Ten oorlog! Europese oorlogen

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 4546 woorden
  • 17 juni 2008
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
18 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Geschiedenis Examen 2008
Europese oorlogen 1789-1919, oorlog als maatschappelijk fenomeen
Hoofdstuk 1: de oorlogen van Napoleon
Frankrijk was in de 18e eeuw het machtigste land van Europa; Frans was de wereldtaal. De koning had absolute macht en adel en geestelijkheid hadden grote voorrechten. De onvrede kwam daarover in juli 1789 tot uitbarsting, toen de Fransen de Bastille bestormden, een gevangenis en munitiedepot. De franse revolutie was een feit. Een gekozen burgerparlement, de Nationale Vergadering, trok de macht naar zich toe. Zij vonden dat alle mensen vrij en gelijk voor de wet waren.
Overal voelden vorsten zich onder druk gezet en zijn vonden het een verstoring van de bestaande orde, gevluchte franse edelen probeerden een contrarevolutie te organiseren. Volgens de NV moest Frankrijk een constitutionele monarchie worden: de koning mocht blijven, maar zou gebonden zijn aan de grondwet. In Frankrijk propageerden revolutionaire politici een oorlog om de revolutie te verspreiden. De oorlog aan de keizer van Oostenrijk was verklaard. Daarmee kwam het ook in oorlog met Pruisen, een bondgenoot van Oostenrijk. De onthoofding van Lodewijk 16 gaf het laatste zetje naar een Europese oorlog.
Tot 1815 was Frankrijk in oorlog met verschillende coalities. De franse successen waren vermoedelijk onmogelijk geweest als de grote mogendheden samen ten strijde waren getrokken. Frankrijk won aan de hand van Napoleon Bonaparte, een jonge franse generaal. Na de vrede met Oostenrijk keerde napoleon zich tegen Engeland. In Frankrijk was hij een held. In Parijs pleegde hij een staatsgreep.

Tien jaar na de revolutie, was het land een puinhoop. Bijna alle veroveringen waren verloren gegaan en een Europese coalitie dreigde Frankrijk binnen te vallen. De redder was Napoleon. Hij zorgde voor rust en orde. Hij maakte van de republiek een keizerrijk met zichzelf als keizer. Alle verloren gebieden werd weer heroverd. Er was vrede met Oostenrijk en Engeland, zeer tijdelijk. Napoleon wilde Europese volkeren verenigen tot 1 volk, 1 munt, dezelfde rechten en Parijs als hoofdstad. Op zee verloor Napoleon van Engeland, op land was hij de baas. Veel landen waren bondgenoot of ingelijfd door Frankrijk, net als Rusland. Alleen Engeland niet. Hij deed een handelsblokkade tegen Engeland, het mislukte en de tsaar wilde hem niet steunen. Napoleon viel Rusland binnen. Grote nederlaag volgde, bij een herkansing ontstond er een coalitie van grote mogendheden. Zij brachten Napoleon een beslissende nederlaag bij de Volkerenslag bij Leipzig. De overwinnaars, kwamen bijeen met Von Metternich, Oostenrijks Minister van Buitenlandse Zaken. Napoleon moest terug naar Elba. De grote mogendheden spraken op het Wener Congres af tegen eventuele nieuwe agressie een Europees machtsevenwicht te handhaven. Napoleon had een onverwachte terugkeer, in Parijs vluchtte de koning. Napoleon pleegde een verrassingsaanval bij Waterloo, daar werd hij verslagen. Het was zijn laatste veldslag en hij moest terug naar Sint Helena. In Europa handhaafden de grote mogendheden samen de orde.

Velen soldaten waren er trots op dat ze vochten voor Napoleon. De Napoleontische legers waren groter en strijdlustiger. Na de Franse revolutie vertrokken grote adellijke officieren en werden vervangen voor jonge officieren. Die traden agressiever op, namen meer risico´s en kozen snel voor aanval. Het revolutionaire Frankrijk vocht met vrijwilligers, zij streden voor hun revolutie en hun vaderland en waren daardoor gemotiveerder, dan traditionele soldaten die het alleen voor het geld deden. Tijdens eerste coalitie-oorlog kwam de diensplicht. Napoleon handhaafde voormalige vrijwilligers enàdienstplicht, de kern van zijn leger was beroeps dienstplichtigen. Uiteindelijk kwamen er meer buitenlanders in zijn leger. Zijn leger had grote aantrekkingskracht. Soldaten geloofden dat ze in heel europa vrijheid brachten. De Britse troepen werden hard aangepakt. De Fransen waren burgers, die met respect werden behandeld, goed werden betaald en werden onderscheiden en beloond. De kracht lag bij de artillerie en hun snelheid. Ze waren licht bepakt en ‘leefden van het land’. Napoleon bleef de nadruk op de artillerie leggen, hij vormde mobiele artillerie-eenheden. Andere landen namen de Franse legerhervormingen niet over en voelde niks voor dienstplicht, omdat ze bang waren dat de burgers tegen zich gingen keren. Uiteindelijk werd in Oostenrijk en Pruisen dienstplicht ingevoerd, met opleiding. De hervormingen leverden veel slachtoffers en bloedbaden op. De medische verzorging was minimaal en ook veel soldaten stierven aan uitputting, honger en kou. In Spanje kwamen ook grote aantallen Fransen om, door opstand van Spaanse guerrillastrijders.

Napoleon was afhankelijk van propaganda. Het werd op ongekende schaal bedreven, nieuwe ideeen werden gepropageerd of het werd gebruikt om liefde voor het vaderland op te wekken. Een voorbeeld is de Marseillaise, het volkslied. Propaganda was gericht op volksklassen. Jacques Hebert zweepte de haat tegen de rijken en machtigen op. Napoleon gebruikte het om overdreven te berichten over zijn successen. In Engeland werd Napoleon afgeschilderd. Conservatieve monarchieën maakten maar een beetje gebruik van propaganda, bang voor de reactie van het volk. Propaganda voorkwam niet dat bezette gebieden zich tegen Napoleon keerden. De Fransen schaften ouderlijke voorrechten en verplichtingen af en bracht gelijke rechten en plichten voor iedereen. Geleidelijk groeide ook in de rest van Europa de haat, omdat de bevolking leed onder de bezetting en oorlogen, er ontstond verzet. De oorlogen grepen in het dagelijks leven, dienstplicht, maakte de oorlog een plicht voor mensen. Andere burgers moest het vaderland dienen. Ze moesten harder werken om de weggevallen arbeidskrachten te vervangen. De duur en grootschaligheid zorgde voor economische schade en verarming. Belastingen stegen en als dank voor de bevrijding, moesten landen enorme geldbedragen betalen. Streken leden onder plundering van soldaten, die leefden van het land. Economische schade veroorzaakte het Continentaal Stelsel, de handelsblokkade voor Engeland. De blokkade moest Engeland van zijn Europese afzetgebieden veroveren, het werkte averechts. Onder meer via smokkel. Het Britse koloniale rijk werd uitgebreid. Door het Continentaal Stelsel werden juist economieën op het continent geruïneerd. De overzeese handel viel stil.

Hoofdstuk 2: De krimoorlog

Na het Wener Congres behoorden Frankrijk en Engeland tot de liberale staten, terwijl Pruisen, Oostenrijk en Rusland een conservatief blok vormde. Tsaar Nicolaas 1 was de leider van de machtigste en sterkste landmogendheid van Europa. De Russische grens schoof op richting Kaukasus en Centraal-Azie. De Russische machtsuitbreiding ging ten koste van het Turkse Rijk. Sinds eind 18e eeuw brokkelde het Turkse Rijk af. Rusland wilde Constantinopel. De ambities van Rusland stuitte op Engeland en Frankrijk. Zij zagen de machtsuitbreiding als bedreiging. Als Rusland Constantinopel had, hadden ze toegang tot de Middellandse Zee. Daar hadden Frankrijk en Engeland grote belangen. Frankrijk was handelspartner en financier van het Turkse Rijk. Frankrijk bemoeide zich vanaf 1849 met een conflict tussen Russisch-orthodoxe en Rooms-katholieke kerk over de heilige plaatsen in Palestina. De kerken ruzieden over de vraag wie de sleutel mocht hebben van Jezus’ Geboortekerk in Bethlehem en wie de koepel mocht bouwen van de kerk van het Heilige Graf van Jezus in Jeruzalem. De Turkse regering wilde een compromis, maar de orthodoxe geestelijken, gesteund door Rusland, wilde daar niet aan meewerken. De Tsaar eist dat de sultan alle concessies aan de katholieken in Palestina introk en Rusland het recht gaf de orthodoxe onderdanen van het Ottomaanse rijk te beschermen. Dat was een derde van zijn onderdanen. Toen de Sultan weigerde aan de Russische eisen te voldoen, namen Russische troepen in 1853 Roemenie in. Op initiatief van Oostenrijk kwam er een diplomatiek overleg over de Russische dreiging en ze vonden dat hij een klap moest krijgen. Als Rusland werd verslagen, kon Frankrijk opnieuw de grootste mogendheid worden. Frankrijk en Engeland sloten een bondgenootschap met Turkije en verklaarden Rusland de oorlog in 1854. Frankrijk en Engeland wilden de ‘agressie’ van Rusland stoppen en Rusland zo ver terugdringen dat hij geen bedreiging meer kon vormen. De Britten vertrouwden op hun vloot. Bij Sint-Petersburg kon de Britse vloot er niet in slagen de kustverdediging te bedreigen. Inmiddels speelde de oorlog vooral af op de Krim.

Voor Frankrijk en Engeland was verdediging van Constantinopel het voornaamste doel. Het gevaar was snel geweken toen een Brits/Franse vloot de Russen uit de Zwarte Zee verjoeg. Toen ze doorgingen naar de Donau, waren de Russen al weg. Oostenrijk had geëist daar weg te gaan, omdat ze te dicht bij kwamen. Oostenrijk dreigde met oorlog. De Britse en Franse legers gingen naar de Krim, aan de noordkust van de Zwarte Zee. Daar moesten ze Sebastopol, een Russische marinehaven aanvallen. Ze geloofden dat de verovering van Sebastopol de oorlog zou beslissen. Sebastopol was een onneembaar fort, de geallieerden groeven zich daarom in en bleven manschappen aanvoeren. Af en toe waren er artilleriebeschietingen, bij voldoende verzwakkingen stormde de infanterie uit de loopgraven. Na een jaar viel Sebastopol, ze hadden niet eens de hele Krim of heel Rusland. Voor een overwinning moesten ze naar Moskou en Sint-Petersburg. Napoleon 3 aarzelde met doorstoten. Hij kwam met een vredesplan met Oostenrijk. Oostenrijk moest Rusland een vredesvoorstel doen. Er kwam een wapenstilstand en vredesconferentie in Parijs. De vrede werd getekend, geen verschil in kaart. Rusland moest gebied afstaan en in de Zwarte Zee mochten geen grote oorlogsschepen mee komen. De Krimoorlog had de machtsverhoudingen veranderd. Rusland was niet langer de sterkste continentale mogendheid. Het Russische leger was tot weinig in staat gebleken. De Franse en Britten hadden moderne geweren. Rusland had dat ook, maar kon niet voldoende produceren. Rusland had ook nog geen spoor en moest zich te voet verplaatsen. Veel soldaten waren nodig voor de verdediging van Sint-Petersburg, minder in de Krim dus. Aan het verbond tussen Oostenrijk en Rusland kwam een einde, omdat ze tegenstrijdige belangen hadden. Het Britse landleger had ook weinig gepresteerd, was klein en slecht geleid. Het leger moest hervormd worden. De geallieerden successen waren te danken aan het sterke Franse leger. Frankrijk werd 40 jaarna Napoleon weer de sterkste continent. Het Turkse rijk was de zwakste in Europa.

De Krimoorlog heeft de meeste levens gekost. Velen zijn gestorven door ziektes. 3 op de vier slachtoffers overleed door ziektes, honger en ontberingen. Er was gebrek aan hygiëne en medische zorg, de soldaten dronken vuil water. Anderen kwamen om door de shock tijdens een operatie. De belangrijkste doodoorzaak was cholera. Deze besmettelijke ziekte verspreidde zich snel. Bij de Britten en de Russen was er diepe kloof tussen officieren en soldaten. De officieren waren van adel en leidde een aangenaam leven. De Britse soldaten kwamen uit het onderste van de samenleving. Frankrijk had nog steeds dienstplicht, maar die kon worden afgekocht door te betalen voor een vervanger. De verschillen tussen officieren en soldaten waren toch niet zo groot. De soldaten werden goed gekleed en gevoed en werden met respect behandelt. De Britse soldaten waren niet goed voorbereid en de voorraden gingen verloren in een hagelstorm. Wantoestanden en misstanden in het leger werden bekend bij de burgerij. Zo werd bekend dat epidemieën te maken hadden met vervuild water en gebrek aan hygiëne. Zo kwamen er waterleiding en riolering en er werd gelet op de hygiëne. Het ministerie van oorlog besloot de medische zorg te reorganiseren, Florence Nightingale kreeg de opdracht een verpleegstersteam op te zetten. Ze wilde de medische zorg voor het volk verbeteren en had al een verpleegstersopleiding opgezet. Nightingale kreeg de leiding en werd ‘the lady with the lamp’ genoemd.

Veel Britse ministers hadden aanvankelijk helemaal geen zin om de Turken te helpen tegen de Russen. The Times eiste actie tegen de Russische beer. De krant beschreef Rusland als bolwerk van conservatisme en onderdrukking en als gevaar voor de Britse welvaart en vrijheid. Een oorlogsstemming ontstond. De krant had verslaggever William Russell naar de Krim gestuurd. Hij werd de eerste oorlogscorrespondent. Eerst nog juichende berichten, later ging het over de gruwelen en wantoestanden. The Times kopte ‘failure, failure, failure’. De gevolgen van berichtgeving waren zo groot, dat de regering censuur instelde. De oorlog was ook de eerste met oorlogsfotografen. Ze konden geen actiefoto’s maken. De legertelegraaf was toen ook uitgevonden, via elektromagnetische golven kon je berichten over langere afstanden sturen. Via dit communicatiemiddel kwam het nieuws sneller in de kranten. Velen dachten dat Rusland het orthodoxe christendom wilde verspreiden en orthodoxe volkeren op de Balkan beschermen. De speciale missie hield iets anders in; hun grote droom was de verovering van Constantinopel. De economische gevolgen waren niet groot voor Frankrijk en Engeland. Het bracht vooral winst, dankzij de oorlog kon Frankrijk het Suez-kanaal graven, de route naar Azië was dan korter. Economische problemen waren er in Rusland. Hun economie was afhankelijk van landbouw. Honderdduizenden mannen werden opgeroepen voor oorlog. Daarnaast waren de economische blokkades. Er ontstond sociale onrust, men vreesden een totale chaos. De Tsaar besloot het land te moderniseren. Hij wilde de industrialisatie op gang brengen en schafte de lijfeigenschap?? af. De oorlog leidde bij de Britten ook tot modernisering. Het was belangrijk voor vrouwenemancipatie en opkomst van vrouwenbeweging. Mede door optreden van Nightingale en vrouwen uit burgerij in de medische zorg en onderwijs.

Hoofdstuk 3: De Frans-Duitse oorlog

Er waren 5 grote Europese mogendheden: Frankrijk, G-B, Oostenrijk, Rusland en Pruisen. De Franse keizer had grote ambities, wij wilde Europa onder Franse leiding. Dat was niet onrealistisch, na de Krimoorlog. Hij steunde de Italiaanse onafhankelijkheidsstrijd. Maar Frankrijk bleek toch niet zo sterk, Frankrijk had het sterkste leger en economie. Pruisen was ontstaan in het oosten van Duitsland, rond Berlijn. De Pruisische bevolking groeide als kool. De industrialisatie ging razendsnel, het tegenovergestelde gebeurde in Frankrijk. Onder leiding van koning Wilhelm 1 werd Pruisen het middelpunt van het Duits nationalisme. Nationalisten wilden 1 Duitse staat, daar wilde Wilhelm wel aan meewerken. Daarvoor was een legerhervorming nodig. De liberale meerderheid blokkeerde zijn plannen. Om het verzet te breken, benoemde Wilhelm Bismarck tot kanselier. Die zette de hervorming door. Door oorlogen te winnen stonden meer mensen achter Bismarck. Veel staten sloten zich aan bij Pruisen. Anderen kwamen bij de Noord-Duitse Bond. Het was een plotselinge Pruisische machtsuitbreiding, na de uitbreiding klonk er in Frankrijk een roep om oorlog. Napoleon was neutraal tijdens Pruisische oorlogen. Bismarck had hem vage beloftes gedaan, maar nu hij overwinnaar was, gunde hij Napoleon niets. Van Napoleon bleef niet veel over. Er kwam steeds meer kritiek op zijn manier van handelen. Hij had een oorlog nodig om hem te redden. Bismarck had dat ook, want de eenwording was nog niet voltooid. Hij wilde een nieuwe golf van nationaal enthousiasme, om meer staten er bij te krijgen. Dat kan door een oorlog met Frankrijk, als Frankrijk de agressor lijkt. De aanleiding van de oorlog was een feit. Spanje had de troon aangeboden aan een neef van de Pruisische koning. Pruisen kreeg dan invloed in Spanje en dat zou Frankrijk nooit accepteren, dus is het aanbod aangenomen. De Franse regering was woest en de oorlog was begonnen.

De oorlog leidde tot groot enthousiasme. Het Pruisische leger was succesvol, door de mobilisatie die snel verliep. Het ging over dubbele sporen, terwijl de Fransen maar een enkel spoor had. De Duitsers hadden goede kaarten, de Fransen niet eens van hun eigen land. De Franse troepenmacht brak in tweeen. Napoleon 3 gaf zich over. De oorlog was nog niet voorbij. Publiek en politici bestormden het parlement en riepen de Derde Republiek uit en vormden een ‘regering van nationale verdediging.’ De Duitsers omsingelden Parijs. Ze hoopten Parijs uit te hongeren. Het was moeilijk Parijs volledig te isoleren. Ze werden geconfronteerd met nieuwe Franse legers. Ze kregen te maken met als burgers geklede bewapende eenheden en individuen, ze vochten met die francs-tireurs een guerilla uit. Duitsers brandden dorpen en stadjes af en schoten onschuldige boeren en burgers dood. Parijs moest tenslotte capituleren. De voedselvoorraden raakten op. Bismarck werd ongeduldig en dwong stafchef Von Moltke de overgave te versnellen met terreurbombardementen. In het Paleis van Versailles werd Wilhelm 1 van Pruisen tot keizer van het nieuwe Duitse rijk. De Franse regering besloot de vredesvoorwaarden te accepteren, ze werden vastgelegd bij de Vrede van Frankfurt. De Frans-Duitse grens schoof naar het westen en Frankrijk moest herstelbetalingen betalen. De machtsverhoudingen waren grondig veranderd. Duitsland was de superieure mogendheid. De vredesvoorwaarden, de terreur tegen de bevolking en de nationale trots leidden tot een sterk verlangen naar revanche.

In Pruisen had de legerhervorming de aanvalskracht versterkt. Alle jonge mannen vielen onder dienstplicht. Ze werden intensief getraind, doordrongen van discipline en plichtsbesef. Het Pruisische leger had het beste moreel en was bereid te sterven voor het vaderland. De planning en organisatie waren goed geregeld door een generale staf. Stafchef Von Moltke liet spoorwegen aanleggen. Napoleon begreep dat hij ook zijn leger moest hervormen. De dienstplicht kon je op dat moment nog afkopen. Het Franse leger was een beroepsleger met oude mannen. Het Franse leger had ook geen generale staf. De Fransen hadden wel goede wapens. Franse ingenieurs ontwierpen de chassepot. Een verbeterd geweer. De Pruisische artillerie is daarnaast superieur. Door vernieuwde wapens en aanvalsdrang van de Duitsers werd elke veldslag een bloedbad. Von Moltke werd voorzichtig, zijn omsingelingstactiek bracht de verliezen terug. Bismarck werd geïrriteerd omdat de Fransen zich niet overgaven. Bismarck wist het verzet tegen bombardementen op Parijs te breken. Uitputting, honger en ziektes veroorzaakten veel slachtoffers, net als een pokkenepidemie in een Duits kamp. Na ‘Sedan’ werden duizenden krijgsgevangenen op een eilandje in de Maas gezet. Terug in kampen werd de overlevingskans groter dankzij artsen en Zwitserse hulpverleners. Het Rode Kruis had grootscheepse hulpacties. Het Rode Kruis is opgericht door de zakenman Henri Dunant. Hij kreeg van Napoleon 3 toestemming om een internationale vrijwilligersorganisatie te stichten die in oorlogen alle gewonden en krijgsgevangenen zou helpen. Dit sloot aan bij het burgerlijk beschavingsideaal. Het doel was om een oorlog meer humaan te maken. Op de Geneefse Conventie dat medisch personeel neutraal zou zijn. Het Rode Kruis opereerde binnen het oorlogsrecht. De pacifisten hadden er kritiek op omdat het de oorlog alleen maar zou verhevigen.

De overwinning leidde in Duitsland tot groot enthousiasme. De handel had enige schade opgelopen omdat wegen en spoorlijnen door het leger waren opgeëist. Daarnaast waren de Duitse zeehavens geblokkeerd. De vereniging van Noord- en Zuid-Duitsland gaf de economie een krachtige impuls. De kranten beschreven de oorlog als een strijd voor de christelijke waarden van het verenigde Duitsland tegen het goddeloze Frankrijk. Het bevorderde het eenheidsgevoel. De slag bij Sedan bracht het nationalisme tot een kookpunt. Pruisen trad toe bij de Noord-Duitse bond, het Duitse Keizerrijk. De oorlog trof de Franse economie harder dan de Duitse. Op de langere termijn viel het allemaal wel mee, ze loste de schuld snel af. De oorlog leidde wel tot verdeeldheid. Er ontstond een grimmig verzet tegen de Duitsers, maar lang niet bij iedereen en lag niet overal. Het verzet steunde op de arbeiders en de lagere burgerij. Parijs was een rokende vulkaan die na de overgave tot uitbarsting kwam. Gardisten, van de Nationale Garde, voelden zich door de capitulatie verraden. De regering week uit naar Bordeaux, de gardisten kregen dus de macht in handen. De regering maakte zich zorgen over dit volksleger. Ze stuurden in het geheim eigen troepen naar Parijs. Ze namen kanonnen over en bezette gebouwen. Soldaten werden ingesloten door bevolking, sommige verbroederde, anders soldaten vluchtte de stad uit. De Nationale Garde verklaarde Parijs onafhankelijk. Er kwam een nieuw stadsbestuur. De Commune, ze voerde radicale hervormingen door, gebaseerd op gelijkheid. Na de vrede moesten krijgsgevangenen terug naar Parijs. De nationale garde verzette zich, maar het hielp niet, het leger nam wraak. Frankrijk werd jarenlang verscheurd tussen links en rechts. De Commune was het symbool van het revolutionaire socialisme. De volksopstand was de voorloper van de internationale revolutie, aldus Marx. Hij zweerde dat er wraak kwam voor de bloedige ondergang van de Commune.

Hoofdstuk 4: De Eerste Wereldoorlog: ontstaan en verloop
De 25 jaar voor de eerste wereldoorlog werd achteraf gezien als gouden tijd omdat europa grote delen van de wereld beheersten. De welvaart van de burgerij nam duidelijk toe. De industriële ontwikkeling ging sneller en er ontstonden nieuwe industrieën. Men had vertrouwen in de toekomst. De economische samenwerking groeide, ook de economische concurrentie. De industrieën brachten ook oorlogsschepen en kanonnen voort. Er ontstond een wapenwedloop. Militarisme was in zijn grote jaren. Het leger had grote invloed op waarden als moed, discipline en strijdlust. Er waren maar weinig militairen die doelbewust op oorlog uit waren. Maar oorlog moest niet in alle omstandigheden voorkomen worden. Oorlog was een gerechtvaardigd middel om macht en invloed veilig te stellen. Deskundigen dat een oorlog niet lang zou duren. Militairen en politici waren daarom bereid een risico van een oorlog te nemen. De opkomst van Duitsland had het Europese machtsevenwicht verstoord. Anderen voelden zich bedreigd. Wilhelm 2 zette Bismarck af. Volgens hem had Duitsland recht op meer prestige. Duitsland moest een overwicht in Europa hebben. De ambities wekten wantrouwen en angst. Het werkte in het voordeel van Frankrijk, dat wilde nog een revanche. Frankrijk sloot een verdrag met Rusland. Duitsland was bang omsingeld te worden, ze zochten steun bij Engeland. Engeland ging Duitsland zien als grootste vijand door hun Weltpolitik. Engeland sloot een verdrag met Frankrijk tot geheime militaire samenwerking. Engeland sloot daarna ook een verdrag met Rusland. Na Krimoorlog was de Balkan een wespennest geworden. Onder andere Rusland en Oostenrijk streden daar om invloed. Rusland wilde ooit de heilige idealen van de Slavische volkeren in de Balkan wel te realiseren. Dat kon alleen door Duitsland en Oostenrijk te verslaan.

Het moordonderzoek naar de Oostenrijkse kroonprins leidde naar Servie. Militaire en politieke top in Oostenrijk wilde daarom Servie een lesje leren. Oostenrijk kwam met een lijst aan eisen waaraan servie moest voldoen, servie weigerde. Oostenrijk had Duitse steun, servie had Russische steun. Rusland ging zijn leger paraat maken. Duitsland en Rusland stuurden elkaar dramatische vredesoproepen. De militairen weigerden vertragingen of veranderingen te accepteren. Alle landen behalve Engeland voerde dienstplicht in en stelde een generale staf aan. Het accent lag op massale mobilisatie en een offensieve tactiek. De spoorwegen zorgde voor vervoer, elk uitstel kon fataal zijn, want dan was de vijand klaar. De ene mobilisatie lokte de andere uit en er volgden oorlogsverklaringen. Duitsland verklaarde Rusland de oorlog, daarna Frankrijk, dat toch al van plan was zelf aan te vallen. Duitsland eiste een vrije doortocht door Belgie. Maar dat vonden de Britten onacceptabel. Duitse troepen trokken toch de grens over, Engeland verklaarde Duitsland de oorlog. Het Duitse oorlogsplan was gemaakt door von Schlieffen in 1905. Duitsland moest een tweefrontenoorlog vermijden. Hij wilde eerst Frankrijk uitschakelen om daarna naar Rusland te gaan. Door sterke Franse forten trokken de Duitsers door Belgie. De Duitsers zouden de Fransen bij Parijs insluiten en vernietigen. Daarna naar Rusland gaan met de trein en de Russen verpletteren. Er was geen ander plan. Von Moltke, de keizer, wilde dat ze naar Rusland gingen, omdat Engeland dan neutraal zou blijven. Maar de plannen konden niet zomaar gewijzigd worden. De oorlogsverklaringen zorgden voor veel enthousiasme. Er kwamen talloze oorlogsvrijwilligers. De socialisten hadden gedachgt dat de internationale arbeiderssolidariteit een agressieve oorlog zou voorkomen. Nu steunden ze hun regering. Slechts een kleine groep pacifisten en revolutionaire socialisten bleef tegen de oorlog.

De duitsers dachten dat de opmars naar Parijs een verkeerschaos zou zijn. Op verzet van de Belgen werd niet gerekend. De Britten werden daar al helemaal niet verwacht. Zij brachten de Duitsers grote verliezen toe. De Fransen vielen aan in Elzas-Lotharingen. Pas na 2 weken werden er troepen naar Parijs gestuurd. De Duitsers trokken zich terug en groeven zich in. En zo werd de Blitzkrieg een Sitzkrieg, een frische frohlische Krieg werd een loopgravenoorlog. Meer dan 3 jaar lag dit westfront muurvast. Er viel een dode per seconde. Doordat Frankrijk vast liep moesten ze alsnog een tweefrontenoorlog uitvechten. De Russen hadden aan het oostfront een overwicht, maar de Duitsers verpletterden de Russen. Aan het Oostfront bleef het een bewegingsoorlog. Geleidelijk raakte steeds meer landen bij de oorlog betrokken, op den duur deden bijna alle Europese landen mee. Duitsland kon de tweefrontenoorlog niet volhouden. In Rusland ontstonden grote voedseltekorten en er brak een revolutie uit. Na een mislukt offensief, stortte het leger in. In de chaos grepen de communisten de macht. Sinds april 1917 vocht de VS mee, met de geallieerden. Zij moest het leger uit het niets opbouwen. Door versterking uit het Oosten, braken de Duitsers door de geallieerde linies heen. Door de uitputting werdenze geveld door de Spaanse griep. De geallieerden rukten met tanks op. De Duitsers werden steeds verder teruggedrongen en de legerleiding snapte dat de oorlog verloren was. De socialisten riepen de republiek uit, nadat de keizer was gevlucht. Een Duitse delegatie tekende een wapenstilstand. Op 11-11-1918 was de oorlog echt voorbij, later werd de Vrede van Versailles getekend.
Door de industrialisatie en technologische vernieuwing was de vuurkracht van de legers afgenomen. De vernietigende kracht op het slagveld was angstaanjagend. Er werden eerst beschietingen uitgevoerd, bij voldoende verzwakking van de tegenstanders, kwamen ze de loopgraven uitstormen. De aanvallers liepen zich vast in het prikkeldraad en werden geraakt door schutters. Zij schoten met machinegeweren, duizenden kogels per uur. De generaals werden als slachters gezien. Bij Somme pakten de Britten 4 kilometer terreinwinst, met 400000 doden. Maar de generaals konden niks anders. Door technische vernieuwingen wilden de partijen winnen, de Duitsers zette gifgas in. Het leverde nauwelijks voordeel op, het was afhankelijk van de wind en troepen hadden al snel gasmaskers. Het had een slechte uitwerking op het moreel van soldaten en de publieke opinie. De tank was succesvoller, net als het vliegtuig. De vliegtuig verkenden de vijanden en de infanterie ging dan onder dekking van artillerie aanvallen. Een andere oorlogstactiek was de zeeblokkade. De Britten heersten op zee en wilden via zee een blokkade doorvoeren. Er ontstond een onbeperkte duikbotenoorlog. Door die oorlog, sloot de VS zich bij de geallieerden. Er ontstonden geleide economieen, steeds meer bedrijven kwamen onder staatstoezicht. Regeringen dwongen oorlogsleningen af en hieven hoge belastingen om de oorlog te financieren. In de oorlogseconomie werkte de staat samen met vakbonden, die de oorlog steunden. Zij werden erkend als belangrijke partner in de economie. Doordat mannen aan het front waren, ontstonden tekorten aan arbeiders. Alleen deskundige arbeiders mochten het front verlaten, om in de wapenindustrie te werken. Er kwam een arbeidsplicht, je werd tot je 60e in de wapenindustrie te werken. Minder geïndustrialiseerde landen waren in het nadeel. De ineenstorting van Rusland had ook vooral economische oorzaken.

Hoofdstuk 5: De Eerste Wereldoorlog: soldaten en burgers
Veel soldaten waren vol goede moed de oorlog ingegaan, maar steeds grimmiger geworden. Bij de strijdende partijen was het een oorlogscultuur vol haatgevoelens, dat verklaart ook waarom soldaten doorvochten. De verminkingen waren ongekend. De oorlog was gruwelijker dan eerdere oorlogen, door de duur van de veldslagen. Veel soldaten liepen psychische schade op. Door de verbeterde medische situatie vielen er meer doden door geweld dan door ziektes. Soldaten waren ingeent, medische diensten speelden een grotere rol. Grote delen van het westelijke front waren betrekkelijk rustig, daar was minder levensgevaar. Toch waren de levensomstandigheden slecht, vooral door het vocht. Soldaten kwamen nauwelijks aan slaap toe. Er was nauwelijks verzet tegen de oorlog. De soldaten vochten vastberaden. De kloof tussen officieren en soldaten was kleiner geworden, door hen was de algemene dienstplicht kleiner geworden. Soms verbroederde soldaten van strijdende partijen met elkaar, zoals met het kerstverband in 1914. Maar de instemming met de oorlog overheerste, de nationale gevoelens speelde op. Door een bezetting versterkte dat de nationale gevoelens, soldaten vochten voor de verdediging van het vaderland. De oorlog werd gezien als de beschaving tegen de barbarij. Door propaganda werd de tegenstander afgeschilderd. Het darwinisme had ook een rol: survival of the fittest, hun eigen land dus. De gevoelens leidde tot een vernietigingsdrang. De oorlogsmoeheid in Rusland leidde tot een revolutie. Franse soldaten weigerden naar de voor loopgraven te gaan en eiste betere voeding. Er braken achter het front stakingen uit. Door het inhouden van massale aanvallen, brak het moreel van de Duitsers.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.