Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Module 5 Van Grote Alliantie naar Koude Oorlog

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 3417 woorden
  • 25 september 2003
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
19 keer beoordeeld

Geschiedenis Samenvatting Merry Vigelandzoon V4B Hoofdstuk 3: Van Grote Alliantie naar Koude Oorlog De tweede wereldoorlog Op 1 september 1939 trokken Hitler en zijn troepen Polen binnen, omdat Hitler vond dat het Duitse volk meer 'Lebensraum' nodig had. Engeland en Frankrijk verklaarden Duistland op 3 september de oorlog. Maar ze gingen niet tot militaire actie over. Rusland viel op 16 September Polen in het oosten binnen. Denemarken, Nederland, Noorwegen en België bezweken onder de Duitse overmacht aan tanks en vliegtuigen. Rotterdam werd op 14 mei 1940 zwaar getroffen door luchtaanvallen, door bombardementen uit Duitsland. Frankrijk in de 2de helft van mei ook. In juni 1940 gaf Frankrijk zich over. Engeland hield vol en kreeg er in 1941 2 bondgenoten bij. Rusland stond aan de kant van de Engelsen. Toen Japan, Duitslands bondgenoot op 7 december 1941 een aanval uitvoerde op de Amerikaanse vlootbasis Pearl Harbor, raakten de VS in de oorlog betrokken. Amerika vormde samen met Engeland en Rusland de Grote Alliantie, die vanaf 1942 geleidelijk aan terrein won. In Noord-Afrika werden de Duitsers en Italianen verslagen bij El Alamein. In de Sovjetunie liep de strijd om Stalingrad uit op een Duitse nederlagen in juli 1943 voerden de geallieerden een succesvolle invasie op Sicilië uit. Miljoenen Russische soldaten sneuvelden aan het front, maar zij werden onophoudelijk door nieuwe troepen vervangen. De Amerikaanse economische kracht en de technische uitvindingen van de geallieerden op het gebied van decodering en communicatie waren eveneens essentieel om Duitsland uiteindelijk te kunnen verslaan. Op 7 mei 1945 gaf Duitsland zich onvoorwaardelijk over, maar in Azië bleef Japan hardnekkig doorvechten. Na de aanval op Pearl Harbour in 1941 hadden de Japanners in een snelle veroveringstocht hun macht gigantisch uitgebreid. Eind 1942 beheerste Japan Mantsjoerije, Oost-China, Indo-China, Thailand, Burma, Nederlands-Indië, de Filipijnen en verschillende archipels in de Stille Zuidzee. In de jaren daarna werd Japan door het Amerikaanse leger steeds verder teruggedrongen. Pas toen de Amerikanen met de atoombom, hun nieuwe wapen, in augustus 1945 de Japanse steden Nagasaki en Hiroshima bombardeerden capituleerde Japan. Jodenvervolging
Joden moesten in het begin in aparte wijken wonen en mochten niet meer naar cafés restaurants, de markt of de bioscoop. Later werden ze volgens een doordacht plan opgepakt en afgevoerd naar concentratiekampen die zo waren ingericht dat ze met Grote aantallen tegelijk vermoord konden worden. Ongeveer 6 miljoenen joden kwamen tijdens deze slachting om te leven.
Nederland bezet In Nederland werd de joodse bevolking ook uitgemoord. Er werd weinig weerstand geboden. Er heerste vooral een passieve houding; bijna iedereen dacht dat het beter was om zich voorlopig maar bij de nieuwe situatie neer te leggen. In het begin gedroegen de Duitsers zich netjes, maar later kwam hun ware aard tevoorschijn. De persvrijheid werd afgeschaft, politieke partijen werden verboden en artsen en kunstenaars moesten zich aansluiten bij nazi-organisaties. Steeds meer mensen werden gedwongen om in Duitsland te gaan werken. Deze verplichte tewerkstelling leidde vooral tot een groei van de georganiseerde verzetsbeweging, die zich bezighield met spionage, sabotage en hulp aan onderduikers. De bezetter reageert hierop met keiharde terreur. Duizenden verzetslieden werden omgebracht. In het laatste oorlogsjaar toonde Duitsland zich in al hun barbaarsheid Hun optreden werd steeds gewelddadiger en uit wraak voor een spoorwegstaking in september 1944 werd de toevoer van voedsel bijna helemaal stilgelegd. De Gewapende vrede De broederschap tussen de Russen en Amerikanen was snel verdwenen. De Russen verafschuwden nog altijd het westerse kapitalisme en waren bang dat het Westen uit was op de vernietiging van hun communistische staat. Tijdens de Russische burgeroorlog (1918-1920) hadden de geallieerden met het Witte Leger meegevochten tegen de bolsjewieken. Gedurende de Tweede wereldoorlog had Stalin lange tijd vergeefs aangedrongen op de opening van een tweede front tegen Duitsland om zo de strijd van de Russen aan het oostfront te verlichten. Stalin vermoedde dat de geallieerden expres niet aan zijn verzoek tegemoetkwamen, omdat zij hoopten dat de communisten en de fascisten elkaar aan het oostfront zouden afmaken. De geallieerden op hun beurt beschouwden het communisme als een gevaarlijke totalitaire ideologie. De westerse landen waren bang dat Rusland van de oorlog gebruik wilde maken om zijn invloed in Oost-Europa te versterken. Koude Oorlog Na de oorlog werden Duitsland en de stad Berlijn in vieren gedeeld en bezet door Engeland, Amerika, Frankrijk en de Sovjetunie. De Russen wilden in hun zone het communisme vestigen, terwijl de westerse landen de democratie wilden herstellen en Duitsland op kapitalistische wijze wilden opbouwen. Het westelijk en het oostelijk deel van Duitsland groeiden uiteen in twee afzonderlijke staten: de Bondsrepubliek Duitsland in het westen en de Duitse Democratische Republiek in het oosten. Het hoogtepunt in de strijd om Duitsland kwam in 1961 toen de Sovjetunie om zijn zone in Berlijn een muur ging bouwen, zodat Oost en West nu letterlijk van elkaar gescheiden waren. Inmiddels had de Sovjetunie haar grip op Oost Europa verstevigd. Overal waren communistische regeringen aan de macht gekomen. West Europa, Amerika en Canada gingen daarom nauwer samen werken en sloten in 1949 een militaire alliantie, de NATO. Reactie: Sovjetunie sloot zich met de Oost Europese landen ook een militair verdrag: het Warschaupact. In 1950 viel Noord Korea, Zuid Korea binnen. Amerika stuurde troepen om de Moord Koreanen terug te dringen. Daarop kreeg noord Korea steun van de Sovjetunie en het communistische China. Pas in 1953 werd een wapenstilstand gesloten. Het gevaarlijkste moment in de Koude Oorlog vond plaats in 1962, toen bleek dat de Russen bezig waren om op Cuba kernraketten te installeren. Er werd een blokkade om Cuba opgericht, zodat Russische schepen het eiland niet meer konden bereiken en Amerika dreigde met oorlog. Uiteindelijk gaf de Russische president Chroestjov toe en werd de crisis bezworen. De Verenigde Naties waren in 1945 opgericht en hadden evenals de Volkenbond ten doel de vrede te bevorderen door internationale samenwerking. Bijna alle landen werden lid van deze nieuwe organisatie. om in geval van een conflict snel te kunnen reageren, werd een Veiligheidsraad ingesteld, waarin de Verenigde Staten de Sovjetunie, Engeland, Frankrijk en China een permanente zetel kregen. Ook kregen zij het vetorecht. Maar omdat Rusland en Amerika het bijna nooit eens waren blokkeerden zij voortdurend elkaars plannen. De VN werd hierdoor vaak lamgelegd. Het Communistische blok De economie was in Amerika tot bloei gekomen. De Sovjetunie daarentegen was na de oorlog zwaar verwoest. de productie in de mijn- en ijzerindustrie was met 60 procent teruggelopen en de boeren rouwden om het verlies van 7 miljoen paarden 20 miljoen vakens. Om de schade te dekken eiste de Sovjetunie herstelbetalingen van Oost-Europa. Dit kwam soms neer op een regelrechte plundering van de verarmde Oost Europese landen. Zo werd de industriële productie in de Russische zone in Duitsland voor 80 tot 90 procent naar de Sovjetunie overgebracht. Leven in het Oostblok De vrijheid van de bevolking werd beperkt. Je mocht je mening niet uiten en andersdenkenden werden vervolgd en naar kampen of psychiatrische instellingen gestuurd. Je mocht niet naar Westerse radiostations luisteren en geen jazz-liefhebben. Er ontstond een groot gebrek aan consumptiegoederen en de bevolking leefde dan ook uiterst sober. Stalin was in 1953 gestorven en de nieuwe leider Chroetsjov leverde tijdens het twintigste partijcongres openlijk kritiek op het bewind van zijn voorganger. In de periode van 'destalinisatie' die volgde, werd de knellende greep van de staat op de samenleving wat losser. Toen Hongarije in 1956 van de destalinisatie gebruik wilde maken om zich uit het Oostblok te bevrijden, werden de Hongaarse opstandelingen hardhandig neergeslagen. Niet alle communistische landen stonden onder controle van Moskou. Joegoslavië was onafhankelijk.
Rood-China Ook het in 1949 geworden China, weigerde om zich aan Rusland te onderwerpen. Toen de nationalisten verloren in de burgeroorlog vluchtte de leider van hen naar Taiwan samen met een miljoen aanhangers. Waar ze beschermd werden door de Amerikaanse vloot. De nieuwe Chinese Volksrepubliek werd bestuurd door de Chinese Communistische Partij onder leiding van Mao Zedong. Tijdens zijn beleid werden een miljoen Chinezen de dood ingedreven tijdens landhervormingen. Grondbezitters werden uitgemaakt voor kapitalisten en tijdens massabijeenkomsten werden velen ter dood veroordeeld. Mao's Grote Sprong Voorwaarts, een economisch ontwikkelingsprogramma dat in 1958 werd afgekondigd, liep uit op een totale mislukking. Misoogsten en ernstige hongersnoden waren het gevolg. De Wederopbouw onder Amerikaanse invloed De wereld leek aan de voeten aan de machtige Europeanen te liggen. Na de tweede wereld oorlog was van dit beeld weinig over. De VS En de Sovjetunie waren de nieuwe supermachten geworden. In Europa lagen veel steden in het puin. Amerika besloot daarom in 1947 steun te bieden door middel van het Marshall plan. Tussen 1948 en 1951 werd bijna 12 miljard dollar aan Europa gezonden. Het Marshall plan moest er ook voor zorgen dat de communisten niet de macht zouden grijpen in Europa. Oost Europa zag het als economisch imperialisme en besloot niet aan het Marshallplan deel te nemen. Europese samenwerking In ruil voor de Marshall hulp moest Europa economisch wel gaan samenwerken. In 1951 werd de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EKS) opgericht. Men hoopte zo een oorlog onmogelijk te maken. Uit de EGKS ontstond in 1957 een Europese Economische Gemeenschap van 6 landen: de Bondsrepubliek Duitsland, Frankrijk, Italië Nederland, België en Luxemburg. Amerika begreep dat het herstel van Europa onmogelijk was als Duitsland een wrak bleef, daarom werd ook Duitsland opgebouwd. Ook Japan kreeg steun, de VS toverden het land om tot een westerse, liberaal-democratische staat. Japan beleefde een periode van geweldige economische bloei. Na de communistische machtsovername en China in 1949 werd Japen van onschatbare strategische waarde voor Amerika. Het communistische was inmiddels openlijk tot de grote vijand van het Westen verklaard en Japan kon nu dienen als uitvalbasis in de strijd tegen het communisme in Azië De westerse samenleving Amerikaanse soldaten brachten bij de bevrijding sigaretten en chocola en cola mee. Coca cola werd na de oorlog wereldwijd het symbool van de American Way Of Life. De stond voor vitaliteit, democratie en ongekende mogelijkheden. Mensen kregen meer geld en konden goed leven als ze bereid waren hard te werken. De zwarte bevolking echter was achtergesteld in materiaal en sociaal opzicht. In het zuiden strijde National Association for the Advancement of Coloured People voor de rechten van gekleurde mensen. In 1954 stelde het hooggerechtshof dat gescheiden onderwijs geven een vorm van discriminatie was. McCarthy ging het strijd tegen communisme aan. Moskou ontdekte overal communistische infiltranten: in de filmindustrie, overheidsapparaat.... Vlak na 1945 konden de communistische partijen in Frankrijk en Italië sterk groeien. West Europa bereikte na de oorlog niet de onmetelijke hoogten van die in Amerika, maar er was wel sprake van een geweldige economische groei. Om hongersnood en armoede te voorkomen werd de verzorgingstaat gecreëerd. En sociale voorzieningen. Die waren niet overal hetzelfde, maar hadden wel hetzelfde doel: het beschermen van de zwakkeren uit de samenleving. De ondergang van de koloniale rijken Na de 2de wereldoorlog werden alle koloniale rijken ontmanteld. Binnen twintig jaar kregen de meeste overheerste volken hun onafhankelijkheid. Oorzaken: nationalisme in koloniën de snelle Japanse zegetocht; de VS en de Sovjetunie keurden het kolonialisme af; de verdeeldheid binnen de Europese landen.
Twee golven 1ste golf: de koloniën in Azië verwierven onafhankelijkheid. 2de golf: Afrika in de jaren zestig. Engeland trok zich in 1947 vrijwillig uit India terug, maar Nederland, Frankrijk en Portugal verdedigden hun positie met geweld. Maar ze verloren. Nederland moest in 1949 Indonesië opgeven; in 1954 verloor Frankrijk Indo-China en in 1962 Algerije. Portugal verleende in 1974/75 Angola, Mozambique en Guinea zelfstandigheid. De zelfstandig geworden landen hadden geen goede welvaart en bleven ondergeschikt aan het Westen. Midden-Oosten In 1947 stelden de VN voor om Palestina in tweeën te delen, maar de Arabieren verwierpen het voorstel. In mei 1948 trokken de Engelsen zich terug en onmiddellijk riepen de joden de staat Israël uit. Daarop verklaarden de Palestijnse Arabieren, gesteund door de Arabische buurlanden, de oorlog aan de nieuwe staat. Ondanks de grote troepen overmacht van de tegenstander won Israël de oorlog. Israël werd niet erkend en er braken opnieuw oorlogen uit. Israël wist zich te handhaven en breidde zelfs zijn grond uit. Maar kreeg daardoor Palestijnen onder zijn bestuur. In 1987 brak er onder deze Palestijnen een opstand uit, de intifada. Het was duidelijk dat er een oplossing moest komen. De joden hadden nu wel hun eigen tehuis maar de Palestijnen leefden nog steeds onder Israëlische bezetting. Begin jaren negentig kwamen er onderhandelingen tussen de Palestijnen en de Israëli’s die resulteerden in een voorlopige regeling waarbij de Palestijnen zelfbestuur kregen in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever. Hoofdstuk 4: Van flowerpower tot perestrojka De roerige jaren zestig In de jaren zestig werd het verband tussen roken en longkanker vastgesteld. Je had veel protesten. Ook van jogneren die zich afzetten tegen de bestaande maatschappelijke orde. Ze protesteerden tegen woningnood, milieuvervuiling, armoede en de oorlog in Vietnam. Ze keerden zich tegen de prestatiegerichtheid en de anonimiteit van de consumptiemaatschappij en tegen de bekrompen burgerlijkheid van hun ouders. De meeste jongeren protesteerden op vreedzame wijze. Maar soms liep het ook uit de hand. In Duitsland en Italië gingen radicale bewegingen zelfs tot geweld over om hervormingen in de maatschappij af te dwingen. In deze landen, en Frankrijk, ging het protest gepaard met een stijgende populariteit van het marxisme. De zogenaamde tweede feministische golf was een andere belangrijke potestbeweging in de jaren zestig en zeventig. Vrouwen eisten volledige gelijkheid op elk terrein. Ze eiste dezelfde banen, lonen en ook abortus. Ook vochten ze tegen huwelijken die vrouwen nog altijd ondergeschikt aan de man maakten. De protestbewegingen in deze jaren hebben grote invloed gehad. Traditionele normen en waarden werden door elkaar geschud. En veel taboes, zoals seksualiteit, echtscheiding en abortus, verdwenen. Ook het gezag van de kerk werd minder. En de machtsverhoudingen onderling verdwenen ook. De Vietnam-oorlog en het anti-Amerikanisme Al direct na de Tweede wereldoorlog waren conflicten ontstaan in Vietnam. Onder leiding van de communist Ho Chi Minh had de bevrijdingsbeweging Vietminh de Democratische Republiek Vietnam uitgeroepen. Frankrijk, de mogendheid Indo-china, accepteerde dit niet. Het stuurde troepen naar Vietnam en benoemde een pro-Franse regering. Er braken gevechten uit die pas in 1954 beëindigd werden. Er werd afgesproken dat de Vietminh zich terug zou trekken ten noorden van de 17de breedtegraad en de Fransen ten zuiden hiervan. In 1956 zouden vrije verkiezingen gehouden worden om Vietnam weer te verenigen. De regeringsleider van Zuid-Vietnam Ngo Dinh Diem weigerde in 1956 mee te werken aan de verkiezingen. Diem werd daarin gesteund door Amerika. Noord-Vietnam besloot toen het zuiden te bevrijden, een voornemen dat in Zuid-vietnam door de vele arme boeren en de talrijke communisten werd toegejuicht. Onder leiding van communisten richtten de Zuid-Vietnamezen de Vietcong, hun Bevrijdingsfront. Ze werden gesteund door Noord-Vietnam, de Sovjetunie en China. Frankrijk begon zich terug te trekken en waarschuwde Amerika voor een té betrokkenheid. Amerika werd inderdaad betrokken en het leger kreeg zo een 500 000 man. Maar slaagde er niet in om de oorlog te winnen. Via een akkoord in 1973 verlieten de Amerikaanse troepen Vietnam. Noord-Vietnam werd herenigd en had een communistische leiderschap. De oorlog had het leven gekost aan 2.5 miljoen Vietnamese en 57000 Amerikanen. Er bestonden wereldwijd protest bewegingen tegen de Amerikaanse strijd in Vietnam. In het Westen ontstond een anti Amerikaanse sfeer. Dat was vooral gericht op de dominante houding die Amerika had na de Tweede wereldoorlog. In Frankrijk was het nog erger. Zo hield ze de toetreding van het pro-Amerikaanse Engeland tot de Europese Gemeenschap tegen, wees in 1966 de Amerikaanse NAVO-troepen het land uit en bracht Gaulle een spectaculair bezoek aan de Sovjetunie. Frankrijk vond dat ze ook beschermd moest zijn tegen oorlog en stelde daarom ook kernraketten tegen de VS op. De regering die na De Gaulle kwam (1968) liet geleidelijk aan de anti-Amerikaanse houding vallen. Arabische olie en Aziatische tijgers: de westerse economische crisis. De naoorlogse economische groei kwam begin jaren 70 stil te staan. De oorzaak was de oliecrisis in 1973. In oktober dat jaar hadden Syrië en Egypte een aanval op Israël land uitgevoerd, maar ze verloren. De strijd werd op politiek niveau voortgezet: de Arabische oliestaten kondigden een olieboycut af tegen Amerika en Nederland vanwege hun pro-Israëlische houding. Er waren geen erge gevolgen. Maar de prijsverhogingen die de OPEC-landen instelden waren wel erg. De bedrijven kregen te kampen met steeds hogere productie kosten en de winsten daalden. Europa en Amerika kregen te maken met concurrentie vanuit Azië Ze konden hun productie nog maar moeilijk kwijtraken. Ze probeerden de kosten te onderdrukken door automatisering, maar daardoor groeide de werkloosheid. De verzorgingstaat zorgde ervoor dat alle ellende beperkt bleef. Maar die werd gedeeltelijk afgebroken, omdat ze voor alles opdraaide en steeds meer mensen een uitkering wouden. Om sterker te staan besloten ze de EU uit te breiden. Ze wilden niet alleen economische eenwording, maar ook een grotere politieke integratie.
De Noord-Zuid relatie De olie-exporterende landen realiseerden zich hoeveel macht zij over de Westerse landen konden uitoefenen wanneer zij hun krachten bundelden. Het ontbrak de nieuwe staten meestal aan geld om zelf industrieën op te bouwen. De landen in Afrika en Azië maar ook in Midden- en Zuid-Amerika verkeerden in zo een slechte economische toestand dat men begon de spreken van een 'derde wereld. Het kapitalistische Westen werd daarbij beschouwd als de eerste wereld en het communistische blok als de tweede wereld Omdat de derde wereld landen zich op het zuidelijk halfrond vinden noemt men dit ook wel de Noord-Zuid tegenstelling. De ontwikkelingslanden vormden de Groep 77. En streefde naar een betere verdeling van het wereldinkomen Na het optreden van de OPEC-landen in 1973 toonde het Westen enige bereidheid mee te werken. In 1974 hielden de VN een algemeen debat over een Nieuwe Internationale Economische Orde (NIEO) waarbij een programma werd opgesteld voor de regulering van grondstofprijzen. In de jaren tachtig zwakte de macht van de onderontwikkelde landen af en de belangstelling voor NIEO verdween. Ze hadden hun eigen economische problemen en wilden niet de schuld krijgen voor de tekortkomingen in de derde wereld landen. De eenheid onder die landen verdween langzamerhand ook. Het einde van de Koude Oorlog In 1989 kwam er een einde aan de koude oorlog. Toen Reagan in 1980 de nieuwe president van de VS werd leek een vrede uitgesloten. Reagan wilde de bewapeningswedloop opvoeren. Het defensie budget werd opgehoogd en in 1983 kwam er een project Strategic Defense Initiative (SDI) ofwel Star wars. Dat was bedoeld om een schild in de ruimte te bouwen tegen kernraketten De russen leken kansloos en verkeerden in een slechte toestand. De planeconomie had geleid tot slecht functionerende bureaucratie en een leger van ongemotiveerde arbeiders. De levensstandaard was hoog en er was een grote verborgen werkloosheid. In 1985 kwam Gorbatsjov aan de macht in de Sovjetunie. Hij wilde een ontspannen relatie met Amerika, zodat bezuinigd kon worden op defensiekosten. Hij gaf meer vrijheid aan de burgers voor eigen economische activiteiten en de vrijheid in de samenleving werd ook vergroot. Hij wou het sovjet imperium van de ondergang redden, maar dat lukte niet. De verklaring van Gorbatsjov in 1989 dat de Sovjetunie zich niet langer zou bemoeien met de binnenlandse zaken van de Oost-Europese landen hielp daarbij. De Russen hadden geen recht meer om in Oost-Europa militair in te grijpen zodra het communisme werd bedreigd. De Oost-Europeanen protesteerden tegen het communisme en wilden hun vrijheid terug. De communistische regimes stortten in en in 1989 (9november) werd de Berlijnse muur afgebroken. Op 4 december 1989 verklaarden Gorbatsjov en Reagan dat de oorlog voorbij was. Het bleek niet zo makkelijk om van een planeconomie naar een vrije kapitalistische economie over te stappen. Nieuwe problemen kwamen zoals hoge werkloosheid, georganiseerde misdaad en snelle prijsstijgingen. De Oost-Duitsers boekten de meeste succes, met behulp van West-Duitsland. En ze werden snel samengevoegd. Maar het koste veel geld en vervuiling en werkloosheid moesten worden aangepakt. Zowel in Oost- als in West-Duitsland groeide de werkloosheid en de onvrede leidde tot het ontstaan van rechts-extremistische en neonazistische groeperingen. Maar de democratische traditie heeft zich in West-Duitsland stevig geworteld en de nieuwe Bondsrepubliek lijkt sterk genoeg om de moeilijkheden te overwinnen. De herfstdagen van de twintigste eeuw Na de ineenstorting van het communisme in 1989 werd de democratie in een hele reeks landen met enthousiasme binngehaald. De Oost-Europese staten beginnen onmiddellijk met het opzetten van parlementair-democratische bestuursvormen en de Sovjetunie volgde schoorvoetend. Niet alleen in Oost-Euopa maar ook in andere werelddelen lijkt de democratie in opmars. De dictators van Midden en Zuid Amerika werden ook allemaal aan de kant geschoven. Ook in Afrika verdwijnen die. In 1990 sloeg premier De Klerk een nieuwe weg in toen hij begon met de afbraak van het apartheidssysteem. Verschillende apartheidswetten werden afgeschaft en Nelson Mandela werd vrijgelaten. Maar de democratie stuit ook op tegenstand. Zo houdt Fidel Castro in weerwil van de Cubaanse bevolking het communisme op het eiland overeind en in 1989 maakte de Chinese regering met bruut geweld een einde aan een studentendemonstratie voor meer democratie. Nu de rivaliteit tussen de VS en de Sovjet-Unie is gedaald is hun neiging om zich met dit soort conflicten te bemoeien sterk verminderd.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.