Ten oorlog! Oorlog als een maatschappelijk fenomeen

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 5194 woorden
  • 10 april 2008
  • 55 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
55 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Ten oorlog! Oorlog als een maatschappelijk fenomeen

Hoofdstuk 1 – De oorlogen van Napoleon
§1
Nationale vergadering: Soort tweede kamer
- Schaften de voorrechten van de adel af
- Bepaalde dat alle mensen voor de wet gelijk waren
Frankrijk moest van hen een constitutionele monarchie worden. De koning mocht blijven, maar zou gebonden zijn aan de grondwet. Lodewijk XVI nam daarmee geen genoegen.
Engeland vocht tegen Frankrijk in wisselende coalities. Er kwamen zeven oorlogen, waarvan de eerste leidde tot een forse Franse machtsuitbreiding, door middel van de zogenaamde “zusterrepublieken”, die in feite gecontroleerd werden door Frankrijk.

§2
Napoleon werd keizer van Frankrijk. Hij bouwde een strak georganiseerde staat op en bracht vrede. De Fransen veroverden alle verloren gebieden toen Rusland zich terugtrok na deze machtsovername.

Napoleon sloot vrede met Engeland en Oostenrijk. Hij wilde een groot Europees rijk stichten en hij wilde de Europese volkeren verenigen tot één volk, met een gemeenschappelijke munt, dezelfde rechten en natuurlijk Parijs als hoofdstad.
Napoleon keerde zich tegen Engeland. Hij bracht een invasiemacht naar het Kanaal en probeerde de Britse vloot uit te schakelen. De Franse vloot werd vernietigd.
Kort daarna verpletterde Napoleon een Russisch- Oostenrijks leger. Dat gaf hem het grootste deel van Duitsland in handen. Dit was zeer bedreigend voor Pruisen en zij verklaarden Napoleon de oorlog. Napoleon won.
Bijna heel Europa was inmiddels van Napoleon. Rusland was zelfs een bondgenoot geworden. Alleen Engeland hield stand. Napoleon probeerde het land te ruineren met een handelsblokkade, maar dat mislukte.
Er kwam een coalitie van alle grote mogendheden tot stand. Rusland zei zijn steun aan de blokkade op na de mislukking en Napoleon viel Rusland binnen. De geallieerden drongen hem terug en kwamen uiteindelijk in Parijs terecht. De Europese verhoudingen werden opnieuw verdeeld en een nieuwe landkaart werd gecreëerd.
De slag bij Waterloo: De laatste veldslag van Napoleon. Hij werd verbannen naar het eiland Elba. Nog tijdens het Wener Congres dook hij op in Zuid-Frankrijk en de geallieerden zetten troepen op de been toen Napoleon zijn intrek nam in het regeringspaleis. Napoleon was ze echter voor en pleegde een verrassingsaanval op België.
Wener Congres: Een congres van de overwinnaars. De geallieerden. Hier werd de kaart van Europa opnieuw getekend, besloten dat de Bourbons terugkwamen in Frankrijk en ze spraken af om tegen eventuele nieuwe agressie een Europees Machtsevenwicht te handhaven.
De vorsten vormden, na Napoleon, een verbond om op basis van het christendom de vrede te handhaven. De Grote Alliantie werd echter steeds meer gezien als een instrument om het liberalisme en het nationalisme de kop in te drukken.

§3
Toen Napoleon Rusland introk, na de mislukking op zee, was iedereen er trots op om te vechten voor Napoleon. Zelfs een Duitser zei dat hij door zijn knieën ging voor hem.
De officieren van adel werden vervangen voor jongen officieren van burgerlijke afkomst. Ze moesten zich bewijzen en werkten dus harder en beter. Ze namen risico’s en kozen snel voor de aanval. Napoleon is daar een voorbeeld van. Frankrijk vocht met vrijwilligers. Gedreven mensen die streden voor revolutie en voor hun vaderland. Toen Frankrijk in de eerste oorlog verslagen dreigde te worden, voerde de regering een dienstplicht in. Hierdoor hadden ze al snel een enorm leger. Napoleon handhaafde deze dienstplicht, maar de kern van zijn leger was beroeps.

De soldaten in die legers geloofden dat ze vrijheid brachten en tirannie bestreden.
De bevelhebber van het Britse leger minachtte zijn soldaten. Ze werden met harde discipline onder de duim gehouden. De Franse soldaten waren vrije burgers, die behandeld werden met respect en het ver konden schoppen. Napoleon betaalde ze goed en deelde onderscheidingen en beloningen uit bij overwinningen.
Het Franse leger kon zich daarbij snel bewegen, omdat ze licht bepakt waren. Ze leefden van het land en daarom konden ze veel kilometer per dag afleggen.
De geallieerden voelden lange tijd niets voor de dienstplicht. Ze waren bang dat bewapende burgers zich tegen hen zouden keren. Het duurde dan ook lang voor ze de Franse legerhervormingen overnamen.
Nog een verbetering van de legers van Napoleon waren de slachtoffers. Er waren snelle maar hevige veldslagen, waarbij veel mensen omkwamen.

§4
Napoleon was afhankelijk van propaganda. Toen hij generaal in Italië was stuurde hij overdreven berichten over zijn successen naar Parijs. Hij nam een schilder in dienst en hij werd geschilderd als een machtige man op een prachtig paard, terwijl hij in werkelijkheid op een muilezeltje zat. In de bezette gebieden was ook veel sprake van propaganda. Ze zeiden dat ze kwamen om vrijheid te brengen en een eind te maken aan de onderdrukking. Ook zijn tegenstanders voerden propaganda. Vooral in Engeland werden artikelen en cartoons gemaakt waarin Napoleon afgeschilderd werd als een moordenaar en een plunderaar.
De Fransen schaften het feodale stelsel af en wilden gelijke rechten en plichten voor iedereen. Sommigen reageerden razend enthousiast, maar anderen zagen hen als vijanden van de kerk en het geloof. Deze haat groeide uiteindelijk ook bij de rest van de bevolking en daarom ontstonden er allerlei vormen van actief en passief verzet.
Op lange duur leidde de oorlogen tot verarming van de bevolking. Bezette landen moesten als dank voor hun bevrijding grote geldbedragen betalen en omdat de legers van het land leefden moesten ze vaak kampen met grote plunderingen waarin ze alles af moesten staan.
Napoleon wilde Engeland op de knieën krijgen door middel van de handelsblokkade, het Continentaal stelsel. Deze economische oorlogsvoering moest Engeland van zijn Europese afzetgebieden beroven. Het had echter een averechts effect. Onder meer via smokkel bleef er handel met Engeland plaatsvinden. Ze konden zich ook goed redden door zich meer op Amerika en de koloniën in Afrika en Azië te richten.

Door het Continentaal stelsel werden juist de economieën op het continent ontwricht en geruïneerd.

Hoofdstuk 2 – De Krimoorlog
§1
Na het Wener Congres, raakte Europa geleidelijk verdeeld in liberale en conservatieve staten.
Frankrijk en Engeland – Liberaal
Pruisen, Oostenrijk en Rusland – Conservatief (grote alliantie)
Rusland was zijn macht aan het uitbreiden. Ze bezaten hele delen van Europa en had nu de ogen op Constantinopel.
Rusland wilde een groot rijk en nu dus Constantinopel. Engeland en Frankrijk zagen de Russische machtsuitbreiding steeds meer als een bedreiging. Ze wilden niet dat Rusland Constantinopel zou krijgen, omdat ze dan toegang hadden tot de Middellandse Zee, waar Engeland en Frankrijk belangen hadden. Dus Engeland en Frankrijk steunden de Turkse sultan.
De aanleiding: De kerken wilden allebei een vinger in de pap in de heilige plaatsen in Palestina, dat behoorde tot het Turkse rijk.
De orthodoxe geestelijken wilde niet meewerken aan een compromis en Rusland steunde hen. De tsaar eiste dat de sultan Rusland het recht gaf om de orthodoxe onderdanen van het Ottomaanse rijk te beschermen. Ottomaanse Rijk is Turkije. Dat zou betekenen dat de sultan zeggenschap over eenderde van zijn onderdanen aan Rusland af moest staan. Zo niet, dan dreigde Rusland de Turkse gebieden ten noorden van de Donau te bezetten (Roemenië).

Tsaar: Vorst in Rusland, Bulgarije en Servië
Sultan: Turkse vorst.
De Sultan weigerde en nam Roemenië in. Op initiatief van Oostenrijk begonnen de Europese grote mogendheden een diplomatiek overleg. De Britten meenden dat er wel vrede kon komen, maar de Russische dreiging zou alleen maar erger worden. Napoleon III wilde ook Rusland terugdringen, want dan kon Frankrijk opnieuw de grootste mogendheid in Europa worden. Engeland en Frankrijk sloten een bondgenootschap met Turkije. Om te voorkomen dat de Russen Constantinopel innamen, stuurden Frankrijk en Engeland er snel een vloot heen en verklaarden Rusland de oorlog. Ze wilden Rusland terugdringen, maar wisten niet precies hoe. Ze vertrouwden op hun vloot en wachtten tot de Russische oorlogsvloot naar buiten kwam, maar deze bleef in de haven. Ze blokkeerden de havens en plunderden stadjes zonder verdediging. De Britten keerden terug, voordat de zee dichtvroor.
De Krim is een schiereiland in de Zwarte Zee.

§2
Belangrijkste doel van Engeland en Frankrijk: Het beschermen van Constantinopel. De Russen werden verjaagd uit de zwarte zee, dus Constantinopel was veilig. Ze trokken door naar de westkust van de zwarte zee en daar waren de Russen al weg, in opdracht van Oostenrijk. Omdat Oostenrijk zo’n deel van de Balkan al “bezat”, luisterde Rusland ernaar. Ze konden het zich niet veroorloven in oorlog te komen met Oostenrijk.
De Britse en Franse legers kregen bevel om naar de Krim te gaan. Ze moesten de Russische marinehaven Sebastopol aanvallen. Ze geloofden dat de verovering van Sebastopol de oorlog zou beslissen, want Rusland zou het verlies van een belangrijke marinebasis niet te boven komen en Turkije zou de noordkust van de zwarte zee terugkrijgen. Na ongeveer een jaar van bloederige aanvallen viel Sebastopol. Rusland was echter niet verslagen en de geallieerden beseften zich dat ze nog maar in een uithoek van Rusland zaten. Ze beseften zich dat ze hen alleen konden overwinnen, via een grote landoorlog, waaraan Oostenrijk en Pruisen meededen. Napoleon III aarzelde echter en toen Oostenrijk niet mee wilde vechten, kwam hij met een vredesplan. Oostenrijk dreigde zich bij de geallieerden aan te sluiten als Rusland niet accepteerde, maar dat deden de Russen wel. Er kwam een wapenstilstand en een vredesconferentie.

Gevolgen van de Krimoorlog:
1. De Krimoorlog had de machtsverhoudingen in Europa veranderd. Rusland was niet langer de sterkste continentale mogendheid.
2. Aan het verbond tussen Oostenrijk en Rusland kwam een einde. De oorlog maakte duidelijk dat ze tegenstrijdige belangen hadden op de Balkan en dat zou hun relatie beheersen.
3. De oorlog bracht ook de Britse zwakte aan het licht. Het leger had weinig gepresteerd en de Britse regering erkende nu dat er legerhervormingen moesten komen.
4. Frankrijk werd na veertig jaar weer de sterkste macht op het Europese continent. De geallieerden successen waren dan ook voornamelijk te danken aan het Franse leger.

5. Het Turkse rijk was afhankelijk van de grote Europese mogelijkheden en stond vanaf dat moment bekend als “de zieke man van Europa”.
In Turkije wakkerde een discussie. Moderniseren of terug naar een zuiver Islamitisch bewind?

§3
Bij alle strijdende partijen was ¼ sterfgevallen een direct gevolg van oorlogsgeweld. De rest overleed door ziekte, honger en ontberingen. De belangrijkste doodsoorzaak tijdens de Krimoorlog is Cholera geweest.
ER was een diepe kloof tussen officieren en soldaten, bij de Britten en de Russen. De officieren waren van adel en de Britse soldaten waren in het leger gegaan omdat ze geen ander uitzicht hadden op werk. De Russische soldaten waren horigen, die waren aangewezen om 25 jaar te dienen. Frankrijk had nog steeds een dienstplicht, maar die kon worden afgekocht met een vervanger. Bij de Fransen waren de verschillen toch niet zo groot. Officieren waren zelf vaak afkomstig van de lagere rangen. Het Franse leger werd goed gekleed en gevoed.
De wantoestanden waren er altijd al geweest, maar in de Krimoorlog werd het bekend bij de burgerij en kwam er kritiek op. Er werd bekend dat epidemieën te maken hadden met slecht water en gebrek aan hygiëne. Onder druk van de pers besloot het ministerie van de oorlog de medische zorg zelf te organiseren. Florence Nightingale kreeg de opdracht een verpleegstersteam op te zetten. Ze was afkomstig uit de hoogste kringen en ze wilde de medische zorg verbeteren. Ze had zelfs al een verpleegsteropleiding opgezet. Ze kreeg de leiding over de verpleegsters in het hospitaal van de militairen in Constantinopel. Het enige wat er gedaan werd was zorgen voor schone lakens en ruimtes, maar de overlevingskans steeg enorm. Florence was niet de enige die verantwoordelijk was, maar in de kranten kreeg zij de heldinnenrol.
Er kwam een Medical army school en het idee dat het leger zelf medische bijstand moest verlenen aan de soldaten werd langzamerhand geaccepteerd.

§4
De Britse pers speelde een belangrijke rol bij het ontstaan van de oorlog. Vooral de Times creëerde een oorlogsstemming. De krant beschreef Rusland als een bolwerk van conservatisme en onderdrukking als gevaar voor de Britse welvaart en vrijheid. Zo ontstond een oorlogsstemming die de Britten uiteindelijk de oorlog in dreef. William Russell was de eerste oorlogscorrespondent die zelf gevechten observeerde. Ook stelde hij het falen van de hogere officieren aan de kaak. Het droeg bij tot de val van het kabinet. De gevolgen van de oorlogsverslaggeving waren zo groot dat de Britse regering censuur instelde. Het nieuws van het front kwam nog sneller door de telegraaf. Dankzij dit communicatiemiddel konden de regeringen vanuit hun hoofdsteden de generaals informeren en aansturen.
In Frankrijk was de belangstelling voor de oorlog niet zo groot als in Groot-Brittannië en in Rusland geloofde iedereen dat de Russen het orthodoxe christendom te verbreiden en de volkeren op de Balkan te beschermen. Hun grote doel bleef Constantinopel veroveren. Economisch bracht de oorlog winst. De economische belangen in de Middellandse Zee en in Brits-Indië werden veilig gesteld. Dankzij de gewonnen oorlog kon Frankrijk het Suezkanaal graven. De oorlog veroorzaakte voor Rusland echter wel economische problemen. De economie daar was sterk afhankelijk van de landbouw, waar tachtig procent van de bevolking werkte. Er werkten horigen, die voor een landheer werkten en omdat er tijdens de oorlog veel horigen werden opgeroepen, waren er nu te weinig op het land. Na de oorlog besloot de tsaar over te gaan op een modernere economie. Ook in Groot-Brittannië leidde de oorlog tot modernisering. De oorlog was vooral belangrijk voor de vrouwenemancipatie, mede dankzij Florence Nightingale.


Hoofdstuk 3 – De Frans-Duitse oorlog
§1
Sinds de 18e eeuw waren er vijf grote Europese mogendheden: Frankrijk, Groot-Brittannië, Oostenrijk, Rusland en Pruisen. Tot 1815 was Frankrijk de sterkste. Zo sterk dat er een coalitie van alle andere vier nodig was om ze eronder te krijgen. Daarna waren Rusland en Groot-Brittannië het sterkste geweest. Door de Krimoorlog was Rusland weggevallen en Groot-Brittannië bemoeide zich zo min mogelijk met het continent, waardoor Frankrijk weer naar de top rees.
Ze wilden Oostenrijk en Rusland doen verdwijnen en volkeren als de Polen en de Italianen zouden onafhankelijk worden met zijn hulp (Napoleon III). Hij steunde Italië in zijn onafhankelijkheidstrijd tegen Oostenrijk. Tijdens de vorige Napoleon was het leger van Frankrijk het sterkst, evenals de economie, maar nu was dat voorgoed verloren en de opkomst van Pruisen maakte dat duidelijk.
Pruisen haalde Frankrijk razendsnel in en onder de koning Wilhelm I werd Pruisen ook het middelpunt van Duits nationalisme. Ze wilden één Duitse staat en om dat te verkrijgen vond Wilhelm dat hij een sterk leger nodig had. Hij ging het hervormen.
De liberale meerderheid in de volksvertegenwoordiging blokkeerde dat plan. Wilhelm benoemde Bismarck tot Kanselier en hij zette de hervorming door zonder zich iets van het parlement aan te trekken. Hij lokte oorlogen uit met Denemarken en Oostenrijk, die Pruisen verpletterend en snel won. Een aantal noordelijke staten sloten zich aan bij Pruisen en de rest vormde een gecontroleerde Noord-Duitse bond. De bond met Oostenrijk werd afgeschaft.
Het plotselinge opkomen van Pruisen maakte Napoleon duidelijk dat het Europese machtsstreven niet was gelukt. Na de Pruisische overwinning in Oostenrijk moest Frankrijk het Ruhrgebied met zijn zware industrie innemen, om Pruisen te verzwakken. Napoleon deed echter niets. Hij had met Bismarck een afspraak dat hij uit de oorlogen zou blijven, als hij hem hielp met het verkrijgen van nieuwe gebieden, zoals België. Bismarck gunde Napoleon echter niets mee, toen hij uit de oorlog kwam als overwinnaar. Ondertussen kwam er steeds meer kritiek op zijn autoritaire regering en de corruptie van zijn bewind. Napoleon dacht dat het volk hem weer zou waarderen als hij Pruisen een lesje leerde. De Duitse eenwording was nog niet voltooid, omdat Beieren e.a. zich nog niet bij de bond hadden gevoegd. Zij hadden ook een oorlog nodig, omdat Bismarck dacht dat een nieuwe golf van nationaal enthousiasme was wat zij nodig hadden. Frankrijk moest dan echter wel de boosdoener lijken en de perfecte situatie deed zich aan.
Het Spaanse parlement had zijn troon aangeboden aan de neef van de Pruisische koning. De Fransen zouden dat nooit accepteren en juist daarom nam hij het aanbod aan. Het werkte, Frankrijk werd woest en binnen twee weken was het oorlog.

§2
Het Duitse leger trok de Franse grens over en vielen meteen aan. Er sneuvelden veel soldaten, maar toch waren ze bijzonder succesvol. Dit kwam door hun mobilisatie (dubbele sporen) en goede kaarten. Frankrijk had enkele sporen en geen goede kaart van hun eigen land. Napoleon gaf zich over toen één deel van zijn leger verslagen was en het andere deel omsingeld. Toch was de oorlog niet voorbij. De capitulatie van de keizer leidde tot woede onder de bevolking. Ze bestormden het parlement en nu kreeg de strijd een heel ander karakter. De Duitsers omsingelden Parijs, maar de stad was vrijwel onneembaar.
Nationale Garde: Burgermilitie die in vredestijd de orde handhaafde, maar nu de stad moest verdedigen. Als de Duitsers de stad binnen zouden gaan, zou dat uitlopen op een bloedbad, omdat tienduizenden Parijzenaars klaar waren om hun stad te verdedigen. Ze hoopten daarom Parijs uit te hongeren, zodat ze zich wel over moesten geven. Het was echter moeilijk om de hele rand van Parijs te bewaken en de Duitsers konden daarvoor niet al hun troepen inzetten. Ze moesten ook het andere Franse leger in de gaten houden, bij Metz. Ze gingen over op een smerige guerrilla strijd.

Frankrijk raakte uitgehongerd en eind oktober gaf het leger bij de Metz zich over en andere legers volgden snel. Nu bleef Parijs nog over, maar die hielden vol. Bismarck werd ongeduldig en ging over op terreurbombardementen.
Krupp: Een bedrijf die de nieuwste kanonnen maakte en deze verzorgde voor Pruisen.
Om de Franse wanhoop nog groter te maken liet Bismarck een Duitse eenheid uitroepen en Wilhelm I tot Keizer van Duitsland. De rellen begonnen in Parijs en de regering besloot de harde vredesvoorstellen te accepteren.
Vrede van Frankfurt: Hier werden de vredesvoorstellen officieel vastgelegd. Frankrijk moest Elzas-Lotharingen afstaan. De Frans – Duitse grens schoof over de hele lengte tussen Luxemburg en Zwitserland tientallen kilometers naar het westen en steden als Straatsburg en Metz werden Duits. Ook moest Frankrijk kampen met hoge herstelbetalingen.
De machtsverhoudingen waren sterk veranderd. In Frankrijk werd Duitsland gehaat. De vernederende vredesvoorwaarden, de terreur en de gekrenkte trots leidde tot een sterk verlangen naar een Revanche.

§3
In Pruisen had de legerhervorming de aanvalskracht versterkt. Er werd een dienstplicht ingevoerd. Het leger had een goed moraal. Ze waren jong, fit en bereid om voor hun vaderland te sterven. Ze kregen opleidingen, waardoor ze beter waren dan de meeste andere soldaten die niet getraind werden.
Napoleon begreep, door het zien hoe sterk het Pruisische leger was, dat hij zijn leger ook moest hervormen. Hij besloot dat alle jonge mannen een korte militaire training moesten volgen. Een zwakte van het leger was dat het geen generale staf had.
Moltke werd voorzichtig, na de guerrilla oorlogen, maar Bismarck werd niet goed van zijn afwachtende houding. Hij wilde de oorlog snel beëindigen, omdat hij bang was dat het Franse verzet steeds sterker zou worden en andere landen Frankrijk gaan steunen. Weer maakten honger, ziektes en uitputting veel slachtoffers. Er heerste een pokkenepidemie in het Duitse kamp, waar in sommige eenheden tachtig procent van de mannen door omkwam.
Rode Kruis: Opgericht door Henri Dunant. Deze oorlog was de eerste waarbij grootscheepse hulpacties voor soldaten van beide kanten werd georganiseerd. Het rode kruis helpt alle partijen.

Het Rode kruis sloot aan bij het burgerlijke beschavingsideaal en in 1864 werd een conferentie georganiseerd, met het doel de oorlogsvoering meer menselijk te maken. Aan het slot tekenden de Europese landen de Geneefse conventie. Daarin spraken ze af dat medisch personeel neutraal zou zijn en zieke militairen van alle nationaliteiten moeten helpen. Ze beloofden ook dat krijgsgevangenen die te ziek waren om te vechten naar huis mochten. De hulpverleners zouden herkenbaar zijn aan een rood kruis. Ze opereerden binnen het oorlogsrecht en ondersteunde de militaire geneeskundige diensten. Daarom hadden de pacifisten er kritiek op. Volgens hen zou zo’n organisatie de oorlog alleen maar verhevigen.

§4
Er waren in Duitsland niet echt verwoestingen en de strijd had maar kort geduurd. De oorlog gaf de economie een krachtige impuls, omdat de oorlog leidde tot de vereniging van Noord – en Zuid- Duitsland. Het noorden was echter protestants en het zuiden katholiek. Dit leidde tot wat wantrouwen. De slag bij Sedan bracht het nationalisme tot een kookpunt: De oorlog waarin alle zonen van alle Duitse staten verenigd hebben gestreden en gebloed, zoals Bismarck het wilde. Pruisen sluit zich aan bij Duitsland en nu heet dat het Duitse keizerrijk. Wilhelm I wordt uitgeroepen als keizer. De Franse economie leed op lange termijn geen schade, maar de bezettingsmacht drukte zwaar op de bevolking. De oorlog leidde tot diepe verdeeldheid, wat pas gemerkt werd toen Napoleon zich had overgegeven en er ontstond een verzet tegen de Duitsers. Dit verzet steunde vooral op de lagere burgerij in Parijs, die zich aansloten bij de nationale garde.
Veel gardisten voelden zich verraden na de capitulatie. Ze snapten niet hoe de regering de strijd had gestaakt, terwijl ze met twee keer zoveel man waren. De stad werd nu geregeerd door een centraal comité dat gekozen was door soldatenraden (communistisch). De echte regering maakte zich zorgen over dit volksleger en stuurde in het geheim troepen naar Parijs om de stad over te nemen, maar het werd een grote mislukking. De nationale garde verklaarde Parijs nu onafhankelijk en er werd een nieuw stadsbestuur gekozen.
Commune: Voerde radicale hervormingen door, gebaseerd op maatschappelijke gelijkheid. Ze hielden de regeringstroepen nog weken buiten de stad, maar moesten toch toegeven na het Frans- Duitse verdrag. De Nationale garde verzette zich hevig, mar na een week werd dat verzet in bloed gesmoord. De Commune was in de tussentijd hét symbool van het revolutionaire socialisme geworden.

Hoofdstuk 4 – De eerste Wereldoorlog: ontstaan en verloop
§1
Er was onafgebroken vrede geweest in Europa, maar er hing toch een oorlogsdreiging in de lucht. De grootmachten raakten verwikkeld in een wapenwedloop. Overal waren sterk nationalistische gevoelens en militarisme vierde hoogtij. Alle landen hadden gedetailleerde oorlogsplannen, maar er waren maar weinig doelbewust op oorlog uit. Geen van de Europese landen wilde oorlog, maar ze vonden ook niet dat het voorkomen moest worden. Daarbij zou een oorlog snel weer voorbij zijn, door de vernietigende kracht van de nieuwe wapens.
Militaire waren daarom bereid het risico van een oorlog te nemen en vanaf 1890 raakten de internationale verhoudingen zo in de war, dat die oorlog er ook kwam.

Bismarck zorgde ervoor dat alle andere landen niet samen gingen werken, door ze ervan te verzekeren dat ze niets te vrezen hadden van Duitsland. Hij zei dat ze geen behoeftes meer hadden en dat ze al tevreden waren. Vanaf 1890 werd hij echter agressiever. De nieuwe keizer Wilhelm II zette Bismarck af. Hij vormde een regering die vond dat Duitsland recht had op meer prestige. Duitsland moest een Weltpolitik voeren. Duitsland moest overwicht hebben in Europa en daarbuiten koloniën hebben. Dit wekte wantrouwen op bij de andere landen en dat werkte in het voordeel van Frankrijk, aangezien de Fransen nog altijd een revanche wilden voor de vernedering van de Frans- Duitse oorlog. In zijn eentje hadden ze geen kans, maar nu de anderen hen ook als de vijand ging zien, kon Frankrijk bondgenoten vinden. Ze sloten een verdrag met Rusland en ze beloofden elkaar dat wanneer Duitsland één van hen zou aanvallen, de ander Duitsland aan zou vallen. Dat wekte in Duitsland de angst om omsingeld te worden. Engeland ging Duitsland door die Weltpolitik zien als grootste bedreiging en sloot daarom ook een verdrag met Frankrijk. Dit verdrag had geen vaste verplichtingen, maar leidde wel tot geheime militaire samenwerking. Later sloot Engeland ook een verdrag met Rusland en zo werd het een triple entente.
De enige bondgenoot die Duitsland had was Oostenrijk en dat was de zwakste mogendheid. Via Oostenrijk raakte Duitsland weer betrokken bij de conflicten op de Balkan. Op de Balkan had iedereen nu wel een vinger in de pap. Rusland, Bulgarije, Roemenië, Servië en Oostenrijk streden nog steeds om invloed. Bosnië sloot zich aan bij Oostenrijk en dat leidde ertoe dat Rusland hen aan wilde vallen, maar door zware druk legde ze zich bij de aansluiting neer. Engeland had belang bij het hele Balkan gebied en oefende die druk uit. Er kwam echter een tweede crisis op de Balkan. Bulgarije, Roemenië en Servië vochten om de overgebleven Turkse gebieden daar. Oostenrijk wist door de stichting van de staat Albanië te verhinderen dat Servië een uitweg naar de zee kreeg. Oostenrijk nam zich echter voor de heilige idealen van de Slavische volkeren in de Balkan wel te realiseren. Dat kon, besefte de regering van Rusland, alleen door Duitsland en Oostenrijk te verslaan.

§2
Het moordonderzoek naar de dood op Frans Ferdinand leidde ze al snel naar Servië. Een deel van de militaire en politieke top van Oostenrijk wilde Servië daarom een lesje leren. In Berlijn informeerde de Oostenrijkse regering alvast of het in dat geval op Duitse steun zou kunnen rekenen. Er kwam een lijst met eisen waaraan Servië zou moeten voldoen, maar een kwartier voor de deadline kwam Servië met het antwoord. Ze weigerden en hadden de steun van Rusland. Alle pogingen tot vrede werden geblokkeerd door militaire logica. Ze weigerden vanaf toen vertragingen of veranderingen in hun plannen te accepteren. Er kwam dus oorlog.
Deze gang van zaken is deels te verklaren vanuit militaire ontwikkelingen. Alle landen, behalve Engeland, stelden een generale staf aan en voerden de dienstplicht in. Ze namen allemaal een voorbeeld aan het Pruisische leger van destijds. De ene mobilisatie lokte de andere uit en het ontlokte tevens allemaal oorlogsverklaringen. Duitsland verklaarde Rusland de oorlog omdat Rusland zijn mobilisatie, tevens gericht op Duitsland, niet wilde staken. Daarna verklaarde Duitsland Frankrijk de oorlog, dat zelf al van plan was Duitsland aan te vallen.
Engeland was nog neutraal, maar dit veranderde toen Duitsland een vrije doortocht door België wilden. Zouden ze dat niet toestaan dan zou Duitsland België aanvallen. Dat vonden de Britten onacceptabel en ze keerden zich tegen Duitsland. Ze wilden niet dat de Duitsers naar het kanaal zouden gaan. Engeland eiste dat Duitsland België met rust lieten, maar toen Duitsland kort daarna de Belgische grens overtrokken verklaarde Engeland de oorlog aan Duitsland.
Von Schlieffen plan: Duitsland moest met zowel Frankrijk als Rusland afrekenen, maar een tweefrontenoorlog vermijden. Omdat ze dachten dat Rusland pas na een paar weken klaar zouden zijn wilden ze Frankrijk aanvallen, via België en daarna zo snel mogelijk doorreizen naar Rusland om daar aan te vallen. Daarom wilde Duitsland ook niet van het plan afwijken om door België te reizen.
Een ander plan had Duitsland niet.
Moltke eiste echter dat ze het plan loslieten en het leger naar Rusland stuurden. Op die manier zou Engeland waarschijnlijk wel neutraal blijven. Dit was in zijn ogen echter onmogelijk. Het leger had zich jarenlang gedetailleerd voorbereid en de plannen konden niet zomaar worden omgegooid.
In alle landen meldden zich honderdduizenden oorlogsvrijwilligers. Men was ervan overtuigd dat de troepen al snel weer terug zouden zijn. De socialisten hadden gedacht dat de internationale arbeidssolidariteit een agressieve oorlog zou voorkomen. Nu steunden ze hun regering: De Duitsers om het vaderland te verdedigen tegen het reactionaire tsarenrijk. De Fransen om hun vaderland te verdedigen tegen de Duitse agressie en de Engelsen om het arme België en Europa te beschermen. Slechts een kleine groep pacifisten en revolutionaire socialisten bleven tegen de oorlog.

§3
Het westfront: Frankrijk. De Fransen hadden hun eigen oorlogsplan en vielen aan in Elzas-Lotharingen. België viel Duitsland aan omdat ze zo gemeen waren geweest en brachten veel schade toe, maar kon ze lang niet stoppen.

De Duitsers hielden goed stand in Elzas en toen beseften de Fransen dat ze hun troepen beter naar Parijs konden sturen, maar toen was het bijna te laat. De Fransen wisten de Duitsers nog net op tijd tot staan te brengen. Hierna trokken de Duitsers zich enkele kilometers terug en groeven zich in. Zo begon de loopgravenoorlog. Meer dan drie jaar lag het helemaal vast en aan het eind waren de partijen even ver als aan het begin.
Het oostfront: Doordat ze vastliepen in Frankrijk kregen de Duitsers toch hun gevreesde tweefrontenoorlog. De Russen werden verpletterd door de Duitsers, ondanks hun grote leger. De oorlog aan het oostfront bleef een bewegingsoorlog. Turkije sloot zich aan bij Oostenrijk en Duitsland en Italië koos de kant van Engeland en Frankrijk.
Op lange termijn kon Duitsland de tweefrontenoorlog niet volhouden en het leek er even op dat er een einde aan kwam. Rusland ontstonden voedseltekorten en de regering zette de oorlog voort, maar toen er een aanval mislukte stortte het leger in. In de chaos grepen de communisten de macht. Ze sloten een wapenstilstand met Duitsland en tekenden de Vrede van Brest-Litovsk, waarmee ze een reusachtig gebied afstonden.
Duitsland had nu zijn handen vrij om een beslissing te forceren in het westen en dat werd ook tijd, want de Verenigde staten had zich aangesloten bij Engeland en Frankrijk. Amerika moest zijn leger uit het niets opbouwen en de versterkingen van Duitsland uit het oosten leverden ze overwicht op in het westen, bij Frankrijk. De Duitsers vochten door, maar kwamen weer net te kort en ze werden massaal geveld door de Spaanse griep. Ze werden teruggedrongen door tanks van de geallieerden, die ze niet hadden en er brak oproer uit. De keizer vluchtte naar Nederland en de socialisten riepen de republiek uit. Twee daten later tekende een Duitse delegatie een wapenstilstand.

§4
Totale oorlog: Alles stond in de dienst van de oorlog.
Door de industrialisatie en de nieuwe technologieën was de vuurkracht enorm toegenomen. De aanvalskracht was niet genoeg voor een doorbraak in de loopgravenoorlog. Na het vastlopen van het westfront bleven de partijen het proberen en er kwamen een paar grote aanvallen. Ze lieten de soldaten schieten en als ze dan genoeg verzwakt waren kwamen de overige soldaten de loopgraven uit voor de genadeklap, maar de verdedigende partij was steeds in het voordeel. Door al die mislukte aanvallen werden de generaals vooral na de oorlog als gewetenloze slachters gezien.
Op een gegeven moment zetten de Duitsers zelfs gifgas in, maar het was afhankelijk van de wind en de troepen waren al snel uitgerust met gasmaskers en het had een slechte uitwerking op het moreel van de soldaten en de publieke opinie. Een ander nieuw wapen was de tank en deze was wel effectief. De aanvallen werden niet meer ingeleid met beschietingen, maar ze lieten vliegtuigen de vijandelijke posities verkennen .
Zeeblokkade: Een andere oorlogstactiek. De Britten beheersten de wereldzeeën en konden de Duitse economie daardoor zwaar treffen. De Duitsers probeerden de Engelsen te vernietigen met een zeeslag voor de Deense kust, maar toen dat mislukte probeerden ze het ook nog met een onbeperkte duikbotenoorlog. Ze schoten veel boten naar de bodem van de zee, maar het pakte voor Duitsland rampzalig uit, omdat dit de aanleiding was voor de VS om zich bij de geallieerden te voegen.

Geleide economieën ontstonden. Steeds meer bedrijven kwamen onder staatstoezicht. Bedrijven die belangrijk waren voor de oorlog moesten desnoods met verlies doorwerken. In de oorlogseconomie werkte de staat samen met ondernemers en vakbonden. De vakbonden, die de oorlog loyaal steunden, werden voor het eerst erkend als een belangrijke partner in de economie. De productie van consumptiegoederen werden tot het minimum beperkt. Voedsel ging op de bon en doordat miljoenen mannen aan het front waren ontstonden tekorten aan arbeiders. Ook gingen er honderdduizenden vrouwen in munitiefabrieken werken.
Minder geïndustrialiseerde landen zoals Rusland, Servië en Turkije waren in het nadeel. De ineenstorting van Rusland had ook voornamelijk economische oorzaken.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.