CE KUNSTGESCHIEDENIS
Stijlnaam: Romaanse kunst
Betekenis naam: -
Jaartallen: 900-1150
Namen kunstenaars: anoniem
Doel/functie:er was veel wanorde, geweld en corruptie in de kerk door de vermenging van de geestelijke en de wereldlijke macht. Het christelijke leven moest een nieuw leven worden ingeblazen. Er werden veel nieuwe kathedralen, kerken en kloosters gebouwd à macht, kunst, cultuur, onderwijs en wetenschap.
Trefwoorden:
- zware bouw, ronde bogen
- beeldhouwkunst is deel van de architectuur
- anatomie is niet belangrijk
- miniaturen
- opkomst reliekverering
schilderkunst:
- onderwerp religieus
- boodschap belangrijker dan esthetiek
- geen emotie of correcte anatomie
- achtergrond een plat vlak
- handschriftversieringen à monniken waren de enige die konden lezen/schrijven
- miniaturen
- fresco’s à schilderingen waarbij kleurstoffen (op eiwitbasis) op de nog natte kalklaag zijn aangebracht
architectuur:
- minder horizontaal bouw maar verticaal bouw
- dik en zwaar
- kleine ramen
beeldhouwkunst:
- sober
- geen beelden
- stijf en massief
- frontaal
stijlnaam: gotiek
betekenis naam: komt van de goten, een volk dat door de Italianen werd gezien als barbaren doordat ze het klassiek Romeinse rijk ten val hadden gebracht.
Jaartallen: 1100-1400
Namen kunstenaars: jan van eyck, giotto
Doel/functie:
Door het christendom ontstond er vanaf de 11e eeuw rust en stabiliteit. Hierdoor ontstond ook een behoefte aan kerken om de gelovigen, pelgrims en relikwieën onderdak te verschaffen.
Trefwoorden:
- goddelijk licht
- lichte skeletbouw/muren niet meer dragend
- beelden komen langzaam maar zeker losser te staan van de architectuur
- glasin-lood
- opkomst olieverf
vroege gotiek: primitieve uitbeelding van perspectief en anatomie
late gotiek: meer aandacht voor perspectief en anatomie
schilderkunst:
- meer emotie
- anatomie werd beter
- kerk stimuleert kunst à onderwerpen vooral bijbels
- schilder niet langer anoniem
3 belangrijke ontwikkelingen:
- integraie plaats tussen figuren en achtergrond(met soms verzonnen achtergrond)
- begin van perspectief, er worden plans gemaakt (dimensies)
- realisme à alles geschilderd zoals de kunstenaar het zag
beeldhouwkunst:
- meer emotie
- meer beweging à natuurlijker
- anatomie werd beter
- veel steen (moeilijk kapot te krijgen) en hout
architectuur:
in de vroeg gotiek begon de neiging van hoog bouwen à dichter bij god staan.
De kerk moest lichter worden à grotere ramen voor meer daglicht
Ze ontwikkelden luchtbogen en steunberen om het gewicht door te geven.
Spitsbogen en kruisribgewelven werden de kenmerken van de gotische bouwstijl.
stijlnaam: renaissance
betekenis naam: wedergeboorte
jaartallen: 1400-1530
namen kunstenaars: medici, leonardo da vinci, botticelli, donatello, michelangelo
Doel/functie: de dominante functie van de kerk verzwakte. Nieuwe terreinen werden onderzocht en ontdekt. Zoals de klassieke beschaving.
Trefwoorden:
- hergeboorte van klassieke idealen
- geidealiseerd mensbeeld
- mens staat centraal
- harmonie en symmetrie
- contrapost houding
- nieuwe aandacht voor anatomie en perspectief
Algemene kenmerken stroming: de kunst is rustig, symmetrisch, in evenwicht.
Veel voorkomende thema’s (voorstelling): -
Schilderkunst:
- opdrachtgevers zijn rijke burgers à portretkunst
- handtekeningen onder het werk
- realistisch
- vol symbolische verwijzingen
Beeldhouwkunst:
- portretten
- anatomisch correct
- klassieke kleding, gedrapeerde ‘lakens/kleding’
- veel details
- klassieke mythologie of bijbels
Textielkunst
- bloeiperiode
- wereldse liefde
- ridderromans
- tapijten zijn duurder dan schilderijen à status en aanzien
stijlnaam: manierisme
betekenis naam: maniera = stijl of op een overdreven manier
jaartallen: 1530-1600
namen kunstenaars: parmigianino, el greco, cellini
Doel/functie: tijdens de hoogrenaissance waren er kunstenaars die bewust van de ‘normen en regels’ van de renaissance afweken.
Trefwoorden:
- ingewikkelde houdingen
- onrealistische houdingen
- bijbelse en mythologische taferelen
- pasteltinten
- schrille kleurcontrasten
- dure materialen
algemene kenmerken stroming: -
veel voorkomende thema’s (voorstelling): vele myhtologische en bijbelse taferelen. Door de lichtinval is het erg theatraal, dramatisch.
- figuren zijn overdreven langgerekt, soms in overdreven houding of stand
- onrustige lichteffecten
- expressieve hanteringswijze
- ingewikkelde compositie/rangschikking van de figuren
- geen duidelijke ruimte waarin het zich afspeelt
- ongewoon kleurgebruik: combinaties doen onwerkelijk aan
Stijlnaam: Barok
Betekenis naam: grillige parel
Jaartallen: 1600-1720
Namen kunstenaars: Borromini en Rembrandt
Doel/functie: macht/aanzien. Versterking van het geloof (propaganda)
Trefwoorden:
- Katholiek
- Rijk
- Gouden eeuw
Algemene kenmerken stroming: samensmelting van architectuur, beeldhouwkunst en schilderkunst
Veel voorkomende thema’s (voorstelling)
- alledaags leven
- historiestukken
- stillevens
- landschapen
Schilderkunst:
- mythologische en religieuze taferelen
- extreem realistisch
- onderwerpen uit het dagelijkse leven
- genrestukken
- veel emotie in de gezichten
- veel dynamiek in de houdingen
beeldhouwkunst
- onderwerpen en ornamenten uit de natuur
- veel versieringen op bv buitengevels van gebouwen
- sterke dieptewerking
- rijk materiaalgebruik
- ingewikkelde patronen
- veelvuldig gebruik van versieringen
Architectuur
- imposante gebouwen
- opgebogen vormen
- symmetrisch
- dieptewerking
Stijlnaam: Rococo
Betekenis naam: rocaille = schelp
Jaartallen: 1600-1720
Namen kunstenaars: Zimmermann, Cuvillies en Fragonard
Doel/functie:
Trefwoorden:
- sierlijke vormgeving
- grillig
- pastelkleuren
- ondeugend en erotisch
- plantenmotieven
- decadentie en frivoliteit
- kunst als statussymbool
algemene kenmerken stroming:
in de kunstwerken zijn veel mooie vrouwen afgebeeld met prachtige jurken(rijk, status).
Veel voorkomende thema’s (voorstelling)
Een stijlvol leven. De gegoede stand in decadente taferelen met chique geklede dames en heren. Idealistisch
Schilderkunst
Beeldhouwkunst
Architectuur
Toegepaste kunst
Stijlnaam: Neoclassicisme
Betekenis naam: Neo = nieuw, Classicisme = inspiratie uit de klassieke oudheid
Jaartallen: 1760-1840
Namen kunstenaars: jacques-louis david
Doel/functie: herwaardering van de klassieke kunst
Trefwoorden:
- duidelijke en scherpe vormen
- statisch
- koele, vlakke kleuren
- eenvoudige composities
- symboliek is belangrijk
- teruggrijpen naar de klassieke oudheid
Algemene kenmerken:
- strenge vormen, maten en verhoudingen
- stijl van de ontwikkelde burgerij
- kwam in Frankrijk tot bloei
- officiele stijl van Europeese kunstacademie
- reactie op overdadige vormgeving barok/rococo
- herwaardering door de publicaties van winkelmann
Veel voorkomende thema’s:
- eigentijdse gebeurtenissen vertaald in klassieke voorstellingen
Schilderkunst:
- perfecte schildertechniek(gladde afwerking/geen toets)
- heldere voorstelling
- tekenachtig en strak omlijnd
- verstand en kennis, boven de persoonlijke emoties van de kunstenaar (rationalisme)
Beelhouwkunst:
- volgens klassieke schoonheidsideaal (naakt, kleding, haardracht, idealiseren etc)
- glad gepolijst, technisch perfect
- veel symboliek in de voorstelling
Architectuur:
- nieuwe functionele principes naast de klassieke vormgeving
- veel openbare gebouwen
- eenvoud van vorm en helderheid van constructie
- macht en voornaamheid laten uitstralen
- symmetrisch en streng
Stijlnaam: Romantiek
Betekenis naam: gevoel à romance, oude ridderverhalen. Gevoelig, wild en avontuurlijk.
Jaartallen: 1800-1840
Namen kunstenaars: william turner, pierre cuypers(rijksmuseum)
Doel/functie: het rationale wordt vervangen door meer emotie, fantasie en
Trefwoorden:
- een hang naar de natuur, het fantastische, dromen en het exotische
- kunstenaars geven uitdrukking aan hun persoonlijke emoties en gedachten
- veel clairobscur
- symboliek is belangrijk
- dynamiek benadrukt de emoties
Algemene kenmerken:
- gevoel staat centraal
- onvrede met werkelijkheid
- regels en gewoonten willen negeren
- vlucht naar het verleden
- religie dat weer belangrijk wordt
- neostijlen, teruggrijpen
Schilderkunst:
- individuele gevoel van de kunstenaar
- universele gevoelens oproepen
- historische gebeurtenissen
- landschappen
Beeldhouwkunst:
- facade
- ruimte werking
- diagonale lijnen
- dynamische houdingen
- emoties
Architectuur:
- exotische vormgeving
- landschappen
- eclectisme
- zuilen, neostijlen
Stijlnaam: Realisme
Betekenis naam:
Jaartallen: 1840-1880
Namen kunstenaars: millet, courbet
Doel/functie: het alledaagse leven afbeelden
Trefwoorden:
- technische vooruitgang is zichtbaar in constructies/gebouwen
- nadruk op het alledaagse leven
- plein air schilderkunst
- contrapost houding
Algemene kenmerken: -
Veel voorkomende thema’s: het alledaagse leven
Schilderkunst:
- buiten schilderen, verftube was uitgevonden
- zoeken naar schoonheid in de werkelijkheid
- sociaal karakter, nieuwe onderwerpen, onbelangrijke zaken
- picturaal
- kleurgebruik: somber, natuurtinten, monochroom, tonaal
Beeldhouwkunst:
- modellen uit het arbeidsmilieu
- realistische vormgeving
- duidelijke stofuitdrukking
- was/klei à daarna in brons gegoten
- factuur zichtbaar
- aandacht voor anatomie
- functie: geen zielige zwoegers, maar helden à waardig en voornaam
Architectuur:
- gevolgen van industriele revolutie zichtbaar
- nieuwe mogelijkheden door: glas, ijzer, gietijzer en staal
- grote overspanningen en stalen constructies
- sterk
- alle vormen zijn gietbaar
- prefab(systeembouw) à goedkoper
Stijlnaam: impressionisme
Betekenis naam: spottend door kunstcriticus gegeven
Jaartallen: 1870-1905
Namen kunstenaars: manet, monet
Doel/functie: gaat om het vastleggen van lichtval, de stemming van een bepaald moment en de snel wisselende kleuren in de natuur
Trefwoorden:
- fotografie als hulpmiddel
- en plein air schilderen
- lichtval
- stemming van een bepaald moment
- gebruik van zuivere kleuren
- japonisme
- dynamisch
- expressief
Algemene kenmerken:
- alledaagse onderwerpen
- vormen zijn vaag
- expressief
- lichtval
- zuivere kleuren
Veel voorkomende thema’s: alledaagse leven
Schilderkunst:
Frans
- symbolen van erotiek
- brede paneelstreken
- scherpe contrasten
- schetsmatig
- onderwerp niet belangrijk
- gaat om licht en kleur
- invloed fotografie à momentopname, afsnijdingen, standpunt
Hollands
Haagse schoolà(Hollands landschap) Amsterdamse schoolà(uitgaansleven
En Stadsgezichten)
- losse toetsen momenten en foto’s
- en plein air losse schildertoets
- kleurgebruik somberder japonisme
Beeldhouwkunst:
- vormgeving à schetsmatig, diepe groeven en plastische vormen
- levendig spel van licht en schaduw
- houdingen en uitdrukking zijn expressief
- factuur = zichtbaar
Stijlnaam: postimpressionisme
Betekenis naam: na het impressionisme
Jaartallen: 1884-1905
Namen kunstenaars: cezanne, van gogh, gaugin
Doel/functie:
Trefwoorden:
- onrealistisch kleurgebruik
- persoonlijke visie van de kunstenaar
- afwijzing van het impressionisme
- nieuwe uitbeeldingsvormen
Schilderkunst:
- Kunstenaar zocht voortdurend naar een gelijkmatige ordening van de vormen op het doek. Daarom maakte hij sommige vormen wat langer om zo een beter evenwicht te krijgen in de compositie.
- Kunstenaar zocht evenwicht tussen koele en warme tinten
- Helder en fel kleurgebruik, ongemengd en niet realistisch.
- Het is belangrijk hoe je de verf op het doek aanbrengt.
- Niet de werkelijkheid, maar innerlijke belevingen werden uitgedrukt
- Contouren werden flink aangezet, grove hanteringwijze
- Aandacht voor het weergeven van gevoelens en gedachten d.m.v. onder andere primitieve weergaven
Stijlnaam: Pointillisme
Betekenis naam: werken met puntjes à ‘point’
Jaartallen: 1884-1905
Namen kunstenaars: georges seurat
Doel/functie:
Trefwoorden:
- herstructurering
- schilderijen zijn geheel opgebouwd uit puntjes
- gebruik van zuivere kleuren
- weergeven van sfeer en lichtval
Schilderkunst:
- ongemengde stippen naast elkaar gezet (ook wel divisionisme, luminisme, neoimpressionisme genoemd), van ver af gezien mengen de stippen zichzelf.
- kleurverdeling afhankelijk van praktijk schilderen, berustte vooral op resultaten wetenschappelijk onderzoek van kleurenleer en werking van onze ogen.
- werkwijze geen snelle impressies, meer aandacht voor vorm
- wiskundige vormen
- evenwicht koele en ware kleuren
- olieverf
Stijlnaam: Symbolisme
Betekenis naam: De naam symbolisme werd voor het eerst geïntroduceerd door de Fransman Jean Moréas in zijn ‘Manifest du Symbolisme’ (1886).
Manifest > weergave van standpunten.
Jaartallen: 1885-1900
Namen kunstenaars: edvard munch, james ensor, paul gauguin
Doel/functie: Voor symbolisten zijn schilderijen een weergave van de ziel van de kunstenaar. De manier van schilderen kan gevoel uitdrukken, zoals onrustige toetsen en nerveuze, grillige lijnen de angst van de schilder weerspiegelen.
Schilderkunst:
- Fel kleurgebruik
- Kleurcontrasten > warmkoudcontrast en licht-donkercontrast
- Nadrukkelijke contouren
- Ruimtesuggestie > lijnperspectief
Stijlnaam: arts and crafts
Betekenis naam:
Jaartallen: 1875-1900
Namen kunstenaars: william morris
Doel/functie: Rond 1870 worden steeds meer producten machinaal gemaakt, hiertegen ontstaan in Engeland de ‘Arts and Crafts movement’, een groep vormgevers en kunstenaars onder leiding van William Morris. Ze protesteren tegen de stijlloze fabrieksproducten die de ambachtelijke producten steeds meer verdringen (Industriële Revolutie).
Morris wil de kunstenaar en de handwerksman weer helemaal betrekken bij het vervaardigen van gebruiksvoorwerpen.
Toegepaste kunst:
- heldere/natuurlijke kleuren
- kleuren niet altijd realistisch toegepast
- gestileerde vormen
- golvende lijnen
- organische vormen (takken en bladeren)
- compositie is symmetrisch
- natuurlijk materiaal
Stijlnaam: jugendstil
Betekenis naam: art nouveau, duitse tijdschrift ‘jugend’ of slaoliestijl
Jaartallen: 1890-1910
Namen kunstenaars: gaudi, gustav klimt
Doel/functie:
Trefwoorden:
- plantmotieven
- natuurlijke elementen
- kostbare materialen
- ambachtelijk
- decoratief
- inspiratie uit middeleeuwen en japanse kunst
Schilderkunst:
- onderwerpen afgeleid uit de natuur
- duidelijke contourlijnen en gebogen, slingerende lijnen
- organische vormen en decoraties
- plastische vormgeving en realistische weergave/vlakke, decoratieve uitwerking
Architectuur/Beeldhouwkunst:
- organische versiering
- ingewikkelde details en versieringen
- gekleurde mozaiken en grillige vormen(afwisseling van ritme en dynamiek)
Toegepaste kunst:
- Organische vormen, slingerende lijnen en motieven.
- Symmetrie (soms, niet altijd).
- Ambachtelijke technieken: beeldsnijden, glasblazen, emailleren en edelsmeden.
- Ruimtesuggestie: donkere silhouetten.
Stijlnaam: art deco
Betekenis naam: naam komt van een grote parijse tentoonstelling van toegepaste kunst in 1925
Jaartallen:1910-1940
Namen kunstenaars: owen williams
Trefwoorden:
- toegepaste kunst
- geometrische vormen
- primaire kleuren
- ambacht en luxe materialen
Algemene kenmerken:
- strak/gestroomlijnd
- felle/primaire kleuren, maar ook zwart/wit/chroom kleuren
- veel motieven
Stijlnaam: expressionisme
Betekenis naam: expression = uitdrukking
Jaartallen: 1905-1920
Namen kunstenaars: matisse, vlaminck
Doel/functie: uitdrukking emotie
Trefwoorden:
- Uitdrukking van gevoel
- Sociale betrokkenheid
- Abstrahering
- Organische vormgeving
Algemene kenmerken:
- felle kleuren
- spontaan en ongerept
Schilderkunst:
1. Fauvisme (1905-1910)
- Parijs
- Fauves = wilde beesten
- Gedurfd kleurgebruik
- Robuuste vormen
- Grove penseelstreken
- Dufy, matisse, renault etc
- Landschap, stadsgezicht, interieur, mensfiguur
2. Die Brucke (1905-1913)
- Dresden
- Stadsleven, mensfiguur, natuur
- Zo direct mogelijk (seksualiteit en corruptie)
- Kirchner, nolde, heckel etc
3. Der Blaue Reiter (1911-1915)
- Munchen
- Naam afgeleid van titel van schilderij Kadinsky
- Poetisch, kleurrijk, vrolijk etc
- Franz, marc, kadinsky, paul klee
Beeldhouwkunst:
- vereenvoudigd gestileerd of geabstraheerd
- oerbeeld
- gevoelend beeldhouwer of gezocht naar essentie
Architectuur:
- rekening houden met à functie, materiaal en constructie
- baksteen en gewapend beton
- organische vormen, persoonlijke expressie en fantasie
Stijlnaam: Kubisme
Betekenis naam:
Jaartallen: 1907-1914
Namen kunstenaars: Pablo picasso, Georges Braque
Doel/functie:
Trefwoorden:
-
Algemene kenmerken:
- 2 periodes à analystisch kubisme (19071912)
- synthtisch (19121914)
Veel voorkomende thema’s:
Schilderkunst:
- analystisch:
- voorwerpen afbreken tot een reeks samenhangende fragmenten
- onderwerpen: stilleven, landschap en portret
- vanuit verschillende aanzichten te bekijken
- fragmenten verbonden door geometrische vormen à tussenruimtes worden tastbaar
- vorm en compositie, belangrijker dan kleur
- lichtval uit verschillende kanten
- analyseert de werkelijkheid, splitst die op in delen en voegt ze weer samen
- synthetisch:
- synthese tussen verschillende vormen en materialenà collage
- relatie tussen werkelijkheid herstellen
- meer kleur
- hele vorm zichtbaar
Beeldhouwkunst:
- mensfiguren, portretten en stillevens
- ritme à holle/bolle vormen
- bevrijding van het traditionele door nieuwe materialen, onderwerpen en technieken
- verschillende aanzichten combineren
Stijlnaam: futurisme
Betekenis naam: il futuro à de toekomst
Jaartallen: 1909-1916
Namen kunstenaars: balla, boccioni
Doel/functie:
Trefwoorden:
- beweging en herhaling
- kubistische fragmentering
- snelheid
- moderniteit
Algemene kenmerken:
- geen stijl maar ideologie/mentaliteit
- ontstaan na manifest
- willen culturele revolutie in alle kunstrichtingen
- dynamische maatschappij speelt rol
- moderne levensritme
Schilderkunst:
- vorm herhaling
- actielijnen
- diagonale compositie
- losse toetsen
- geometrisch
- fragmentatie
Beeldhouwkunst:
- snelheid
- dynamisch
- geabstraheerd
- hol/bol vorm
- verschillende aanzichten
- herhaling vormen
Stijlnaam: de stijl
Betekenis naam:
Jaartallen: 1917-1931
Namen kunstenaars: piet mondriaan
Doel/functie: onpersoonlijke indruk, universele harmonie, strijd tussen stoffelijk en geestelijk
Schilderkunst:
- abstract
- geometrische basisvormen
- kleurbeperking (primaire kleuren en wit/zwart)
- assymetrische compositie en veel horizontale en verticale lijnen
- spanning en evenwicht
- dekkende, egale en strak begrensde vlakken
- geen persoonlijke toets
- gekleurd plakband voor bepalen compositie
- schetsen met houtskool of krijt
Beeldhouwkunst:
- monumentale indruk
- beperken tot basiskleuren
- beperken tot basisvormen
- beperken tot basisrichtingen
- functioneel
Architectuur:
- gedacht vanuit kubus
- opmerkelijk structuur door: doorsnijdende vlakken, openingen en kleuren
- open karakter
- spanning door: lineaire elementen en asymmetrische geplaatste vlakken
Stijlnaam: constructivisme
Betekenis naam:
Jaartallen: 1917-1924
Namen kunstenaars: malevich, gabo
Doel/functie: het streven naar vernieuwing en het breken van historische academische tradities. Manifest voor een nieuwe kunststijl en nieuwe maatschappij.
Trefwoorden:
- geometrische basisvormen
- objectieve benadering
- abstrahering
- gebruik van grafische en fotografische middelen
- affiches
- officiele kunstvorm van de russische revolutie
Schilderkunst:
- maatschappelijke invloed
- geen penseelstrepen
- geconstrueerd
Beeldhouwkunst:
- vooral ijzerconstructies
- open vorm
- lineair
Architectuur:
- open en heldere constructies
Stijlnaam: Functionalisme
Betekenis naam: functie staat centraal
Jaartallen: vanaf 1900
Namen kunstenaars: wright, le corbusier
Doel/functie: de functie bepaalt de vorm
Trefwoorden:
- de vorm is ondergeschikt aan de functie
- zuiverheid van vorm en constructie
- overbodige versieringen worden weggelaten
- constructie is zichtbaar
- streven naar betaalbare woningen en sociale vooruitgang
Algemene kenmerken:
- het exterieur bepaald door eenvoudige, rechthoekige vormen
- werd naar de functie gekeken, symmetrie wordt losgelaten
- gewapend beton à muren vlak en wit. Daken, plat
- muren niet meer dragend à grote ramen, veel licht
- decoratie vermeden à zakelijke uitstraling
- ruimte optimaal benutten door: skeletbouw, hoogbouw, lift
- form follows function
- gestreefd naar zuiverheid van vorm en constructie
- moest leiden tot betere, betaalbare woningen
- voorkeur voor geometrische vormen zonder versiering en lichte kleuren
- constructie en structuur aan de buitenkant zichtbaar
- materiaal: gewapend beton, glas en staal
Stijlnaam: Bauhaus
Betekenis naam: deutsche werkbund
Jaartallen:1919-1933
Namen kunstenaars: gropius, joost schmidt
Doel/functie: binnen de bond werken kunstenaars, architecten en fabrikanten samen
Trefwoorden:
- industriele vervaardiging en kunstnijverheidsproducten
- samensmelting kunst, ambacht en techniek
- gladde zakelijke vormgeving in de architectuur
- gebruik van vliesgevels
- strakke vormen, heldere constructie en functionele vormgeving
Schilderkunst:
- vormgeving is helder en overzichtelijk
- asymmetrische en dynamische compositie
- letters à eenheid
Toegepaste kunst:
- stalen buizen en leer
- strakke geometrische vormen
- heldere constructie en functionele vormgeving
- machinestijl
Textielkunst:
- invloed van arts en crafts
- weefateliers
- basisvormen onderzoeken
- effecten van kleur onderzoeken
Stijlnaam: dada
Betekenis naam: dadaisme à frans voor speelgoedpaardje
Jaartallen: 1916-1923
Namen kunstenaars: hans arp, raoul hausmann
Doel/functie:
Trefwoorden:
- antikunst
- geen kunstvorm maar een leefstijl
- collages
- fotomontages
- assemblages
- objets trouves
- readymade
- absurde voorstellingen, chaotische vormgeving en oncoventionele technieken
Schilderkunst:
- toeval
- readymade
- objecttrouve
- collage, fotomontage, assemblage
- aandacht voor het banale
- maatschappij kritiek
- chaotisch
- niet realistisch kleurgebruik
Beeldhouwkunst:
- toevallig gevonden voorwerpen en massaproducten
- invloed van techniek op mens belachelijk maken
Fotomontage:
- commerciele, satire, propoganda
- manipulatie foto’s
- futuristische/surrealistische droombeelden
Stijlnaam: Surrealisme
Betekenis naam: boven de werkelijkheid
Jaartallen: vanaf 1924
Namen kunstenaars: salvador dali
Doel/functie:
Trefwoorden:
- absurd en onwerkelijk
- dromen en visoenen vertaald in figuratieve schilderijen
- toeval speelt een grote rol
- vervreemding
Algemene kenmerken:
- begon als literaire beweging
- blokkades à door hun gedachten en dromen de vrije loop laten
- droom en onderbewuste belangrijke rol
- hypnose, alcohol en andere verdovende middelen
Schilderkunst:
- spontaan
- kleur en compositie wel bedacht
- grillige vormen
- geometrisch en organisch
- ritmisch
- dynamisch
- experimenteren met materialen en technieken
- realistisch/gedetailleerd
- plastisch
- geheimzinnige lichtvallen
- vervreemde elementen
- geen verstand maat fantasie
Beeldhouwkunst:
- functievervreemding
- psychoanalyse
- toeval
- symbolisch
Stijlnaam: Nieuwe zakelijkheid
Betekenis naam: komt van na de WO I , zo objectief mogelijk weer te geven
Jaartallen:1920-1950
Namen kunstenaars: Otto dix, max beckmann
Trefwoorden:
- trieste sfeer
- raadselachtige lichtval
- accent op handen, gezichten en houdingen
- onderwerpen uit de moderne stedelijke cultuur
ironischer, harder en dreigender dan het magisch realisme
Stijlnaam: Magisch realisme
Betekenis naam:
Jaartallen:1920-1950
Namen kunstenaars: carel willink, pyke koch
Trefwoorden:
- olieverf à glaceertechniek
- onhelspellende sfeer
- clairobscur
- geheimzinnig
- scherpe/gedetaillerde vormen
- duidelijke plasticiteit
verschil met het surrealisme is, dat in het magisch realisme de geschilderde werkelijkheid een bestaande werkelijkheid is.
Stijlnaam: abstract expressionisme (amerika)
Betekenis naam:
Jaartallen: 1943-1959
Namen kunstenaars: jackson pollock, mark rothko, frank stella
Doel/functie: veel Europese kunstenaars vertrekken door WO II dreiging naar Amerika. 1e amerikaanse beweging ontstaat met internationale erkenning
Trefwoorden:
1. action painting
- deels abstract, deels figuratief
actie van het schilderen zelf staat centraal
- emoties
- drippings
2. colorfield painting
- werking van de kleuren staat centraal
- kleurvlakken
- verzadigde kleuren
3. hard edge
- onpersoonlijk
- er is geen ‘handschrift’ van de kunstenaar zichtbaar
- geometrische vormen
- beperkte kleurschema’s
Stijlnaam: abstract expressionisme (europa)
Betekenis naam:
Jaartallen: 1943-1959
Namen kunstenaars: pierre soulages, karel appel, burri
Trefwoorden:
1. tachisme
- vertoont overeenkomsten met action painting in Amerika
2. Cobra
- mens en dier als onderwerp
- nadruk op expressiviteit
- vereenvoudigd
- inspiratie uit kindertekeningen
3. materieschilderkunst
- abstractie
bewerkte en aangetaste huid
kunstenaars verwerken de meest uiteenlopende materialen in hun werken
algemene kenmerken:
- spontane weergave van gevoelens in abstracte beelden
- wenden zich af van de rationale westerse cultuur
- haalden inspiratie uit: spontane krabbels, tekeningen van kinderen, geestelijke gestoorden, volkskunst en primitieve culturen.
Stijlnaam: pop-art
Betekenis naam:
Jaartallen:1955-1970
Namen kunstenaars: warhol, roy lichtenstein,david hockney, allen jones
Trefwoorden:
- beelden uit de consumptiemaatschappij
- fel en contrastrijk kleurgebruik
- combine paintings
- blowup
- onpersoonlijk en afstandelijk
Algemene kenmerken:
- Figuratief
- Speels gebruik van de symbolen van de Westerse consumptiecultuur.
- Ironie en humor.
- Gebruik van commerciële materialen en voorwerpen, producten uit het leven van alledag.
- De beeldende middelen worden net zo gebruikt als bij reclame, film, televisie, affiches en strips.
- Vervreemding door vergroting
- Vervreemding door herhaling
- Vervreemding door gebruik van ongebruikelijke materialen.
- Een collage-achtig uiterlijk, zowel in twee- als driedimensionale beelden.
- Geen persoonlijk handschrift van de kunstenaar. Soms laat hij werk zelfs door anderen uitvoeren.
- De kunstenaar gebruikt vaak 'ready mades': kant-en-klare, bestaande voorwerpen.
De identiteit van de kunstenaar, zijn imago, wordt soms zorgvuldig opgebouwd.
Beeldhouwkunst à objet-trouves
In Engeland speelt erotiek een grote rol.
Ook is het in engeland minder hard/zakelijk en niet direct gerelateerd met reclame.
De kleuren zijn minder uitbundig en geen duidelijke contourlijnen.
Stijlnaam: nouveau realisme
Betekenis naam:
Jaartallen:1960-1970
Namen kunstenaars: arman, martial raysse
Trefwoorden:
- beelden uit het dagelijks leven
- nadruk op vernietiging en aftakeling
- toeval
- verwerking van afvalmateriaal in kunstwerken
- kritische kijk op de consumptiemaatschappij
- scheiding tussen beeldhouwkunst en schilderkunst vervaagt
Stijlnaam: foto- of hyperrealisme
Betekenis naam: fotografie en realisme spelen een belangrijke naam
Jaartallen: vanaf 1965
Namen kunstenaars: richard estes, don eddy
Doel/functie: objectieve weergave van de moderne cultuur (zonder emotie of diepere inhoud)
Trefwoorden:
- met behulp van foto’s de werkelijkheid tot in detail weergeven
- beelden uit de consumptiemaatschappij
- mensen in alledaagse situaties
- vervreemding
- kunstenaars streven naar een objectieve weergave van de moderne maatschappij
Algemene kenmerken:
- veel aandacht voor detail. technisch knap
- foto is het uitgangspunt, dit projecteren ze op een doek en schilderen ze over
- alles is overal even scherp
- niet te onderscheiden van foto’s
Stijlnaam: op-art
Betekenis naam:optical art à optische illusie
Jaartallen: 1955-1980
Namen kunstenaars: victor vasarely
Doel/functie: door optische illusies ziet het oog de dingen anders dan ze zijn, het oog wordt gefopt. Toeschouwer prikkelen de optische illusie te onderzoeken
Trefwoorden:
- experimenteren met licht
- optische illusies
- suggestie van beweging
- toepassing van geometrische vormen
Algemene kenmerken:
- abstracte patronen
- optische illusie
- geometrische vormen, lijnen en kleurvlakken
- ritmische verdeling va vormen
- onpersoonlijke vormgeving
- planmatige compositie
- ritme en bewegingsillusie spelen een belangrijke rol
- materiaal: olieverf, tempera, acrylverf
Stijlnaam: postmoderne kunst (architectuur)
Het nieuwe bouwen à het functioneel wonen en bouwen
Functionele stad(wonen, werken en recreeren strikt gescheiden worden in aparte wijken)
- onpersoonlijk
- uitgestorven wanneer iedereen werken is
- vandalisme
- erg massaal
- grootschalig en kil
- onveilig gevoel
jaren ‘60
Prestigebouw à architect en opdrachtgever krijgen internationaal aanzien
- wordt mogelijk door, toegenomen welvaart
- kantoren en stadions
- utiliteitsbouw (met bepaalde functie)
- nieuwe en gewaagde constructie
- nieuwe materialen: plexiglas en polyester
- nieuwe techniek: hangconstructies
jaren ‘70
Mensvriendelijke architectuur(kubushuizen in Rotterdam)
- afzetten tegen de onpersoonlijke architectuur
- streven naar kleinschalige en vermenselijking van de architectuur
- experimentele woningbouw
Hightech(nologie)
- streven naar vernieuwingen in het industriele productieproces (hightech)
- brengt opleving van de economie en verworvenheden van techniek en uitdrukking
- toepassing van technische hoogstandjes
- vorm wordt bepaald door constructietechnische aspecten
jaren’80
Organische architectuur à wilde aandacht voor de mens en persoonlijke vormgeving in de architectuur. Leidt tot opleving van organische bouwkunst
- een omgeving creeren waarin de werknemer als mens en individu optimaal kunnen functioneren
- veel organische vormen
- geen grote muurvlakken, rechte hoeken of kubusvormen
- wanden hebben verschillende schuintes/vormen
Blob-architectuur à holle en bolle vormen. Gevels en daken lopen ongemerkt in elkaar over. De gekromde glazen pui zorgt voor indrukwekkende lichtreflecties en weerspiegelingen van de omgeving.
Blob komt van binary large objects.
Postmodernisme
- mengeling van verschillende stijlperiodes
- veel kleur
- versieringen
- gevarieerd materiaalgebruik
Postmodernisme ca. 1960-2001
Kernpunten:
- Geen vaststaande esthetische normen,
- veel eclecticisme en historicisme
- Herwaardering ornament (less is a bore)
- Grensoverschrijdingen van veel
kunstdisciplines
- Herwaardering verhalende verwijzingen
- Complexiteit en tegenspraak
- Herwaardering figuratie
- Cultuurrelativisme
- Natuur: natuur en clichés over de natuur
- Originaliteit: hoeft niet; clichés en (stijl)
citaten mogen (reproducties)
- High Art & Low Culture
- Function follows form
- Geen onderscheid high art- low art
- Kitscherig
Deconstructivisme
- = tegen de constructie ingaan
- Is een moderne barokke variant van het modernisme
- Ook overeenkomsten met het constructivisme: voorkeur voor dynamische vormen, heldere en open constructies
- Nieuwe stijl reageert op de verwarring en chaos in de maatschappij
- Architecten: Frank Gehry en Bernhard Tschumi en architectenbureau Coop Himmelblau
- Fabriek 1988-89 door bureau Coop Himmelblau
- Het gebouw lijkt op instorten te staan (blz 160)
- De ingang ziet er onlogisch en gedurfd uit > er steekt van alles uit
- De chaotische vormgeving wekt de indruk dat het gebouw nog niet af is
- Ze spelen met de wetten van de zwaartekracht
- Gebouwen lijken op assemblages omdat ze uit verschillende materialen en onderdelen zijn opgebouwd
Jaren’90
Supermodernisme is een soort perfectionering van het modernisme.
- Neutrale gebouwen
- Rechthoekige vormen
- Gebouwen hebben een gladde huid met een transparante of semi transparante gevel
- 24-uurs economie en globalisering spelen een rol
- Nadruk ligt op niet-plaatsen zoals: luchthavens, hotels, winkelcentra (minder gericht op woningbouw)
- Door gebruik van computer ook opvallende vormen mogelijk. Dit levert grootschalige en sensationele gebouwen op die een statement maken: look at me!
Eind 20e eeuw
Neotraditionalisme
Eind 20ste eeuw, ook reactie op Modernisme. Neotraditionalisme wordt ook wel retro-architectuur genoemd > keert namelijk terug naar bouwstijlen uit het verleden.
Kenmerken: kleinschalig, dorps karakter.
Steeds meer Nederlandse nieuwbouwwijken worden
gebouwd in deze ‘traditioneel Hollandse stijl’ .
Door sommige architectuurcritici
ook wel ‘de nieuwe truttigheid’ genoemd.
Stijlnaam: postmoderne kunst (schilderkunst)
Jaren ’70
Graffiti
- Vormen/ voorstellingen zijn initialen en stripachtige afbeeldingen
- Zijn geschilderd of gespoten
- Drager: muur, schutting, trein, gebouw
- Vormgeving: origineel, decoratief, kleuren uitbundig
- Ontstaan als protest tegen de materialistische maatschappij
- Goede graffiti kunstenaars worden in galeries geëxposeerd en werken dus op doek
Jaren ’80
Nieuwe wilden(jonge europese avantgarde schilders)
- Opleving van abstract expressionisme
- Spontane, pure schilderen vanuit het gevoel
- Passen verschillende stijlen uit het verleden toe (expressionisme, fauvisme)
- Vormen zijn ruig en ongekunsteld
- Kleuren: harde kleuren (schrille contrasten) of sombere/grauwe kleuren
- Thema’s: verleden, erotiek, dromen, angst, agressie
- Materiaal: olie- en acrylverf, krijt, pastel, afvalmaterialen
Algemene kenmerken:
- verschillende stijlen bestaan naast elkaar
- persoonlijke beleving van de kunstenaar staat centraal
- persoonlijke reflectie van de kunstenaar op gebeurtenissen in de maatschappij
- straatkunst wordt geaccepteerd als kunstvorm
Stijlnaam: postmoderne kunst (beelhouwkunst)
Organische beeldhouwkunst
- inspiratie uit de natuur
- abstraheren à essentie weergeven, dus geen details
Kinetische beeldhouwkunst(werken/bewegen door een motortjes of door de wind, water,magneten)
Minimal art/ geometrisch abstracte beeldhouwkunst
- vormgeving elementair en minimaal (kubus, balk, cilinder)
- ijzer, staal, gesmolten lood of stalen platen
- vaak in constructiewerkplaats door anderen uitgevoerd
- herhaling, belangrijke rol
- sculptuur en ruimte beinvloeden elkaar
- geen specifieke boodschap
- het zijn op zichzelf staande vormen/materialen
- vaak fors, nadrukkelijk aanwezig
- onbeschilderd
Land art
Natuur op 2 manieren betrekken
1. vervorming van de natuur (weghakken/afgraven) of opnieuw rangschikken van onderdelen in het landschap
2. door het toevoegen van elementen uit de cultuur (staalplaten, stof, plastic)
- kunstwerken hebben vaak een enorme afmeting
- essentie à het ingrijpen van de mens in de natuur en de reactie van de natuur op de ingreep
- vastleggen door foto/video
- bedenken is belangrijker dan uitvoeren
Kunst in de openbare ruimte
Vaak grote of vergrootte voorwerpen in de openbare ruimte neergezet.
Zo verleidelijk
1. de aantrekkingskracht van kunst(vormgeving, expressie, doel, betekenis)
2. virtuositeit in de kunst (het ambachtelijke, techniek)
3. kunst/kitsch (filosofisch, oordelend)
- verleiden à naaktheid, lekker eten?
- Imponeren à grootschalig, kostbaar materiaal
- Virtuositeit à hyperrealistisch of dure materialen
- Kunst/kitsch à bijna ordinair of spottend/overdreven
Kitsch = aanduiding voor cultureel uitingen die niet werkelijk artistiek zijn, maar pretenderen het te zijn. Vaak identiek voor ‘’slechte smaak’’
Of schijnkunst die niet aanslaat, met veel versieringen en of het verkeerde materiaal.
HEINRICH WOLFFLIN
5 begrippenparen
1. lineair – picturaal (lijn)
contourlijnen? Wel of niet
2. plastisch – ruimtelijk(ruimte)
statische of dynamische compositie?
3. tectonisch – atectonisch(compositie)
is het plaatje binnen het kader?
4. meervoudig – enkelvoudig
herkenbaar losse elementen
5. absolute duidelijkheid – relatieve duidelijkheid(licht)
overal even veel licht? Of clair-obscur?
Algemeen
- Wat is het? à 2D, half-ruimtelijk, 3D
- Naam kunstenaar à wie?
- Titel en jaartal
- Formaat
- Gebruikte materialen? à waarvan? Op welke manier ontstaan?
- Wat stelt het voor? à landschap? Portret? Abstract? Mythologie?
- Voorstelling à wat zie je allemaal, wat speel er af?
- Vormgeving à hoe is het gemaakt?
- Functie à waarvoor is het gemaakt?
- Zeggingskracht/karakter à wat wil de kunstenaar overbrengen?
- Betekenis à waarom is het gemaakt? En wat betekent het voor jou?
Beeldaspecten
- vorm/mate van abstractie
- kleur(gebruik) en contrastwerking
- ruimtesuggestie
- structuur (teken- of schilderachtig)
- licht (intensiteit, richting, schaduw)
- compositie (beweging, ritme, aandachtspunt)
Algemene begrippen
- textuur = de tastbare aard van het oppervlak
- factuur = de sporen van het gereedschap/de kunstenaar
- beeldhouwen = weghalen van materiaal
- modelleren = werken met kneedbaar materiaal
- construeren = een beeld maken van losse elementen
- formeren = een beeld maken door onderdelen naast elkaar te leggen
- gieten = in brons
Mate van abstractie
- figuratief
- gestileerd (vereenvoudigd)
- gedeformeerd (vervormd)
- abstract = geen verwijzing naar de werkelijkheid
Vormsoorten:
Rond à hoekig
Geometrisch à organisch
Symmetrisch à asymmetrisch
Regelmatig à onregelmatig
Enkelvoudig à samengesteld
Gesloten(massief) à open
Ruimte innemend à ruimte omschrijvend
REACTIES
1 seconde geleden