Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Sovjetunie onder Stalin en Breznjev

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 3584 woorden
  • 13 mei 2002
  • 23 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
23 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
GESCHIEDENIS RUSLAND
Hoofdstuk 1
·Zwakke punten van Rusland rond de 1e WO: Het was een gigantisch groot land met heel veel inwoners. Daardoor moeilijk te besturen en bovendien werden ze nogal nationalistisch rond 1900. Bovendien was er een zwakke economie door weinig industrie en nauwelijks ontwikkelde landbouw. ·De tsaar had veel macht. Zijn macht rustte op drie pijlers: de kerk, bureaucratie en de veiligheidsdiensten. ·Tsaar was hoofd van de Russisch Orthodoxe kerk. ·Vadertje tsaar was halfgod voor simpele bevolking. ·In de 1e WO verloor Rusland in de eerste drie jaar veel grondgebied was er veel armoede. Daardoor begon o.a. de Russische Februari Revolutie. ·De tsaar trad af in 1917 nadat ook het leger zich tegen hem gekeerd had. ·De revolutionaire Vladimir Iljitsj Lenin kortom Lenin, keerde terug uit ballingschap. ·Hij eiste alles in handen van de sovjets. ·Bekende leus: land, vrede en brood. ·Door de honger steeg de populariteit van de bolsjewieken. ·Op 25 okt. Pleegden de bolsjewieken een staatsgreep. Gevolg: Oktoberrevolutie. ·Alle partijen werden verboden en 70 jaar lang zouden de bolsjew. Het land alleen regeren. ·Twee groepen van sociaal democraten: de bolsjew. En de mensjewieken. Allebei navolgers van Karl Marx. ·De bourgeoisie was zwak en de arbeidersklasse maakte maar een paar procent van de bevolking uit. De mensjewieken vonden daarom dat de socialisten eerst de bourgeoisie aan de macht moesten helpen. ·Lenin wilde echter zo snel mogelijk een socialistische revolutie. Hij wilde als gevolg het liefst een Wereldrevolutie en ten minsten een Europese revolutie. ·Vanaf 1919 noemden de bolsjew. Zich niet langer socialisten, ze wilden namelijk niet samen gezien worden met de gematigde socialisten, maar communisten. Na deze revolutie was dit de positie van Rusland: Op het platteland heerste chaos. Aan de randen van het rijk waren onafhankelijke staten uitgeroepen. Zomer 1918 brak er een burgeroorlog uit. Vele legers waren hier aan het strijden: Witte legers; DOEL: Monarchie herstellen
Boeren legers; DOEL: Goed bestaan hebben

Buitenlandse legers; DOEL: Orde herstellen
Legers van nieuwe onafhankelijke staten; DOEL:Meer macht
Rode legers; DOEL: Meer macht ·Een van de eerste maatregelen nadat de Roden veel macht hadden verkregen was de wettelijke gelijkberechting van man en vrouw. ·De economie was echter erg slecht. Daarom: oorlogscommunisme: De staat nam alles in handen. Grote bedrijven werden genationaliseerd, de arbeiders werden aan strenge discipline onderworpen, alle vrijhandel werd verboden en de boeren werden verplicht hun overschotten voor een vaste lage prijs te leveren aan het leger en de steden. ·Nadat Lenin erg hard was opgetreden tegen de boeren, (hij veroorzaakte vele slachtoffers door hongersnood) gooide hij het roer om. Hij ontwikkelde de NEP, Nieuwe Economische Politiek. Alles bleef wel in handen van de staat, maar de boeren mochten hun overschotten verkopen op de vrije markt. ·Door deze politiek braken er enkele jaren van herstel aan. De NEP werkt echt. Vooral voor de boeren braken nu betere tijden aan. ·Maar door sommige socialisten werd het gezien als een langzame terugkeer naar het kapitalistische gebeuren. Maar Lenin overleed in januari 1924. De strijd om opvolging brak los. ·Kandidaten waren: Jozef Stalin, Boecharin en Trotski. ·Stalin won de strijd en viel erg op door zijn wreedheid, ongelooflijke achterdocht en zijn wraakzuchtigheid. Lenin bewonderde hem voor zijn daadkracht en andersom was Lenin een god voor Stalin. ·Pas kort voor zijn dood waarschuwde Lenin de CP voor de gevaarlijke Georgier. ·Eerst rekende Stalin af met Trotski door partij te kiezen voor Boecharins ideen. Daarna draaide Stalin helemaal om en rekende af met Boecharin. ·Hij besloot tot een tweede revolutie. ·Grote industriele complexen werden uit de grond gestampt en boeren werden gedwongen zich te verenigen bij collect. Boerderijen. Dit hete de Grote Doorbraak. ·Motieven voor de afschaffing van de NEP: Opvolgingsstrijd, Stalin schakelde zowel Trotski als Boecharin uit. Commun. dachten altijd dat ze de minderheid waren. Internat. voelden ze zich ook bedreigd. Omdat Stalin ervan overtuigd was dat het Rode Leger sterk uitgebreid moest worden moest hij zo snel mogelijk inlopen. Bovendien vond hij dat de boeren veel te weinig voedsel leverden. ·In een klassenloze industriele samenleving besonden er geen tegenstrijdige belangen en daardoor had men genoeg aan een partij met een leider, de CP dus met hem als leider. ·Binnen de partij waren er ook geen tegenstrijdige meningen. Alleen hij was degene die de koers kon bepalen. ·Volgens Stalin lag Rusland zo’n 50-100 jaar achter op de kapitalisten. Men moest deze achterstand in 10 jaar inhalen en het was er dus op of eronder. Om dit te bereiken moest alle macht in Moskou gecentraliseerd worden en de dictator Stalin heten. Een centraal instituut ‘Gosplan’ legde in ‘vijfjaren plannen’ de doelen uit. Zo ontstond een ‘commando economie’. ·Alle orders werden vanuit Moskou verstuurd en moesten opgevolgd worden op hele zware straffen. Het uiterste van de bevolking werd gevraagd. ·De resultaten van de vijfjarenplannen werden vervalsd om iedereen te doen geloven dat de streefcijfers in vier jaar waren gehaald i.pv. in vijf jaar. ·Men wilde van alles het grootste, het beste enz. De nadruk lag op zware industrie zoals bewapening, infrastructuur, energiewinning enz. ·Ook de vrouwen moesten mee werken met totale inzet terwijl ze ook nog eens het huishouden moesten doen. ·Vooral gevangenen moesten de zwaarste karweien doen. ·Stalin legde zo een goede industriele basis. Maar er was niet alleen maar succes.Alleen productiecijfers telden, niet kwaliteit of kosten. De streefcijfers lagen absurd hoog. Er vielen honderduizenden doden door bizarre omstandigheden. Dienstensector, woningbouw en consumentengoederen werden verwaarloosd. Bevolking profiteerde dus nauwelijks. Begrippen: Russiche orthodoxe Kerk
Vladimir Iljitsj Lenin
Karl Marx
Socialistische Revolutie
Communisten
Rode Leger
Klassenstrijd
Nieuwe Economische Politiek
Jozef Stalin
Grote Doorbraak
Gosplan
Vijfjaren plannen
Commando-economie Hoofdstuk 2 ·De honger was een gevolg van Stalins brute landbouwpolitiek. Geen middel ging hem te ver om zijn doelen te halen. ·De landbouw moest gecollectiviseerd worden, boeren moesten zich aansluiten bij collectieve boerderijen zogenaamde kolchozen. Of reusachtige boerderijen, sovchozen genaamd. ·De rijke boeren, door Stalin Koelakken genoemd moesten ook bestreden worden. Eerst probeerde hij het dus via de collectivisatie en later eiste hij liquidatie van de koelakken als sociale klasse. De meest actieven gingen naar werkkampen. ·Eigenlijk waren de koelakken maar verzonnen mensen, iets door buitenstaanders verzonnen die niets van het platteland begrepen. ·Stalin begon een soort oorlog tegen het platteland. Eerst graanvorderingen in 1928. Toen werden de belastingen en vorderingen steeds verder opgeschroefd en werden ze onder bedreigingen bij de kolchozen betrokken. Overal werden boeren bestreden en gepest door Comm. Brigades. ·In 1930 braken er opstanden uit. Stalin schrok hiervan en hij wilde weer wat rust onder de boeren. ·Maar van korte duur. Want de collectivisatie ging na een korte rustpauze veel heftiger als ooit tevoren verder. De Goelag Archipel ontstond, waarin vele kampen met duizenden dwangarbeiders gesetteld waren. ·Met succes, door de keiharde aanpak was in 1936 90 procent van de bevolking gecollectiviseerd. ·De traditionele dorpscultuur werd verwoest doordat: Kerken werden verwoest, christelijke feestdagen afgeschaft, meeste ontwikkelde dorpsbewoners weggevoerd of vermoord, jongeren tewerk gesteld in industrie. Vrouwen in de meerderheid. ·Ieder eigen initiatief werd tegengegaan. Zelfs kon je niet meer weg, want behalve de boeren kreeg iedereen een pas waarop stond dat je daar en daar naar toe kon gaan. ·Boeren waren ondervoed omdat ze vreselijk veel af moesten dragen aan de regering. ·De partij benoemde de voorzitter van de kolchoz die natuurlijk een handlanger van hun was. ·Maar de honger werd ongelooflijk, onder druk moest Stalin toegeven dat boeren recht hadden op een heel klein eigen stukje grond. In 1935 werd dit door Stalin zelf aangeschaft. ·De landbouw was inefficient doordat er veel tijd verloren ging in verplichte ideologische scholing, zo veel mogelijk geniks als protest tegen de onderdrukking en de richtlijnen die bepaald werden door mensen die absoluut geen verstand van landbouw hadden. Zo kwam het voor dat boeren midden in de winter op ski’s moesten gaan zaaien. ·Stalin had zijn alleenheerserij verkregen doordat er in rusland het democratisch centralisme heerste wat betekende dat de meerderheid altijd gelijk had. Eerst werd er nog wel eens gediscussieerd over bepaalde onderwerpen maar dit werd ook al afgeschaft. ·In 1934 richtte hij echter een geheime dienst op die tegenstanders van hem op moest sporen en via showprocessen moest liquideren. De dienst werd ondergebracht bij de NKVD die alles rechtstreeks aan Stalin rapporteerden. ·Jezjov de bloedhond werd door Stalin aangestelt als big boss van de NKVD. Door hem werden er streefcijfers gesteld voor deportaties, executies enz. voor elk district. Velen werden vermoord zonder enige vorm van proces. ·Dit alles werd de Grote Terreur genoemd. Maar men zag in dat het niet hielp. Jezjov kreeg de schuld en Beria werd aangesteld. ·In 1936 kwam er een nieuwe grondwet: de Stalin constitutie. De partij bleek nu echt alle macht te hebben en overal op elke belangrijke plaats zat een trouw partijlid. ·Ook aan propaganda werd veel gedaan. Stalin werd verheerlijkt als onfeilbaar leider en als voortzetter van de heilige zaak van Lenin. Verder werden helden opgehemld wat anderen aanzetten om ook zo’n held te worden. Ook het kap. Buitenland werd steeds maar weer het slechte stempel opgedrukt. ·Maar de mensen bleven in hem geloven, dat kwam omdat in zo’n samenleving onder spanning, veel mensen zich vastklampen aan hun geloof. Stalin was een soort god voor hun en dus onschendbaar. Als er weer van die zuiveringen waren dan zeiden de mensen: als Stalin dat wist, dan....... Begrippen: Kolchozen
Sovchozen

Collectivisatie
Goelag-archipel
Democratisch-centralisme
Politbureau
Centraal Comite
Partijcongres
Nikolai Jezjov
Lavrenti Beria
Stalin-constitutie
Helden van de Sovjet Unie Hoofdstuk 3 ·Het liefst had Stalin een totalitaire samenleving: een samenleving dus waarin de staat alles, het hele leven bepaalde. Daarvoor was een revolutie nodig. ·Stalins ideale Sovjetmens was iemand wiens gedachten hij ook nog kon controleren. ·In 1929 starte hij daarom de culturele revolutie. Hij wilde tegelijkertijd analfabetisme, godsdienst bestrijden een een inteligente nieuwe hoogopgeleide en comm. Elite maken. ·Qua scholing bereikte stalin wel veel, en hij verplichtte voor iedereen minstens 4 jaar school. Stalin vormde door de goeie comm. Scholing een goede comm. Elite. ·Verder werden alle foto’s en andere afbeeldingen van tegenstanders van Stalin uit de schoolboeken e.d. gezuiverd. ·Stalin en de comm. Geloofden in een maakbare mens en daarom paste de erfelijkheidsleer ook niet in hun straatje. Dit mocht daarom ook niet op school gegeven worden. ·De comm. Jeugdbond werd ook opgericht. Dit heette de Komsomol. Veel vrije tijd werd hierin doorgebracht met sporten en stalinistische leer. Komsomolleden waren dan ook de trouwste leden van de partij. Zonder te zeuren offerden ze zich op voor de Partij. ·Alles werd door de Partij gecontroleerd, ook de vrije tijd dus: Vakbonden van de staat: enorm aanbod van uitstapjes, massafestivals enz. In parken werden schietbanen e.d. aangelegd om de gewone burger militaire training te geven. Massabijeenkomsten om het communisme en hun helden te vereren. ·Ook het socialistische realisme stak de kop op. Alle kunstenaars moesten voldoen aan de eisen van de partij. De enige kunst die toegestaan was vanaf 1934 was het soc. Realisme. ·Vooral bij de jongeren sloeg het communisme aan. Maar er waren er ook zat die gewoon meededen of die er zelfs ondergronds tegen waren. Het kwam vooral door de voortdurende spanningen en de altijd knagende honger. ·Het christelijke geloof was slecht volgens het communisme. Kerken werden gesloten, gesloopt of voor andere doeleinden gebruikt. Geestelijken werden verbannen of vermoord en gelovigen werden verboden nog bijeenkomsten te houden. ·Op 22 Juni 1941 trok Duitsland tegen alle verwachtingen in, Rusland binnen. ·Er vielen aan Sovjetzijde 27 miljoen doden. Terwijl Rusland het voor de oorlog al erg moeilijk had, scheen het na de oorlog, nog moeilijker te worden. ·De industrie was zwaar beschadigd en een groot deel van de productiecapaciteit verloren gegaan. ·De landbouwproductie was teruggevallen tot 60% van dat van voor de oorlog. ·Onkundige jaknikkers en geen goede militairen dus, waren de oorzaak dat Duitsland zo snel een groot deel van Rusland veroverde. Dat is een grote zwakte van het systeem. Bovendien wilden sommigen die wisten dat Hitler Rusland waarschijnlijk aan ging vallen, niet met negatieve berichten bij Stalin aan komen. ·Doordat een grote defensie industrie opgebouwd was, was men in het voordeel tegen Hitler omdat men de hele tijd door tanks en vliegtuigen bleef produceren. Bovendien waren vele soldaten bereid om voor Stalin te sterven en niemand durfde door de keiharde discipline de strijd op te geven. Bovendien kwam de propaganda machine nu ook goed van pas. Dat was de sterke kant van het systeem. Begrippen: Totalitaire samenleving
Nieuwe sovjetmens

Komsomol
Socialistische wedijver
Socialistisch realisme Hoofdstuk 4 ·Na de oorlog maakt Stalin al snel bekend dat de bevolking harder zou moeten werken dan ooit. De positie was nog steeds slecht, zo niet slechter en de onderdrukking nam weer toe. ·Op 5 maart 1953 stierf Stalin en veel mensen rouwden. Maar de nieuwe machtshebbers waren ook keihard. Men vond dat er een nieuwe leider moest komen. De meest vooraanstaanden vreesden vooral Beria en ze spanden samen met de legertop tegen hem. Beria werd gedood. ·De staatsveiligheidsdienst werd gezuiverd en ging verder onder de naam KGB. Stond onder gezag van de gezamenlijke leiders, het Centraal Comite. ·Door de destalinisatie campagne van Chroesjtsjov kreeg hij uiteindelijk de steun van velen. Hij had dan ook de eerste jaren succes met zijn politiek. Vooral zijn landbouwpolitiek leek goed aan te slaan. ·Maar rond 1960 raakte de landbouw weer in crisis. ·In 1964 spanden sommige kameraden samen tegen hem. Terwijl hij op vakantie was werd hij afgezet en werd Breznjev de nieuwe leider. ·Breznjev was een rustig man die ook sociaal meevoelend was. Daarom dacht niemand dat hij zolang (18 jaar) tot aan zijn dood in 1982 aan de macht zou blijven. Het kwam vooral doordat hij veel vrienden maakte en ook onderhield. ·Breznjev brak met de terreur van Stalin en wilde vooral rust en stabiliteit. ·Nauwelijks veranderden: 1. de macht van de CP; 2. De S.U. bleef een politiestaat waar de veiligheidsdiensten verregaande bevoegdheden hadden. 3. De centraal geleide planeconomie en de coll. Landbouw bleven bestaan. 4. de persoonsverheerlijking van Breznjev leek veel op die van Rusland. ·Rusland werd in die tijd vooral geleid door oudere mannen. De ontwikkeling van rusland ging daarom nogal langzaam. ·Maar de mensen hadden wel meer vrijheden gekregen vooral in de prive sfeer. Maar men moest zich wel rustig houden, als je een dissident was werd je fel vervolgd en terecht gesteld. Maar ook dit ging vreedzamer dan in Stalins tijd. Je werd gewoon berecht. ·Men vond dissidenten echter wel erg gevaarlijk. Ook al waren het er maar weinig, toch zag het regime ze als mensen die de publieke opinie tegen hen kon keren. ·Sommigen van hen werden verbannen naar het westen, en anderen werden opgesloten in klinieken voor geestelijk gestoorden. ·Nog 2 andere groepen werden in Breznjevs tijd vervolgd: christenen en nationalisten uit etnische minderheden. ·Onder Breznjev werd godsdienst wel getolereerd mits men het geloof niet probeerde te verspreiden en de staat onvoorwaardelijk steunde. ·Maar het regime bleef voorzichtig en niet zo erg als Stalin. Het voerde een voorzichtige nationaliteiten politiek. Overal waren de Russen de baas en dat moest iedereen weten ook. Men voerde een russificatie in. ·Stalin wilde voor de oorlog een geforceerde industrialisatie politiek, als economische politiek. Vooral omdat hij angs had voor het Westen en vond dat ze in ieder geval op militair gebied bij moesten blijven. In de eerste jaren van Breznjev stond dit ook nog voorop maar rond 1970 bleek dat de achterstand langzamerhand weer toenam i.p.v. afnam. Breznjev koos daarom ook voor import van westerse technologie. ·Doordat de planeconomie zo slecht werkte groeide de zwarte markt (tweede economie) steeds sterker. Vooral door corruptie van partijleden (die zwarthandelaars e.d. steunden en beschermden voor eigen gewin) kon de regering weinig tegen hen beginnen. ·Langzamerhand kreeg de regering dus minder macht. ·Breznjev investeerde ook veel geld in de lanbouw. Eerst was dit redelijk succesvol maar langzamerhand (rond de jaren 70) ging het opnieuw mis. Men moest heel veel graan van de VS kopen en de investeringen in de landbouw leverden niets of steeds minder op. ·De planeconmie was de belangrijkste oorzaak van alle ellende. Dit kwam doordat er veel bureaucratie was, veel voorschriften die eigen initiatief smoorden, geen enkele prikkel om meer te presteren dan strikt noodzakelijk en een grote onverschilligheid. Begrippen: Nationaliteiten politiek
Kremlin
Autarkie Hoofdstuk 5 ·In de West Europese democratien werden burgers steeds mondiger terwijl in de Sovjetunie nog steeds een strict regime heerste. De relatie tussen staat en burgers werd gekenmerkt door dwang en passiviteit. ·De bevolking van de SU was ontevreden over de planeconmie doordat: gebrek aan goed koopwaar; kwalitatief slechte producten; winkelpersoneel was onbeleefd en onbehulpzaam; je moest voor elk artikel erg lang in de rij staan; burgers werden steeds afhankelijker van het dure grijze circuit. ·Er was geen enkele arbeidsdiscipline meer. Alles werd getolereerd. Als een arbeider te laat kwam dan gaf dit niks. Het malaise gevoel uitte zich ook in een verschrikkelijk drankmisbruik. ·Door de komst van de radio en televisie konden de boeren dagelijks zien hoe groot hun achterstand eigenlijk wel niet was. Ze voelden zich tweederangsburgers. In hun dorpswinkels was behalve drank bijna niets te koop. Maar men durfde ook niet echt te protesteren. Ze protesteerden alleen door weg te trekken ·De positie van de vrouw was ook erbarmelijk. De boerinnen droegen de zwaarste lasten. Ze deden zwaar, slechtbetaald handwerk met gebogen ruggen en vulden tot 70 kilo zware zakken. De meeste mannen zagen hun vrouwen als een bediende. Behalve een volledige baan hadden ze ook nog het huishouden. ·Het vroegere enthiousiasme voor het communisme was ook onder de jongeren grotendeels verdwenen. ·Overtuigde jonge communisten bestonden eigenlijk al niet meer. De meeste jongeren droomden ervan om te kunnen leven zoals de westersen deden. De jongeren uit de hogere inkomensgroepen trokken zich terug in een eigen cultuurtje. Zo gebruikten ze bijvoorbeeld ook hasj. ·De belangrijkste oorzaken voor de economische stagnatie waren vooral het gebrek aan concurrentie (lage kwaliteit producten en geen enkele interesse naar de eigenlijke vraag). En de strakke hierarchie en de nadruk op gehoorzaamheid. Hierdoor kwam er bijna geen onaangename info bij de beleidsmakers terecht. ·De bevolking stond sceptische tegenover economische vernieuwingen omdat men in het huidige systeem in ieder geval zeker wist waar men aan toe was. Het was maar de vraag of dat in het nieuwe systeem ook zo zou wezen. ·Maar de vernieuwingen bleven uit door drie redenen: hoge partijfunctionarissen profiteerden van het grijze circuit en deden er dus amper iets aan. Lokale partijleiders konden de centrale hervormingen tegenhouden , maar hadden te weinig macht om zelf hervormingen door te voeren. De hervormingen zou de CP iets van haar stevige greep op de samenleving verliezen en men was daar huiverig voor. ·Gorbatsjov was degene die begon met allerlei hervormingen. Hij vatte zijn politiek in twee woorden samen: GLASNOST en PERESTROJKA, OPENHEID en HERVORMING. ·Vele dissidenten keerden terug naar de SU en de media begon meer en meer te bekritiseren (ook Lenin terwijl die sinds zijn door als een heilige was vereerd). ·De glasnost was dus een succes maar de pererstrojka zeker niet. Gorb. wilde geen vrijemarkteconmie maar wilde wel verandering. ·Maar Gorbatsjov kreeg grote problemen. Met zijn hervormingen had hij krachten los gemaakt die hij en niemand niet, niet meer konden beheersen. Krachten die het communisme wilden afschaffen. Het nationalisme kreeg bovendien een opleving. Verschillende staten werden na de vrije verkiezingen bestuurd door nationalistische partijen die aanstuurden op afscheiding van de SU. ·Daarnaast was Gorbatsjovs tegenkandidaat, Boris Jeltsin, ongelooflijk populair. Hij was een volkse man die net als de gewone burger van een stevige slok hield. ·Toen Gorbatsjov op vakantie ging, bleken zijn aanhangers een fatale fout gemaakt te hebben waardoor Boris Jeltsin aan de macht kwam/bleef. ·Jeltsin verbood de CP en deed geen moeite meer de Sovjet Unie te redden. Hierdoor viel deze uit elkaar in 1991. In de plaats van de SU kwamen er 15 onafhankelijke staten. ·Niemand had geloofd dat zo snel en zo geweldloos het communisme ten onder zou gaan. Dit kwam vooral omdat de communisten er zelf niet meer in geloofden. ·Maar ook onder Jeltsin werd het niet beter. De eigenlijke macht lag namelijk niet bij de gewone burger maar bij steenrijke zakenlieden en machtige (vaak ex communisten) politici. De rus was economisch nog slechter af dan voorheen, en toen Jeltsin afscheid nam hadden de Russen minder vertrouwen in de toekomst dan ooit. Begrippen: West Europese parlementaire democratien
TIJDLIJN

De belangrijkste data op een rijtje
1903 Lenin zorgt voor splitsing van bolsjewieken en mensjewieken. 1917(febr.) Februari revolutie, de tsaar treedt af. 1917(april) Lenin verlaat ballingschap. 1917(okt.) Oktoberrevolutie, bolsjewieken grijpen de macht. 1917(nov.) Verkiezingen voor grondwetgevende vergadering. 1918(jan.) Bolsjewieken ontbinden de bovendstaande vergadering. 1918(maart) Vredesverdrag met Duitsland. 1919 Bolsjewieken noemen zich voortaan communisten. 1921 Invoering NEP
1922 Stalin secretaris generaal van de Partij. Lenin beroerte en op non actief gezet. Oprichting van de Sovjet Unie. 1924 Lenin overlijdt. 1928 Start eerste vijfjaren plan. 1929 Jaar van Grote Doorbraak. Boecharin en Trotski verbannen. Liquidatie van Koelakken en gedwongen collectivisatie. Begin van de Stalin Cultus. 1932 Invoering Binnenlands paspoort. 1934 Congres der Overwinnaars. Socialistisch realisme in de kunst afgekondigt en de geheime dienst heet voortaan NKVD. 1936 Start van Grote Terreur met Jezjov als hoofd van de NKVD. Stalin constitutie, nieuwe familiewet bemoeilijkt echtscheiding. 1938 Beria vervangt Jezjov, einde Grote Terrreur. 1941 Duitsland valt Rusland binnen. 1946 Stalin kondigt grote inspanningen voor industrie en defensie aan. 1953 Stalin overlijdt en Beria gearresteerd. 1954 Chroesjtsjov nieuwe partijleider. 1956 Begin destalinisatie. 1962 Massaal protest tegen hogere productienormen en vleesprijzen bloedig neergeslagen. Stalin uit Lenins mausoleum verwijderd. 1964 Chroesjtsjov afgezet en Breznjev opvolger. 1965 Voorzichtige nieuwe economische ontwikkelingen. 1975 Mislukte oogst, graan uit VS geimporteerd. 1977 Nieuwe grondewet waarin de leidende rol van de CP wordt bevestigt. 1982 Breznjev overlijdt, opgevolgd door Andrpov die in 1984 overlijdt waarna hij opgevolgd wordt door Tsjerneko die overlijdt in 1985. 1985 Gorbatsjov president, lanceert Glasnost en Perestrojka. 1987 Voorzichtig begin economische hervormingen. 1989 Vrije democratische verkiezingen. 1991 Na mislukte staatsgreep van Gorbatsjovs aanhangers stapt hij op en wordt opgevolgd door Jeltsin. 1991 (dec.) Sovjetunie wordt opgeheven.

REACTIES

T.

T.

Hier heb ik toch geen illegale biobakbeffer aan! Dit verslag staat boordevol met spelfouten!

21 jaar geleden

R.

R.

ti slig

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.