Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Samenvatting kunst hoofdstuk 7

Beoordeling 8.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas tto vwo | 2094 woorden
  • 11 juni 2018
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 8.6
2 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu

Gouden eeuw in de Nederlanden

In 16 eeuw is de Spaanse koning de baas over Nederland. Amsterdam werd de machtigste stad van Nederland. In 1588 komen alle 7 provincies bij elkaar tot een republiek. Mensen die de Spaanse koning wilden ontvluchten kwamen naar onder andere Amsterdam, dus ook de handelslieden. Amsterdam: economisch middelpunt van de wereld. De tachtigjarige oorlog was bezig, na de oorlog bleef Zuid-Nederland in Spaanse handen. Holland beleeft haar gouden eeuw in de zeventiende eeuw. Burgers welvarend en Amsterdam bouwt stadhuis op de dam.

Regenten en kooplui

In 1585 vlucht het gezin Hals weg uit Antwerpen. Zoon Frans wordt bekend portretschilder, krijgt veel opdrachten in Haarlem en speelt belangrijke maatschappelijke rol. Als rijke koopman en diplomaat Isaac massa gaat trouwen vraagt hij Frans hun huwelijksportret te schilderen. Hij trouwt met Beatrix van der Laen, die staat in hoog aanzien omdat ze de dochter van de oud-burgemeester van Haarlem is. Aan iedereen die het maar willen zien tonen zij hoe rijk ze zijn en pronken zij met hun bezittingen. Iedereen mag het zien: wij zijn getrouwd! De rijkdom en welvaart blijft zeker niet verborgen. Frans Hals plaatst linksonder op het schilderij als symbool de speerdistel, en de echtgenote heeft bij haar voet een klimop. De speerdistel vertelt ‘mannentrouw’ en de klimop laat de man en vrouw met elkaar vergroeien. De wijnrank symboliseert liefde en vriendschap. Beatrix toont haar gouden ringen als rijkdom.

De schilder en zijn model

In 1648 eindigt de 80-jarige oorlog, Spanje belooft te respecteren. Nederland blijft streven naar ook vereniging van zuid Nederland (België).

Johannes Vermeer schildert ‘schilderconst’. Hij is een belangrijk kenner van de Italiaanse schilderkunst.
Dankzij het liberale klimaat van Nederland hebben ook katholieke schilders ook mogelijkheden een rol te spelen in het protestantse Delft. Toch lijkt het of vermeer hier nog moeite mee heeft, scheiding van de katholieke en protestantse Nederlanden.

Een nieuw geloof

Calvijn verspreidt vanaf 1541 vanuit Zwitserse Genève zijn ideeën over geloof en God. Calvijn verzet zich tegen:

  • de overdadige weelde van de katholieke kerken
  • het gemak waarmee katholieken zelf hun lot kunnen ‘kopen’
  • het on-Bijbelse gedrag van de katholieke kerk

In enkele tientallen jaren zal het naar Calvijn vernoemde calvinisme de Nederlandse samenleving ingrijpend veranderen.
Saenredam schildert in 1649 de Sint-Odulphuskerk van Assendelft: leegte, rust en eenvoud. Hij schildert zijn schilderijen in opdracht. Hij past zijn schilderijen aan: protestants of katholiek.

Kunstverzamelingen

Protestantse dominees roepen op tot geloof, hoop en liefde. De burgers dienen zich verder te houden aan de vier deugden: rechtvaardigheid, kracht, voorzichtigheid en matigheid. Dat laatste is moeilijk, burgers hebben in 17e eeuw drang naar luxe. De welvaart stijgt de vraag naar (toegepaste) kunst.
Rijke burgers bezitten veel schilderijen en sommigen hebben een speciale kunstkamer. Bijna alle kunst is eigentijds en Nederlands.

De rijke burgerij koopt ook schelpen, tulpenbollen, atlassen, muziekinstrumenten en bijvoorbeeld wapens op veilingen. Hiermee laten de burgers hun maatschappelijke en financiële functie zien. Verder dient de collectie als een spaarpotje voor later.

Alledaagse onderwerpen

Iedereen lijkt kunst te kopen. Rijken: opdrachten. Burgers: kant-en-klaar.
Emanuel de Witte schildert een rijk interieur van een woonhuis. Goudleerbehang, koperen luchter, chinees porselein, rijk versierde tuin en een tafel met oosters tapijt (écht chique in 17e eeuw). De roos op de grond symboliseert snelle vergankelijkheid (waarschijnlijk weduwe door óók de handschoen in haar hand wat wijst op huwelijkse band). De man neemt druiven: huwelijkse trouw en echtelijke kuisheid. Het hondje is zijn baasjes eeuwig trouw.

Verboden liefde

De 17e -eeuwse Nederlander houdt van raadseltjes en de schilderijen zijn als raadseltjes. ze hebben een dubbele betekenis.

Jan Steen schildert ook zo. Op zijn schilderij schildert hij alles wat god verboden heeft: jongen verleidt meisje. Een jongen blaast bellen: dat is een waarschuwing ‘Homo Bulla’: de mens is een zeepbel = vermaak eist op den duur zijn tol. De mens is vergankelijk.

Kunstproductie in genres

Er zijn vijf:

  • historiestuk (schilderij waarop verhaal of gebeurtenis uit de oudheid, de bijbel of de geschiedenis is afgebeeld.)
  • genrestuk (schilderij uit dagelijkse leven. Drank, feesten zijn onderwerp. De personen erop zijn meestal niet-bestaand. Het herbergt vaak een boodschap).
  • stilleven (levenloze of dode voorwerpen worden gerangschikt afgebeeld)
  • landschap (natuur/zee/stadslandschap wordt afgebeeld. 17e eeuws Nederlands specialisme).

Van der Beeck schildert een allegorie op de matigheid. (allegorie = abstracte begrippen als deugd-ondeugd worden verhuld in het schilderij, op een andere manier weergegeven). Een stilleven met een boodschap (zoals stilleven: meer water dan wijn) heet een vanitasstilleven.

Imitatie-Chinees porselein uit Delft

Chinees porselein was zeer geliefd. Voor de mensen die dat niet konden betalen is er delfts aardewerk.
Aan het einde van de zeventiende eeuw krijgt meesterpottenbakker kocks de opdracht om voor de Engelse koning Willen III een tulpenvaas te maken. In de tuitjes kunnen losse rozen worden geplaatst. Met deze bestelling heeft het dezelfde status gekregen als het Chinese porselein.

Paleis van de vrede

Amsterdam was toe aan een nieuw stadhuis. De oude was uit de middeleeuwen en verouderd. Het paleis komt op de dam, het politieke, economische en religieuze hart van de stad Amsterdam. Jacob van Campen maakte het uiteindelijke ontwerp. Het kenmerkt zich door de klassieke toepassingen. Intussen is er vrede met Spanje dus is het ook als een soort vredesmonument. Er was na de oorlog ook geld over voor andere dingen.

Duurzaamheid, nuttigheid en schoonheid

Van Campen is groot klassieke kunstkenner. Hij maakt de groote tour door Italië (door welgestelde jongeren gemaakte lange reis om klassieke kunst in Italië te bestuderen). Campen ziet duidelijke verwantschap tussen de architectuur en het calvinisme (door de klassieke symmetrie en de harmonie wat goed aansluit bij het strenge calvinisme). Harmonie ontstaat als een gebouw duurzaam, nuttig en mooi is.

De duurzaamheid wordt bepaald door stevigheid van het fundament en de bouwmaterialen.
Het nut wordt bepaald door de functie te vergelijken met het ontwerp.
De schoonheid wordt bepaald door de symmetrie en harmonie, de symmetrisch vormgegeven gevels, enz.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Het Stadhuis: een burgerlijk paleis

De bestuurders van de stad tonen hun macht en die van de stad op majestueuze wijze.
Het Amsterdamse stadhuis is een classicistisch paleis.(klassieke kunst, Grieken & Romeinen Het heeft een zuiver symmetrische voor- en achtergevel die elk een vooruitstekend middengedeelte hebben dat wordt bekroond met een timpaan. De gevels kennen een regelmatige indeling met horizontale banden langs de verdiepingen. Pilasters op de 1e en 2e verdieping accentueren de symmetrie, het zijn Ionische en Corinthische pilasters (deze laatste moeten volgens Vitruvius vooral gebruikt worden bij gebouwen die macht vertegenwoordigen). Tussen de vensters bevinden zich gebeeldhouwde slingers van bloemen en vruchten. Het gebouw wordt bekroond met een toren waarin het carillon zit. De afmetingen van het exterieur en interieur zijn uiterst nauwkeurig berekend. Van Campen heeft hierin de Vitruviaanse voorschriften precies toegepast. Het gebouw wordt bekroond met een ronde toren waarin een beiaard is aangebracht.

Burgerzaal symboliseert de vrijheid van de burgers onder het wakend oog van hun bestuurders. Alle decoraties zijn van te voren vastgelegd in een decoratieprogramma, waarin de stad/haar welvaart/haar bestuurders centraal staan.

De burgerzaal functioneert als overdekt stadsplein en is centraal gelegen en voor de burgers vrij toegankelijk. Deze zaal is net als alle andere zalen versierd met classicistische kunstwerken. Voor alle decoraties is van te voren vastgelegd wat ze voormoesten stellen; de stad, de welvaart en de bestuurders staan centraal bij de decoraties. De meeste versieringen zijn bedacht vanuit de klassieke mythologie en het verhaal van de Bataafse opstand.

Vrede, macht en handel/Klassieke kunst

De Batavieren hebben nooit geaccepteerd dat de Romeinse bezetter zonder hun inspraak besluiten nam. Overal in de stad worden er vertoningen van tableaux gepresenteerd waarin de vrede wordt bejubeld. Jan Vos maakt een aantal voostellingen waarin de grootheid en de macht van de handelsstad centraal staan (de Amsterdamse stedenmaagd staat centraal).

De bouw van het stadhuis leidt tot grote kunstopdrachten. De Amsterdamse regenten spiegelen hun stad graag aan het machtige en welvarende Rome uit de klassieke oudheid. Van Campen en het stadsbestuur bepalen welke kunstenaars de belangrijke opdrachten mogen uitvoeren. Van Campen dicteert de regels, de kunstenaars voeren het uit. Het stadhuis wordt een totaalwerk waarin alle kunstvormen op harmonieuze wijze samenkomen.

‘Klassieke’ kunst

In 1650 gaat de Antwerpse beeldhouder Artus Quellinus gaat in Amsterdam wonen. De beeldhouwkunst is grotendeels in handen van hem. Hij heeft in Italië de klassieke en moderne beeldhouwkunst bestudeerd. De schilderopdrachten zijn voor Amsterdamse kunstenaars. Rembrandt van Rijn maakt een schilderij wat er echter maar kort gehangen. De grove penseelvoering met ruige toetsen harmonieerde niet echt met de klassieke strakke stijl.

Govert Flinck (1615-1660) sterft te vroeg, hij was anders de grootste schilder en decorateur van het stadhuis geworden. De Amsterdamse bestuurders vinden zichzelf geweldig en daarom vergelijkt Govert hun met historische helden.

Burgerzaal en Vierschaar

Het Amsterdamse stadhuis kent vele functies: kantoor van de stedelijke ambtenaren, ontmoetingsplaats voor de plaatselijke burgerij, bankgebouw, rechtsgebouw en gevangenis.

De Burgerzaal is het hart van het gebouw. In het midden is een centraal plein, en om de burgerzaal lopen galerijen met kantoren. Op de marmeren vloer liggen een wereldkaart en een hemelkaart. (hart van het universum) Aan de voorkant van het stadhuis is de vierschaar: rechtszaal waar alleen de doodstraf wordt gegeven. De 3 bas-reliëfs van Qeulllinius tonen voorbeelden van goede rechtspraak. (Salomonsoordeel, klassieke rechtspraken)

Heren met rappe tong

In de 15e eeuw komt het Nederlandse toneel in handen van de rederijkers, klassiek geschoolde burgers, die de retorica beoefenen.(de leer de welsprekendheid). Retorica hoort tot de 7 klassieke vrije kunsten. Naast beoefening van de rappe tong doen ze ook aan toneelspel en houden optredens. In de 16e eeuw verdwijnt steeds meer het kerkelijke karakter, wereldse onderwerpen met een maatschappijkritische ondertoon worden steeds meer gespeeld, vaak tot grote ergernis van het stedelijk gezag. Bij feestelijke opluistering van grote stedelijke ontvangsten en gebeurtenissen hebben de rederijkers veel invloed. Tableaux vivants, lofzangen en andere kunstwerken sieren de route van de optochten op.

Schouwburg

In 1617 richten rederijker Samuel Coster en enkele medestanders De Nederduytsche Academie op, een eenvoudige houten zaal met hoog daklicht aan de Keizersgracht.
Hier houden ze wetenschappelijke colleges en spelen toneel. Op de plaats van hun gebouw komt in 1637 de eerste Amsterdamse schouwburg te staan, gebouwd door Jacob van Campen.

Een classicistisch amfitheater met langs de randen loges en tribunes. Voor de hoge heren en welgestelden. Gewone volk had een staplek. Grote ramen zorgen voor genoeg licht. Er kunnen decorplaten worden opgehangen, en er kan gebruik worden gemaakt van takels en valluiken.

Joost van den Vondel bedenkt het woord schouwburg en schrijft speciaal voor de opening van het gebouw een klassiek geïnspireerd drama. Gysbrecht van Aemstel.

De klucht

Met de komst van de schouwburg komt er enige regelmaat in het Amsterdamse toneelaanbod. Drie maal per week zijn er voorstellingen: normale voorstellingen (treurspel gevolgd door klucht) en klassieke of bijbelse vertellingen en blijspelen. De Amsterdamse schouwburg en stad geven regelmatig opdrachten voor het schrijven van toneelstukken, maar toch biedt het schrijversberoep de 17e-eeuwse schrijvers weinig financiële armslag, de meeste hadden daarom naast hun schrijfwerk er nog een ander beroep naast. (zijde en kousen handel van van den Vondel). Gerbrand Adriaensz Bredero(1585-1618), schrijft de klucht van de koe. Hij hoeft niet te werken naast zijn schrijven, hij is populair toneelschrijver en schrijft gedichten over zijn ruige leven met drank en vrouwen.

Wandelmuziek en dansende vingers

De protestantse kerkhervormers willen de orgels uit de kerk laten verdwijnen. In plaats daarvoor willen zijn het kerkpubliek meer bij de dienst te laten betrekken door het gezamenlijk zingen van psalmen: het woord van God moet weer het belangrijkste in de dienst worden. Toch zijn de orgels gebleven. De reformatie zorgde voor Dat de (protestantse) kerk veel toegankelijker werd voor het volk. De kerk krijgt een geheel andere functie erbij, ze gaan een verlengstuk van de straat vormen. Sommige steden nemen vaste organisten in dienst, die elke dag op een vast tijdstip concerten verzorgen. Dit is een nieuw fenomeen voor de Europese muziek. De regenten van de steden hopen er mee te bereiken dat mensen naar de kerk gaan en niet meer na de kroeg. De kerk wordt een soort ontmoetingsplek. Het stadsbestuur is de baas over de kerkorgels.

De protestantse kerkhervormers willen de orgels uit de kerk laten verdwijnen. In plaats daarvoor willen zijn het kerkpubliek meer bij de dienst te laten betrekken door het gezamenlijk zingen van psalmen: het woord van God moet weer het belangrijkste in de dienst worden. Toch zijn de orgels gebleven. De reformatie zorgde voor Dat de (protestantse) kerk veel toegankelijker werd voor het volk. De kerk krijgt een geheel andere functie erbij, ze gaan een verlengstuk van de straat vormen. Sommige steden nemen vaste organisten in dienst, die elke dag op een vast tijdstip concerten verzorgen. Dit is een nieuw fenomeen voor de Europese muziek. De regenten van de steden hopen er mee te bereiken dat mensen naar de kerk gaan en niet meer na de kroeg. De kerk wordt een soort ontmoetingsplek. Het stadsbestuur is de baas over de kerkorgels.

Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621) is componist en organist van de Oude Kerk in Amsterdam en hij is daarom ook erg bekend in Nederland en Duitsland. Hij beschikte over een heel breed repertoire (eigen werk en variaties). Sweelinck’s muziek wordt beïnvloedt door de Engelse en Italiaanse muziek. Hij publiceert vooral vocale composities (hij hield zijn instrumentale werken liever voor eigen gebruik), maar later worden ook zijn klaviercomposities over Europa verspreid.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.