Scholieren tussen 13 en 17 jaar gezocht!

Doe mee aan dit korte onderzoek over statiegeld en maak kans op 20 euro Bol.com tegoed

Meedoen

Module 5 Wie deelt de lakens uit?

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 1681 woorden
  • 5 november 2006
  • 28 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
28 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Examenstress? Niet met Examenbundel!

Over minder dan drie weken zit je jouw examens te maken. Slaat de examenstress toe? Sla nog snel Examenbundel, Samengevat en Examenbuddy in voor je probleemvakken en own je examens! Jij. Kunt. Dit.

Ik wil slagen

Samenvatting Module 5 ‘ Wie deelt de lakens uit?’

H1<

§ 1.1
* Parlementaire democratie= bestuursvorm waarbij de bevolking indirect, namelijk via een volksvertegenwoordiging, regeert.
* Ontstaan politieke partijen door opschudding over drie kwesties:
- sociale kwestie;
- schoolstrijd;
- algemeen kiesrecht.
* Schoolstrijd= politieke strijd rond 1900, waarbij de confessionele partijen eisten dat de bijzondere scholen net als de openbare schollen door de overheid gesubsidieerd zouden worden. Opgelost in 1917-> liberalen: iedereen hetzelfde neutrale onderwijs.
- Bijzondere scholen= scholen die niet door de overheid maar door burgers zijn opgericht en bestuurd worden, vanwege de onderwijzing vanuit eigen geloofsovertuiging.
* Algemeen kiesrecht= voor mannen in 1917 ingevoerd; voor vrouwen in 1919 in de Tweede Kamer aanvaard en in 1922 in de grondwet opgenomen. Opgelost in 1917.
- 1887: mannen hoefden niet langer een minimum som aan belasting te betalen om te mogen stemmen-> bepaald bedrag op bankrekening, diploma laten zien of aantonen dat zij huur voor een woning betaalden.
- 1917: alle volwassen mannen (vanaf 24 jr.) kiesrecht;
- 1919: algemeen kiesrecht voor mannen én vrouwen;
- 1921: Amsterdamse intellectuelen wilden d.m.v. dronkaard Cornelis de Gelder (Hadjememaar) het algemeen kiesrecht terugdraaien.

§ 1.2
Partij Anti Revolutionaire Partij Christelijk Historische Unie Rooms-Katholieke StaatsPartij Liberale Unie
Oprichting 1878 door predikant Abraham Kuyper 1908 door A.F. de Savornin Lohman 1926 door priester Nolens 1885
Standpunt * Tegen Franse Revolutie 1789 (adel en geestelijkheid werden verdreven);
* Schoolstrijd;
* Voor uitbreiding van het kiesrecht. * Tegen uitbreiding v.h. kiesrecht;
* Schoolstrijd. * R.-K. geen tweederangs-burgers meer;
* Schoolstrijd. * Neutraal en modern onderwijs;
* Vrijheid en gelijkheid van het individu;
* Twijfel over algemeen kiesrecht en de sociale kwestie.
Doelgroep Protestanten uit lagere midden groepen. Protestanten uit hogere groepen. Katholieken Liberalen en ondernemers.
Bijzonder-heden * Bondgenoot met de katholieken tijdens schoolstrijd. * Bondgenoot met de katholieken tijdens schoolstijd;
* Ontstaan uit ARP. * Bondgenoot met liberalen bij gelijke rechten;
* Bondgenoot met protestenten tijdens schoolstrijd. * Steunen de katholieken bij gelijke rechten;
* Partij splitste zich door meningsver-schillen.
Partij
Sociaal-Democratische ArbeidersPartij
Oprichting 1894 door Pieter Jelles Troelstra
Standpunt * Algemeen kiesrecht;
* Productiemiddelen eigendom van de gemeenschap.
Doelgroep Socialisten, ongeschoolde arbeiders.
Bijzonderheden * In 1918 riep Troelstra arbeiders en soldaten op de macht te grijpen -> mislukte -> SDAP werd uit gesloten van regeringsdeelname;
* Steunen confessionelen.
* Verzuiling= begin 20ste eeuw, opdeling v.d. bevolking in een aantal groepen op basis van geloof of politieke overtuiging -> protestanten – katholieken – liberalen – socialisten.
- O.l.v. Abraham Kuyper ontstaan, hij wilde soevereiniteit (=terugtrekken om zo binnen eigen kring op geheel christelijke wijze te kunnen leven).
§ 1.3
* Staten-Generaal of parlement= de volksvertegenwoordiging in NL.
- Tweede Kamer= wordt direct door bevolking gekozen en maakt wetsvoorstellen. 150 leden.
* Tot 1917 gekozen via districtenstelsel;
* Sinds 1917 systeem van evenredige vertegenwoordiging= kiesstelsel waarbij iemand een kamerzetel krijgt als hij of zij de kiesdeler haalt. Kiesdeler=aantal uitgebrachte stemmen gedeeld door het aantal kamerzetels.
- Eerste Kamer= wordt gekozen door de Provinciale Staten en keurt de wetsvoorstellen v.d. Tweede Kamer. 75 leden.
* Parlement heeft rechten om de regering te controleren:
- Het recht van interpellatie (ondervraging ministers);
- Het recht van enquête (onderzoek instellen naar bep. kwestie);
- Het recht van begroting (1ste en 2de Kamer mogen begroting af keuren).
* Parlement heeft rechten voor zijn wetgevende taak:
- Tweede en Eerste Kamer mogen stemmen over ieder wetsvoorstel.
* Tweede Kamer heeft 2 rechten:
- Het recht van initiatief (elk lid van de 2de Kamer mag een wetsontwerp indienen);
- Het recht van amendement (2de Kamer mag wijzigingen aanbrengen in een ingediend wetsontwerp).
* Regering bestaat uit de koningin en de ministers.
* Kabinet= ministers alleen.
* Constitutionele monarchie= koninkrijk waarbij vorst en volk zich aan de grondwet moeten houden.
* Ministeriële verantwoordelijkheid=een minister moet voor zijn politieke daden en die van de vorst verantwoordelijkheid afleggen aan het parlement.
H2

§ 2.1
* Doorbraak= idee, ontstaan in politieke kringen tijdens de WOII, om de tweedeling in de samenleving tussen confessionelen en niet-confessionelen te doorbreken.
- 1946: SDAP-> PvdA, aanvaarding particulier kapitaalbezit.
- 1945: RKSP-> KVP
* Formateur= wordt door de koning(in) benoemd om een nieuwe regering te vormen.
* Coalitie= politieke partijen die samen een regering vormen.
* Oppositie= politieke parijen in het parlement die geen deel uitmaken van de regering.
* Regeerakkoord= overeenkomst tussen twee of meer Tweede-Kamerfracties over het beleid dat zij in een regering samen zullen voeren.
* Rooms-rode coalitie= coalitie tussen KVP en de PvdA van 1937 tot 1948,Louis Joseph Beel premier.
* Kabinet Willem Drees:
- Wederopbouw van NL na 5 jaar oorlog;
- Opbouw van de verzorgingsstaat= staat die zijn inwoners beschermt tegen armoede d.m.v. een stelsel van sociale voorzieningen.
* 1952: werkloosheidsverzekering verplicht;
* 1957: AOW
- Dekolonisatie van Nederlands-Indië in 1949.

* Links= zijn meestal vooruitstrevend en willen de samenleving rechtvaardiger maken. Komen op voor zwakkeren en vinden dat de overheid voor hen moet zorgen.
- Communistische Partij van Nederland
* Rechts= zijn meestal conservatief en willen weinig overheidsbemoeienis. Ieder moet zoveel mogelijk voor zichzelf zorgen.
- liberale Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, opgericht in 1948.
§ 2.2
* +/- 1965 einde verzuiling, door secularisering= afname van de invloed van het geloof in de samenleving. -> zwevende kiezers.
- Stijgende welvaart;
- Trek naar de grote stad en hogere opleidingsniveau;
- Minder bereid zich door de kerk de wet te laten voorschrijven;
- Opkomst tv.
Partij Pacifistisch Socialistische Partij Democraten ‘66 Politieke Partij Radicalen
Oprichting 1957 1966 door Hans van Mierlo 1968 door Ria Becker
Standpunt * Algehele ontwapening van alle landen;
* Socialistischer dan de PvdA. * Meer invloed v.d. bevolking op de politiek;
* Invoering referendum;
* Districtenstelsel. * Zie KVP
Doelgroep Socialisten Socialisten
Bijzonderheden - * In 1967 haalde de partij 7 kamerzetels. * Opsplitsing uit KVP, ze vonden deze partij te conservatief;
* Modernere christelijke partij.
* De Nacht van Schmelzer: het kabinet-Cals viel in 1966 door de ingediende motie (=standpunt van een Kamerlid over het beleid van een minister) van Nobert Schmelzer (fractieleider KVP) die vroeg aan de minister van Financien meer maatregenen tegen de groei v.d. inflatie en werkloosheid te nemen. -> teken van wantrouwen -> kabinet trad af.
* Harmoniemodel= manier van politiek bedrijven waarbij alle bartijen zoveel mogelijk proberen in overleg en goede samenwerking conflicten te voorkomen. -> Polarisatie= een verscherping v.d. politieke verhoudingen.
§ 2.3
* Jaren 60:
- Jongeren komen in opstand, zij waren tegen de samenleving en de gezagsverhoudingen in die tijd.
* Provo: protesteerden op een slimme, creatieve en speelse manier zonder geweld. Zij dreven de spot met het koningshuis, de politie en de oudere generatie. Tegen de atoombom, het Amerikaanse optreden in Vietnam, de woningnood (witte huizenplan) en de milieuvervuiling. In 1967 opgeheven.
* Oranjevrijstaat in A’dam: door Roel van Duyn in 1970, een alternatieve stad in een stad-> partij A’dam Kabouterstad verwierf in 1970 5 zetels in de gemeenteraadsverkiezingen.
* 1969: studenten bezette het Maagdenhuis, meer inspraak in het universiteitsbestuur en op de inhoud van het onderwijsprogramma.
- Vrouwen komen in opstand tegen de achtergeselde rol van vrouwen in de samenleving.
* Eerste feministische golf: 1900-1919, vrouwenkiesrecht, een betere rechtspositie en betere opleidings- en beroepsmogelijkheden voor vrouwen.
* Tot 1931: vrouwen mochten geen burgemeester worden.
* Tot 1957: vrouwen in overheidsfunctie werden ontslagen zodra zij trouwden of zwanger werden.
* 1957: getrouwde vrouwen werden ‘handelingsbekwaam’ geacht en kregen het recht om hun eigen vermogen en inkomsten te beheren.
* Tweede feministische golf:jaren 60 en 70, strijd voor de gelijkwaardigheid van de vrouw.
* Organisatie Man-Vrouw-Maatschappij werd in 1968 opgericht: streed voor gelijke beloning en kansen van vrouwen op de arbeidsmarkt. (kinderopvang, deeltijdwerk enz.)
* Dolle Mina: eisten recht op abortus en riepen op tot het gebruik van voorbehoedmiddelen.
* Buitenparlementaire actie= protestacties waarmee burgers, buiten de parlementaire procedures om,invloed willen uitoefenen op de besluitvorming van de regering.
* Kabinet Den Uyl (PvdA, PPR, D66, KVP en ARP): trad in 1973 aan, samenleving verder democratiseren, de welvaartsverschillen terug te dringen en de zwakkeren meer bescherming te bieden.
- 1976: er kwamen feiten naar boven dat Prins Bernard 1,1 miljoen dollar smeergeld heeft aangenomen.
H3

§ 3.1
* 1980: Christen Democratisch Appel ontstaat uit ARP, CHU en de KVP.
* 1982: Kabinet Lubbers (CDA en VVD), grote werkloosheid, hoge inflatie en investeringen waren sterk teruggelopen -> no-nonsense beleid -> bezuiniging op sociale zekerheid, allerlei sociale en culturele voorzieningen werden afgeschaft, uitkeringen en lonen in overheidssector verlaagd -> felle protesten = inkrimping verzorgingsstaat.
* Rijksoverheid kon niet meer efficiënt functioneren -> privatiseren (= het afstaan van overheidstaken aan het bedrijfsleven) en decentraliseren (= het overhevelen van bestuurstaken van een hoger naar een lager overheid (provincie en gemeente)).

§ 3.2
* Ophef in de politiek:
- Begin jaren 80: protesten tegen het stationeren van 48 kruisraketten op vliegbasis Woensdrecht;
- Rijn-Schelde-Verolme affaire: in 1984 kwam er een enquête naar het faillissement van het scheepsbouwconcern ondanks de 2,5 miljard gulden subsidie.
* 1989: Kabinet Lubber (CDA en PvdA), Lubbers als premier en Wim Kok als vice-premier.
- Terugdringen aantal werklozen door herkeuringen;
- Euthanasiewetgeving, in 1993 bleef euthanasie wel strafbaar maar konden artsen aan strafvervolging ontkomen door zorgvuldig te handelen;
- Dekolonisatie Nederlands-Indië.

* 1994: Kabinet Kok (VVD, D66 en PvdA) = paarse coalitie, rood de socialisten en blauw de liberalen. Samenwerking werd mogelijk door:
- D66 deelname, zij namen een midden positie in;
- Socialisten werden rechtser.

* Poldermodel= overlegstructuur tussen werkgever, werknemers en vakbonden.
* Groen poldermodel= overlegstructuur tussen overheid, bedrijfsleven en de milieubeweging. Niet gerealiseerd.
* 1989: Groen Links opgericht, ontstaan uit CPN, PSP en PPR, linkse opvattingen.
* 1998: Kabinet Kok (VVD, D66 en PvdA)
- Nacht van Wiegel: mei 1999, stemmen over de invoering van een referendum, VVD’er Hans Wiegel stemde tegen en D’66 besloot uit de coalitie te stappen -> Kabinetscrisis= dreigend aftreden van het kabinet door 1) onenigheid tussen de kabinetsleden,of 2) onenigheid tussen het kabinet en de 2de Kamer. Demissionair Kabinet= Kabinet dat eigenlijk is afgetreden, maar de lopende zaken nog behartigt tot een volgend kabinet is aangetreden. -> Reparatie Kabinet.

§ 3.3
* Europese samenwerking:
- Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in 1951: NL, België, Luxemburg, Italië, Frankrijk en West-Duitsland. Verkomen dat landen een krachtig militair apparaat zouden opbouwen. Bestuur in handen van de Hoge Autoriteit.
- Europese Economische Gemeenschap in 1957 voor een gemeenschappelijke markt en een gezamenlijk economisch beleid.
- Europese Gemeenschap voor Atoomenergie in 1957, voor gemeenschappelijk beheer van de kernenergie.
- 1967: samen gaan van de drie gemeenschappen tot 1 Europese Gemeenschap -> t.t. Europese Unie= politieke en economische samenwerking tussen een aantal Europese landen, voortgekomen uit de EG.(door Verdrag van Maastricht uit 1991)
- Nationale overheden konden op vele terreinen niet meer op eigen houtje beslissingen nemen, Europese regelgeving.

* EU:
- Raad van ministers= bijeenkomst van ministers binnen de EU. Beslist, soms in samenwerking met het Europees Parlement, of een wet wordt aangenomen of niet.
- Europese commissie= het dagelijks bestuur van de EU, is onafhankelijk en is de enige instelling binnen de EU met het recht van initiatief. Waakt over de naleving van de wetgeving en zorgt voor uitvoering van Europese beleidsmaatregelen.
- Europees parlement= volksvertegenwoordiging v.d. EU; wordt rechtstreeks gekozen door burgers uit de lidstaten.
- Europese raad= belangrijkste vergadering v.d. EU, waarbij regeringsleiders bijeenkomen om het beleid v.d. EU uit te stippelen.
- Eigen Hof van Justitie.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.