Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Module 1

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1744 woorden
  • 5 februari 2009
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
MODULE 1
Paragraaf 1.1 Zwarte magie

Vroeger werden allerlei vormen van ongeluk toegeschreven aan bovennatuurlijke krachten.

Magie is het uitvoeren van een ritueel op een bovennatuurlijke manier om iet voor elkaar te krijgen. Er zijn twee soorten magie: witte en zwarte. Witte magie heeft een positief doel zoals bijv. Iemand genezen. Zwarte magie heeft een negatief doel zoals schade toebrengen, bijv. Ziekte, dood, stormen en misoogst.

Van de vijftiende tot zeventiende eeuw werden heksen in het christelijke Europa niet alleen beschuldigd van magie, maar ook van het vereren van de duivel.

De geloof in magie was oorspronkelijk een onderdeel van het geloof van het volk en duds ook van de volkscultuur.

In de samenleving onderscheiden we verschillende soorten sociale lagen. Daarin onderscheiden we de elite cultuur en de volkscultuur.
Onder de volkscultuur verstaan we vooral de cultuur van de boeren en ambachtslieden. Dit kwam tot uiting in dingen die mensen binnen de gemeenschap deden, zoals carnaval en rituelen bij dood.
De elite cultuur is de cultuur van de rijke en geleerde mensen. Zij hadden gemiddeld een meer verfijnde beschaving.
In de elitecultuur werd magie beschouwd als bijgeloof en aanvankelijk werden heksen ook met rust gelaten. Juristen en theologen ontwikkelden een denkbeeld dat hekse gevaarlijk waren en de duivel vereren.Deze ideeën verspreidden zich onder de mensen die konden lezen. Pas langzaam drong het bij de grote massa door.

De elitecultuur wees het geloof in hekserij aanvankelijk af terwijl in de volkscultuur de magie juist geaccepteerd werd. Ideeën overmagie, gedachten over duivelverering en een nieuwe aanpak van het strafrecht waren nodig voor het ontstaan van heksenwaan.

Paragraaf 1.2 Duivelverering
De kerk had te maken met allerlei andere (volkse) godsdiensten. Deze andere godsdiensten werden afgedaan als ‘duivels’.
Volgens christelijke schrijvers waren demonen het gevolg van de duivel. Vanaf de twaalfde eeuw verschenen er boeken over magie(bijv. Sleutel van Salomo). Magiërs en alchemisten beweerden dat met de dingen die in die boeken stonden goud konden maken. Meestal hadden ze daarbij de hulp van demonen nodig. Deze duivels deden niets voor niets, dus moesten ze een verbond met hen sluiten.
Voor het eerst kwamen magie en duivelsverering bij elkaar.


Iemand die de duivel vereerde was een ketter. Een reden voor de inquisitie om zich met het probleem te gaan bemoeien. (De meeste rechters waren dominicanen, de meest geleerde broeders uit de middeleeuwen.)

De inquisiteurs waren gewend om groepen godsdienstige sekten te vervolgen(zoals de katharen in de dertiende eeuw). Ze pakten de duivelverering dan ook aan alsof het een georganiseerde godsdienst was.
In het begin waren er grote verschillen tussen de verhalen over de heksensabbats die door Europa gingen, maar na verloop van tijd kwamen ze op één lijn.

De publicatie van de handboeken voor de vervolgingen van heksen speelde daarbij een belangrijke rol. (Het eerste boek dat een breder lezerspubliek bereikte was de malleus maleficarum of hamer van de zwarte magiërs van de hand van de twee inquisiteurs: Henricus Institris en Jacob Sprenger.)

Beschuldigingen van het kant van het volk hadden een andere oorzaak. Ze vonden het moeilijken om te accepteren dat juist hun kinderen ziek werden of hun vee ziek werd terwijl ze net ruzie met de buren hadden. Ze geloofde dat er zwarte magie werd bedreven en beschuldigde daarom hun buren van hekserij.

De ideeën van duivelsverering kwamen pas traag bij het volk terecht. De verspreiding gebeurde door preken en door de processen zelf.

Paragraaf 1.3 De rechtsspraak
Doordat de rechtsspraak veranderde kon de heksenvervolging zulke grotve omvang aannemen.

Vanaf de dertiende eeuw ontwikkelde zich het inquisitoir proces. De overheid hoefde geen aanklacht meer af te wachten, maar kon nu zelf een onderzoek beginnen.In dezelfde tijd gingen mensen folteringen gebruiken, om mensen sneller te laten bekennen, en om meer mensen te kunnen veroordelen.

Vanaf 1550 vond de vervolging van de heksen minder plaats door kerkelijke rechtsbanken. De wereldlijke rechtbanken namen die taak over.

Werden er nu werkelijk heksensabbats gehouden? Margaret Murray beweerde dat heksen zogenaamde aanhangers waren van een voorchristelijke vruchtbaarheidsgodsdienst. De katholieke kerk vreesde de invloed van het concurrerende geloof en ahd gezegd dat de leiders van de cultus ‘duivels’ waren en dat de cultus dus een duivelvereniging was.

Er was veel kritiek op haar theorie door historici: er is geen enkel bewijs dat er georganiseerde bijeenkomsten van duivelvereerders zijn geweest.
Zo waren in de zestiende eeuw voldaan aan drie voorwaarden voor de massale jacht op heksen. Het bestaan van ideeën over magie binnen de volkscultuur en de gedachten over duivelverering werden er door de elite aan toegevoegd en verspreid aan het volk. Een nieuwe aanpak van het strafrechts maakten de vervolgingen makkelijker.

Paragraaf 2.1 Oorzaken
De piek van de vervolgingen vielen samen met de godsdienstige conflicten in Europa.
Oorzaken van de toename:
• Hervorming en Reformatie: de protestanten maakten zich los van de katholieken omdat ze vonden dat de katholieken te ver van de bijbel en hun idealen stonden. Ze beschuldigden elkaar wederzijds van duivelvereringen en ketterij.
• De dertigjarige oorlog(1618-1648) vond plaats ten tijde van de grootste heksenvervolgingen in Duitsland. Mensen wisten niet goed meer wat ze moesten geloven.

• 1550-1650 is een periode van grote economische en sociale veranderingen: handel, inflatie, ontdekkingsreizen en verschillen tussen arm en rijk. De elite vreesde sociale onrust en hekserij was een manier om het gevaar af te wenden op weerloze zondebokken.

• De natuurrampen vielen samen met de oorlog en de economische crisis. De heksenprocessen hadden een functie omdat de mensen zo een manier hadden gevonden om wat tegen het kwaad te doen.

Paragraaf 2.2 Hoeveel en wie?
De schatting ligt tussen 50.000 en 60.000 terechtstellingen van heksen in Europa.

In Nederland was het aantal te verwaarlozen: het was een welvarend land door de handel op dat moment en had ook veel cotact met andere volken wat de Hollanders ‘tolerant’ maakte.
De meeste rechtszaken vonden plaats in dorpen of kleine steden. Kleine gemeenschappen waren vatbaarder voor hekserij door de grote onderlinge afhankelijkheid.
Niet alleen vrouwen, maar ook mannen werden veroordeeld.
Driekwart van de terechtgestelden waren echter wel vrouwen.
Waarom?
• Door hun werk: vooral bij verzorgende beroepen gebruikten ze middeltjes die tot de magie werden gerekend en wat dan al gauw verdacht was als er iets erg gebeurde.

• Vrouwen werden als zwakkeren gezien. Ze zouden makkelijker slachtoffer kunnen worden van de duivel en bovendien was er het vooroordeel(ook wel stereotype genoemd) dat de vrouwen op seksueel gebied onverzadigdbaar waren.

• Vrouwen hadden minder invloed en relaties dan mannen. Vooral alleenstaande oudere vrouwen moesten het ontgelden. Zij hadden geen bescherming van een man.

De meeste aangeklaagden waren ook niet meer zo jong.

Paragraaf 2.3 De heksenjacht
Bij een ‘typische’ heksenjacht letten we op de oorzaken, aanleiding en het verloop van de processen en straffen.

• Oorzaken zijn economische crisis, religieus conflict, epidemieën of misoogsten.
• De aanleidging daarvan was meestal het ongeluk van een persoon, bijv. Ziekte of dood. De schuldige hiervan was dan een heks.

• Het verloop van een proces was vaak hetzelfde: De plaatstelijke rechtbank nam een aanklacht in behandeling en perste er een bekentenis uit door middel van foltering.

Aan een proces was vaak een periode van foltering vooraf gegaan. Dreiging ermee was vaak al voldoende om iemand te laten bekennen.
Heksenproeven waren methodes om zonder bekentenis erachter te komen of iemand een heks was.
Bijvoorbeeld:
• In iemands moedervlek prikken om te kijken of er bloed uitkwam.
• Iemand vastbinden een in het water neerlaten aan een touw. Als hij/zij bleef drijven, was het een heks.

Ook rekende men in de elite wel eens af emt politieke tegenstanders op bovenstaande wijze. Ook was het een manier om het volk zoet te houden.

Aantal voorbeelden van straffen:
• verbanningen
• gevangenis
• een deel werd tot de dood veroordeeld ( galg en vaak de brandstapel)

Paragraaf 3.1 Kritisch denken
In de loop van de zeventiende eeuw namen de heksenprocessen af en begonnen er steeds meet intellectuelen te beweren dat heksen helemaal niet bestonden.
Het kritische denken nam toe onder de wetenschappers.
• Johannes Weyer toonde in 1563 aan dat heksenvervolgingen onlogisch waren.
• Reginals Scot nam zijn ideeën over in 1584 in ‘The discovery of witchcraft’. Hij wilde de rechter overhalen te stoppen met het vervolgen van heksen.

• Balthasar Bekker was een dominee die een boek schreef in 1691 over bijgeloof en dat rampen het gevolg waren van natuurlijke oorzaken.

Rationalisme is een stroming van denken dat berust op het menselijke verstand. De perioden waarin dit populair was, wordy de verlichting genoemd.
Men ging in bredere kringen twijfelen aan gevestigde opvattingen over hekserij. De kloof tussen volkscultuur en elite bleef nog wel een tijd bestaan.
Het rationalisme kreeg invloed op de rechtsspraak.
De eisen voor bewijzen werden hoger. Er kwamen nieuwe wetten rondom foltering. Uiteindelijk werden vervolgingen verboden.
In de achttiende eeuw werden de mensen minder fanatiek in het geloof en verdraagzamer tegenover andere mensen. De drie oorzaken van heksenvervolgingen waren minder belangrijk geworden.

Paragraaf 3.2 Voortbestaan van de heksenwaan
De heksenjacht verdween niet geheel. In de 19e eeuw nam de belangstelling weer toe. Dit volksgeloof ging gepaard met bezoeken aan waarzegsters, handlezers en oproepers van geesten. In onze tijd bestaan er in diverse landen mensen die heksensabbats houden. Zij grijpen terug op een traditie. In de 19e eeuw hunkerden romantische zielen uit de elite van de burgerij naar geheimzinnige avonturen en bovennatuurlijke verschijnselen. Dit leidde tot de bloei van het spiritisme (het geloof dat geesten van overledenen contact kunnen hebben met levende mensen) en occultisme (stroming die beweert geheime kennis te hebben over bovennatuurlijke verschijnselen, zoals geesten en helderziendheid), maar ook tot het nabootsen van hekserij.

Paragraaf 3.3 Heksenjacht in de twintigste eeuw
Het lijkt erop dat er in de moderne tijd geen heksenjachten meer plaats vinden. Maar in de Wereldoorlogen weren joden afgeschilderd als heksen die kinderen kwaad doen en het drinkwater vergiftigen.

Door de Russische Revolutie in 1917 ontstond bij veel Amerikanen de afkeer voor links, de red scare. Dit leidde tot een jacht op communisten en anarchisten. Zeer omvangrijk waren de vervolgingen van de vermeende communisten tussen 1950 en 1954. Er zijn hier grote overeenkomsten met het profiel van de heksenjachten. Als bron van het kwaad wezen de Amerikanen de Sovjetunie en de duivel Stalin aan. De oorzaak was vooral de koude oorlog. De Russen hadden kort tevoren communistische regimes gevestigd in een aantal Oost-Europese landen en in China had en communistische revolutie plaatsgevonden. De aanleiding was dat Joseph McCarthy een lijst maakte met communistische mensen in het democratische bestuur van de VS. Er kwam een onderzoek en men stelde vast dat de mensen geen communisten waren. Hoewel McCarthy geen bewijzen kon vinden, werden er wel verschillende ambtenaren ontslagen en andere werden veroordeeld wegen het afleggen van valse verklaringen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.