Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Ten Oorlog!

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 4321 woorden
  • 2 juni 2009
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Napoleontische oorlogen
§1.1 Revolutionaire oorlog
- In juli 1789 wordt de Bastille bestormd.
- De Nationale vergadering grijpt de macht.
- Ze werkten aan een nieuwe grondwet en wilde een constitutionele monarchie. De koning moest zich houden aan de grondwet.
- Lodewijk XVI vluchtte.
- Oostenrijk en Pruisen wilden de oude orde herstellen in samenwerking met andere mogendheden.
- Op 20 april 1792 verklaarde Frankrijk aan Oostenrijk de oorlog (waarmee ook aan Pruisen).
- Frankrijk werd verslagen in de Oostenrijkse Nederlanden (België).

- Een Pruisisch leger trok naar Parijs.
- Lodewijk XVI werd door de revolutionairen gevangen gezet.
- Bij Valmy (Oost-Frankrijk) versloeg het revolutionaire leger de Pruisen.
- Franse troepen ‘bevrijdde’ België. Dit was voor Engeland en Nederland onaanvaardbaar.
- Lodewijk XVI werd onthoofd.
- Engeland en Nederland gingen praten met Pruisen en Oostenrijk.
- Frankrijk verklaarde Engeland en Nederland de oorlog.
- In de coalitieoorlogen zorgde de eerste coalitie voor een Franse machtsuitbreiding. Nederland, Zwitserland en Italië werden Franse ‘zusterrepublieken’.
- In 1795 trok Pruisen zich terug.
- Oostenrijk stond hierdoor alleen op het continent.
- In december 1797 moest Oostenrijk vrede sluiten waarbij het België en Italiaanse gebieden af moest staan.
- In 1796 kreeg Napoleon het commando over wat troepen in Italië.
- Hij keerde zich tegen Engeland, bezette Egypte en trok naar Syrië om de Engelse handel te treffen. Hij wilde naar India maar overschatte zichzelf en keerde terug naar Egypte waar hij hoorde over een nieuwe oorlog waarin Rusland betrokken was. De Engelsen blokkeerde de Middellandse Zee en Napoleon liet zijn troepen achter in de woestijn.

- In Frankrijk pleegde hij een coup d’état (staatsgreep).

§1.2 Napoleontische oorlogen
- Napoleon bracht rust en orde.
- Hij sloot een korte tijd vrede met Oostenrijk en Engeland.
- Rusland trok zich terug en Frankrijk heroverde verloren gebieden.
- In 1803 probeerde hij de Britse vloot uit te schakelen maar zijn vloot werd bij Trafalgar vernietigd.
- In 1804 kroonde hij zichzelf tot keizer.
- Bij Austerlitz (Tjechië) versloeg hij het Russisch-Oostenrijkse leger waardoor hij het grootste deel van Duitsland in bezit kreeg.
- Pruisen verklaarde de oorlog aan Frankrijk.
- In 19 dagen werden de Pruisen verslagen.
- Napoleon marcheerde Berlijn binnen en joeg de Russen en Oostenrijkers uit Polen.
- In 1810 was het grootste deel van Europa in handen van de Fransen.
- Hij trouwde met de dochter van de Oostenrijkse keizer en sloot vrede met Oostenrijk.
- Rusland werd bondgenoot.

- Het continentale stelsel (handelsblokkade) mislukt en Engeland hield stand.
- De Russische Tsaar stopte de steun aan de blokkade waarna Napoleon Rusland binnen viel.
- In oktober 1813 werd Napoleon in de Volkerenslag bij Leipzich tot een nederlaag gebracht.
- Ze drongen hem steeds verder terug en op 31 maart 1814 stonden ze in Parijs.
- De Oostenrijkse minister van buitenlandse zaken, Von Metternich, liet in Wenen opnieuw de kaart tekenen.
- Napoleon werd verbannen naar Elba.
- De Bourbons kwamen terug op de troon.
- Om nieuwe agressie tegen te gaan werd er op het Wener Congres een Europees Machtsevenwicht gehandhaafd.
- Oostenrijk kreeg Noord-Italië en Pruisen kreeg Noord-Rijnland-Westfalen.
- Pruisen, Oostenrijk en 33 Duitse steden en vorstendommen vormden de Duitse Bond.
- Nederland en België werden samengevoegd tot een bufferstaat.
- Nog tijdens het Wener Congres dook Napoleon op in Zuid-Frankrijk.
- Toen hij in Parijs arriveerde, vluchtte de koning en nam Napoleon intrek in het regeringspaleis.
- Hij pleegde een verrassingsaanval op België maar werd op 18 juni 1815 in de Slag bij Waterloo verslagen door Britse, Nederlandse en Pruisische troepen.

- Hij benoemde zijn zoontje als keizer Napoleon II.
- Napoleon werd verbannen naar Sint Helena.
- Overal kwamen conservatieve vorsten aan de macht. Liberalisme werd hardhandig bestreden.
- De vorsten sloten op initiatief van tsaar Alexander I de Heilige Alliantie (later Grote Alliantie) om de vrede te handhaven.
- Tot 1848 slaagden zij hierin, onder leiding van Von Metternich.

§1.3 Voor volk en vaderland
- Voor de revolutie was het Franse leger al het grootste van Europa.
- Het bestond uit beroepssoldaten en huurlingen. De hoge officieren waren van adel.
- Na de revolutie werden adellijke officieren vervangen door jonge burgerlijke officieren. Zij moesten zich bewijzen en namen daardoor veel risico’s.
- Het revolutionaire leger vocht met vrijwilligers. Zij streden voor de revolutie en hun vaderland en waren daardoor veel gemotiveerder.
- De kern van zijn leger was beroeps.
- Toen Frankrijk in 1793 dreigde te worden verslagen, voerde ze dienstplicht in voor alle ongehuwde mannen van 18 tot 25 jaar.

- Napoleon had al snel een leger van een miljoen man, meer dan alle tegenstanders bij elkaar.
- De kracht lag verder in hun artillerie en snelheid, ze ‘leefden van het land’.
- Napoleon vormde mobile artillerie-eenheden die zelfstandig opereerden.
- Andere landen voelden niets voor dienstplicht omdat ze bang waren dat de burgers zich tegen hen zouden keren.
- Oostenrijk voerde pas in 1808 dienstplicht in en Pruisen in 1814.
- Na 1815 werden de legerhervormingen weer teruggedraaid.
- Er vielen veel slachtoffers en de medische zorg was minimaal. In Rusland stierven soldaten massaal door de honger en kou.
- Ook in Spanje kwamen veel Fransen om. Daar werden ze in 1808-1813 geconfronteerd met guerrillastrijders die geholpen werden door de Engelsen.

§1.4 Propaganda, verarming en verzet
- De revolutionairen maakten veelvuldig gebruik van propaganda.
- De ‘marseillaise’ ontstond in 1782 als marslied en werd later het Franse volkslied.
- Jacques Hébert werd gezien als de uitvinder van de riooljournalistiek. Zijn stukken over Marie Antoinette droegen bij aan haar gang naar de guillotine.
- Napoleon stuurde in 1796 al overdreven berichten over zijn successen naar Parijs.

- Hij nam Louis David als schilder in dienst.
- Ook in Engeland werd veel gebruik gemaakt van propaganda.
- Veel landen moesten niet van de Franse hervormingen hebben en er kwam verzet (zoals in Spanje). Zij hadden te lijden onder de oorlog door dienstplicht en oorlogsindustrie.
- Streken waar de Fransen doorheen trokken hadden hier zwaar onder te lijden. Mede door belastingen en de gebruikte ‘leven van het land’ tactiek van de Fransen.
- Het Continentale Stelsel werkte averechts, de Engelsen redden zich goed door overige handel maar op het continent en in werd vooral Nederland hierdoor getroffen.

2. De Krimoorlog
§2.1 Het ontstaan van de Krimoorlog

- Vanaf 1830 ontwikkelden Frankrijk en Engeland zich tot liberale staten.
- Pruisen, Oostenrijk en Rusland vormden een conservatief blok.
- Rusland was van de drie, de machtigste en speelde de hoofdrol in de Grote Alliantie, onder leiding van tsaar Nicolaas I.
- De grens van Rusland was in de eerste helft van de 19e eeuw vooral opgeschoven richting de Kaukasus en Centraal-Azië. Ten westen van de Zwarte Zee en in Zuid-Oost-Europa nam de invloed toe.
- Dit ging ten koste van het Turkse rijk (Balkan, Levant, oostelijke kusten van de Middellandse Zee, Egypte, Irak, Arabië, delen van de Kaukasus).
- Het oog van Rusland viel op centraal gelegen Constantinopel.

- Engeland en Frankrijk zagen Rusland als bedreiging en wilde niet dat Rusland Constantinopel in houden zou krijgen.
- Engeland steunde de Turkse sultan mede voor de handelsbelangen.
- Frankrijk had al plannen voor de bouw van een kanaal door Egypte en ze bemoeide zich met het conflict tussen de Russisch-orthodoxe en Rooms-katholieke kerk over de heilige plaatsten in Palestina, dat tot het Turkse rijk behoorde.
- De tsaar eiste dat de sultan de concessies aan de katholieken introk en Rusland het recht gaf de orthodoxe onderdanen van het Ottomaanse rijk te beschermen. Als hij niet toegaf zou Rusland de gebieden ten noorden van de Donau (Roemenië) bezetten.
- De sultan weigerde en in juli 1853 namen Russische troepen Roemenië in.
- De Russen vielen de Turken aan in de Kaukasus en vernielde de Turkse vloot in de Zwarte Zee.
- De Turken vielen de Russen aan bij de Donau.
- Frankrijk en Engeland sloten een bondgenootschap met Turkije en verklaarden in maart 1854 de oorlog aan Rusland.
- De Engelse vloot trok naar de Russische marinebasis bij Sint-Petersburg.
- In oktober trokken ze zich terug omdat de zee dicht vroor en de Russische schepen binnen bleven.
- In april 1855 keerden ze terug maar het mislukte.
- De ‘Russische oorlog’ speelde zich verder af op de Krim.
§2.2 De val van Sebastopol
- In april 1854 verjoeg een Brits-Franse vloot de Russen uit de Zwarte Zee.

- Ze wilden de Russen bij de Donau aanvallen maar toen ze daar aankamen waren de Russen al weg.
- De tsaar had gerekend op bondgenoot Oostenrijk maar zij wilden niet dat Rusland te dichtbij kwam en eiste dat Rusland zich terug trok.
- Toen Oostenrijk met oorlog dreigde, gaf de tsaar toe.
- De Britse en Franse legers kregen bevel om marinehaven Sebastopol op de Krim aan te vallen. (1854)
- Rusland zou het verlies van de marinebasis niet te boven komen, dachten zij.
- Sebastopol bleek een onneembaar fort. Ze groeven zich in en aanvallen werden in bloed gesmoord.
- In het najaar van 1855 viel Sebastopol alsnog.
- Om Rusland op de knieën te dwingen moesten ze naar Moskou en Sint-Petersburg maar dit kon alleen als Oostenrijk en Pruisen ook meededen.
- Oostenrijk kwam uiteindelijk met een vredesvoorstel waarbij ze dreigden zich bij de geallieerden aan te sluiten als de tsaar het af zou slaan.
- Op 30 maart werd de vrede getekend.
- Turkijke werd in omvang hersteld en Rusland stond wat gebied af.
- Rusland werd niet meer gezien als grootste mogendheid. Hun leger was slecht georganiseerd, was weinig mobiel en de oorlogsindustrie kon het niet aan.
- Ook de Britten hadden weinig gepresteerd op het land. Het leger was klein en werd slecht geleid.

- Frankrijk werd weer de sterkste macht op het continent.
- Turkije was bevrijd maar sterk afhankelijk geworden van Europa.

§2.3 Ziekte en ontbering
- Door gebrek aan hygiëne en medische zorg stierven er veel soldaten.
- De belangrijkste doodsoorzaak was cholera.
- Bij de Britten en de Russen was er een diepe kloof tussen officieren en soldaten.
- Britse soldaten kwamen uit de onderlagen van de samenleving en hadden vaak geen keus.
- Russische soldaten waren horigen.
- Bij de Fransen waren de omstandigheden beter. Er was dienstplicht die kon worden afgekocht.
- Ook officieren waren afkomstig uit lagere rangen.
- Soldaten werden goed gekleed en gevoed.
- Britse kranten schreven over de misstanden waardoor het ministerie van oorlog de medische zorg ging reorganiseren.
- Florence Nightingale kreeg de leiding over het militaire hospitaal in Constantinopel.
- Door haar kwam er een Medical Army School.


§2.4 Oorlog en samenleving
- In Engeland had The Times een oorlogsstemming gecreëerd.
- Veel Britse ministers wilde geen oorlog maar de pers wilde actie tegen de Russische beer.
- William Russell werd de eerste oorlogscorrespondent. Een stuk van hem over de wantoestanden droeg in 1855 bij aan de val van het kabinet.
- Na 1856 stelde de Britse regering militaire censuur in.
- De eerste oorlogsfoto’s werden gemaakt.
- Via nieuwe middelen zoals het stoomschip, de trein en de telegraaf bereikte het nieuws sneller de kranten.
- Dankzij de telegraaf kon het leger beter aangestuurd worden.
- In Frankrijk was de oorlogsbelangstelling niet zo heel erg groot.
- In Rusland leefde de belangstelling vooral bij de rijke bovenlaag. Hun grote droom was de verovering van Constantinopel.
- Voor Engeland en Frankrijk had de oorlog weinig economische gevolgen.
- In Rusland veroorzaakte het grote problemen doordat de soldaten horigen waren die op het land werkten. Hierdoor ontstonden er problemen bij de landbouw, de economische blokkades van de geallieerden droegen hier aan bij.
- Er kwam sociale onrust. Na de oorlog besloot de tsaar het land te moderniseren en lijfeigenschap af te schaffen.

- Ook in Engeland leidde het tot modernisering en er kwam opkomst van de vrouwenbeweging.

3. De Frans-Duitse oorlog
§3.1 Het ontstaan van de Frans-Duitse oorlog
- Napoleon III wilde dat Parijs de hoofdstad werd van ‘de Verenigde Naties van Europa’.
- Dit wilde hij doen door landen te helpen onafhankelijk te worden en Oostenrijk en Rusland te laten verdwijnen.
- In 1859 steunde hij Italië in de onafhankelijkheidsstrijd tegen Oostenrijk en won.
- Pruisen bestond uit twee delen en groeide hard.
- Pruisische koning Wilhelm II wilde één Duitse staat. Hij wilde dit bereiken door legerhervorming.
- De liberalen in de volksvertegenwoordiging waren tegen de plannen maar in 1862 benoemde hij Bismarck tot kanselier. Hij zette de hervormingen door.
- Bismarck lokte oorlogen uit met Denemarken en Oostenrijk en won deze.
- Verscheidene Noord-Duitse staten gingen op in Pruisen en de rest werd lid van de Noord-Duitse bond.
- De Duitse bond met Oostenrijk werd afgeschaft.
- Het machtsstreven van Napoleon III was mislukt en in Frankrijk klonk een roep om oorlog.
- Om te winnen moest hij het Roergebied innemen om de economie te verzwakken.

- Napoleon deed niets maar in ruil daarvoor had hij geest dat Bismarck meewerkte aan de annexatie van België en nog wat gebieden. Bismarck hield zich niet aan zijn beloftes.
- De populariteit van Napoleon III kwam dat niet ten goede en hij kreeg steeds meer kritiek.
- Napoleon III en Bismarck hadden beide een oorlog nodig.
- Bismarck wilde de overige Duitse gebieden voor zich winnen door een golf van enthousiasme. Hij moest de Zuid-Duitse staten meeslepen in de oorlog. Frankrijk moest de aanleiding zijn.
- In 1870 werd de Spaanse troon aangeboden aan de neef van Wilhelm II en nam het aanbod aan.
- Frankrijk accepteerde dit niet en binnen 2 weken was het oorlog.

§3.2 De val van Frankrijk
- Het Duitse leger bestond uit Pruisen, Beieren, Baden en Württenberg.
- De Duitsers trokken vlot gemobiliseerd de Franse grens over.
- De Duitse spoorwegen hadden dubbele sporen waardoor het vlot verliep.
- De Franse spoorwegen waren enkel en zeer slecht.
- De Duitsers hadden gedetailleerde strafkaarten, de Fransen niet.
- De Franse troepenmacht brak in tweeën. De ene helft werd omsingeld bij Metz.
- De andere troepen vluchtten naar het westen maar trokken in augustus naar Metz om het leger ontzetten. Zij werden i op 1 september in een nederlaag gebracht bij Sedan.

- De capitulatie leidde tot woede en het parlement werd bestormd.
- De ‘Derde Republiek’ werd uitgeroepen en vormden een ‘regering van nationale verdediging’ die de oorlog voortzette.
- De Duitsers omsingelden het onneembare Parijs.
- Binnen de muren waren soldaten, leden van de Nationale Garde en burgermilitie.
- De Duitsers wilden de stad uithongeren maar konden lang niet alle troepen inzetten.
- Met de franc-tireurs werd een guerrilla uitgevochten.
- Bismarck gaf stafchef Von Moltke de opdracht om terreurbombardementen op Parijs te doen.
- Op 18 januari 1871 werd Wilhelm I in Versailles benoemd tot keizer van het nieuwe Duitse rijk.
- Eind oktober gaven de Fransen in Metz zich over en ook Parijs moest capituleren.
- Bij de Vrede van Frankfurt moest Frankrijk Elzas-Lotharing afstaan en moesten ze hoge herstelbetalingen slikken. De Duitse grens schoof kilometers op.
- De Britse premier Disraeli stelde in februari 1871 vast dat de Europese machtsverhoudingen drastisch veranderd waren.

§3.3 De gruwelen van de oorlog
- In Pruisen vielen sinds 1814 alle jonge mannen onder de dienstplicht en in 1862 was deze verlengd van 2 tot 3 jaar. De legers hadden discipline en plichtsbesef, waren jong en bereid te sterven.

- Stafchef Von Moltke zorgde voor vernieuwingen en liet spoorwegen aanleggen.
- Het Franse leger was kleiner en onverschillig en had geen generale staf.
- Franse ingenieurs ontwikkelden het geweer, de chassepot.
- De Pruisen hadden nauwkeurige, stalen kanonnen van Krupp en waren superieur.
- Na de belegerings- en guerrillaoorlog werd Von Moltke voorzichtiger.
- Bismarck was bang voor toenemend verzet en liet Parijs uiteindelijk bombarderen.
- Door een pokkenepidemie stierven er vele soldaten.
- Henri Dunant richtte in 1863 het Rode Kruis op. Hij kreeg toestemming gewonden van beide partijen te verzorgen.
- Bij de Geneefse Conventie werd besloten dat medisch personeel neutraal moest zijn.
- Pacifisten hadden hier kritiek op omdat het Rode Kruis de oorlog zou verhevigen.

§3.4 Duitse eenheid, Franse verdeeldheid
- De Duitse bevolking had weinig geleden en de economie kreeg een impuls door de eenwording.
- De protestantse noorderlingen en het katholieke zuiden werkte samen tegen het goddeloze Frankrijk.

- Door de pers en de strijd in Sedan werd het eenheidsgevoel bevorderd.
- De Duitse bezetting drukte op de bevolking maar richtte de economie geen schade aan.
- De Franse verdeeldheid leidde bij de lage klassen tot verzet tegen de Duitsers.
- Tijdens de oorlog voelden de gardisten zich door de Franse capitulatie verraden en kregen de macht in Parijs en kozen een stadsbestuur, de Commune. Ze verzetten zich hevig maar verloren de strijd.
- De Commune werd het symbool van het revolutionaire socialisme.

4. De Eerste Wereldoorlog: ontstaan en verloop
§4.1 Gespannen vrede
- Sinds 1871 was er onafgebroken vrede in Europa. Behalve op de Balkan maar dit werd beschouwd als een achterlijk en primitief gebied.
- De industriële ontwikkelingen en de welvaart namen toe.
- De grootmachten raakten in een wapenwedloop.
- Overal waren sterke nationalistische gevoellens
- Militarisme vierde hoogtij, vooral in Duitsland waar al gedetailleerde oorlogsplannen lagen.
- Deskundigen geloofden dat de oorlog kort zou duren door de nieuwe vernietigingskracht.
- Keizer Wilhelm II zette Bismarck af en wilde een Weltpolitik voeren.
- Frankrijk wilde nog altijd revanche voor de Franse-Duitse nederlaag.

- Frankrijk en Rusland sloten een bondgenootschap. Dit wekte angst van de Duitsers.
- Duitsland zocht steun bij Engeland maar door de Weltpolitik zag Engeland Duitsland als bedreiging.
- Engeland sloot in 1904 een verdrag met Frankrijk en Rusland over militaire samenwerking.
- Duitsland had alleen Oostenrijk als bondgenoot maar Oostenrijk was zwak.
- Het Turkse rijk had steeds minder invloed op de Balkan.
- Rusland en Oostenrijk streden op de Balkan om invloed.
- Oostenrijk had Bosnië geannexeerd en Servië wilde met Russische steun Oostenrijk aanvallen.
- In 1912 en 1913 vochten Bulgarije, Roemenië en Servië om de overgebleven Turkse gebieden.
- Oostenrijk stichtte Albanië om de uitweg naar zee van Servië te verhinderen.
- Rusland had zich er steeds bij neer gelegd maar wilde meer invloed in de Balkan. Dit kon alleen door Oostenrijk en Duitsland te verslaan.

§4.2 De lont in het kruitvat
- Op 28 juni 1914 werd de Oostenrijkse kroonprins, Franz Ferdinant, vermoord door Serviërs.
- Oostenrijk kon rekenen op Duitse steun.

- Servië kon rekenen op Russische steun.
- Oostenrijk kwam op 23 juli met een lijst met eisen waaraan Servië binnen 24 uur aan moest voldoen.
- Servië weigerde een kwartier voor de deadline.
- Rusland mobiliseerde zich en alle vredespogingen werden geblokkeerd.
- Alle landen behalve Engeland voerde van 1870 de algemene dienstplicht in.
- Naar Duits voorbeeld werden gedetailleerde plannen gemaakt.
- Op mobilisaties volgden oorlogsverklaringen.
- Op 1 augustus verklaarde Duitsland Rusland de oorlog omdat de Russen zich mobiliseerden.
- Duitsland verklaarde Frankrijk de oorlog die zelf al van plan waren aan te vallen.
- Duitsland eiste vrije doortocht door België waarna Engeland Duitsland de oorlog verklaarde.
- Op 4 augustus trokken de Duitsers de Belgische grens over.
- Stafchef Von Schlieffen wilde een tweefrontenoorlog vermijden en moest daarom eerst Frankrijk uitschakelen.
- Omdat de Franse forten te sterk waren, gingen ze door België.

- Von Schlieffen wilde eerst Parijs insluiten en daarna in het oosten de Russen verpletteren.
- Op 1 augustus beval Wilhelm II Von Moltke om het Von Schlieffenplan los te laten en het leger direct naar Rusland te sturen waardoor Engeland neutraal zou blijven maar de plannen konden niet zomaar worden gewijzigd.
- Er was enthousiasme en vrijwilligers boden zich aan. Men dacht dat het kort zou duren.
- De Duitse socialisten wilde zich verdedigen tegen het revolutionaire Rusland.
- De Fransen wilde hun vaderland verdedigen tegen Duitse agressie.
- De Engelsen wilde het arme België verdedigen.
- Een kleine groep pacifisten en revolutionaire socialisten was tegen de oorlog.

§3.4 De Grote Oorlog
- De Belgen boden weerstand, dit hadden de Duitsers niet verwacht.
- De Britse expeditiemacht viel aan maar de Duitse oorlogsmachine nam nauwelijks af.
- De Fransen hielden Plan XVII aan in Elzas-Lotharingen maar de Duitsers hielden stand.
- Bij Marne konden de Fransen de Duitsers nog net de ondergang van Parijs voorkomen.
- Door Vlaanderen en Noord-Frankrijk kwamen twee parallelle loopgravenstelsels te lopen.
- Meer dan 3 jaar lag dit westfront muurvast en leverde niets op.

- In de slag om Verdun verloren Frankrijk en Duitsland 700 duizend man op een paar vierkante km.
- De Duitsers kregen toch hun gevreesde tweefrontenoorlog.
- Op 15 augustus trokken de Russen Oost-Pruisen binnen en op 29 augustus werden de Russen verpletterd bij de Slag bij Tannenberg.
- De oorlog aan het Oostfront bleef een bewegingsoorlog.
- Turkije sloot zich aan bij de Centralen (Duitsland en Oostenrijk).
- Italië koos de kant van de geallieerden.
- Troepen uit de koloniën vochten mee.
- Ook op de Atlantische Oceaan, Afrika, het Midden-Oosten en de Kaukasus werd gevochten.
- In Europa werd zwaar gevochten op de Balkan en in de Alpen.
- Duitsland kon de tweefrontenoorlog niet aan.
- In Rusland ontstonden voedseltekorten en in februari 1917 brak er revolutie uit in Sint Petersburg.
- Het Russische leger stortte in en de communisten grepen de macht.
- Op 3 maart 1918 werd de Vrede van Brest-Litovsk getekend waarmee Duitsland een groot gebied afstond.
- Amerika vocht mee aan de kant van de geallieerden.

- De Duitsers braken door de linies heen maar moesten door verliezen het offensief staken.
- De Duitsers leden zwaar onder de uitbraak van de Spaanse griep.
- Eind september werden de Duitsers met tanks teruggedrongen en in Duitsland brak oproer uit.
- Op 11-11-1918 om 11 uur tekende een Duitse delegatie een wapenstilstand.
- Een half jaar later werd de Vrede van Versailles getekend.
§4.4 Totale Oorlog
- België en Frankrijk rekende op hun gigantische vestingwerken.
- Deze werden verpulverd door de enorme kracht van de Duitse houwitsers.
- Bij de loopgraven lieten de generaals beschietingen uitvoeren en daarna de loopgraaf uitstormen.
- De Britse commandant Haig werd bekend als de slachter van de Somme.
- In 1915 zetten de Duitsers gifgas in. Dit leverde nauwelijks voordeel op.
- In 1918 leverde de Britse tank een beslissend voordeel op.
- Vliegtuigen bleken vooral nuttig voor het leiden van aanvallen.
- De Duitsers probeerden in 1916 een Britse zeeblokkade te doorbreken bij Denemarken. Toen dit mislukte probeerden ze het met een onbeperkte duikbotenoorlog. Dit was rede voor de VS om zich aan te sluiten bij de geallieerden.

- Overal ontstonden geleidde economieën. In de oorlogseconomie werden voor het eerst de vakbonden erkend als belangrijke partner in de economie.
- Voedsel ging op de bon en in Duitsland kwam er arbeidsplicht.
- De ineenstorting van Rusland had vooral economische oorzaken, in eerste plaats voedseltekorten.

5. De Eerste Wereldoorlog: soldaten en burgers.
§5.1 Soldatenleed en soldatenmoed
- Er ontstond een oorlogscultuur vol haatgevoelens.
- Door de duur van de veldslagen was de oorlog gruwelijker dan ooit.
- Meer dan de helft van de soldaten liep psychische schade op.
- Er vielen meer doden door geweld dan door ziektes door verbeterde medische zorg en hygiëne.
- De omstandigheden waren slecht door het vocht, de kou, de ratten en de luizen.
- Er was nauwelijks verzet tegen de oorlog doordat de kloof tussen militairen kleiner was.
- Bij het kerstbestand van 1914 verbroederden de tegenpartijen tijdelijk.
- De nationale gevoelens versterkte en het werd gezien als een heilige oorlog tegen barbarij.
- Propaganda was erg belangrijk.

- Door het sociaal darwinisme kwam de overtuiging van de zwakke en sterke volkeren.
- In 1917 kwam er Russische oorlogsmoeheid.
- In april 1917 brak er bij de Fransen massale muiterij uit en er kwamen stakingen.
- Tot juli 1918 voerden de Fransen geen massale aanvallen meer uit.
- De moreel bij de Duitsers begon tegen die tijd te breken.

§5.2 De propagandaoorlog
- De publieke opinie was zeer belangrijk omdat het een totale oorlog was.
- In 1916 kwam de Britse oorlogsfilm ‘The Battle of the Somme’ uit.
- Regeringen beperkten de persvrijheid.
- Omdat het publiek nationalistisch was, paste kranten zelfcensuur toe.
- Vanaf 1916 werden ook de soldatenbrieven gecensureerd.
- Direct na de oorlog kwam werd alle hoeken propaganda uitgebracht.
- Veel wetenschappers kwamen met bewijzen voor de gewelddadigheid van de Duitsers.
- De Duitse propaganda was vooral gericht tegen de Russen en Engelsen.
- De haatcultuur droeg bij aan het enorme doorzettingsvermogen van alle partijen.


§5.3 Burgers in oorlogstijd
- De meeste slachtoffers waren militairen en de burgerdoelen beperkt tot de frontlinie.
- Humanitaire afspraken werden gemaakt in 1864 op de Geneefse conventie en in 1899 en 1907 op de Haagse vredesconferenties maar deze werden ernstig geschonden.
- In België werden in september 1914 duizenden burgers doodgeschoten uit angst voor franc-tireurs.
- In oktober 1914 waren ruim een miljoen Belgen naar Nederland gevlucht.
- In België stortte de economie in.
- Vanaf 1916 werden door de Duitsers veel mensen naar concentratiekampen gebracht als dwangarbeiders. .
- In Oostenrijk en Duitsland hadden mensen zeer te lijden onder de handelsblokkades.
- Aan het einde van de oorlog brak de Spaanse griep uit en er vielen wereldwijd vele doden.
- De paus riep op tot vredesinitiatieven maar die bleken kansloos.
- Het Rode Kruis was zeer belangrijk voor correspondentie en ziekenverzorging.
- In 1917 kreeg het Rode Kruis de Nobelprijs voor de Vrede.

§5.4 Na de Grote Oorlog
- Overal werden gedenktekens opgericht.

- In 1920 werd een herdenkingsplechtigheid gehouden voor een onbekende soldaat die was gevallen bij Verdun. Op 11 november werd hij begraven onder de Arc de Triomphe.
- 11 november werd overal de nationale herdenkingsdag.
- De oorlog werd levend gehouden door schrijvers, schilders etc.
- Amerikaanse president Wilson presenteerde in 1918 een Veertien Puntenplan met als kern het zelfbeschikkingsrecht. Alle naties moesten lid worden van een Volkenbond.
- Frankrijk wilde Duitsland hard aanpakken en had als enige schuld aan de oorlog.
- Op 28 juni 1919 werd de Vrede van Versailles getekend.
- Volgens de dolkstootlegende was het leger niet verslagen maar neergestoken door de democraten.
- Voor Tsjecho-Slowakije, Hongarije en Arabische gebieden werd het zelfbeschikkingsrecht niet toegepast. Het Turkse rijk werd verdeeld tussen Frankrijk en Engeland.
- Het Permanente Hof van Justitie in Den Haag moest conflicten tussen staten voorkomen.
- Bij het Verdrag van Lokarno (1925) werd ook Duitsland lid van de Volkenbond-
- Drie jaar later beloofden 56 in het Kellogg-Briand-pact plechtig nooit meer oorlog te voeren.
- De oorlogsschuld van Duitsland werd verlaagd en kreeg Amerikaanse leningen.

- In 1929 brak er een economische wereldcrisis uit die Hitler aan de macht zou brengen.



REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.