Kunstgeschiedenis tot 1800 (klassiek - neoclassicisme)

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 2333 woorden
  • 4 november 2020
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer 5
1 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

Kunstgeschiedenis samenvatting tot 1800

Grieken (800 v.Chr. - 476)

Schilderkunst meestal verloren gegaan.

Architectuur

Tempels (Parthenon in Athene)

Oudste zuilen van vastgebonden rietstengels à cannelures

Uiteinden van balken van oudere tempels à trigliefen

Architraafbouw

Vaste maatverhoudingen, overeenkomstig met het menselijk lichaam (gulden snede)

Correcties van gezichtsbedrog

Dorische stijl met kussenkapitaal (700 v.Chr)

Ionische stijl met krulkapiteel (voluten) (570 v.Chr.)

Korintische stijl met bladerkapiteel (400 v.Chr.)

Altaar staat voor en niet in de tempel, alleen priesters mogen naar binnen. Gebouw dient als onderdak voor beelden van Athena. Bouw is prestigekwestie

Theater (in Epidaurus)

Orchestra: rond middenpunt

Theatron: halfronde tribune

Proskenion: podium

Skene: kleedruimte en decor

Parodoi: ingang

Ter vermaak van het volk en didactisch

Schilderkunst

Vazen

Mythologie en taferelen uit het dagelijks leven

Oudste vazen geometrische motieven (archaïsche stijl)

Mens- en dierfiguren in attische stijl zijn realistischer en dynamischer dan periode daarvoor

Met zwartbakkende glazuur aangebracht. Door die weg te krassen is rode ondergrond weer zichtbaar = zwartfigurige keramiek.

Functie: gebruiksaardewerk voor dagelijks leven of in dienst van godsdienst (beschilderde tempels, beelden en vaatwerk).

Beeldhouwkunst

Perioden

Archaïsche periode (kouros) (800 v.CHr. – 500 v.Chr.)

Gestileerd

Frontaal

Statische zijaanzicht

Starende ogen en bevroren glimlach

Klassieke periode (500 v.Chr. – 350 v.Chr.)

Perfecte vormen en ideale verhoudingen

Contrapost

Anatomie bestudeerd

Hellenistische periode (350 v.CHr. – 50 v.Chr.)

Realistischer en verfijnder, gedetailleerd

Dramatisch en dynamisch, theatraal

Streven naar perfecte mens.

Meestal marmer, soms brons

Voor 350 v.CHr. beelden beschilderd

Kopieën van Romeinen overgebleven.

Functie: grafmonumenten, maken deel uit van tempels (kouros), beelden van goden speelden rol bij offerdiensten en tempels, beelden van sporthelden als dank aan de goden voor de geleverde prestaties

Romeinen

Beeldhouwkunst (thermen, aquaducten, basilica (gebouwen voor rechtspraak en handel), theaters = Colosseum etc.)

Pantheon (ruimte voor alle goden)

Absis (absides): nissen

Koepelconstructie

Tongewelf van Etrusken overnemen, architraafbouw verspilt ruimte en grote kans op breuk

Veel druk op muren à kruisgewelf

à met koepelgewelf nog grotere ruimten overdekken

Functie: praktisch (bij Grieken nadruk op schoonheid)

Triomfbogen

Erezuilen met reliëfachtig stripverhaal van heldenverhalen

Amfitheaters (ovalen theaters)

Schilderkunst

Fresco (muurschildering op natte kalk)

Paneel = vak

Mythologie, stillevens, landschappen, taferelen uit dagelijks leven, architectuur

Ruimtelijke illusies à trompe l’oeil

Functie: verfraaiing en ruimte groter laten lijken

Beeldhouwkunst

Portretbustes of complete figuren van belangrijke personen

Spreekgebaar

Realistisch, levensecht, niet geïdealiseerd

Stofuitdrukking en weergave van gezicht veel aandacht

Houding, kleding, vormgeving etc. ontleend aan Griekse kunst – veel beeldhouwers waren uit Griekenland afkomstig of ze kopieerden

Functie: het volk imponeren

Vroegchristelijke kunst (50 – 500)

Christenen moeten in het geheim hun godsdienst vormgeven en gaan naar catacomben (onderaardse gangenstelsels die leiden naar grafruimten) bij Rome. Daar gebruiken ze symbolen om godsdienst te uiten, zodat bij ontdekking niet ontdekt wordt dat het om christendom gaat. Personificaties van Christus.

Architectuur

Geen tempels om associatie met Romeinse religie te voorkomen

Basiliek: kerk, exterieur ontleend aan Romeinse basilica. Besluit omdat paus werd aangespoord door Maria in een droom te bouwen

Interieur: middenschip eindigt in absis met een halve koepel. Plaats van bisschop op verhoging en later altaar. Daaronder de crypte (grafkelder) waar heilige van de kerk + relieken zijn bewaard. Dak middenschip is houten balkconstructie. Aan voorzijde de nartex, onderdeel van atrium, het voorhof en reinigingsplaats. Naast kerk de campanile = vrijstaande klokkentoren om gelovigen op te roepen

Functie: plaats bieden voor gelovigen tijdens erediensten

Schilderkunst

Fresco in catacomben

Gestileerd, zonder plasticiteit. Religieuze verhaal was belangrijker dan realisme

Functie: aansporen tot meditatie, symbolische betekenis

Beeldhouwkunst

Reliëfs op sacrofagen: stellen personen en taferelen uit de Bijbel voor

Gestileerd, streeft niet naar realisme maar naar symboliek

Worden niet vrijstaand gemaakt uit angst voor afgoderij

Eerst met beitels uit steen, later ook ivoorsnijden

Functie: didactisch

Byzantijnse kunst (500-1453)

Oost-Romeinse rijk. Contacten tot Italië.

Architectuur

Hagia Sophia in Istanbul, San Vitale in Ravenna

Centraalbouw: opgezet vanuit centraal punt van symmetrie

Plattegronden hebben vorm van vierkant, cirkel, regelmatige veelhoek of Grieks kruis

Koepel als symbool voor de kosmos

Functie: Hagia Sophia was schoonheid overtreffen, beperkte toegang erediensten, San Vitale religieuze functie

Mozaïekkunst

Gestileerd

Nadruk op horizontale en verticale ordeningslijnen à compositie statisch

Gouden achtergrond

Diepte door schaduwen geprobeerd

Functie: keizerpaar wil laten zien hoe rijk en machtig ze is, en dat ze geldt als vertegenwoordiger van Christus op aarde

Iconen: schildering van Christus, Maria of heiligen volgens vaste regels

Beeldhouwkunst

Reliëfs en op gebruiksvoorwerken

Bijbelse voorstellingen, symbolen, abstracte versieringen en vormen uit de natuur

Gestileerd

Ivoorsnijkunst en edelsmeedkunst

Functie: religieus en decoratief

Karolingische kunst (800 – 900)

Na volksverhuizingen blijft het christendom alleen over in Ierland. Vanuit daar wordt het weer op het land gebracht à Karolingische kunst. Typische hofkunst: Karel de Grote stimuleert onderwijs en kunst vanaf hof te Aken.

Architectuur

Zowel centraalbouw als basiliekvorm

Paltzkapel voorbeeld van centraalbouw

Geheel in steen, terwijl voor plafonds en dakconstructie eerder nog hout werd gebruikt

Achthoekig middenschip met twee verdiepingen tellende omgang

Sankt-Gallen ideaal kloostercomplex

Functie: structuur van Paltzkapel symboliseert de taak van keizer Karel: direct contact met God voor zijn volk. Troon van keizer daarom recht tegenover altaar. Kloosters dienen als religieus centrum en autarkische ministeden, school, ziekenhuis, wetenschappelijk centrum, herberg en kunstencentrum

Schilderkunst

Geletterdheid belangrijk: ambtenaren voor zijn bureaucratische systeem en beter begrip van de Bijbel. à manuscripten (gedeeltes van de Bijbel die met de hand zijn overgeschreven)

Gekalligrafeerde teksten

Miniaturen

Paginavullende afbeeldingen

Levendig, kleine mensfiguren

Functie: onderwijs en meditatie

Romaanse kunst (900 – 1150)

Wanorde door vermenging wereldlijke en geestelijke macht à hervormingen vanuit klooster in Cluny (Frankrijk). Nieuwe scholen, kloosters en kerken en culturele ontwikkelingen leiden tot Romaanse (omdat het veel lijkt op Romeinse bouwkunst) kunst. Langs pelgrimsroutes worden bedevaartkerken gebouwd. Vanaf de tiende eeuw neemt de heiligenverering toe à toename altaren.

Architectuur

Saint Sernin in Toulouse

Latijns kruis door toevoeging van dwarsschip (transept) door middenschip voor extra ruimte

Bovenop de kruising de vieringtoren

Hoofdaltaar staat onder vieringtoren.

Aan absis van grote kerken diverse straalkapellen voor pelgrims, via kooromgang beschikbaar.

Muren dik en stevig

Ramen klein om muren niet te verzwakken

Steunberen en dikke zuilen aan buitenzijde

Tongewelf wordt ondersteund door gordelbogen

Reliëfachtige versieringen om de kerk minder massief te laten lijken in de vorm van pilasters en rondbogen

Systeem met vaste maatverhoudingen

Functie: gevoel van nietigheid en kleinheid geven ten opzichte van het goddelijke

Schilderkunst

Duidelijke relatie met Byzantijnse vormen en motieven

Majestas = Jezus op troon, rechterhand opgeheven en in andere hand boek. Veelvuldig op deze wijze afgebeeld

Petrus heeft sleutel

Fresco’s en zuilen etc. worden beschilderd

Symmetrie, lineair, niet belangrijk om naturalistisch te schilderen, draait om weergeven symboliek

Functie: religie en verfraaiing van architectuur

Beeldhouwkunst

Reliëfs op kapitelen etc. geen vrijstaande beeldhouwwerken

Stijf en onpersoonlijk en emotieloos

Symbolen

Nagenoeg geen beeldhouwkunst binnen door donkerheid, aan de voorgevel en buiten kerk wel

Functie: religieus, gelovige in stemming brengen

Heidens decoraties krijgen christelijk equivalent

Textielkunst

Normaliter religieuze afbeeldingen, uitzondering is:

Tapijt van Bayeux

Stripverhaal van slag bij Hastings van Willem de Veroveraar, vervaardigd door vrouw

Normaliter religieuze afbeeldingen

Gotiek (1100-1400)

Theorie van het goddelijk licht, door licht te ervaren dichter bij God (Abt Suger) à hoge kerken met ruime en lichte interieurs. Na 1300 ook in profane bouwkunst om opkomende macht te laten zien. Verspreid door heel West-Europa door rondtrekkende architecten. Noord-Frankrijk ontstaan. Bouwloodsen belangrijke rol; elke eigen stijl. Kloosters stimuleren bouw door rondreizende bouwmeesters in dienst te nemen.

Architectuur

Skeletbouw

Spitsbogen

Aan zijkant luchtbogen en steunberen die druk afvoeren van dak

Ter versiering pinakels (torentjes) geplaatst

Kruisribgewelven

Grondplan Latijns kruis

Bovenop arcade triforium, (in grote kathedralen nog tribune) daarboven lichtbeuk

Travee is grondvlak waarop gewelf wordt geprojecteerd

Verticale richting

Kathedraal van Reims

Gebrandschilderde ramen voor lichtval

Functie: ramen voor lichtval, prestigekwestie, symbolen van hemelse stad

Schilderkunst

Door toenemende rijkdom ook profane kunst naast sacrale kunst

Portretten

Aandacht voor landschap

Leven van alledag

Italiaan Giotto

Plastische weergave vanuit een standpunt

Internationale gotiek door verspreiding

Van Eyck etc.: de Vlaamse Primitieven

Met olieverf ipv eitempera op paneel: droogt niet snel dus nauwkeuriger werk

Ruimtesuggestie

Signeren

Kleuren

Blauw = hemelse

Wit = onschuld

Rood = liefde en lijden

Functie: religie door symbolen, burgerlijke trots en rijkdom

Beeldhouwkunst

Rijkelijk voorzien van beeldhouwwerken

Komen niet los van de muur

Zuilvormige beelden (colonnetfiguren)

Stijve, schematische indruk

In latere gotiek dynamischer en meer los van zuil

In de laat-gotiek dynamiek door gedraaide houding of s-bocht en vrijstaande beelden. Eind ook individuele gezichtsuitdrukkingen en juiste proporties

Functie: religieus, kerkganger in juiste stemming brengen

Textielkunst

Ter isolatie

Religieuze voorstellingen

Afwisselend blauwe en rozerode achtergronden

Gedetailleerde uitwerkingen

Renaissance (1400-1530)

Homo universalus, signeren van schilderij, inspireren door klassieke kunst, op zoek naar realiteit, nabootsing van natuur, kunstcollecties voor aanzien.

Door boekdrukkunst snelle verspreiding van opvattingen. Door nieuwe druktechnieken konden schilderijen verspreid worden. Een reis naar Italië hoorde bij de kunstopleiding, want vanuit daar ontstond de renaissance. Zij hadden goede contacten met het Byzantijnse Rijk, waar de klassieke cultuur voortleefde en er waren kunstschatten aanwezig.

Architectuur

Palazzo

Vierkant woonblok rondom atrium

Atrium omgeven door galerij ionische zuilen

Ziet er vanbuiten robuust en gesloten uit. Buitenmuren = rustica

Vormgeving vanbinnen heel verfijnd

Dak met kroonlijst

Kerken volgens centraalbouw en met koepel

Halfzuilen en muurversieringen in de loop van 16e eeuw: reliëf, nissen, decoraties

Ideale maatverhoudingen en strenge regelmaat

Grote levendigheid en ruimtelijkheid

Functie: begane grond voor handelsdoeleinden en familie op eerste etage bij palazzo’s

Schilderkunst

Portretten

Mythologische verhalen, soms vervlochten met Bijbelse verhalen

Techniek vooruitgang

Anatomie voor realisme

Perspectief: lijnperspectief, atmosferisch perspectief

Sfumato: verzachting van kleurovergangen

Harmonieuze schoonheid door keuze van kleuren, ideale vormen en proporties en symmetrie

Schildertechnieken: olieverf en tempera op paneel en muurschilderingen op natte (fresco) en droge (secco) kalk.

Tekentechnieken en druktechnieken

Allegorie = symbolische voorstelling van een idee

Functie: didactisch, naast religieuze waarden ok andere waarden

Beeldhouwkunst

Vrijstaand

Geïdealiseerd

Levendig, beweeglijk en realistisch, dramatisch soms

Plasticiteit

Meer emoties in gezicht in de late renaissance

Functie: schoonheidsidealen van de tijd weergeven en talenten laten zien

Textielkunst

Bloeiperiode

Minnetapijten: onderwerp de liefde

Decoratie van achtergrond: mille fleurs (bloemetjes)

symbolen

Anatomisch juist

Perspectivische ruimte

Kostbaar, statussymbool

Maniërisme (1530-1600)

Vormt overgang van renaissance naar barok. Bewust van regels en normen afwijken. Maniera = ‘stijl’ of ‘iets op een overdreven manier doen’. Vooral eigen ideeën en emoties tot uitdrukking. Verspreid vanuit Rome door pestepidemie en plunderingen (mensen moesten vluchten) en gravureboeken.

Architectuur

Afwijken van klassieke regels voor ideale maten en verhoudingen

Op de meest ongebruikelijke plaatsen zuilen, timpanen etc. slechts ter decoratie (geen dragende functie)

Schilderkunst

Houdingen etc. ingewikkeld en gekunsteld

Totaal uit proportie

Pasteltinten en kleurcontrasten

Licht-donkercontrasten

Bijbelse taferelen en mythologie

Functie: werk meer spanning en zeggingskracht geven

Beeldhouwkunst en toegepaste kunst

Afwijkende proporties en houdingen ten opzichte van realiteit = figura serpentina/slangenmens

Dure materialen

Functie: decoratie en statussymbool. Kunstenaar wilde kwaliteiten laten zien

Barok (1600-1720)

Barocco = grillige parel. In dienst van de contrareformatie = met pracht en praal de mensen overtuigen dat de katholieke kerk de zegevierende kerk is. Vorsten herkennen de imponerende kracht en nemen de barok over als teken van rijkdom. Streven naar samensmelting van architectuur, beeldhouwkunst en schilderkunst. In Engeland en noorden van Republiek wordt de barok niet overgenomen, maar kiest men voor classicisme. In republiek was er geen rijk vorstenhuis en werden de rijke burgers, gilden en regenten namelijk opdrachtgever voor kunst.

Architectuur

Bernini en Borromini

Onregelmatige plattegrond: Asymmetrisch en grillige, gebogen vormen

Uitbundige versieringen sterk reliëf en plastische muurvlakken

Aanzien van de stad door luxe materialen

Rekening houden met lichtval, die door licht- en donkereffecten voor dynamiek zorgt

Zuilen van kolossale orde (meerdere verdiepingen)

Benadrukken verticale richting en imponerend

Functie: katholieke kerk impuls geven

Schilderkunst

Extreem realistisch en alledaags

Geïdealiseerd

Landschappen, stillevens en historiestukken, portretten van prominenten en genrestukken: landelijk en huiselijke taferelen

Dynamiek en dramatisch

Clair-obscur

Ertstechniek betaalbaarder

Functie: aanzien katholieke kerk verbeteren, moraliserend en decoratief

Beeldhouwkunst

Bijbelse en mythologische onderwerpen of uit de natuur

Luxe gebruiksvoorwerpen

Veel emotie

Dynamisch

Licht- en donkereffecten

Plastische kleding en houding: dynamiek

Functie: statussymbolen bij gebruiksvoorwerpen, religieuze emoties bij beelden, versieringen decoratieve waarde

Textielkunst

Dynamiek en clair-obscur

Rococo (1720-1750)

Rocaille = schelp. Reactie op het strakke classicisme. Geliefd bij aristocratie en rijke burgerij. Voorafgaand twee stromingen in schilderkunst: Rubenisten (nadruk op kleur en emotie, bewonderen barok) en poussinisten (voorkeur voor classicisme, nadruk op lijn en ratio)

Architectuur

Spontaniteit en vrolijkheid

Ovaalvormige plattegronden

Samengaan beeldhouwkunst, schilderkunst en architectuur in interieur

Reliëfs, rocaillemotieven, plantmotieven, slingerende, asymmetrische ornamenten uit natuur

Pastelkleuren

Tijdrovend en duur

Functie: idealen van gecultiveerd, stijlvol leven en afleiding van problemen van Franse revolutie door gevoel van vreugde

Schilderkunst

Geneugten van het leven, erotische taferelen, idyllische landschappen, decadente feesten, portretten

Pastelkleuren

Plafondschilderingen

Dynamiek

Toegepaste kunst

Porselein geliefd bij welgestelde adel, fraai maar duur

Rocaillemotieven

Neoclassicisme (1760-1840)

Interesse voor klassieke kunst impuls door opgravingen Pompeii en Herculaneum, Duitse schrijver Winckelmann en tegenreactie op overdadige vormgeving van vorige stromingen. ‘burgerstijl’: veel parlementsgebouwen etc. Vooral in Frankrijk.

Architectuur

Openbare gebouwen

Toepassing van klassieke elementen in combinatie met nieuwe functionele principes

Eenvoud van vorm

Helderheid van constructie

Symmetrie

Gebruik van wit

Arc de Triomphe

Functie: macht en voornaamheid uitstralen, symbool voor idealen van Franse Revolutie

Schilderkunst

Verhalen uit oudheid om te laten zien dat ze gelezen hebben

Theatraal en geposeerd

Statisch, horizontale, verticale en schuine lijnen

Achtergrond vlak zonder dieptewerking of details

Scene straalt rust uit en kijker wordt niet afgeleid van de inhoud

Voorgrond trekt aandacht door details en licht

Kleurgebruik monochroom

Perfecte schildertechniek, duidelijke vormen en lijnen en heldere voorstelling

Functie: idealen van Franse Revolutie weergeven. Rationalisme.

Bouwkunst

Thema’s uit klassieke oudheid

Symboliek

Idealisatie

Wit en glad gepolijst, technisch perfect

Toegepaste kunst

Empire: classicistische stijl in toegepaste kunst

Verguldsel, militaria, sphinxen, palmetten

Felle, rijke pastelkleuren

Toevoeging van Egyptische motieven

Geometrie en symmetrie, strakke indeling in vlakken

Verfijnde versieringen

Organische ornamenten

Functie: meubels voor gegoede burgerij betaalbaar, chique. Ornamenten en decoratiemotieven symbolische betekenis naar macht en glorie van Franse leger.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.