Tijdvak 8, De tijd van Burgers en Stoommachines

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 771 woorden
  • 24 januari 2011
  • 152 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
152 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Tijdlijn:

1800 – 1900 De tijd van burgers en stoommachines.

1809 Eerste Stoomschip.

1815 Napoleon verslagen.

1830 Eerste Stoomlijn in Engeland.

1830 Afscheiding van België.

1848 Grondwet van Thorbecke

1848 Vrijheid van onderwijs

1862 Pruisen valt Denemarken aan.

1866 Pruisen valt Habsburg aan

Vanaf 1870 Modern Imperialisme.

1918 Alle Mannen stemmen, vrouwen mag op gestemd worden.

1922 Algemeen Kiesrecht.

8.1 De Industriële revolutie

Energiebronnen: Spierkracht, wind & water.

Industriële revolutie: Snelle omwenteling maar traag proces, 2e helft 18e eeuw.

Verloop: Begon met houten apparaten, langs stromend water, daarna kwam er de stoommachine.

Agrarische Revolutie: vanaf 18e eeuw slaagde boeren erin landbouwmethoden te verbeteren. --> Landbouwproductie steeg --> Meer mensen te voeden --> Groei bevolking --> Minder mensen op het land nodig --> Veel goedkope arbeidskrachten voor industrie.

Transport Revolutie: Eind 18e eeuw maakte men een 15 KM lang kanaal voor scheepvaartvervoer --> Meer onderlinge kanalen --> Nieuwe Fabrieken langs kanalen --> Stoomlocomotief --> Groot spoornetwerk.

Kenmerkend Aspect: De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.


8.2 Politiek-maatschappelijke stromingen

Frankrijk in bedwang houden: Noord-Italië aan Oostenrijk, Noord Rijnland aan Pruisen en België en Nederland samen als bufferstaat.

Liberalisme voor wie?: Voor de gematigde burgerij.

Belangrijke punten Liberalisme.

- Macht koning beperken.

- voorrechten adel afschaffen.

- voor wet iedereen gelijk.

- gekozen volksvertegenwoordiging.

- burgerrechten en individuele rechten stonden voorop.

- internationaal vrijhandel.

- tollen, gildenbepalingen en andere beperkingen opruimen.

Nationalisme: Alle Duitser wilde zich verenigen in één staat, een natiestaat.

Overeenkomst Nationalisme en Liberalisme: Beidde tegen autoritaire monarchie.

Socialisme voor wie?: Voor de arbeidersklasse, maar werd pas echt actief in 1870.

Liberalen: Vrijheid, Socialisten: Gelijkheid

Liberalen: Individu, Nationalisten: Groep

Socialisten: Iedereen, arbeiders, Nationalisten: Één volk, één natie.

Belangrijke punten Socialisme: Gelijkheid, opkomen voor de onderdrukte, aartsvijand nationalisme en omwerpen van kapitalisme.

Kenmerkend Aspect: De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: Liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.


8.3 Democratisering

Regering ná Napoleon: Koning Willem I had alle macht, waardoor het parlement niets te zeggen had. Koning benoemde de eerste kamer en kon deze zo ontslaan.

Reden ontstaan liberalisme: Nederland werd bijna failliet.

Nieuw parlement stelsel: Eerste kamer: benoemd door provinciebesturen, 2e door volk.

Koning werd onschendbaar, ministers werden verantwoordelijke en was meerderheid nodig.

Kiesrecht voor: Mannen die belasting betaalden, niet betalen = niet beslissen waar het voor wordt gebruikt.

Uiteenvallen liberalen in o.a. : - links-liberale Vrijzinnig Democratische Bond, die onder leiding van Aletta Jacobs streed voor algemeen kiesrecht.

Feminisme: Het streven naar een gelijkwaardige positie van de vrouw.

Kenmerkend Aspect: Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.


8.4 De emancipatiebewegingen

Hoofdpunt Confessionalisme: Christelijke scholen ook subsidie van de overheid.

Rede samenwerking K & P: De liberale wet van 1878.

Liberale wet van 1878: Kwaliteitscholen moest verbeteren, openbare scholen kregen hiervoor subsidie en speciale scholen zoals de Christelijke scholen niet.

Pacificatie van 1917: Wet opgezet door het Confessionalisme & de Socialisten waarin het algemene kiesrecht en de financiële gelijkstelling van bijzonder onderwijs regelt stonden.

Verzuiling: Opdeling van de natie in levensbeschouwelijke groepen *zuilen*, waarvan de leden weinig contact hebben met leden van andere zuilen.

Opkomst Feminisme: Het feminisme kwam rond 1900 op.

Door Feminisme bereikt: Algemeen kiesrecht, betere kansen voor vrouwen op arbeidsmarkt & gelijke seksuele moraal. Ook gingen vrouwen vaker naar het middelbaar onderwijs.

Kenmerkend Aspect: De opkomst van emancipatiebewegingen.


8.5 De Sociale kwestie

Sociale Kwestie: Debat over slechte werk- en leefomstandigheden van de arbeiders en over hun integratie in de samenleving.

Stakingen kwamen door:

- Slechte werk- en leefomstandigheden

- Economische Veranderingen

- Ambachtelijke werklieden hadden weinig werk

- Hard leven: geen betrokkenheid

Beschavingsoffensief: Burgerij probeerde de sociale kwestie op te lossen door met liefdadigheid de arbeiders opnieuw op te voeden.

Eerste Sociale wet: Liberaal kinderwetje van houten: 1874: verbood in het dienst nemen van kinderen onder de 12.

Arbeidswet van 1889: In de industrie was voor vrouwen en jongens tot 16 nachtarbeid verboden na 11 u.

1900 twee wetten: Ongevallenwet: uitkering arbeidsongeschiktheid & Woningwet: kwaliteit volkswoningen.

Argumenten geen verbod kinderarbeid: Armen konden geld niet missen, Fabrikanten hadden kinderen nodig, Bang voor meer staatsbemoeienis, Zaak van de ouders.

Waarom toch wel verbod: Om de kinderen die niet voor zichzelf op konden komen te beschermen.

Kenmerkend Aspect: Discussie over de ‘sociale kwestie’.


8.6 Het moderne imperialisme

Rede GB wereldmacht: Superieure vloot, economische overmacht.

Verdeling Afrika:

Frankrijk: Noord en West Afrika

Groot-Brittannië: Zuid tot noord Afrika

België: Kongo

Portugal: Kustlanden

Verdeling Azië:

Frankrijk: Indo China

Groot-Brittannië: Brits Indië

Nederland: Nederlands Indië

Interesse Java: Koffie en Suiker

Gedaanteverwisseling: In 1870 nieuwe producten zoal rubber, aardolie en tabak.

2e Industriële revolutie: Elektrotechnische, Chemische en staal en olie industrie, grote concerns, stijging staal productie.

2e Transport revolutie: Opening Suezkanaal in 1869, stoomschepen sneller en groter, spoorwegen India en Nederlands Indië, Militair overwicht d.m.v. beter vervoer, wapenindustrie en medicijnen.

Kenmerkend Aspect: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met industrialisatie.

REACTIES

S.

S.

Goed hoor! :D

14 jaar geleden

J.

J.

Kort maar krachtig! Erg duidelijk allemaal (:

13 jaar geleden

E.

E.

Hij was zo kort dat ik eerst nog dacht dat je enkele paragrafen niet had, maar hij is echt fijn!

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.