Mesopotamiërs
Politiek
Steden groeiden en werden bestuurd door koning en priesters.
Steden groeiden uit tot rijken (stadstaten)
Eerste oorlogen tussen stadstaten
Economisch
Landbouw: akkerbouw en veeteelt
Ambachten
Handel
Sociaal
Grotere groepen (gemiddeld 10.000 mensen)
Sociale verschillen steeds groter: hiërarchische opbouw van de samenleving sociale klassen
Koning à priesters à ambachtslieden à boeren à slaven
Cultuur
Polytheïstische godsdienst, meerdere goden.
Magische rituelen in tempels.
In de steden werden veel uitvindingen gedaan.
Egyptenaren
Politiek
Allemaal kleine stadstaten, steden werden bestuurd door koning en priesters, ze gingen zich steeds meer samenvoegen.
Er kwam een boven- en beneden- Egypte en na een oorlog vormde ze een natiestaat met een farao als leider.
Iedereen moest zich Egyptenaar voelen.
Economisch
Landbouw: akkerbouw en veeteelt, door de Nijl
Ambachtslieden
Handel
Sociaal
Grotere groepen (gemiddeld 10.000 mensen)
Sociale verschillen: hiërarchische opbouw van de samenleving in sociale klassen
Cultuur
Polytheïstisch godsdienst (Monotheïsme alleen van 1353 – 1336 v.C. de god die vereerd moest worden was de zonneschijn, Athon)
Magische rituelen
Veel uitvindingen gedaan, hiërogliefenschrift bijvoorbeeld
Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.C. – 500 n.C.)
Oudheid
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
Doordat de Atheners meerdere grote veldslagen winnen, begint Athene te heersen over de Griekse wereld. Athene wordt het middelpunt van Griekenland en de stad van de kunst, architectuur, toneelstukken en filosofen. De filosofen werden ‘liefhebbers van wijsheid’ genoemd. Ze zochten naar algemene theorie of wetenschap. Bekende filosofen zijn; Herodotus, Pythagoras en Athener Aristoteles. Eerst werd alles op het geloof gestort (als er iets gebeurde hadden de goden het gedaan), maar ineens wilde wetenschappers zelf gaan nadenken over waarom dingen waren zoals ze waren.
Rond 630 v.C. ontstond de eerste Griekse polis, ook wel een stadstaat met een eigen bestuur. De Griekse polis ontstond als een versterkte burcht in de bergen, waar mensen uit de omgeving hun toevlucht zochten als gevaar dreigde. De polis maakte zijn eigen wetten en bewaakte zijn eigen vrijheid. De leider of koning kreeg advies van wijze mannen. Een of twee keer per jaar werden volksvergaderingen gehouden, waarin de hoplieten bijeenkwamen. Bij die vergaderingen werden de belangrijke beslissingen genomen over oorlog en vrede, verovering van nieuwe gebieden, handel en de contacten met andere poleis. Ze werden in steen gekerfd en opgedragen aan de inwoners van de polis. Er ontstond een democratie, maar dit was geen perfect systeem.
De klassieke vormtaal van de Grieks- Romeinse cultuur
De Romeinen gingen door op de bouwmanier van de Grieken. Romeinen waren praktisch en hielden van orde. Ze legden rechte straten aan, die stadsdelen met elkaar verbonden. Ze bouwden tempels en beschermden de stad met een muur.
In de Griekse beeldhouwkunst werden de knapste mensen en mooiste objecten uitgekozen om als model te dienen. De Grieken streefden dan ook naar de uitbeelding van de ideale mens en perfecte harmonie en schoonheid. Een verklaring hiervoor is dat religie heel belangrijk was in hun leven en optimale harmonie en schoonheid zagen zij als een uitbeelding van de goddelijkheid. Als onderwerp werden dan ook voornamelijk goden en andere figuren uit de mythologie gebruikt.
De Romeinen entten hun beeldhouwkunst voornamelijk op de Griekse, maar de eigen stijlen die zij ontwikkeld hebben, gebruikten ze voornamelijk voor maatschappelijke doeleinden, in plaats van godsdienstige. De portretten waren bedoeld om een persoon te memoreren of te eren en de reliëfs beeldden vooral historische gebeurtenissen uit, zoals overwinningen van een bepaalde keizer en waren eveneens bedoeld om te memoreren en/of te eren.
Hierdoor was de Romeinse beeldhouwkunst ook zeer realistisch. Zij hechtten grote waarde aan de weergave van karakter en persoonlijke eigenschappen in de portretten en ook in de reliëfs werd gebruikt gemaakt van technieken als perspectief om het geheel zo realistisch mogelijk te maken.
De groei van het Romeins imperium, waardoor de Grieks- Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
Na de verovering van Italië kwam Rome in conflict met de Puniërs. Er kwamen drie Punische oorlogen tussen 264 en 146 v.C. Deze strijd werd uiteindelijk door de Romeinen gewonnen. Na de oorlogen was er veel land in Italië verwoest. De kleine boeren trokken naar de stad. Veel plebejers waren werkloos, terwijl de patriciërs het rijk hadden. De volkstribunen als Tiberus en GaiusGracchus kwamen met het voorstel om het land opnieuw te verdelen. Rond 60 v.C. kwam Julius Caesar kreeg de macht. De patriciërs probeerden met de moord op Caesar hun macht opnieuw te vestigen, maar dit liep anders. Caesars aangenomen zoon Octavianus (Octavianus Augustus, ‘de Verhevene’) werd alleenheerser.
De confrontatie tussen de Grieks- Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest- Europa
De Germanen handelde eerst met de Romeinen en sloten verdragen. Ook leverden de Germanen soldaten aan het Romeinse volk. Rond 375 kwamen de Hunnen, een steppevolk uit Centraal- Azië, aan bij het Oost- Romeinse Rijk. Zij waren nomaden en plunderden bij de grenzen van China en Perzië en trokken naar het westen. Het Romeinse Rijk betaalde de hunnen flink om hun rijk met rust te laten. Daarop gingen de Hunnen verder. Zij dreven de Germaanse volken voor zich uit. Dit zorgde voor grootscheepse volksverhuizingen, waarna het West- Romeinse uiteenviel in verschillende Germaanse koninkrijken (de Ostrogoten, Vandalen en Visigoten). In 410 viel Rome ten prooi aan plunderende Visigoten en de Vandalen deden dat in 455 ook. De groepen verspreidden zich om het Romeinse Rijk te kunnen aanvallen. In 476 werd de laatste West- Romeinse keizer afgezet door de Germaanse generaal Odoaker. Deze stuurde de keizerlijke kroonjuwelen naar Constatinopel met de mededeling dat het westen geen keizer meer nodig had. Hiermee was de ‘val’ van het West- Romeinse Rijk.
De ontwikkeling van het Jodendom en het Christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten
In 64 werd het feest van keizer Nero verpest door flakkerende vlammen. Nero gaf de christenen de schuld en de eerste christenvervolging begon. Na 70 kwamen de joden in Palestina in opstand. Als strafmaatregel werden ze verspreid over het hele Romeinse Rijk. Bijzonder genoeg was dit in het voordeel van de christenen, omdat de christenen zich richtten op hun bekeringsijver op de Joden en daarvoor moesten ze door het hele rijk.
De Romeinen beschouwde de christenen eerst als een Joodse groepering, maar de Joden zijn een oud volk met een eigen geloof en tradities. Zij geloven dat God en nieuwe vorst, de Messias of verlosser, zal sturen, die de geschiedenis van het Joodse volk zal veranderen.
Jezus van Nazareth werd door zijn volgelingen als zodanig gezien. Daarom noemden ze hem christos en zichzelf christenen. Christus predikte een geloof van verdraagzaamheid, naastenliefde en vergiffenis en verwelkomde misdadigers en prostituees onder de volgelingen. Zowel de Joden als de Romeinen zagen Christus als een gevaarlijke onruststoker en brachten hem in 33 ter dood. Paulus van Tarsus, een van Jezus’ volgelingen schreef dat christenen net als Jezus uit de dood zouden opstaan en het eeuwige leven kregen.
Christenen verafschuwden de verering van andere goden en keizers. Veel Romeinen waren bang dat de christenen met hun afwijzing van het bestaande geloof de woede van de goden afriepen. Daarom wilde ze Christus vervolgen.
Jaar
Uitleg
753 – 509 v.C.
Koningstijd van het Romeinse Rijk
753 v.C.
Romulus stak zijn broer Remus dood à Romulus en Remus, de stichters van Rome
750 v.C.
Rome was nog maar een klein dorpje van boeren en herders à ze spraken de taal van hun landstreek Latium, het Latijn à ze onderhielden goede contacten met hun buren en met de Grieken in Zuid- Italië à daar hadden de Grieken namelijk een kolonie gesticht à Rome nam veel over van de Grieken, zoals de goden
725 v.C.
Sparta veroverde een stadstaat rond het vruchtbare Messenië en maakte de bevolking van dit vruchtbare grond tot slaven à er waren al snel meer slaven dan Spartanen, waardoor Spartaanse jongens een opleiding tot beroepsmilitair kregen, om een slavenopstand te voorkomen
630 v.C.
Begin van de polis, een stadstaat met een eigen bestuur à de Griekse polis ontstond als een versterkte burcht in de bergen, waar mensen uit hun omgeving toevlucht zochten als er gevaar dreigde à zo’n ommuurde polis had een marktplaats en minstens één tempel à de polis werd verdedigd door zwaarbewapende soldaten: de Hoplietenà de polis maakte zijn eigen wetten en bewaakte zijn eigen vrijheid
Zie blz. 29 & 30 voor verdere uitleg
580 – 504 v.C.
Pythagoras, hij herleidde het ritme van muziek tot wiskundige termen
550 v.C.
Door overbevolking ging de poleis handelen met andere gebieden rond de Middelandse Zee à ze ruilden zilver tegen graan om de bevolking tee voeden en voerden het muntgeld in à ze stichtten ook kolonies langs de handelsroutes
509 – 27 v.C.
De Romeinen verdreven hun koning en de stadstaat werd een Republiek
500 v.C.
De meeste poleis kozen één man die alleen regeerde à maar de tirannen werden toen verdreven door de oligarchie : regering van weinigen à in dit jaar kwam tiran Cleisthenes met een oplossing voor Athene: hij stelde dat alle mannelijke, vrije burgers, gelijke rechten hadden àdemocratieà ostracisme
492 – 480 v.C.
Oorlogen tussen de Grieken en Perzen
484 – 425 v.C.
Herodotus, wetenschapper en denker
460 v.C.
Er kwamen volksvergaderingen, maar dit systeem was niet perfect, want arme burgers konden moeilijk tweewekelijks een dag missen voor de volksvergadering à daardoor regelde Pericles dat burgers betaald kregen voor het bijwonen van de volksvergadering en de rechtspraak à ook ambtenaren werden voortaan betaald, maar de aristocratische Atheners hadden moeite met de democratie
431 v.C.
Sparta was de tegenhanger van de Atheense democratie (die vele eilanden en stadstaten bezat) à in dit jaar kwam het tot de krachtmeting met Athene, waarvan de eerste doden betreurd werden in Pericles’ redevoering à dankzij de steun van de Perzen won Sparta deze Griekse broederstrijd
404 v.C.
Athene wordt ingenomen door de Spartanen
384 – 322 v.C.
Athener Aristoteles, bekendste filosoof, kennis was volgens hem gebaseerd op waarneming en onderzoek
264 - 146 v.C.
In deze periode waren er drie Punische oorlogen tussen de Romeinen en de Puniërs, bewoners van de Noord- Afrikaanse stad Carthago, de belangrijkste handelsmacht in het Middelandse Zeegebied
146 v.C.
Carthago werd verwoest, de grond omgeploegd en vermengd met karrenvrachten zeezout à omdat allengs ook Griekenland, Turkije en delen van het Midden- Oosten werden veroverd, beheerste Rome voortaan het hele Middelandse Zeegebied
60 v.C.
Julius Caesar kreeg het commando over Gallië Narbonensisà Julius was tegen de macht van de patriciërs en wilde kwijtschelding van de schulden van de arme plebejers. In korte tijd onderwierp Caesar heel Gallië en een deel van Groot- Brittannië
49 v.c.
Keizer Augustus eerste Romeinse keizer
44 v.C.
Caesar werd dictator voor altijd van het Romeinse Rijk à hij verminderde de schuldenlast van de plebejers en gaf hen land à tussendoor had hij een romance met de Egyptische Cleopatra, de laatste farao van Egypte à hij had nog veel meer plannen, maar hij werd door samenzwering van de patriciërs vermoord onder leiding van Brutus
27 v.C. – 476
Keizertijd van het Romeinse Rijk
27 v.C. – 14 n.C.
Octavianus Augustus (de Verhevene) was de eerste Romeinse keizer
33
Jezus werd ter dood gebracht aan het kruis
64
Keizer Nero organiseerde een groot feest à op het hoogtepunt stonden de gasten op het grote balkon naar het nachtelijke Rome te kijken, toen er plotseling vlammen flakkerden, de stad stond in brand à Nero was boos, gaf de christenen de schuld en hij startte de eerste christenvervolging
69
Er was sprake van een driekeizerjaar, toen drie generaals zichzelf tot keizer uitriepen
70
De Joden kwamen in Palestina een paar keer in opstand, met als strafmaatregel dat ze verspreid werden over het hele Romeinse Rijk, de diaspora, zodat ze onderdrukt bleven
306
Toen de keizer stierf, ontstond er een machtsstrijd
312
Generaal Constantijn, trok met zijn leger naar Rome, want in een droom zag hij een kruis aan de hemel met daaronder de woorden: in dit teken zult gij overwinnen à hij versloeg zijn tegenstanders en geloofde dat, dat door god kwam à Keizer Constantijn
313
Edict van Milaan
375
De Hunnen, een steppevolk uit Centraal – Azië, kwamen aan bij het Oost- Romeinse Rijk à zij waren nomaden op kleine, snelle paarden à eerst plunderden zij de grenzen van China en Perzië, maar ze trokken verder naar het westen à volksverhuizingen
391
Christendom staatsgodsdienst
395
Het Romeinse Rijk viel definitief uiteen in een oostelijk en westelijk deel à het Oost- Romeinse Rijk met als centrum Constatinopel zou blijven bestaan tot 1453 à In het West- Romeinse Rijk ging het er anders aan toe, het christendom was veel minder een bindende factor, waardoor het deel uit elkaar viel in verschillende groepen
410
Rome viel ten prooi aan de plunderende Visigoten (een Germaans volk)
455
Ook de Vandalen vielen Rome aan (andere Germaanse volk)
476
De laatste West- Romeinse keizer werd afgezet door de Germaanse generaal Odoakerà deze stuurde de keizerlijke kroonjuwelen naar Constantinopel met de mededeling dat het westen geen keizer meer nodig had à hiermee was de ‘val’ van het West- Romeinse Rijk een feit
De laatste West- Romeinse keizer werd afgezet door de Germaanse generaal Odoakerà deze stuurde de keizerlijke kroonjuwelen naar Constantinopel met de mededeling dat het westen geen keizer meer nodig had à hiermee was de ‘val’ van het West- Romeinse Rijk een feit
1453
Ook het Oost- Romeinse Rijk ‘valt’
Bekende mensen:
Odoaker
De eerste barbaarse koning van Italië
Pericles
Grondlegger van de democratie in oud- Griekenland
Pythagoras
Grieks wiskundige, wijsgeer, filosoof en hervormer
Herodotus
Griekse historicus die in het westen beschouwd wordt als de vader van de geschiedschrijving (= geschreven interpretatie van het verleden)
Aristoteles
Griekse filosoof die met Socrates en Plato (zijn leerling) wordt beschouwd als een van de invloedrijkste klassieke filosofen in de westerse tradities
Socrates
Hij wordt beschouwd als een van de stichters van de westerse filosofie, al liet hij zelf geen geschriften na
Julius Caesar
Een politicus, generaal en schrijver. Een van de machtigste mannen van zijn tijd
Hannibal Gisko
Een Carthaags militair bevelhebber te land en te zee in het begin van de Eerste Punische Oorlog
Cleopatra
Koningin en korte tijd farao van Ptolemaeïsch Egypte
Jezus Christus
Joodse profeet
Romulus Augustus
De laatste keizer van het West- Romeinse rijk
Constantijn
Romeinse keizer, alleenheerser na allianties, miitaire overwinningen en onverwachte meevallers
Grieken
Politiek
Monarchie
Tyrannie
Aristocratie
Oligarchie
Democratie
Burgerrecht = Mannen die geboren zijn in Athene hebben burgerrecht
Economisch
?
Sociaal
Stadstaat, polis, kleine gemeenschap met een stuk land eromheen
Cultuur
Filosofen
Wetenschappers
Natuurwetenschappen, wiskunde, geneeskunde, politiek, etc.
Romeinen
Politiek
Koningstijd (753 – 509 v.C.) = ??
Republiek (509 – 27 v.C.) = Macht verdeeld over meerdere functies, functionarissen voor een jaar gekozen, belangrijkste functie: consul, maar senaat heeft de meeste macht
Keizertijd (27 v.C. – 476 n.C.) = Macht in handen van de keizer, senaat en consuls bestaan, maar hadden weinig macht
49 – 27 v.C. = Burgeroorlogen tussen consuls
Economisch
Herdersdorp à stadstaat à stadstaten à Imperium Romanum
Redenen voor de groei van het Romeinse Rijk:
Sterk en gedisciplineerd leger, beroepsleger
Goed verdedigbare grenzen (bergen, rivieren, woestijnen of aangelegde muren)
Goede infrastructuur
Goed bestuur
Sociaal
Leefden samen in stadstaten
Cultuur
Als veroverde vorsten meewerkten behielden zij hun macht en kregen zij het Romeinse burgerschap à Romanisering
Overgenomen van de Grieken: Beeldende kunst, architectuur, talent om in het openbaar te spreken, literatuur en filosofie
Germanen
Politiek
Germanen bestaan uit verschillende stammen en leven in groepen bij elkaar.
Ontstaan:
58 – 51 v.C. = Galliërs
12 v.C. = Bataven
Economisch
Handel met Romeinen
Germanen in het Romeinse leger
Germanen verhuizen naar Romeinse Rijk
3e eeuw na Christus: Grote groepen Germanen vallen het imperium Romanum binnen, omdat:
. Goede landbouwgrond
. Romeinse welvaart
Gevolgen:
. Chaos
. Hervormingen van het Romeinse bestuur
. 395: definitieve splitsing in het West- en Oost- Romeinse Rijk
Sociaal
= Volkeren ten noorden van de Rijn
Romeinen keken neer op de Germanen, maar ze waren wel dappere en sterke krijgers
5e en 6e eeuw: Volksverhuizingen, reden:
. Veel Germanen leefden al in het rijk
. Germanen slaan op de vlucht voor de Hunnen
Gevolgen:
. Chaos
. Ineenstorting van het West- Romeinse Rijk
Cultuur
Germanen bewonderen de Romeinse cultuur en nemen hem zelfs soms over (romanisering)
Griekse Beeldhouwkunst
Romeins Beeldhouwkunst
- Driedimensionaal
- Anatomisch correct
- Naakt
- Geperfectioneerd
- Driedimensionaal
- Anatomisch correct
- Gekleed
- Realistisch
Griekse architectuur
Romeinse architectuur
- Tempels
- Zuilen: Dorisch, Ionisch en Corinthisch
Zie plaatje hieronder
- Mengeling van Griekse stijlen
- Gebruik van beton voor meer mogelijkheden à bogen & koepels
Grieken gingen steeds moeilijkere kunstwerken maken:
Archaïsch
Klassiek
Hellenistisch
Jodendom
Christendom
Ontstaan
1750 v.C.
30 n.C. omdat Jezus een Jood was, maar ook een Romein
God
Jahweh
God
Profeet
Mozes
Jezus
Heilig boek
Tenach
Bijbel
Regels
Torah& Tien geboden
Tien geboden
Romeinen
Germanen
Landbouw stedelijke samenleving
Landbouwsamenleving
Goed georganiseerd imperium
Losse stammen
De Romeinen waren het meest beschaafde volk.
Bepaalde feesten en gewoontes werden overgenomen, zodra de Romeinen een land veroverde à dit voorkomt onrust en ontevredenheid
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden