NEO - CLASSICISME
* 1750 - 1820
Belangrijke mensen:
- Jean Dominique Ingres ( schilder)
- Antonio Cithova (beeldhouder)
Kenmerken:
1) Het gebruik van klassieke elementen in de bouwkunst als uitdrukking van macht & rijkdom.
2) Beelden zijn technisch perfect, er wordt veel gepolijst marmer gebruikt.
Beelden zijn zeer monumentaal; stabiel met weinig emotie.
3) Onderwerp is klassiek => theaterscènes, soms in eigen tijd geplaatst.
4) Tekenachtige schilderingen; dunne gewaden en hoge taillelijn.
* Jacques-Louis David =>
- Meer gevoel voor vorm dan voor kleur.
- Zeer nauwkeurige anatomie, perspectief en ruimtewerking door licht en schaduwwerking.
- Koele zakelijke stijl => reactie daarop is de romantiek.
ROMANTIEK
* 1820-1870
- Structureel teruggrijpend op de middeleeuwen => neogothiek, renaissance hetzelfde.
Eclectisisme = door elkaar gebruik van diverse neostijlen.
- Gevoel i.p.v. verstand. Dat betekent niet allen LIEFDE, maar ook AGRESSIE.
Belangrijke mensen:
- Eugène Delacroix => Frans, maakte vooral taferelen in Zuid-Afrika
- Casper David Friedrich => Duits, landschappen
Kenmerken:
1) Felle kleuren worden gebruikt
2) Veel licht/donkercontrasten
3) Aandacht voor de natuur(beleving) => vooral in Noord-Europa
4) Vlucht in het verleden en de Oosterse wereld, met name in de bouwkunst
5) Veel emotie d.m.v. veel vluchtige, losse toetsen ( = penseelstreken)
6) Meer actie in de beeldhouwkunst
7) Drukcompositie => diagonalen, zorgt voor beweging
REALISME
* 1840 - 1875
Bekende mensen:
- Jean Francois Millet
- Vincent van Gogh
Kenmerken:
* Als onderwerpen de gewone mens en zijn omgeving
* Aandacht voor sociale omstandigheden
* De werkende mens
Beeldhouwkunst:
- Qua afwerking niet gepolijst. Het lijkt geboetseerd, daardoor krijg je sterkere licht/schaduwwerking.
Bouwkunst:
1) Constructiebouw => laten zien hoe het wordt gemaakt, d.m.v. moeren, bouten en stalen binten
i.t.t. de neostijlen
2)Qua constructie staalconstructie, meestal in torens of bruggen
BV: Gustaf Eiffel => Eiffeltoren
3) Gebruik van stalen binten en glas
BV Kristal Pallos => expositieruimten
IMPRESSIONISME
* 1874 - 1910
-Impressionisme = de omwenteling van oude naar moderne kunst;
* Fotografie => leidt tot afsnijding en een minder geposeerd beeld.
* UItvinding van de tubetjes verf => mengen kon nu op het doek en ook buiten het atelier.
- Salon de Refusée => Manet; naakte vrouwen verhaal
Belangrijke mensen:
- Eduard Manet
- Claude Monet => impressisch gebleven
- August Rodin (= beeldhouder)
1) Werking licht/ sfeer schilderen, met name buiten.
2) Snelle directe schildertechniek (losse toetsen)
3) Toevallige compositie en abrupte afsnijdingen => door de fotografie
4) Allerdaagse onderwerpen
5) Schaduw vult aanvullende, contrasterende KLEUR ( dus geen zwart)
Vanuit Nederland minder kleurrijk en vrolijk => vanwege het weer
2 Scholen: 1. Haagse school
2. Amsterdamse school Breitner
Braanbrekers => van impressionisme naar nieuwe:
- Paul Cézanne => naar cubisme
- Vincent van Gogh => naar expressionisme
- Paul Gouguin => via symbolisme naar fouvisme
- Henri de Toulouse => naar Jugenstil
POINTILLISME
* 1884 - 1890
Kenmerken:
- Heeft dezelfde onderwerpen als impressionisme
1) Kleur/vlektechniek o.g.v. wetenschappelijk kleurtheorie.
BV: blauw/gele puntjes => groen op afstand
2) Geen toepassing van zwart (met name in schaduw)
3) Meer aandacht voor de vorm en compositie en de kleur => figuren krijgen meer status
4) Pointillisme
Bekende mensen:
- Signac, Frankrijk
- Seurat, Frankrijk
- Van Rijsselberghen, België
- Jan Toorop, Nederland
JUGENDSTIL
* 1890 - 1910
- Komt uit Spanje => Spaans modernisme
Kenmerken:
1) Grondmotief = altijd onregelmatige gebogen lijn = zweepslag
2) Men gebruikte veel organische motieven
3) Affichekunst krijgt een sterke opgang
BV: - Toulouse de Lautrec
- Alfonds Mucha
4) Veel toegepaste kunst (voorwerpen zoals stoelen e.d.)
5) Veel architecturische toepassing => Barcelona!
BV: - Antoni Gaudi
Bekende mensen:
- Jan Toorop => affiches
- Henri v/d Velde => vormgeving ( België)
REACTIES
1 seconde geleden
".
".
Neo classicisme > schrijffout > Anthonio Cithova is een beeldhouwer en geen beeldhouder. Men kan kippen houden en wie een beeldentuin heeft kan eventueel beelden houden. Maar wie beelden maakt is een beeldhouwer.
Verder `n goed verhaal. Gegroet.
18 jaar geleden
Antwoorden