Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Paragraaf 1 t/m 4

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1150 woorden
  • 20 oktober 2003
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
13 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
§ 1 In 1952 kwam Jan van Riebeeck, een Nederlander, met drie schepen op Kaap de Goede Hoop aan. Van Riebeeck hoorde bij de VOC, de Hollandse handelsonderneming die vooral op Nederlands-Indie voer. Op de Kaap moest een steunpost voor de VOC worden opgericht. De post kreeg de naam Kaapstad, en later Kaapkolonie. De oorspronkelijke bewoners van de Kaap, de Khoikhoi, San en de Xhosa, werden verjaagd. In 1862 was de Kaapkolonie uitgegroeid tot een echte havenstad. Rond Kaapstad en in het binnenland leefden de blanke boeren. Zij ontwikkelden een eigen levenswijze en taal, het Afrikaans. De ambtenaren van de VOC in Kaapstad keken neer op deze boeren, omdat ze niet correct Nederlands spraken. De boeren gingen zichzelf trots Boeren of Afrikaners noemen. In 1806 werd de Kaap Brits. De Republiek der Verenigde Nederlanden werd veroverd door Napoleon en was in oorlog met Engeland. De Britten namen de Kaapkolonie over. Tot grote woede van de Afrikaners, die altijd hadden kunnen doen en laten wat ze wilden, voerden de Britten allerlei nieuwe wetten in. Ze wilden niets meer met de Engelsen te maken hebben, en trokken diep het binnenland in. Dit noemde men de Grote Trek. De Boeren kregen ruzie met de Zoeloes die in het binnenland woonden, wat uitliep op een slachtveld bij een rivier, die later Bloedrivier genoemd werd. Als gevolg van de Grote Trek ontstonden drie Boerenrepublieken: - Transvaal - Natal - Oranje-Vrijstaat
Natal werd al gauw veroverd door de Engelsen, maar de andere twee republieken niet. De boerenrepublieken werden niet met rust gelaten. Er ontstond een kleine oorlog, die de Boeren wonnen. Van 1899 tot 1902 ontstond er een nieuwe oorlog, onder leiding van Paul Kruger, verloren dit keer. De Afrikaners wilden hun eigen taal en cultuur behouden. De Grote Trek werd nog een keer symbolisch overgedaan.
§ 2 De Britse verlichtingsideeen waren niet geliefd bij de Boeren. In 1853 => alle volwassen mannen, in het bezit van 25 pond of met een jaainkomen van vijftig pond, kregen kiesrecht. Dat hield in dat 15% van de zwarte mannen naar de stembus mocht. Cecil Rhodes was een Engelsman die naar Zuid-Afrika vertrok, om daar vervolgens een schatrijk man te worden door de diamantvondsten. Rhodes was groot voorstander van imperialisme. Na de ontdekking van diamanten en goud wilde Groot-Brittanie definitief een einde maken aan het zelfstandige bestaan van Oranje-Vrijstaat en Transvaal. De Britse regering zag in een nieuwe oorlog de enige kans om de diamant- en goudmijnen in bezit te krijgen. In 1899 kreeg Cecil Rhodes zijn zin, de Boerenoorlog begon. In 1902 wonnen de Engelsen, en de Boeren tekenden het ‘Verdrag van Vereeniging’, waarin zij de Engelse koning als soeverein erkenden, in ruil voor een zelfstandige status binnen het rijk. In 1910 werd de Unie van Zuid-Afrika een feit. De Unie werd een Britse dominion => het had volledig zelfbestuur, maar viel formeel onder het gezag van de Engelse koning. De belangrijkste politieke partijen waren de Nasionale Partij, de Labour Party en de Suid-Afrikaanse Partij. In 1934 gingen de NP en SAP samen. Engelstaligen richtten de Dominion Party op, en een groep felle Afrikaner nationalisten de Gesuiwerde Nationale Partij. In 1941 verenigden alle Afrikaners zich in een organisatie, die opnieuw de naam Nasionale Partij kreeg. Kort na de Eerste Wereldoorlog kreeg Zuid-Afrika te maken met een grote staking van mijnwerkers in de Witwatersrand. Deze staking werd hardhandig door het leger onderdrukt. De Nasionale Partij van president Hertzog kwam met een politiek van beschaafde arbeid: duizenden ongeschoolde blanken werden tegen beschaafde lonen aangesteld bij de spoorwegen en andere takken van overheidsdiensten. § 3 Nelson Mandela => werd in 1994 de eerste zwarte president van Zuid-Afrika, na 26 jaar gevangenschap op Robbeneiland. In het zuidelijkste deel van Zuid-Afrika woonden de Khoikhoi en San, de oorspronkelijke bewoners. In het binnenland woonden de Xhosa en de Zoeloes. Deze volkeren hebben zich hevig en langdurig tegen de blanken verzet, maar hun tegenstand werd ten slotte toch gebroken. Na 1820 kregen de Zoeloes een leider, Shaka, die het rijk van de Zoeloes sterker maakte dan het ooit geweest was, door een groot leger te vormen. Shaka was echter ook een wrede tiran, waardoor hij langzaam zijn aanhang verloor, en vermoord werd. De Xhosa leefden vooral van veeteelt. Elke familie had vee nodig om in zijn levensonderhoud te voorzien. De zwarte bevolking woonden in dorpen, waar aan het hoofd van de samenleving een dorpshoofd stond. Families waren belangrijk, veel families hadden door huwelijken relaties met elkaar. Door dit systeem kon men in slechte tijden altijd op elkaar terugvallen. Met de komst van de boeren veranderde het gemeenschapsleven van de zwarte bevolking, omdat de blanken, desnoods met geweld, zoveel mogelijk land in bezit wilden krijgen. Bovendien bouwden zendelingen overal kerkjes, en probeerde men de zwarten te bekeren. De zendelingen vonden de leefwijze van de zwarten maar raar, ze liepen altijd bloot, kenden geen zonde en mannen hadden meerdere vrouwen. In 1913 werd de Land Act aangenomen, waarin bepaald werd dat de zwarten slecht 7% grond mochten hebben. Daarbij kon in sommige gebieden 6% erbij gekocht worden, als de blanken dat goed vonden. De blanken kregen de beste landbouwgronden. Veek zwarten trokken met al hun spullen weg van het land waar ze al generaties lang woonden. Ze vestigden zich in reservaten, die later door de blanken ook wel thuislanden werden genoemd. De zwarten uit de reservaten trokken naar de steden om werk te vinden, en gingen tegen de allerlaagste lonen in mijnen werken. De regering kreeg een probleem, aan de ene kant waren de goedkope krachten erg handig, aan de andere kant wilden ze niet dat alle steden vol zwarten kwamen. In 1945 kwam daarom een wet om urbanisatie in te perken, een man die in een stad woonde mocht alleen met zijn gezin samen wonen als zijn vrouw en kinderen allemaal een vergunning hadden. Het resultaat was dat veel mannen in steden woonden, terwijl hun gezinnen nog in de thuislanden woonden. In 1948 woon de Nasionale Partij de verkiezingen, leider Malan was ervan overtuigd dat God wilde dat de Afrikaners de baas waren over de zwarten. Er werden allerlei nieuwe wetten aangenomen, die de zwarten van de blanken moesten scheiden. Deze segratiepolitiek werd Apartheid genoemd. Er werd verschil gemaakt tussen Grote Apartheid (de thuislandenpolitiek) en Kleine Apartheid (talloze geboden en verboden voor zwarten). § 4 Vanuit het buitenland kwam steeds meer kritiek op de Apartheidspolitiek. Het geweld dat de regering gebruikte om de Apartheid in stand te houden, riep steeds meer weerstand vanuit het Westen op. Met name de dood van Steve Biko deed stof opwaaien. De regering beloofde hervormingen, maar maakte haar beloftes niet waar. De zwarte bevolking kwam in opstand. De onrust werd groter door de economische crisis waar Zuid-Afrika in verkeerde. Toen Mandela in 1994 president werd, mochten de zwarte bewoners van Zuid-Afrika voor het eerst naar de stembus. De wisseling van macht betekende echter nog niet het einde van alle ongelijkheid. De Apartheid had ervoor gezorgd dat de blanken vooral rijk waren, en de zwarten arm. Nelson Mandela speelt bij de oplossing van de problemen de grootste rol, hij symboliseert een betere toekomst voor Zuid-Afrika.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.