Romeinen, Het Romeinse Rijk

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 1e klas havo/vwo | 1807 woorden
  • 18 juli 2006
  • 401 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
401 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
Het Romeinse Rijk.
1) Van dorp tot imperium
Patriciërs: rijke families die de baas zijn in Rome.

Plebejers: Overige vrije mensen uit Rome.
In een van die groepen werd je ingedeeld door je geboorte. Werd je bij de plebejers geboren werd je er zelf ook en voor de patriciërs geld hetzelfde.

Er was nog een derde groep inwoners dat waren de slaven.
Zij waren de onderste laag van de bevolking.

Rome verovert het vasteland van Italië.

Tussen 500 en 275 v Chr. veroverde de Romeinen het grondgebied van de andere volken die in Italië leefden. Als laatst dat van de Grieken.

In 280 v Chr. kregen de Grieken steun van de Purrhus koning van Epirus. Hij nam 25000 soldaten mee en 20 olifanten.

Rome verovert het Middellandse-Zeegebied.

De eerste Punische oorlog was in 264-241 v Chr. hij werd gewonnen door de Romeinen. Deze was niet lang nadat de Romeinen heel Italië hadden veroverd.

In de tweede Punische oorlog werd Hannibal beroemd. Hij vertrok met zijn leger vanuit Spanje door Frankrijk en over de Alpen. Hannibal bleef 14 jaar in Italië en versloeg de Romeinen iedere keer. Tot hij werd terug geroepen. Toen werd er een akkoord gesloten tussen de Romeinen en de Chathagers.

2)

Gevolgen vaan de veroveringen.

Invoering van provincies.

Alle veroverde gebieden werden in provincies ingedeeld. Ze kregen alle een Romeins bestuur.

Sterkere invloed van de Griekse cultuur.

De Griekse cultuur kreeg meer invloed in bijvoorbeeld kunst literatuur toneel wetenschap en bouwkunst. Maar ook in geloof werden sommige goden met de Griekse naam aangesproken in plaats van de Romeinse.

Er ontstaat een nieuwe beneden laag van proletariërs.

Doordat het leger uit boeren bestond en de rest van de familie het werk niet meer aan konden moesten zij hun land verkopen. Vaak trokken ze daarna naar de grote stad. Deze mensen werden proletariërs genoemd.

De patriciërs vormden samen met de rijke plebejers de nieuwe bovenlaag: de nobiles.

De proletariërs hadden vaak tijdelijk werk zoals bouwvakker. Ook verkochten zij hun stem bij de verkiezingen.

Beroepssoldaten nemen de plaats van dienstplichtige burgers in.

Het Romeinse leger bestond uit mensen die hun eigen wapens konden betalen. Steeds meer mensen konden dit niet betalen. Daarom kwam er een beroepsleger.

Het aantal rijke mensen groeit.

Elke veldtocht leverde geld op vooral voor de Romeinse legeraanvoerders. Romeinse belastingophalers zorgden ervoor dat ze ook veel geld voor zichzelf ophaalden.

Slaven nemen in aantal toe.

Doordat de Romeinen steeds meer gebieden veroverden kregen ze ook steeds meer slaven.
Zij moesten dan als boer werken voor de patriciërs.

3)

Julius Caesar.

130 v Chr. veel burgeroorlogen.

In 58 v Chr. Caesar aanvoerder van het Romeinse leger in Gallië. Veel succes. In 9 jaar bracht hij heel Gallië onder het bestuur van de Romeinen.

In 49 v Chr. trok Caesar terug naar Rome. Hij wou consul worden maar de senaat besloot dat het alleen mocht als hij zijn leger weg zou doen en als gewone burger zich kwam aanmelden voor de verkiezing.

Caesar stak met zijn soldaten de grensrivier Rubicon over en trok op naar Rome. Er brak een burgeroorlog uit van 4 jaar. Caesar versloeg zijn tegenstanders. In Egypte bleef hij enkele maanden gecharmeerd door Cleopatra. Cleopatra liet zich door Caesar op de troon plaatsen van Egypte.

Toen Caesar terug was in Rome toonde hij in de 7 maanden die hij leefde dat hij een goed leider was. Dat was hij om deze rededen het zijn er maar een paar.

Hij maakte het voor veel arme mensen in Rome mogelijk om ergens anders in het rijk als boer te gaan leven. Ook aan zijn oud soldaten gaf hij land.

Hij gaf nu ook mensen van de provincies de mogelijkheid om het Romeinse burgerrecht te krijgen.

Ook bedacht hij een kalender met 365 dagen en elke 4 jaar een schrikkeljaar.

4)

Onder leiding van Augustus komt het keizerrijk tot stand.

Octavianus komt als winnaar uit burgeroorlog te voorschijn.

Doordat Caesar vermoord werd en de moordenaars alleen door de senaat ondersteund werden kwam er een nieuwe burgeroorlog.

Octavianus werd ondersteund door de senaat en werd keizer.
Een gezamenlijk leger van Octavianus en de senaat versloegen de tegenstander Atonius.

Niet lang erna kreeg Octavianus ruzie met de senaat en sloot een verbond met zijn vroegere vijanden. Samen met Antonius en Lepidus en steun van de volksvergadering kwam er een bloedbad: ongeveer 300 senaten en 2000 andere tegenstanders werden vermoord.
Nu deelde ze met ze drieën het rijk. Octavianus kreeg het westen, Antonius het oosten en Lepidus Noord-Afrika. Octavianus wilde alleen regeren en versloeg eerst Lepidus en daarna Antonius.

Octavianus wordt als Augustus eerste Romeinse keizer.

Na zijn overwinning veranderde Octavianus zijn naam in Augustus Caesar. Met Caesar eerde hij zijn stiefvader.

Caesar werd als titel gebruikt daar is onze naam voor keizer vandaan gekomen.

Augustus ging heel voorzichtig te werk. Hij liet de oude staatsinrichting zoals hij was. Hij gaf zichzelf de titel de eerste burger. Met de gedachte in het achterhoofd van zijn stiefvader Caesar. Hij bood aan om al zijn macht uit handen te geven. Hij wist dat hij dan juist meer macht zou krijgen omdat geen senaat Augustus tegen hem wilde hebben.

Augustus organiseert het rijk goed.

Augustus lette erop dat het hele rijk goed bestuurd werd. Hiervoor had hij een groot bestuursapparaat. Dat bestond uit ambtenaren, rechters en belastingophalers.

Senaten waren hun macht kwijt omdat het volk meer geloofde in hun bevelhebber.
Augustus zorgde op deze manier dat het hem niet overkwam:
- Na 16 jaar dienst kregen de soldaten betere grond of meer geld dan vroeger.
- Tot bevelhebber van de troepen benoemde Augustus leden van Romeinse families die hem trouw waren. Deze benoemingen golden maar voor een beperkte tijd.

5)

De Pax Romana (30 v Chr. tot 192 na Chr.)

Tussen 30 v Chr. en 192 na Chr. was er overal in het Romeinse rijk vrede.
Deze periode heet Pax Romana. De periode was te danken aan Augustus.

Landbouw, handel en nijverheid bloeien, steden groeien.

Het grootste deel van de bevolking bleef in de landbouw werken.
De meeste grond was in handen van grootgrondbezitters. Dat waren vaak mensen uit het bestuur.

Het merendeel van de bevolking op het platteland behoorde tot de vrije boeren die kleinen boerderijen hadden.

De handel groeide overal kwamen er vuurtorens en goede havens. Overal kon je met dezelfde munt betalen. De handel ging over de helen wereld. Vooral met Azië. Veel Romeinse munten zijn in India gevonden. Ook met Afrika werd er gehandeld voornamelijk met het gebied ten zuiden van de Sahara.

Er waren veel kleine bedrijfjes die bedrijfjes samen noem je nijverheid.

Er kwamen steeds meer mensen in de steden omdat daar de handel plaats vond.

De grote steden werden allen op dezelfde manier gebouwd en bestuurd als Rome.

Forum= een plein waarop handel werd gedreven, belangrijke bijeenkomsten werden gehouden.

Romanisering.

Romeinse burgerrecht= Dat je onder het Romeinsrechtspraak valt, dat je kans maakte op een plaats in het bestuursapparaat. Dit gold alleen als je geromaniseerd was.

Romaniseren= dat je de Romeinse cultuur overneemt.

Veel plaatsen provincies of andere veroverde gebieden namen de Latijnse taal over. Uit deze taal zijn het Frans, Spaans, Portugees en Roemeens ontstaan.

De Romeinen vestigen zich in ons land.

Toen Caesar Gallië veroverde kwam ook een deel van ons land in handen van de Romeinen. De Rijn was de grens.

De Bataven en Cananefaten komen in opstand.

De Bataven en de Cananefaten versloegen samen onderleiding van Civilis twee keer de Romeinen.
Daarna stuurde Rome opnieuw een aantal troepen, nu geholpen door de Friezen boden ze een fel verzet. Er werd een verdrag gesloten ze hoefden geen belasting meer te betalen ze moesten alleen nog maar mannen leveren voor het leger.

6)

Godsdienst, recht, onderwijs, literatuur, bouwwerken en beeldende kunst.

De godsdienst.

In het Romeinse rijk waren er veel godsdiensten omdat je buiten de verplichte plechtigheid een andere godsdienst mocht hebben.

Het recht.

Belangrijke Romeinse ideeën over de rechtspraak zijn:
- Alle rechten en plichten van mensen moeten in wetten worden vastgelegd.
- Alle wetten moeten voor iedereen gelijk zijn.

Belangrijke Romeinse regels op het gebied van rechtspraak:
1. Een verdachte moet als onschuldig worden gezien tot zijn schuld bewezen is.
2. Een verdachte moet de kans krijgen zich tegen de aanklacht te verdedigen.
3. Als er twijfel is bij de rechters moet de verdachte worden vrijgesproken.
4. De rechters moeten onafhankelijk zijn van de regering.
5. Niemand mag worden gestraft voor wat hij denkt.
6. Niemand mag voor hetzelfde feit twee keer worden veroordeeld
7. Als een daad niet door de wet wordt verboden, mag die daad niet worden bestraft.

Het onderwijs.

In het begin van het rijk kregen de kinderen thuis les.

Later kwam er onderwijs. Op het platteland was er helemaal geen onderwijs.
Burgers stichtte zelf scholen de regering bemoeide zich er niet mee.

Alleen jongens mochten naar school.

De literatuur.

Lang na het einde van het Romeinse rijk werd de taal van de Romeinen het Latijn.

Bouwwerken, beeldende kunsten.

De Romeinen namen veel over van de Grieken. Maar in de bouwkunst waren er veel vernieuwingen.
In de beeldende kunst wilden ze alles zo realistisch mogelijk maken.

7)

De ondergang van het West-Romeinse rijk.

Splitsing in een West- en een Oost-Romeins rijk.

In 395 na Chr. werd het Romeinse rijk in tweeën gesplitst. Het West-Romeinse rijk bleef 1000 jaar langer staan dan het Oost-Romeinse rijk.

Volken vallen het Romeinse rijk binnen.

Volken die het Romeinse rijk binnenvielen werden vaak teruggedreven, soms werden ze omgekocht om weg te gaan en soms kregen ze een plaats binnen het rijk om zich te vestigen.

Romeinse legers en vloot worden steeds zwakker.

De legers werden zwakker omdat soldaten meer om hoge loon gaven dan om het behoud van het Romeinse rijk.

De Romeinen kunnen de steeds hogere belastingen niet meer betalen.

Er kwam steeds hogere belasting omdat soldaten meer loon vroegen. Volken die het Romeinse rijk aanvielen of moesten worden omgekocht of oorlog tegen gevoerd moest worden.

Er komt minder handel en nijverheid.

Er kwamen meer rovers daardoor was het moeilijker om handel te voeren met mensen van andere steden en kon er minder vaak gereisd worden.

Er waren gevolgen voor handelaren maar ook voor andere beroepen die bijvoorbeeld niet meer aan hun grondstoffen konden komen.

Geen vertrouwen meer in het West-Romeinse rijk, alleen zorg over de eigen omgeving.

Toen de legers geen staat meer waren raakten men het vertrouwen in het Romeinse rijk kwijt.

8)

Het Christendom

Het jodendom.

De joden woonden in Palestina.

Ze geloofden in 1 god. Ze hadden ook het oude testament met de Tien Geboden.
Ze geloofden dat god hun een groot land zou bezorgen, op een moment raakten ze dat geloof kwijt en wachten ze op een verlosser.

Jezus van Nazareth.

Jezus werd geboren toen Augustus aan de macht was in Bethlehem dat lag in Palestina.

Hij spoorde mensen aan tot goed gedrag.
Als ze dat deden dan kwamen ze na hun dood in de hemel.

Toen zagen sommige als hun verlosser.

Christenen= aanhangers van Jezus.

Apostelen= belangrijkste volgelingen van Jezus.

Ketters= mensen die anders over het christendom dachten.

REACTIES

J.

J.

deze is echt heel goed

14 jaar geleden

D.

D.

hier had ik echt iets aan! thanx

12 jaar geleden

P.

P.

maar wat nou als niet bij de bronvermelding invoert dat je scholieren.nl hebt gebruikt?????

12 jaar geleden

T.

T.

hier leer ik veel makkelijker en sneller !!!

12 jaar geleden

C.

C.

je mist één paragraaf: paragraaf 2. De Romeinen en hun bestuurders.

12 jaar geleden

K.

K.

heel handig een heele paragraaf er niet in zetten #not

12 jaar geleden

E.

E.

doe het lekker zelf!!!

11 jaar geleden

A.

A.

het is heel goed alleen het is koning pyrrhus

11 jaar geleden

Max

Max

ja, ik zie het

1 jaar geleden

B.

B.

Erg goed, heb ik echt wat aan!

9 jaar geleden

E.

E.

Ik ben nu dus bezig met het maken van een samenvatting van paragraaf 1 t/m 4. Ik ben dus totaal niet goed in samenvattingen dus ik gebruik meestal mijn boek en een samenvatting van iemand anders om een eigen samenvatting te maken. Zelf vind ik dat dit niet de handigste samenvatting is om te gebruiken voor bij het leren, want ten 1e zijn er wat spellingsfoutjes die je dan zelf moet aanpassen, en ten 2e vind ik dat het verhaal gewoon soms niet zo heel erg klopt en als laatste heb ik opgemerkt dat je één van de paragrafen mist. Best jammer

5 jaar geleden

Max

Max

Klein foutje ontdekt...
Niet koning Purrus
Pyrrhus

1 jaar geleden

Max

Max

verder een mooi verslag

1 jaar geleden

feline

feline

klopt het dat er nu wel een paragraaf 2 is?

5 maanden geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.