Kunstgeschiedenis samenvatting tot 1800
Grieken (800 v.Chr. - 476)
Schilderkunst meestal verloren gegaan.
Architectuur
Tempels (Parthenon in Athene)
Oudste zuilen van vastgebonden rietstengels à cannelures
Uiteinden van balken van oudere tempels à trigliefen
Architraafbouw
Vaste maatverhoudingen, overeenkomstig met het menselijk lichaam (gulden snede)
Correcties van gezichtsbedrog
Dorische stijl met kussenkapitaal (700 v.Chr)
Ionische stijl met krulkapiteel (voluten) (570 v.Chr.)
Korintische stijl met bladerkapiteel (400 v.Chr.)
Altaar staat voor en niet in de tempel, alleen priesters mogen naar binnen. Gebouw dient als onderdak voor beelden van Athena. Bouw is prestigekwestie
Theater (in Epidaurus)
Orchestra: rond middenpunt
Theatron: halfronde tribune
Proskenion: podium
Skene: kleedruimte en decor
Parodoi: ingang
Ter vermaak van het volk en didactisch
Schilderkunst
Vazen
Mythologie en taferelen uit het dagelijks leven
Oudste vazen geometrische motieven (archaïsche stijl)
Mens- en dierfiguren in attische stijl zijn realistischer en dynamischer dan periode daarvoor
Met zwartbakkende glazuur aangebracht. Door die weg te krassen is rode ondergrond weer zichtbaar = zwartfigurige keramiek.
Functie: gebruiksaardewerk voor dagelijks leven of in dienst van godsdienst (beschilderde tempels, beelden en vaatwerk).
Beeldhouwkunst
Perioden
Archaïsche periode (kouros) (800 v.CHr. – 500 v.Chr.)
Gestileerd
Frontaal
Statische zijaanzicht
Starende ogen en bevroren glimlach
Klassieke periode (500 v.Chr. – 350 v.Chr.)
Perfecte vormen en ideale verhoudingen
Contrapost
Anatomie bestudeerd
Hellenistische periode (350 v.CHr. – 50 v.Chr.)
Realistischer en verfijnder, gedetailleerd
Dramatisch en dynamisch, theatraal
Streven naar perfecte mens.
Meestal marmer, soms brons
Voor 350 v.CHr. beelden beschilderd
Kopieën van Romeinen overgebleven.
Functie: grafmonumenten, maken deel uit van tempels (kouros), beelden van goden speelden rol bij offerdiensten en tempels, beelden van sporthelden als dank aan de goden voor de geleverde prestaties
Romeinen
Beeldhouwkunst (thermen, aquaducten, basilica (gebouwen voor rechtspraak en handel), theaters = Colosseum etc.)
Pantheon (ruimte voor alle goden)
Absis (absides): nissen
Koepelconstructie
Tongewelf van Etrusken overnemen, architraafbouw verspilt ruimte en grote kans op breuk
Veel druk op muren à kruisgewelf
à met koepelgewelf nog grotere ruimten overdekken
Functie: praktisch (bij Grieken nadruk op schoonheid)
Triomfbogen
Erezuilen met reliëfachtig stripverhaal van heldenverhalen
Amfitheaters (ovalen theaters)
Schilderkunst
Fresco (muurschildering op natte kalk)
Paneel = vak
Mythologie, stillevens, landschappen, taferelen uit dagelijks leven, architectuur
Ruimtelijke illusies à trompe l’oeil
Functie: verfraaiing en ruimte groter laten lijken
Beeldhouwkunst
Portretbustes of complete figuren van belangrijke personen
Spreekgebaar
Realistisch, levensecht, niet geïdealiseerd
Stofuitdrukking en weergave van gezicht veel aandacht
Houding, kleding, vormgeving etc. ontleend aan Griekse kunst – veel beeldhouwers waren uit Griekenland afkomstig of ze kopieerden
Functie: het volk imponeren
Vroegchristelijke kunst (50 – 500)
Christenen moeten in het geheim hun godsdienst vormgeven en gaan naar catacomben (onderaardse gangenstelsels die leiden naar grafruimten) bij Rome. Daar gebruiken ze symbolen om godsdienst te uiten, zodat bij ontdekking niet ontdekt wordt dat het om christendom gaat. Personificaties van Christus.
Architectuur
Geen tempels om associatie met Romeinse religie te voorkomen
Basiliek: kerk, exterieur ontleend aan Romeinse basilica. Besluit omdat paus werd aangespoord door Maria in een droom te bouwen
Interieur: middenschip eindigt in absis met een halve koepel. Plaats van bisschop op verhoging en later altaar. Daaronder de crypte (grafkelder) waar heilige van de kerk + relieken zijn bewaard. Dak middenschip is houten balkconstructie. Aan voorzijde de nartex, onderdeel van atrium, het voorhof en reinigingsplaats. Naast kerk de campanile = vrijstaande klokkentoren om gelovigen op te roepen
Functie: plaats bieden voor gelovigen tijdens erediensten
Schilderkunst
Fresco in catacomben
Gestileerd, zonder plasticiteit. Religieuze verhaal was belangrijker dan realisme
Functie: aansporen tot meditatie, symbolische betekenis
Beeldhouwkunst
Reliëfs op sacrofagen: stellen personen en taferelen uit de Bijbel voor
Gestileerd, streeft niet naar realisme maar naar symboliek
Worden niet vrijstaand gemaakt uit angst voor afgoderij
Eerst met beitels uit steen, later ook ivoorsnijden
Functie: didactisch
Byzantijnse kunst (500-1453)
Oost-Romeinse rijk. Contacten tot Italië.
Architectuur
Hagia Sophia in Istanbul, San Vitale in Ravenna
Centraalbouw: opgezet vanuit centraal punt van symmetrie
Plattegronden hebben vorm van vierkant, cirkel, regelmatige veelhoek of Grieks kruis
Koepel als symbool voor de kosmos
Functie: Hagia Sophia was schoonheid overtreffen, beperkte toegang erediensten, San Vitale religieuze functie
Mozaïekkunst
Gestileerd
Nadruk op horizontale en verticale ordeningslijnen à compositie statisch
Gouden achtergrond
Diepte door schaduwen geprobeerd
Functie: keizerpaar wil laten zien hoe rijk en machtig ze is, en dat ze geldt als vertegenwoordiger van Christus op aarde
Iconen: schildering van Christus, Maria of heiligen volgens vaste regels
Beeldhouwkunst
Reliëfs en op gebruiksvoorwerken
Bijbelse voorstellingen, symbolen, abstracte versieringen en vormen uit de natuur
Gestileerd
Ivoorsnijkunst en edelsmeedkunst
Functie: religieus en decoratief
Karolingische kunst (800 – 900)
Na volksverhuizingen blijft het christendom alleen over in Ierland. Vanuit daar wordt het weer op het land gebracht à Karolingische kunst. Typische hofkunst: Karel de Grote stimuleert onderwijs en kunst vanaf hof te Aken.
Architectuur
Zowel centraalbouw als basiliekvorm
Paltzkapel voorbeeld van centraalbouw
Geheel in steen, terwijl voor plafonds en dakconstructie eerder nog hout werd gebruikt
Achthoekig middenschip met twee verdiepingen tellende omgang
Sankt-Gallen ideaal kloostercomplex
Functie: structuur van Paltzkapel symboliseert de taak van keizer Karel: direct contact met God voor zijn volk. Troon van keizer daarom recht tegenover altaar. Kloosters dienen als religieus centrum en autarkische ministeden, school, ziekenhuis, wetenschappelijk centrum, herberg en kunstencentrum
Schilderkunst
Geletterdheid belangrijk: ambtenaren voor zijn bureaucratische systeem en beter begrip van de Bijbel. à manuscripten (gedeeltes van de Bijbel die met de hand zijn overgeschreven)
Gekalligrafeerde teksten
Miniaturen
Paginavullende afbeeldingen
Levendig, kleine mensfiguren
Functie: onderwijs en meditatie
Romaanse kunst (900 – 1150)
Wanorde door vermenging wereldlijke en geestelijke macht à hervormingen vanuit klooster in Cluny (Frankrijk). Nieuwe scholen, kloosters en kerken en culturele ontwikkelingen leiden tot Romaanse (omdat het veel lijkt op Romeinse bouwkunst) kunst. Langs pelgrimsroutes worden bedevaartkerken gebouwd. Vanaf de tiende eeuw neemt de heiligenverering toe à toename altaren.
Architectuur
Saint Sernin in Toulouse
Latijns kruis door toevoeging van dwarsschip (transept) door middenschip voor extra ruimte
Bovenop de kruising de vieringtoren
Hoofdaltaar staat onder vieringtoren.
Aan absis van grote kerken diverse straalkapellen voor pelgrims, via kooromgang beschikbaar.
Muren dik en stevig
Ramen klein om muren niet te verzwakken
Steunberen en dikke zuilen aan buitenzijde
Tongewelf wordt ondersteund door gordelbogen
Reliëfachtige versieringen om de kerk minder massief te laten lijken in de vorm van pilasters en rondbogen
Systeem met vaste maatverhoudingen
Functie: gevoel van nietigheid en kleinheid geven ten opzichte van het goddelijke
Schilderkunst
Duidelijke relatie met Byzantijnse vormen en motieven
Majestas = Jezus op troon, rechterhand opgeheven en in andere hand boek. Veelvuldig op deze wijze afgebeeld
Petrus heeft sleutel
Fresco’s en zuilen etc. worden beschilderd
Symmetrie, lineair, niet belangrijk om naturalistisch te schilderen, draait om weergeven symboliek
Functie: religie en verfraaiing van architectuur
Beeldhouwkunst
Reliëfs op kapitelen etc. geen vrijstaande beeldhouwwerken
Stijf en onpersoonlijk en emotieloos
Symbolen
Nagenoeg geen beeldhouwkunst binnen door donkerheid, aan de voorgevel en buiten kerk wel
Functie: religieus, gelovige in stemming brengen
Heidens decoraties krijgen christelijk equivalent
Textielkunst
Normaliter religieuze afbeeldingen, uitzondering is:
Tapijt van Bayeux
Stripverhaal van slag bij Hastings van Willem de Veroveraar, vervaardigd door vrouw
Normaliter religieuze afbeeldingen
Gotiek (1100-1400)
Theorie van het goddelijk licht, door licht te ervaren dichter bij God (Abt Suger) à hoge kerken met ruime en lichte interieurs. Na 1300 ook in profane bouwkunst om opkomende macht te laten zien. Verspreid door heel West-Europa door rondtrekkende architecten. Noord-Frankrijk ontstaan. Bouwloodsen belangrijke rol; elke eigen stijl. Kloosters stimuleren bouw door rondreizende bouwmeesters in dienst te nemen.
Architectuur
Skeletbouw
Spitsbogen
Aan zijkant luchtbogen en steunberen die druk afvoeren van dak
Ter versiering pinakels (torentjes) geplaatst
Kruisribgewelven
Grondplan Latijns kruis
Bovenop arcade triforium, (in grote kathedralen nog tribune) daarboven lichtbeuk
Travee is grondvlak waarop gewelf wordt geprojecteerd
Verticale richting
Kathedraal van Reims
Gebrandschilderde ramen voor lichtval
Functie: ramen voor lichtval, prestigekwestie, symbolen van hemelse stad
Schilderkunst
Door toenemende rijkdom ook profane kunst naast sacrale kunst
Portretten
Aandacht voor landschap
Leven van alledag
Italiaan Giotto
Plastische weergave vanuit een standpunt
Internationale gotiek door verspreiding
Van Eyck etc.: de Vlaamse Primitieven
Met olieverf ipv eitempera op paneel: droogt niet snel dus nauwkeuriger werk
Ruimtesuggestie
Signeren
Kleuren
Blauw = hemelse
Wit = onschuld
Rood = liefde en lijden
Functie: religie door symbolen, burgerlijke trots en rijkdom
Beeldhouwkunst
Rijkelijk voorzien van beeldhouwwerken
Komen niet los van de muur
Zuilvormige beelden (colonnetfiguren)
Stijve, schematische indruk
In latere gotiek dynamischer en meer los van zuil
In de laat-gotiek dynamiek door gedraaide houding of s-bocht en vrijstaande beelden. Eind ook individuele gezichtsuitdrukkingen en juiste proporties
Functie: religieus, kerkganger in juiste stemming brengen
Textielkunst
Ter isolatie
Religieuze voorstellingen
Afwisselend blauwe en rozerode achtergronden
Gedetailleerde uitwerkingen
Renaissance (1400-1530)
Homo universalus, signeren van schilderij, inspireren door klassieke kunst, op zoek naar realiteit, nabootsing van natuur, kunstcollecties voor aanzien.
Door boekdrukkunst snelle verspreiding van opvattingen. Door nieuwe druktechnieken konden schilderijen verspreid worden. Een reis naar Italië hoorde bij de kunstopleiding, want vanuit daar ontstond de renaissance. Zij hadden goede contacten met het Byzantijnse Rijk, waar de klassieke cultuur voortleefde en er waren kunstschatten aanwezig.
Architectuur
Palazzo
Vierkant woonblok rondom atrium
Atrium omgeven door galerij ionische zuilen
Ziet er vanbuiten robuust en gesloten uit. Buitenmuren = rustica
Vormgeving vanbinnen heel verfijnd
Dak met kroonlijst
Kerken volgens centraalbouw en met koepel
Halfzuilen en muurversieringen in de loop van 16e eeuw: reliëf, nissen, decoraties
Ideale maatverhoudingen en strenge regelmaat
Grote levendigheid en ruimtelijkheid
Functie: begane grond voor handelsdoeleinden en familie op eerste etage bij palazzo’s
Schilderkunst
Portretten
Mythologische verhalen, soms vervlochten met Bijbelse verhalen
Techniek vooruitgang
Anatomie voor realisme
Perspectief: lijnperspectief, atmosferisch perspectief
Sfumato: verzachting van kleurovergangen
Harmonieuze schoonheid door keuze van kleuren, ideale vormen en proporties en symmetrie
Schildertechnieken: olieverf en tempera op paneel en muurschilderingen op natte (fresco) en droge (secco) kalk.
Tekentechnieken en druktechnieken
Allegorie = symbolische voorstelling van een idee
Functie: didactisch, naast religieuze waarden ok andere waarden
Beeldhouwkunst
Vrijstaand
Geïdealiseerd
Levendig, beweeglijk en realistisch, dramatisch soms
Plasticiteit
Meer emoties in gezicht in de late renaissance
Functie: schoonheidsidealen van de tijd weergeven en talenten laten zien
Textielkunst
Bloeiperiode
Minnetapijten: onderwerp de liefde
Decoratie van achtergrond: mille fleurs (bloemetjes)
symbolen
Anatomisch juist
Perspectivische ruimte
Kostbaar, statussymbool
Maniërisme (1530-1600)
Vormt overgang van renaissance naar barok. Bewust van regels en normen afwijken. Maniera = ‘stijl’ of ‘iets op een overdreven manier doen’. Vooral eigen ideeën en emoties tot uitdrukking. Verspreid vanuit Rome door pestepidemie en plunderingen (mensen moesten vluchten) en gravureboeken.
Architectuur
Afwijken van klassieke regels voor ideale maten en verhoudingen
Op de meest ongebruikelijke plaatsen zuilen, timpanen etc. slechts ter decoratie (geen dragende functie)
Schilderkunst
Houdingen etc. ingewikkeld en gekunsteld
Totaal uit proportie
Pasteltinten en kleurcontrasten
Licht-donkercontrasten
Bijbelse taferelen en mythologie
Functie: werk meer spanning en zeggingskracht geven
Beeldhouwkunst en toegepaste kunst
Afwijkende proporties en houdingen ten opzichte van realiteit = figura serpentina/slangenmens
Dure materialen
Functie: decoratie en statussymbool. Kunstenaar wilde kwaliteiten laten zien
Barok (1600-1720)
Barocco = grillige parel. In dienst van de contrareformatie = met pracht en praal de mensen overtuigen dat de katholieke kerk de zegevierende kerk is. Vorsten herkennen de imponerende kracht en nemen de barok over als teken van rijkdom. Streven naar samensmelting van architectuur, beeldhouwkunst en schilderkunst. In Engeland en noorden van Republiek wordt de barok niet overgenomen, maar kiest men voor classicisme. In republiek was er geen rijk vorstenhuis en werden de rijke burgers, gilden en regenten namelijk opdrachtgever voor kunst.
Architectuur
Bernini en Borromini
Onregelmatige plattegrond: Asymmetrisch en grillige, gebogen vormen
Uitbundige versieringen sterk reliëf en plastische muurvlakken
Aanzien van de stad door luxe materialen
Rekening houden met lichtval, die door licht- en donkereffecten voor dynamiek zorgt
Zuilen van kolossale orde (meerdere verdiepingen)
Benadrukken verticale richting en imponerend
Functie: katholieke kerk impuls geven
Schilderkunst
Extreem realistisch en alledaags
Geïdealiseerd
Landschappen, stillevens en historiestukken, portretten van prominenten en genrestukken: landelijk en huiselijke taferelen
Dynamiek en dramatisch
Clair-obscur
Ertstechniek betaalbaarder
Functie: aanzien katholieke kerk verbeteren, moraliserend en decoratief
Beeldhouwkunst
Bijbelse en mythologische onderwerpen of uit de natuur
Luxe gebruiksvoorwerpen
Veel emotie
Dynamisch
Licht- en donkereffecten
Plastische kleding en houding: dynamiek
Functie: statussymbolen bij gebruiksvoorwerpen, religieuze emoties bij beelden, versieringen decoratieve waarde
Textielkunst
Dynamiek en clair-obscur
Rococo (1720-1750)
Rocaille = schelp. Reactie op het strakke classicisme. Geliefd bij aristocratie en rijke burgerij. Voorafgaand twee stromingen in schilderkunst: Rubenisten (nadruk op kleur en emotie, bewonderen barok) en poussinisten (voorkeur voor classicisme, nadruk op lijn en ratio)
Architectuur
Spontaniteit en vrolijkheid
Ovaalvormige plattegronden
Samengaan beeldhouwkunst, schilderkunst en architectuur in interieur
Reliëfs, rocaillemotieven, plantmotieven, slingerende, asymmetrische ornamenten uit natuur
Pastelkleuren
Tijdrovend en duur
Functie: idealen van gecultiveerd, stijlvol leven en afleiding van problemen van Franse revolutie door gevoel van vreugde
Schilderkunst
Geneugten van het leven, erotische taferelen, idyllische landschappen, decadente feesten, portretten
Pastelkleuren
Plafondschilderingen
Dynamiek
Toegepaste kunst
Porselein geliefd bij welgestelde adel, fraai maar duur
Rocaillemotieven
Neoclassicisme (1760-1840)
Interesse voor klassieke kunst impuls door opgravingen Pompeii en Herculaneum, Duitse schrijver Winckelmann en tegenreactie op overdadige vormgeving van vorige stromingen. ‘burgerstijl’: veel parlementsgebouwen etc. Vooral in Frankrijk.
Architectuur
Openbare gebouwen
Toepassing van klassieke elementen in combinatie met nieuwe functionele principes
Eenvoud van vorm
Helderheid van constructie
Symmetrie
Gebruik van wit
Arc de Triomphe
Functie: macht en voornaamheid uitstralen, symbool voor idealen van Franse Revolutie
Schilderkunst
Verhalen uit oudheid om te laten zien dat ze gelezen hebben
Theatraal en geposeerd
Statisch, horizontale, verticale en schuine lijnen
Achtergrond vlak zonder dieptewerking of details
Scene straalt rust uit en kijker wordt niet afgeleid van de inhoud
Voorgrond trekt aandacht door details en licht
Kleurgebruik monochroom
Perfecte schildertechniek, duidelijke vormen en lijnen en heldere voorstelling
Functie: idealen van Franse Revolutie weergeven. Rationalisme.
Bouwkunst
Thema’s uit klassieke oudheid
Symboliek
Idealisatie
Wit en glad gepolijst, technisch perfect
Toegepaste kunst
Empire: classicistische stijl in toegepaste kunst
Verguldsel, militaria, sphinxen, palmetten
Felle, rijke pastelkleuren
Toevoeging van Egyptische motieven
Geometrie en symmetrie, strakke indeling in vlakken
Verfijnde versieringen
Organische ornamenten
Functie: meubels voor gegoede burgerij betaalbaar, chique. Ornamenten en decoratiemotieven symbolische betekenis naar macht en glorie van Franse leger.
REACTIES
1 seconde geleden