Reformatie en contrareformatie

3.contraformatie en reformatie

A. De reformatie

· Waarom kwam er kritiek op de kerk?
- De mensen begrepen niet wat er werd verteld doordat het in het Latijn was, en de priesters onvoldoende geschoold.
- Oude religieuze gebruiken werden omwille van het geld schandelijk misbruikt+verkoop van aflaten(zie p.42)
- Inquisitie: vervolgen van anders denkenden, zelf niet naar eigen normen leven.
- Kloof tussen arm en rijk binnen de kerk.

· Wie waren de hervormers en wat was hun betekenis?
1)Martin Luther: -Monnik in Wittenberg, -3grote principes: 1.Alleen geloof maakt zalig, 2. bijbel enige bron van geloof, 3. geen heiligenverering, geen Maria cultus, universeel priesterschap

2)Calvijn: - Predenistatieleer(=voorbestemming), -Arbeidsethas (werken!), -strenge,sobere leefwijze

3)Anglicanen: Hendrik VIII: -Engeland: 1. Engelse vorst=hoofd van de kerk 2. geen celibaat, 3. Rooms-katholike liturgie

4)Wederdopers: -doopsel op volwassen leeftijd, -ideaal 1ste christenen:Geen privé bezit en geen wapens

De godsdienstige eenheid van Europa behoort definitief tot het verleden (hb p.42)

B. De contrareformatie

De rooms-katholieke kerk en de tegenaanval (p43, nr14)

concillie van Trente (1545-1563)

· Toon aan dat de katholieke kerk geen enkele toegeving doet aan Luther en de reformatie.
1) De katholieke leer werd opnieuw bekrachtigd en duidelijk omschreven: niet alleen het geloof, maar ook de goede werken waren noodzakelijk om genade te krijgen.
2) De 7sacramenten, de heiligenverering en alle andere kerkelijke geloofspunten of dogma’s in de loop der eeuwen waren dus allesbehalve vernieuwend. Verzoeneng met de protestanten was uitgesloten.
3) De structuur van de kerk bleef strikt hiërarchisch. De paus, wiens macht werd bevestigd, troont bovenaan de piramide. Daaronder stonden de kardinalen en de bisschoppen. Parochiepriesters en gewone gelovigen (leken) vormen de basis

· Hoe probeert men de mistoestanden aan te pakken?
Wantoestanden werden systematisch aangepakt. Zo mochten hoge geestelijken nog slechts 1ambt bekleden. Bisschoppen en pastoors dienen effectief in hun bisdom of parochie te verblijven. (=residentieplicht)
Om de priesteropleiding te verbeteren werd er in elke bisdom en seminarie opgericht. Het godsdienstonderricht van de leken gebeurde voortaan met behulp v/d catechismus. Die stelde de katholieke leer zeer eenvoudig en duidelijk voor in de vorm van vraag en antwoord.

Luther*Geloof*bijbel=enige bron van geloof*universeel priesterschap*geen celibaat Concilie van trente*Geloof+goede werken*Bijbel+7sacramenten, heiligen+Maria-vereringKerkelijke hierarchieCelibaat (priesters mogen niet huwen)

Hiërarchie

1)paus
2)bischoppen
3)priesters
4)gelovigen

Wantoestanden Antwoorden

-Gebrekkige opleiding Seminarie (school voor priesters)

-politieke ambitie/functies Bisschoppen: 1ambt
Residentieplicht
Catechismus

De barok: kunst in dienst van kerk en vorst
A) De spiegel van de tijdsgeest
-1580-1750

-Contrareformatie: kunst in dienst van de contrareformatie (p44)
-Vorstelijk absolutisme: Kunst in dienst van de vorstelijke macht (p45)
-Rijke Burgery: succes tonen via kunst (verenigde provinciën) (p84-85)

De barokgeest weerspiegelde de tijdgeest van de contrareformatie en het vorstelijk absolutisme. De katholieke kerk en de absolute vorsten waren de belangrijkste opdrachtgevers.
De barok=gevoel en beweging, en =voortzetting van als breuk met de renaissance.