Hoofdstuk 1 tm 3

Beoordeling 8.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1046 woorden
  • 2 december 2020
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 8.3
3 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Muziek samenvatting
1 middeleeuwen
Muziek en kunst hebben een duidelijke taak: ze moeten de leer van de kerk uitdragen en het geloof sterker maken. Kunst en muziek zijn dus heel belangrijk voor de kerk

  1. 1.1 gregoriaanse gezangen
    Zingen is een vorm van bidden
       o De middeleeuwse kerkgezangen noemen wij gregoriaanse gezangen > ze zijn vocaal, eenstemmig, in het latijn en door mannen gezongen
       o Ze kennen een vrij ritme, geen maatsoort en geen toonduur
       o De eerste 'noten' noemen wij neumenschrift ( dienen als geheugensteuntjes voor de koorleider)
       o De melodieën van de gezangen maken gebruik van kerktoonladders
       o Psalmen worden bijna op één toon voorgedragen, dit heet syllabisch
       o Melismatisch is het tegenovergestelde van syllabisch

1.2 meerstemmigheid
Kerkleiders proberen experimenteren met je stem tegen te houden, maar de ontwikkeling van de meerstemmige muziek is niet te stoppen
   o De oudste vorm van meerstemmigheid is het 'parallel organum > het is een vorm van meerstemmigheid waarbij een extra stem precies hetzelfde zingt maar dan een kwart lager of een kwint hoger
   o Bij het vrije organum zingt de extra stem parallel/tegenbeweging
   o Melismatische organum zingt meerdere noten waaronder een lage gregoriaans
   o Originele gregoriaans wordt bij deze meerstemmige muziek cantus firmus genoemd

1.3 mis en motet
   o Motet= kort, meerstemmig zangstuk met een religieuze tekst
   o De samenklanken die in de middeleeuwen de voorkeur krijgen: kwart, kwint en octaaf
de mis is het hoogtepunt in de eredienst, de zondagse mis is de feestelijkste die word bijgewoond door alle gelovigen

1.4 troubadours
In de middeleeuwen is de kerkelijke muziek gescheiden van de wereldlijke muziek
   o Rondreizende muzikanten worden als onbetrouwbaar en minderwaardig gezien > maar zolang ze voor amusement zorgen worden ze enthousiast ontvangen
   o Estampie (dansmuziek), is een muziekstuk met een steeds terugkerend refrein > vaak word er in de begeleiding een Bourdon gespeeld (een samenklank van grondtoon en kwint)
   o De muziek werd gespeeld op een: vedel, fluit, trom of doedelzak
   o Troubadours zijn soms adel/ verblijven aan de adelijke hof
   o Ze maken het voor de elite > gaat over liefde, politiek en over ridders

2 renaissance
In de renaissance ontstaat een nieuw levenshouding. Niet god maar de mens staat in het midden

2.1 vocale muziek
   o Grote composities worden gemaakt op de teksten van de mis > het zijn vocale composities meestal voor 4 stemmen A CAPELLA: sopraan, alt, tenor, bas
   o De meest strenge vorm van imitatie (nadoen) is een canon: je zingt allemaal hetzelfde maar dan net na elkaar
   o Canon en (door)imitatie zijn vormen van POLYFONIE
   o Stemparen: twee samen gaan samen en vormen een paar tegen de andere
   o Motet: is een op muziek gezette Latijnse, kerkelijke tekst
   o Madrigaal: een vocale compositie voor buiten de kerk > tekst is Italiaans
   o Chanson: wereldlijk stuk die in het Frans wordt gezongen


2.2 instrumentale muziek
Stem is het instrument dat door god is geschapen, de instrumenten die door de mens is gemaakt is een slap aftreksel daarvan
   o Muziek die eigenlijk voor zangstemmen zijn gemaakt worden ook gespeeld door de instrumenten: orgel, blokfluit, trombones, kromhoorns en Viola da gamba's
   o Aan de Europees hoven zijn de PAVANE en de GAILLARDE erg populair
   o De pavane is statig, in een tweedeligmaat
   o De gailarde heeft dezelfde melodie, maar in een driedelige maat en een stuk sneller

3 barok
De 17e eeuw is een tijd van oorlogen en ruzies tussen katholieken en protestanten. Maar het is ook een tijd van pracht en praal
Barok betekend: expressief, rijk versierd en hier en daar een tikje overdreven

3.1 het ontstaan van de opera
Opera is een gezongen toneelstuk 'recitatief' zingend spreken zodat het verstaanbaar blijft
   o Begeleiding bij de opera is 'basso continuo' het klavicembel speelt boven de baslijn en akkoorden. Een cello of gamba speelt de baslijn mee
   o De eerste opera's zijn geschreven voor de adel, daarna word het ook populair onderen de burgers > alle grote steden in Europa krijgen een operagebouw

3.2 de structuur van de opera
De opera bestaat uit opeenvolging van korte 'nummers': een ouverture veel recitatieven van aria's, enkele koorstukken
   o Ouverture: instrumentale opening van de opera, langzaam en statig
   o Recitatief heet secco (droog): muziek ondergeschikt aan de tekst, de melodie volgt het ritme van de woorden
   o Als er ook andere instrumenten meespelen, bijvoorbeeld strijkinstrumenten dan heet dat: accompagnato (begeleid)
   o Aria: een lied

3.3 grote vocale werken
   o Het gezongen bijbelverhaal heet een oratorium lijkt op opera maar er word hier niet in geacteerd en er zijn geen decors
   o Passie: een specifiek bijbelverhaal
   o Cantate: is een soort oratorium maar dan klein

3.4 instrumentale muziek
Instrumentale muziek is ontstaan uit vocale muziek
   o In de barok veranderd er veel in muziek: er komen meer puur instrumentale stukken
   o De klavecimbel en de viool worden populair
   o Typische kenmerken van barok muziek: basso continuo, een begeleidingsvorm die is overgenomen uit de opera, majeur en mineur worden de overheersende toonladder

3.5 concerten
Meerkorigheid is de voorloper van concerten. Bij een meerkoorigheid concert zijn er meestal 2 of 3 groepen met een klanktegenstellingen die tegen elkaar speelden
   o Bij een concerto grosso komt een klein groepje solisten tegen elkaar te staan
   o Bij een soloconcert staat er een solist tegenover het concert
   o Alle concerten gebruiken een klanktegenstelling > niet alleen qua toonhoogtes maar ook tegen hard en zacht
   o De snelle overgang van hard naar zacht noem je teraasendynamiek
   o Bij een soloconcert bestaat de uitvoering uit 3 delen
- snel (alegro)
- langzaam (adagio)
- snel (alegro)

3.6 de suite en de fuga
Een verzameling van de meest populaire dansnummers doen je een suite, een suite bestaat uit een vast schema en begint met een ouverture waarna daarna dansnummers komen
    o  Volgorde:
- allemande (Duits): langzaam, in tweedelige maat
- courante (Frans): snel, in driedelige maat
- sarabande (Spaans): langzaam, in driedelige maat
- gigue (Engels): snel, in 6/8 of 12/8 maat

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.