die van het menselijk lichaam en de leer van de gulden snede uitgaan) wordt gebruikt voor de afmetingen van gebouwen
Bauhaus 1919 tot 1933
- Alle kunstvormen moeten in dienst staan van de architectuur
- Meesters geven les aan de Bauhaus., Kandinsky gaf schilderles en kleuren kennis. Ook architecten, fotograven, toneel, beeldhouwkunst
- De nazi’s dwingen sluiten Bauhaus in Weimar
- In Amerika komt het New Bauhaus in Chicago
- Heldere vormgeving en constructie
- Geometrisch en functioneel
- Gladde zakelijke vormgeving
- Beton-staal skeletbouw, vliesgevels, prefabbouw: de internationale stijl (over de hele wereld toepasbaar)
- Grafischevormgeving schilderkunst
- Kleur beperking
- Dynamische compositie, asymmetrische compositie: krachtige doorwerking
- Basisvormen
- Geometrische vormgeving
- Arts en Crafts inspireert de textiel kunst: beeldende aspecten abstracte voorstelling
Dada 1916 tot 1923
- Afzet tegen alle westerse beschaving, tegen de 1e wereldoorlog
- De oorzaak was volgens hen de burgerlijke cultuur
- Ongebruikelijke materialen
- Technieken en kunstvormen die nooit gebruikt werden
- Niet realistisch kleurgebruik
- Compositie is druk en chaotisch
- Nauwelijks sprake van vormeenheid
- Gevonden voorwerpen werden in schilderijen verwerkt
- Beeldhouwkunst: toevallig gevonden voorwerpen, massaproducten verwerkt in kunst.
- Nieuwe betekenis geven aan de voorwerpen
- Kunst los van zichtbare werkelijkheid!
- Dadaïsten willen de invloed van de techniek op de mens belachelijk maken
- Nederlandse dadaïst: Theo van Doesburg
- •Duitse dadaïst: Huismann
Surrealisme vanaf 1924
- Breton was onder de indruk van Sigmund Freud, hij zei dat je je droomwereld en verborgen angsten de vrije loop moesten laten
- De droom en het onderbewuste erkende de dichter Breton een grote plaats toe in de kunst
- Het absurde en onwerkelijke
- Surrealisme: boven de werkelijkheid
- Kunstenaars: Dali, Delveaux, Ernst, Magritte, Miro en Masson
- Figuratieve schilderijen
- Figuratieve surrealistische schilderkunst: realistische weergave
- Gedetailleerd geschilderd
- Geheimzinnige lichtval
- Lijn en atmosferisch perspectief
- Schaduwen nat in nat schildertechniek
- Vervreemd effect
- Automatisch schilderen, wat in je hoofd opkomt direct op papier zetten (Miró)
- Door voorgrond motieven ontstaan ruimte perspectieven
- Voorkeur voor experimentele technieken
- Decalcomanie: afdrukken van beschilderd materiaal op beeldvlak
- Frottage: afdrukken van in verf gedrenkte doeken of proppen papier op het beeldvlak
- Beeldhouwwerk: onbewuste inval verwerken in kunst
- Materialen veranderen van glad naar extreem ruw
- Functievevreemding (bijv: bonte kopje)
- Allerdaagse werkelijkheid wordt veranderd
- Toeval, onbewuste ingeving, ready-mades en objets- trouves bepalen de surrealistische vormgeving
Nieuwe zakelijkheid en magisch realisme 1920 tot 1950
- Trieste sfeer
- Moderne stedelijke cultuur
- Bittere teleurstelling tijdens de 1e wereldoorlog
- Dromen, visioenen, geheimzinnige sfeer een grote rol
- Glaceertechniek laagje voor laagje transparant olie verf aanbrengen
Abstract expressionisme in Amerika 1943 tot 1953
- American abstract artist
- Automatisch schilderen surrealisme en de vormentaal van Mondriaan
- Spontane gevoelens in abstracte composities
- Action-painting à deels figuratief deels abstract ,drippings, ritmische composities, sterk verdund
- Colorfield painting à strak begrenst, ruimtesuggestie door overlapping kleurvlakken, kleursensatie
- Hard-edge à contrasterende kleurvlakken, onpersoonlijkheid, veel ruimtesuggestie door haaksheid, egaal ingeschilderd, of ingespoten
Abstract expressionisme in europa 1940 tot 1959
- Informele kunst
- Inspiratie, kindertekeningen, gehandicapten, krabbels van oerstammen
- Tachisme: Action-painting
- Cobra: agressieve felle kleuren, in afbeeldingen die zeer gedurfd waren, vrolijk en zeer fel, expressief primitievenkunst door stilering
- Materieschilderkunst: textuur en oppervlak waren heel belangrijk reliëf action karakter, non-fiction, natuur en aarde.
Popart 1955 tot 1970
- Ook wel neodada
- Moderne welvaartsmaatschappij
- Moderne consumptie goederen
- Harde pop commercie
- Zachte pop gevoel van de kunstenaar over de maatschappij
- Leefcultuur
- Fel en contrastrijk
- Decoratieve en egale vlakken
- Vormen zijn scherp afgebakend
- Blow up: vergroting van bestaands voorwerp element
- Technieken: Airbrush ( verfspuit) en zeefdruk
- Fotografische zeefdruk techniek
- Onpersoonlijk en afstandelijk zodat men niet kan zien of de kunstenaar kritisch of juist positief tegenover het onderwerp staat
- Amerikaanse consumptie maatschappij veel voordeel uit popart
- Engelse popart: erotisch, plastisch weergegeven, kunststof als ondergrond, herkenbare fragmenten gecombineerd met abstracte elementen
- Seksualiteit als het belangrijkste thema van de moderne maatschappij
- Ruimtelijke popart kunstwerken
- Elementen uit het dagelijks leven, commercie en de consumptie maatschappij worden aan popart gekoppeld
- Textiel, karton en kunststof
- Vervreemde werking
- Nouveau realisme, een nieuwe kijk op het dagelijks leven, fel en contrastrijk zeefdruk, over fotografisch beeld heen
Foto- hyperrealisme 1965 tot 1980
- Overdreven realisme
- Een objectieve weergave van de moderne natuur
- Nauwelijks te onderscheiden van een foto
- Sterk gedetailleerd
- Beelden uit de moderne consumptie maatschappij
- Toevallige opnamen uit het dagelijks leven
- Glimlichten, spiegelingen, plasticiteit, stofuitdrukking
- Spiegelbeelden in ruiten zorgen voor: ritme, overlapping, en afsnijdingen
- Airbrush ( verfspuit)
- Ze geven de werkelijkheid zo objectief mogelijk weer
- Beeldhouwers geven mensen zo objectief mogelijk weer uit het allerdaagse leven
- Mensen die typerend zijn voor de nieuwe cultuur
- Modellen werden ingesmeerd met vaseline, daarna met siliconenrubber, de mal werd volgegoten met kunststof, daarna beschilderd
- Vervreemding door herkenning
Opart 1955 tot 1980
- Licht beweging en optische effecten
- Illusie van beweging
- Reliëfs, ruimtelijke objecten, abstracte schilderijen
- Geometrische vormen
- Zweven
- Afstand van de uniekheid van een kunstwerk
- Moest voor breed publiek beschikbaar zijn, dus werden ze herdrukt
- Planmatige compositie
- Ritme en beweging
- Zo onpersoonlijk mogelijk
- Lijnen en vlakken veel egale kleuren
- Onderzoeken van de optische illusie
- Illusie van beweging
De vijftiger jaren
- Nieuwe materialen en technieken in de bouwkunst: voorgespannen beton
- Figuratieve en expressionistische beeldhouwkunst (Picasso, Matisse en Maillol)
- Organisch, abstracte beeldhouwkunst (Brancusi)
- Kinetische kunst: de objecten kunnen zelf bewegen
- GRAV: kinetische kunstgroep
- Er worden strenge eisen gesteld aan de industriële vormgeving
- Aanwezigheid van elektriciteit stimuleert productie van nieuwe producten
- De stroomstijl wordt toegepast op apparaten; het verbergen van de constructies
- Meubilair heeft duidelijk zichtbare constructie en eenvoudige lichte en open vormgeving
Gebruik van economisch materiaal
De zestiger jaren
- Functionele stad: onpersoonlijk en bied plaats voor veel mensen
- Zero (nul): een groep die streeft naar onpersoonlijke kunst die slechts de werkelijkheid laat zien.
- -Bekende Zero leden: Jan Schoonhoven en Armando
- -Ze maken gebruik van: wit, lichtval, systematische ordening en een onpersoonlijke indruk
- Computerkunst: systematische ordening van bepaalde vormen structuren of kleuren, regelmatige ordening
- Peter Struycken
- Geometrisch abstracte beeldhouwkunst: geometrische basisvormen, asymmetrische compositie, dynamische indruk
- -Smith en Caro
- -Minimal art: geometrische bassivormen, minimale vormgeving, herhaling, geen diepere betekenis
- Light art: toepassing van licht door kunstmatige lichtbronnen
- Environment: als reactie op de verkilde en verzakelijkte westerse cultuur wordt er vanuit de alternatieve leefgemeenschappen ruimtes gecreëerd waarin objecten opgesteld staan het publiek mag zich hierin begeven.
- Happening: ook als reactie op het afzetten tegen de maatschappij, een gebeurtenis die door de kunstenaar in scène is gezet, de toeschouwers hebben een zeer belangrijke rol
- Fluxus: een performance (reeks van bepaalde handelingen), publiek is geen voorwaarde
- Concept art: ideeënkunst, het idee wordt uitgevoerd door een museum of kunstverzamelaar
- Body art: kunstenaar gebruiken hun lichaam, vastgelegd door video of foto’s
- Arte povera: geen diepere betekenis, onbewerkte materialen, natuurlijke processen
- Textielkunst: materiaal, structuur en textuur, op zichzelf staande sculpturen (monumentaliteit)
- Na de oorlog willen mensen rust en ontspanning (hippiecultuur), er ontstaan alternatieve woon en meubelontwerpen om te ontspannen, kunststof is erg belangrijk
De zeventiger jaren
- Kunstenaar zetten zich af tegen de onpersoonlijke architectuur van de zestiger jaren d.m.v. kleinschalige projecten
- Hightech: de constructie-technische aspecten van het gebouw bepalen in belangrijke mate de vormgeving van de architectuur
- Graffiti: stripachtige afbeeldingen, decoratieve letters en beelden, protest tegen materialistische samenleving
- -pieces: decoratieve naam van de kunstenaar
- -tags: decoratieve handtekening van de kunstenaar
- Land art: vervorming van natuur of het opnieuw rangschikken van onderdelen van het landschap het bedenken is vaak belangrijker dan de uitvoering
- textielkunst: twee- en driedimensionale vormgeving, aandacht voor concept, vervormbaarheid soepelheid, en vergankelijkheid (slijtage)
- In de toegepaste vormgeving zie je een mix van vele stromingen, decoratieve voorwerpen
De tachtiger jaren
- De architectuur werd persoonlijker en kleinschaliger en vriendelijker, met knikken en verschillende schuintes van muren en expressieve symbolische en
- organische vormgeving. Ook laag energieverbruik is belangrijk.
- Postmodernisme: stijlen en vromen uit het klassieke verleden toepassen in gebouwen
- Oma: weerspiegelt moderne cultuur, vormen, materialen en technieken worden op een gedurfde wijze gecombineerd
- Deconstructivisme: ‘tegen de constructie ingaan’
- Postmodernisme: koele, afstandelijke en spottende wijze
- Nieuwe wilden: spontaan en puur schilderen vanuit het gevoel
- Textielkunst: optische kleurmenging, ruimtelijk, monumentaal, geometrische vormen en ordeningen
- Memphis: toegepaste vormgeving, afzetten tegen massaproductie en functionele vormgeving
De negentiger jaren
- Architectuur: deconstructivisme, postmodernisme en rationalisme
- Schilderkunst: figuratieve, expressionistische, postmoderne, en abstracte schilders
- Media in de kunst wordt belangrijk
- Diversiteit, speelsheid
REACTIES
1 seconde geleden