Geschiedenis. Module 8: Van Nederlands-Indië tot Indonesië.
Hoofdstuk 1: Van VOC-koopman tot bestuursambtenaar.
Inleiding. Concurrerende Nederlandse handelsorganisaties gingen vanaf 1602 samenwerken in de VOC, Verenigde Oost-Indische Compagnie. Ze bemoeiden zich alleen met de politiek van het land als de handelsmonopolie in gevaar kwam. In 1796 ging de Compagnie ter ziele, maar Nederland bleef in Indië en breidde haar gezag uit.
1.1. De Indonesische Vorstendommen. In 1596 kwam Nederland voor het eerst in Java. Het was toen al erg ontwikkeld in de rijstteelt. Mensen leefden in desa’s (dorpsgemeenschap) en het gezag was geregeld als Vorst --> Adel --> Burger. Burgers moesten delen van oogst betalen aan koning, maar als de oogst was mislukt kregen ze wel economische hulp. De vorst had ook veel macht vanwege de Adat (vorst stond in verbinding met goden). Vanaf 1300 kwam de Islam in Indië, maar de Adat bleef. Havenvorstendommen aan de Indische kust hadden ook veel macht. Daar had men cargadoors, waar mensen móesten handelen. Na 1596 ontwikkelde de handel in Azië snel. Nederland wou een groot aandeel in de specerijenhandel hebben, maar Portugal ook. Dus werden de krachten gebundeld in de VOC (1602). De VOC kreeg van de Staten-Generaal ook alleenrecht op Indië. In 1610 wou de compagnie een bestuur in Indonesië, dus werd er een gouverneur-generaal ingesteld. De centrale vestiging was Batavia. Jan Pieterszoon Coen was van 1619-1623 en 1627-1623 GG daar. Hij zorgde ervoor dat de VOC een enorme macht kreeg op het gebied van handel. Zo liet hij de contract onderduikende Bandanezen uitroeien. Zijn ideaal: een compagnie die de handel tussen India, Indonesië en de Chinese Zee zou beheersen.
1.2. Ontstaan van een koloniaal bestuur. In de 18e eeuw werden Frankrijk en Engeland steeds machtiger. In 1780 raakte de Republiek in oorlog met Engeland (tot 1784). Engeland blokkeerde nu de verbinding tussen NL en de Indonesische Archipel. De VOC in Batavia raakte ook in geldnood. In 1795 werd Nederland veroverd door Frankrijk en kwam daardoor aan de Franse kant te staan in de oorlog tussen FR en EN. De toenmalige stadhouder van NL (Willem V) vluchtte naar EN, zette daar de brieven van Kew (Engels gezag moest worden toegelaten in Indië) op. Dit gebeurde ook en de archipel kwam in Engelse handen. 24-12-1765 werd de VOC opgeheven. In 1795 kwam de Bataafse Republiek, volgens de Franse Revolutie ideeën, tot stand. Maar vrijheid, gelijkheid en broederschap was er niet voor de mensen in de VOC-kolonie. Er kwam wel een grondwet in Indië, maar die was alles behalve vooruitstrevend. Maar vanaf dat moment ging Nederland wel de baas zijn in Indië, niet de VOC. In 1806 stichtte Napoleon het Koninkrijk Nederland. Herman Willem Daendels werd de leider in Indië. Hij reorganiseerde het ambtenarenapparaat totaal. Hij had alleen vertrouwen in westers gezag en dat kwam er dus. Ook legde hij de Grote Postweg aan (van west naar oost door Java) m.b.v. herendiensten (veel werken voor weinig geld). Veel doden door uitputting. Daendels was niet zo geliefd om zijn optreden. In 1811 werd hij, onder druk van andere landen, ontslagen door Napoleon. In 1811 was Nederland ook niet meer in staat Java af te schermen van Engelse mensen. Dus die namen het over, o.l.v. Thomas Stamford Raffles. Boeren moesten aan de regering jaarlijks een pacht betalen die vaststond volgens wetten en regels. Hij bedoelde het goed, maar het kon niet worden gerealiseerd wegens de andere regels in desa’s.
1.3. Verzet tegen Hollands bestuur. Pas in 1816 had Nederland het koloniaal gezag hersteld. Vooral op de Molukken, die wilden de soepele Engelsen i.p.v. de strenge Hollanders. Thomas Matoelesia veroverde met Molukkers Fort Duurstede (mei). Al snel werden de Molukken een centrum voor anti-Nederlanders. Na een paar maanden pas werd het verzet gebroken en werd Matoelesia opgehangen en in de bomen gegooid. In die periode werd de basis gelegd voor het koloniale beleid zoals het tot in de 20e eeuw is gevoerd. Nederlanders stonden anders tegenover de binnenlandse vorsten (ze buitten het volk uit, dacht NL). Nederland moest zich dus meer bemoeien met het bestuur. Mede daardoor brak in 1825 de Java-Oorlog uit. Dipanegara werd leider van een nieuw verzet. In het begin was dat succesvol, maar later werd Dipanegara gevangen genomen. In 1830 was de oorlog voorbij met de grootste verliezen aan Javaanse kant.
1.4. Het Cultuurstelsel. Het duurde niet lang voordat de kolonie Nederland meer geld kostte dan opbracht. Daarom werd in 1830 het cultuurstelsel ingezet: boeren moesten verbouwen voor de Nederlandse markt en 1/5e deel van de oogst moest worden afgestaan (in ruil voor een vergoeding). Schadeloosstelling werd pas ingevoerd na 1850. Om alles goed te laten verlopen werd er een goed wegennet aangelegd, boeren werden hiervoor in herendienst aangenomen. Voor NL was het een echte goudmijn. Maar de positiviteit erover nam al snel af want men zag in dat het voor de Indonesiërs alles behalve positief was. Vanaf 1870 mochten ondernemers zich vestigen in Indië, vanaf 18910 hoefde men niet meer verplicht suikerriet te verbouwen en vanaf 1915 was alleen koffie nog maar verplicht.
1.5. Organisatie van het bestuur. Tussen 1816 en 1910: In Den Haag had de minister van Koloniën de macht, die was weer een gezagdrager over de gouverneur-generaal. Die was verantwoordelijk voor het algemene bestuur. Het bestuur was verdeeld in 8 departementen, waaronder het Binnenlands Bestuur. Er waren 6 gouvernementen met een gouverneur die verantwoording moest afleggen aan de GG. Indonesisch bestuur was ondergeschikt. Regent was de hoogste Indonesische bestuurder, hij had direct macht over het volk. Patih was een plaatsvervanger. Er waren nog ongeveer 300 vorstendommen met enige zelfstandigheid. Het volk had ontzag voor gezag, dus was hun macht groot. Nederland liet dit zo, maar controleerde wel of ze niet te hard op de bevolking drukten, maar het volk deed dan meer voor NL dan voor de vorsten. Het Indonesische bestuur moest gehoorzamen aan NL en macht hebben over het volk. Aloes, Adil, Sabar.
2. Ondernemers, ethici en nationalisten.
Inleiding. Multatuli schreef in 1859 in zijn boek Max Havelaar dat Nederland een roofstaat was met als slachtoffer Indonesië. Hij is de ‘uitvinder’ van de ethische politiek vanaf 1900. Vanaf toen was er bijvoorbeeld beter onderwijs. Maar dat was ook meteen de ondergang van het westerse gezag…
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
J.
J.
waar is paragraaf 9 tm 16 ik heb echt een kloten geschiedenis leraar die helemaal kwaad wordt als je het niet maakt maar ze legt het geen eens uit -.- help me !
10 jaar geleden
Antwoorden