Eindexamens 2025

Wij helpen je er doorheen ›

Expressionisme

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 2185 woorden
  • 21 oktober 2013
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
11 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Kunst: Doet verslag / reageert op wat er in de werkelijkheid gaande is.

20e eeuw: Achter waarneembare werkelijkheid schuilt emoties als angst, agressie en passie.

Expressionisme: Functie van emoties uitdrukken in kunst werd zo belangrijk dat al het andere hiervoor moesten wijken in dans, muziek & beeldende kunst.

  • Het rechtstreeks tot uitdrukking brengen van vaak heftige emoties.
  • Persoonlijke en wat chaotische stijl sluit niet altijd aan bij smaak van publiek.
  • Expressionistische kunstenaars weinig aandacht voor regels die in kunst gelden.

Funf Kodotten (1914) Berlijnse nachtleven

Ernst Ludwig Kirchner (1880-1938) in 1905 kunstenaarsgroep ´Die Brucke’ oprichten.

  • Niet weergeven wat hij ziet, maar emotie die hem ´tot scheppen drijft.’

Houtsnede: vijf vrouwen onherkenbaar en niet-kloppend met auto in verwrongen perspectief.

Lijkt alsof Kirchner niet heeft nagedacht over compositie & geen modellen gebruikt heeft.

  • Alles snel met ritmische lijnen in hoekige vormen gesneden uit weerbarstige hout.

Houtsnede is een favoriete techniek voor expressionisten, het vraagt meer kracht dan schilderen-tekenen en fouten kunnen niet worden hersteld.

Le sacre du printemps (1913) van Les Ballets Russes

Ballet over oer ritueel waarbij jonge maagd wordt geofferd om de god van het voorjaar gunstig te stemmen.

Igor Stravinsky (1882-1971) componeert muziek voor dit ballet, kenmerken:

  • Krachtig & onregelmatig ritme.
  • Op een ingewikkelde manier worden akkoorden op elkaar gestapeld tot een enorme uitbarsting van geluid.

Vaslav Nijinski (1889-1950), sterdanser maakt choreografie:

  • Dansers stampen voeten op de vloer en storten zich ter aarde.
  • Le Sacre = revolutionair, primitieve stam een rituele moord uitvoeren

Academische ballet Sierlijk en zwevend over dansvloer (gewichtloos).

Hexentanz (1914)

Mary Wigman: Choreografe & danseres (1886-1973)

Gevoelens verdriet & woede tot uitdrukking brengen door te:

  • Knielen, hurken, vallen, kruipen
  • Niet volgens geschreven regels academische ballet
  • Muziek beperkt tot alleen slagwerk: Optimale bewegingsvrijheid voor danser bereiken.

Door succes eigen dansschool wordt de vorm van dansen (Ausdruckstanz) invloedrijk in EU.

§2: Onderhuids

1900: Die Traumdeutung boek (psychiater Sigmund Freud)

  • Doet verslag van duistere wereld die in dromen opduikt.
  • Interesseert in momenten waarbij controle wegvalt (slaap, onder hypnose / tijdens dronken bui.

Steeds dieper graven om achter te komen waar bij zijn patiënten echte problemen liggen.

  • Wat patiënt niet herinnert, wat verdrongen is en wat niet hardop kan worden gezegd. 

Volgens Freud leren we las we opgroeien, ons aan te passen aan wat ons wordt verlangd.

  • Dierlijke driften en verlangens (vaak seksuele aard, vakkundig wegstoppen.

Werkelijkheid achter zichtbare en hoorbare wereld spraken expressionisten en andere kunstenaars aan.

Erwartung (1909)

Zangstuk voor sopraan en orkest Verslag droom/nachtmerrie.

  • Wanhopige vrouw dwaalt ’s nachts door ondoordringbaar bos op zoek naar geliefde.

Arnold Schönberg (1874-1951) Componist zangstuk

  • Waanvoorstellingen van vrouw
  • Onherkenbaar melodie / vaste ritme, voortdurend tempowisselingen & sterke dynamiek.
  • Combinaties van tonen maken die afwijken van harmonieleer: ‘vals.’
  • Opeenstapeling van tonen is chaotisch als de droom

De Schreeuw (1885) van Noorse schilder Edvard Munch (1863-1944)

Vooral in Duitsland een grote indruk geweest op schilders en op componisten als Schönberg.

Het doet men denken aan de radeloze vrouw en haar angst in Erwartung.

  • Kleuren en lijnen vloeien ineen
  • Munch werkte snel met grote kwaststreken
  • Heftigheid van kleuren en vormen lijkt op heftigheid van Schönbergs muziek

L’après midi d’un faune (1912)

Verborgen driften van Les Ballets Russes.

Nijinski maakt choreografie op muziek van Claude Debussy en danst de hoofdrol.

  • Hoekige en energieke bewegingen dierlijke manier ongetemde driften.
  • Manier dansen is tegenovergesteld van academische ballet.

Léon Bakst (1866-1924), ontwerper Nijinski’s exotische kostuum.

Faun = Klassieke mythologische bosgod.

  • Bruine vlekken lopen van nauwsluitende kostuum op blote armen en geven indruk dat lichaam naakt is (mens & dier tegelijk).
  • Sluier die de faun in ballet buit maakt op een nimf, is onderdeel van het kostuum.
  • Einde ballet op grond met schokkende heupbewegingen: ‘Liefde bedrijven’ met de sluier.

§3: Abstractie

Abstract: Als in een schilderij de voorstelling geen rol speelt.

  • Kleuren, vlakken en lijnen lijken niet meer op dingen maar spelen een zelfstandige rol.
  • Je kijkt naar vormen en kleuren i.p.v. voorstelling.
  • Heeft alles met expressionisme te maken.

Vassily Kandinsky (1866-1944) 1 v/d pioniers abstracte kunst neemt muziek als voorbeeld.

Bij uitzondering hoor je in muziek alledaagse geluiden (vogels zingen / regendruppels etc.), waarom schilderkunst niet abstract?

Woont in 1911 een concert bij Schönberg.

  • Atonale muziek = Vaste regels zoals harmonieleer, gelden niet meer.

Kandinsky is onder de indruk hiervan.

Voor Schönberg & kandinsky is abstracte kunst nodig om uitdrukking te geven aan het onderbewuste, het innerlijke of, wat Kandinsky betreft, het geestelijke.

  • Impressies
  • Improvisaties
  • composities

Improvisatie no. 2, Treurmars

1910: Kandinsky onderscheidt werk in:

Impressies: Werken waarin de directe waarneming (landschap) nog een rol speelt.

  • Ontleend aan muziek, het gaat om kleur, vorm en lijn en voorstelling is minder belangrijk.

Treurmars’ titel duidt vaag aan: Tuin / kerkhof. Voorstelling doet niet veel ter zake: geen treurige blik. Hoofdrol schilderij: kleur, vorm en iets mindere mate de donkere omlijning.

Beeldende middelen bepalen karakter van schilderij waarnaar de titel verwijst.

Impressie III concert

1911: Kandinski concert van Schönberg bezoeken.

  • Probeert in schilderij Impressie III Concert (1911) vast te leggen wat indruk op hem gemaakt heeft, wat hij tijdens concert gehoord heeft.
  • Voorstelling sterk geabstraheerd.

Gele vlek schelle trompet en zwart is de stilte, pauze tussen de noten.

Moskee in Hammamet

Paul Klee (1879-1940) werkt veel met Kandinsky.

Zijn werk: Neiging om orde te scheppen, al is die orde niet ontleend aan zichtbare werkelijkheid.

  • 1 v/d aquarellen die hij maakte tijdens reis door Tunesië.
  • abstracte patronen islamitische kunst herkenbaar.

Abstracte schilderkunst breekt met eeuwenoude traditie waarin zichtbare wereld voorop staat.

Kandinsky & Klee hebben belangstelling voor volkskunst, bij voorkeur uit landen aan de rand of net over de rand van EU.

Onderzoek naar kunst uit die landen kan ook meer opleveren dan bestuderen van eigen West-EU kunst.

§4: Primitief

Kunstenaars begin 20e eeuw willen direct gevoel en emotie uiten, ze zijn daarom geïnteresseerd in ongecultiveerde en primitieve.

  • Reizen naar Marokko en Tunesië op zoek naar oorspronkelijker en oprechter cultuur.

Anderen, Avant-garde-kunstenaars; Kirchner, Matisse & Picasso leggen verzamelingen aan primitieve niet-EU kunst.

  • Primitieve kunst heeft iets te bieden dat in eigen burgerlijke cultuur ontbreekt.

Na WO II (1914-1918) Publiek belangstelling voor ‘Neger-kunst.’

  • Amerikaanse steden blanke orkesten imiteren zwarte jazz, Revue Nègre werd een hit in Parijs.
  • ‘negerkunst’ ontbreekt geraffineerdheid bepaalt aan ene kant populariteit van primitieve kunst, maar leidt ook tot eenzijdige beeldvorming.

Demoiselles d’Avignon (1907)

Pablo Picasso (1881 – 1973) atelier: Aantal Afrikaanse maskers (ook in Les Demoiselles d’Avignon).

  • Aanduiding: Kubisme & rauwe seksuele lading van onderwerp.
  • Onderwerp is gekozen om te choqueren: Hoerenkast aan Rue d’Avignon in Marseille.

Schilderstijl onderstreept platvloersheid van het onderwerp:

  • Vanuit midden worden vrouwen hoekiger en uitdagender voorgesteld.
  • Ledematen verliezen hun logische plaats en losse onderdelen van gezichten zijn sterk vereenvoudigd, lijken bij toeval een plek te vinden.

La création du monde (1923)

Voorstelling van Les Ballets Suédois (Zweedse variant van Les Ballets Russes).

  • Ontstaan van wereld geplaatst in donkere oerwouden Afrika.
  • Mens heerst niet over aarde, maar is één met de natuur (scheppingsverhaal).

Danser-choreograaf Jean Börlin (1893-1930) kiest dan ook niet voor academische balletbewegingen:

‘’ Anders heeft de mens van natuur overwonnen.’’

  • Toneel: Oerdans, verkleed in fantasiedieren, Afrikaanse goden / aapmensen.
  • Mensen worden in hun bewegingen beperkt door kostuums die ontleend zijn aan Afrikaanse volkskunst.

Muziek: Darius Milhaud (1892-1974). Instrumenten uit jazz, klinkt mysterieus door verschillende toonsoorten en tegelijkertijd weer uitbundig.

Revue Nègre

Rolf de Marcé (Oprichter en directeur Les Ballets Suédois), verzamelde moderne en niet-EU kunst.

  • Contact met Picasso & andere Parijse kunstenaars.
  • Stimuleert samenwerking tussen dansers, componisten & beeldend kunstenaars Bereikt revolutie in westerse ballet.

Shows de Revue Nègre in music hall op Champs Elysées succes door optreden danseres Joséphine Baker (1906-1975).

  • Negergekte zorgde voor breder publiek.
  • Baker geboren in New Orleans speelt negerkunst: Oerdriften, seksuele instincten tot uitdrukking laten komen.
  • Gekleed in bananenrokje.

§5: Jazz

VS Jazzmuziek ontstaan: Vermenging blanke & zwarte cultuur.

Jazz is geboren in rosse buurten van havenstad New Orleans.

  • Bewoners: Franse kolonisten, Spanjaarden, Mexicanen, indianen, avonturiers uit noorden & natuurlijke afstammelingen voormalige negerslaven.
  • Zingen gaat samen met dansen, trommelen, klappen & stampen.

Spirituals, gospels & blues ontstaan uit deze voedingsbodem & ook ragtime vertoont ritmische kenmerken hiervan.

Blues: volksmuziek 1900+ door Noord-Amerikaanse zwarte bevolking beoefend & beluisterd.

  • Afspiegeling van toenmalige situatie: Afschaffing slavernij maakt negers vrij, maar hij had nog geen rechten.
  • Teksten gaan over zorgen dagelijks leven – vrolijk zijn ze nooit, eerder berustend.

Naast zwarte volksmuziek in steden mars orkesten populair.

New Orleans Jazz (dansmuziek) ontstaat uit mix van marsmuziek, blues, gospel, ragtime.

Maple Leaf Rag               

‘Hit the note twice’à lijfspreuk van ragtime, een pianostijl rond 1900 (New Orleans).

  • Clubs & bars door zwarte pianisten
  • Stijl gekenmerkt door strakke baspartij terwijl melodie ritmisch tegen ingaat (melodie loopt net voor begeleiding uit of juist achter begeleiding aan).
  • Ragged time verscheurde maat.

Ragtimepianisten lezen geen noten, spelen op hun gevoel. Toch is ragtimemuziek 1e genoteerde zwarte muziek door pianisten die tot echte componisten ontwikkelden (Scott Joplin).

Ragtime als dansmuziek past bij cakewalk.

  • Dans waarin negers spottend het dansen van blanken imiteren: polonaise van paren die in een vierkant lopen, op de hoeken danst men improvisaties. Beste dans krijgt cake.

St. Louis Blues (1925)

Bessie Smith (1894-1937) op tournee met Rabbit Foot Minstrel Show en zingt blues om de armoede te ontvluchten.

Bessie Smith & Louis Armstrong (1901-1971) zongen St. Louis Blues.

  • Onmogelijke liefde.
  • Zinnen worden herhaald
  • Vast akkoordenschema over twaalf maten
  • Blue notes in melodie (noten in combinatie met begeleidingsakkoorden spanning oproepen)
  • Dirty intonation: Blueszangers zetten tonen vaak expres onzuiver in / glijden naar goede toon
  • In een slepend tempo gespeeld

Kenmerken van de blues:

Sweet lovin’ man

Louis Armstrong overdag geld verdienen als kolendrager, lompenverzamelaar / melkman.

’s Avonds cornet spelen in beste bands van Storyville (uitgaanswijk New Orleans).

  • Ragtime & bluesstukken, op thema’s geïmproviseerd & alle kenmerken Jazz aanwezig. 

Kenmerkend: Collectieve improvisaties door blazers.

  • Variaties door trompettist gespeeld op thema
  • Trombone ondersteunt akkoorden
  • Klarinet omspeelt thema
  • Piano + overige instrumenten vormen ritmesectie

1917: Storyville gesloten & gesloopt. Veel muzikanten gingen naar Chicago en spelen musici verder op de manier die ze gewend zijn in New Orleans-stijl.

Belangrijke aantekeningen

Sigmund Freud : Die Traumdeutung (1899)

  • Psychoanalyse
  • Mensen vertonen aangepast gedrag, Freud ging op zoek naar oermens & eigen identiteit.

angepast gedrag = Vakkundig wegstoppen van dierlijke driften en verlangens, vaak seksuele verlangens.

Dit kan getoond worden in slaap, droom, onder hypnose, in een dronken bui.

Expressionisme: Primitieve culturen vooral erg populair

1)Fauvisten (Frankrijk): Wilde dieren

  • Kleurgebruik
  • Weinig perspectief
  • Grof

Fauvisten: Roualt, Matisse, Kirchner (eigen draai Puntig ‘’die Brücke’’), Smidt Rottluff (op reis op zoek Primitieve cultuur), Nolde (grof schilderen), Munch.

Muziek & Theater

Arnold Schönberg (1874-1951)

Erwartung (1909)

  • Nauwelijks melodie / ritme te herkennen
  • Expressief (past bij expressieve kunst) als Munch en chaotisch
  • Breekt met traditionele wetten

Fünf pinostück (1923) ontwerpt eigen wetten:

  • Twaalftonensysteem: De atonaliteit wordt ondergebracht in een systeem om de toekomst veilig te stellen

Voordeel

Nadeel

Je kunt het onthouden

Je beperkt de groep (kleine groep mensen die dit soort muziek maken)

Tekens worden andere samenstelling

Expressionisme in de muziek

  • Grote verschillen dynamiek (hard & zacht)
  • Grote verschillen ritme (maatsoort) + tempo (snel)
  • Mineur (verdrietig) / majeur (vrolijk) mixen
  • Harmonieleer losgelaten Atonale muziek (niet volgens regels)

Primitivisme:

De Sacre du printemps is door Stravinsky geïnspireerd door de Jazz muziek v.d. jaren 20 in New Orleans.

Er werd voornamelijk muziek gemaakt vanuit gevoel. Ook pas later werd muziek opgeschreven.

Stijlen:

1.Blues: Muziek v.d. arme bevolking / slaven. Vaak muziek over tragische gebeurtenissen.

Altijd vaste akkoordenschema (herhaling) & blue note (noot te laag klagerig) & naar noot toeglijden.

2.Ragtime: Strakke bas, met een tegengestelde melodie (vaak sycopes).

3.Jazz: Veel improvisaties met een duidelijke swing, wat sneller dan blues. Banjo is kenmerkend instrument.

Dans:

  • Nieuwe impulsen aan academische dans
  • Aan het eind v/d 19e eeuw vastgelopen: was virtuoos maar oppervlakkig amusement.
  • Academische dans: volgens alle regels, ballet met pakjes en braaf.
  • Legendarische Russisch balletgezelschap o.l.v. van Diaghilav (niet choreograaf)
  • Choreograaf: Iemand die verantwoordelijk is voor danspassen.
  • Wilde ‘’etonne-moi’’ – ‘’Verbaas me’’7 streefde naar vorm v. totaaltheater (vernieuwing)
  • Het moest meer zijn dan decoratief (romantisch) ballet door veel aandacht voor beeldende / visuele aspecten
  • Terugkeer v. mannelijke sterdanser
  • Vaak sprookjesachtig, fel gekleurde kostuums en exotisch ogende decors (visuele aspect)

Voor totaaltheater werden allerlei vooraanstaande kunstenaars gevraagd:

  • Picasso, Matisse, Satie, Ravel, Stravinsky, Bakst, Nijinsky e.d.

Indeling totaaltheater:

Totaaltheater

Dans

Muziek

Decors

Kostuums

Libretto

Choreografen

Componisten

Schilders

Schilders/ontwerpers

Schrijvers

Nijinsky – Choreograaf

  • Nieuwe choreografie: nieuwe bewegingsstijl passend bij onderwerp als muziek.
  • Bewegingen v/h lichaam verdienen de voorkeur boven gebarentaal
  • Dramatische situatie

Vernieuwingen tot 19e eeuws ballet

  • Stampen met blote voeten
  • Zwaartekracht neemt plaats in van gewichtloosheid
  • Geen klassieke basisposities meer
  • Kleding steeds losser
  • Geflexte voeten: naar je toe trekken

Voorstanders

Tegenstanders

Vinden absoluut geniaal

Fluiten

Vinden driftige muziek ongehoord lelijk

Bewegingen barbaars, onbegrijpelijk\

Vechten

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.