Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 2

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 1e klas vwo | 1187 woorden
  • 11 augustus 2008
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 7
8 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 2

Paragraaf 2.1


Kranten dienen om informatie te verspreiden. Een Thaise krant is voor ons niet nuttig omdat er:
1) Geen belangrijk nieuws voor ons instaat;
2) We het niet kunnen lezen;
3) De jaartelling niet klopt.

Elk stukje informatie bestaat uit 2 delen:

- De inhoud (de betekenis genoemd);
- De vorm waarin de informatie is gegoten (het teken genoemd).

Er zijn dagelijks allerlei tekens die een bepaalde betekenis hebben zoals gebaren en gezichtsuitdrukkingen enz.
Alle tekens hebben een bepaalde betekenis. Om iedereen de betekenis van tekens uit te laten voeren is het belangrijk om afspraken te maken over de betekenis. Is de informatie alleen voor een kleine groep nodig dan kun je beter tekens afspreken die het team alleen kent. Taal wordt vaak afgesproken door instellingen, maar de mens verandert of maakt woorden bij in het gebruik hiervan of in bepaalde beroepen/groepen. Informatie wordt reproduceerbaar(op de een of andere manier vastleggen.


Paragraaf 2.2


We spreken van standaardisatie als er afspraken gemaakt moeten worden over allerlei zaken. Dit geldt voor de notatie en de opbouw van apparatuur. Veel standaardisaties zijn zo gewoon dat we ze niet meer eens herkennen als afspraken.
- tijd
- datum
- week
- geld
- lengtematen
- enz.

Standaards worden vastgelegd door de ISO, International Standards Organisation. De Nederlandse tak hiervan is het Nederlands Normalisatie-Instituut, NEN. Dit geldt ook voor hoe info in de computer moet worden opgeslagen.

Paragraaf 2.3


Aan de stand van een schakelaar kun je een waarde toekennen: 0 of 1. Het kleinste stukje informatie is een bit. Een bit heeft 2 mogelijke waarden die verschillende betekenissen kunnen geven:

- ja/nee

- waar/onwaar
- 1/0
- aan/uit
- open/dicht

Zo zijn de mogelijke waarden van twee bits:

00, 01, 10, 11

Dit is af te leiden uit de formule 2ⁿ:
Dus 3 bits hebben 2³ mogelijkheden, dus 8.
8 bits is ook wel 1 byte. 1 byte kan 256 verschillende waarden aannemen. Een kilobyte is 1024 bytes.

1 byte = 8 bits  256 waarden
1 kilobyte = 1024 bytes  x8  8192 bits
1 megabyte = 1048576 (1024x1024)  x8  8388608 bits

Er is hier ook een programma voor:
http://www.scholieren.com/rekenmachine/631

Met het binaire stelsel (ofwel 2-tallig stelsel) kun je alle getallen weergeven, alleen is het maar in 0-llen en 1-nen. Wij kennen het decimale talstelsel (ofwel 10-tallig stelsel).
In het binaire stelsel zijn de machten van 2 erg belangrijk. Deze zijn: 1, 2, 4, 8, 16, 32, 64, 128, 256, 512, 1024, 2048, 4096 enz.

Stel je moet 900 schrijven in het binaire stelsel dan begin je met 900 en trekt er steeds de machten van 2 vanaf. Houd je bijvoorbeeld 4 over dan kun je er 64, 32, 16 en 8 niet meer vanaf trekken want dan kom je onder 0. De 0-llen voor 512 (1024, 2048, 4096 enz.) laat je weg want die zijn niet relevant.

Optellen van decimale getallen:

11001010001 10111001111
10110101100+ 10110010011+
101111111101 101101100010
0+0= 0 1+0= 1
0+1= 1 1+1= 0 opschrijven 1 onthouden
Je moet al 1 onthouden en er staat: 1+1= 1 opschrijven 1 onthouden.

Overflow is als er een foutmelding ontstaat doordat het getal 1 cijfer langer wordt zoals hierboven: de uitkomst is groter dan de 2 op te tellen codes.

101101100010
^
Dit cijfer geeft de foutmelding omdat dit het 12 cijfer van de code vormt terwijl de op te tellen binaire codes maar 11 cijfers hebben.

Het voorste getal wordt ook wel een tekenbit genoemd(geeft aan of het – of + is):
100000000101

^

Er wordt ook wel hexadecimaal gewerkt, dat wil zeggen met een 16-tallig stelsel:

Decimaal Hexadecimaal Decimaal Hexadecimaal
0 0 25 19
1 1 26 1A
2 2 Enz. Enz.
3 3
4 4
5 5
6 6
7 7
8 8
9 9
10 A
11 B
12 C
13 D
14 E
15 F
16 10
17 11
18 12
19 13
20 14
21 15
22 16
23 17
24 18

4 bits kun je noteren in 1 hexadecimaal cijfer. Een byte in 2 hexadecimale cijfers.
Bij 01011110 (in hexadecimale notatie 5E) horen de 1e 4 bits bij de 5 en de laatste 4 bits bij de E.

Bij lampschakelingen:
Een lamp kan alleen branden als A en B dicht zijn: And-gates.
Een lamp kan branden door de bediening van 2 schakelaars: Xor-gates.

And-gate:


A B Lamp(A en B)
0 0 0
0 1 0
1 0 0
1 1 1

Xor-gate(ofwel hotelschakeling):

A B Lamp(A xor B)
0 0 0
0 1 1
1 0 1
1 1 0

Paragraaf 2.4


Teksten bestaan uit:

- lettertekens (abcd, ABCD)
- cijfertekens (0123)
- leestekens (,’.!?”)
- allerlei andere tekens

De ASCII-tabel (American Standard Code for Information Interchange) is een tabel die door iedereen als standaard gebruikt wordt.
Een lettertype (font) is een beschrijven voor het uiterlijk van een schriftteken. Er wordt nu hard gewerkt aan een Unicode. Zo kunnen er meer dan 65000 tekens gerepresenteerd worden.

Paragraaf 2.5


Een glijdende schaal waarbij je aan de knop draait en het volume wordt steeds sterker kun je ook wel continu noemen. Digitaliseren is dan lastiger, je kunt dan niet tellen of nummeren. Sommige versterkers hebben een klikkende geluidsknop. Dit is een volumeknop met een getrapte schaal. Zo’n schaal noemen we ook wel discreet. (betekent los van elkaar staand). Het is makkelijker om een volumeknop met een discrete schaal terug in dezelfde stand te zetten.


Het RGB-kleurenmodel is een model waarbij je kleuren kunt samenstellen door rood, groen en blauw te mengen. De schaal wordt verdeeld in 256 stapjes, van 0 tot 255. Het past dus in 1 byte.
Er zijn allerlei glijdende schalen:
- licht - donker;
- mat - fel in een kleur;
- links - rechts/ boven - beneden in een plaatje;
- zacht - hard bij geluid.

Paar voorbeelden uit de tabel:

Rood   Groen   Blauw
Zwart              0         0          0
Wit                  255     255      255
Blauw              0         0          255
Lichtblauw       127     127      255
Donkerblauw   0          0         127
Paars               255      0         255
Oranje             255      127     0


Het is vanzelfsprekend welke kleuren je moet mengen om een bepaalde kleur te krijgen. En dan is het gewoon de bedoeling om bepaalde waarden te proberen om de gewenste kleur te krijgen.

Het HSB-kleurenmodel is gebaseerd op tint, verzadiging en helderheid. De tint verdeelt de regenboog in stapjes, met verzadiging maak je het feller en matter en met de helderheid maak je het lichter en donkerder.

Een foto bestaat uit pixel. Elke pixel heeft één andere tint. Als je een foto uitvergroot zie je deze duidelijker. Het beeldscherm bestaat ook uit pixels. De fijnheid van deze verdeling noemen we resolutie. De resolutie is vooral belangrijk bij het afdrukken van afbeeldingen. Dit wordt bij printers altijd aangegeven in dpi (dots per inch). 300 dpi is dat een afgedrukt puntje iets minder dan 1/100 mm is. Door het gebruik van puntjes zijn lijnen in paint enz. geen rechte lijnen meer, maar lijken ze meer op trapjes. 1 digitale foto is ongeveer even groot dan 500 pagina’s tekst.

Zwart wit foto Kleurenfoto
1 byte per pixel 3 bytes per pixel
Met grijstinten Per pixel kleur weten

Bitmap is een relatief eenvoudig formaat om een afbeelding in op te slaan, het enige nadeel is dat het veer ruimte inneemt. Daarom wordt het niet veel gebruikt. Er zijn ook bestandsformaten die de ruimte beperken door compressie. Bekende formaten zijn GIF en JPEG. Het palet wordt ook veel gebruikt om de omvang van beelden te beperken. Doordat elke pixel maar 1 nummer hoeft te onthouden kost het maar 1 byte per pixel. Het GIF formaat maakt hier gebruik van. In JPEG neemt het voor een blokje pixels de gemiddelde kleur. Dat scheelt veel ruimte maar de afbeelding wordt niet exact bewaard.

Geluid bestaat uit golven. Dit kan gedigitaliseerd worden door enkele keren per seconde de amplitude (hoogte van de golf te meten). Wil je de opname erg precies dan moet het 1000 keer per seconde. Dit is sampling. De verschillende geluidsformaten verschillen doordat ze allemaal een x keren per seconde meten en evt compressie toepassen. Bv wave(.wav), audio(.au), midi en MP3.

Video bestaat uit reeks beelden na elkaar. 24 beelden p/sec. Dit kost nog veel meer ruimte en er moet ook geluid bij. Compressie is dus noodzakelijk. MPEG heeft een hele hoge compressie. Het maakt gebruik van het feit dat er weinig verschillen tussen opvolgende beelden zijn. 1 minuut film kost al ongeveer 10 MB.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.