Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

GS Samenvatting H5 & 6.1, 6.2

Beoordeling 7.5
Foto van Nina
  • Samenvatting door Nina
  • 2e klas vwo | 959 woorden
  • 20 juni 2022
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
2 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Congres van Wenen 

  • Ze draaiden veel democratische hervormingen terug, dat noemen we de Restauratie. 
  • Men probeerde Frankrijk de omringen met sterke landen 
  • De vorsten spraken af elkaar te helpen bij het bestrijden van revolutionaire ideeën/ bewegingen.  

Nationalisme & Militairisme 

Meer mensen kregen liefde voorzijn eigen volk, door:  

  1. Belangstelling voor het gebruik en geschiedenis van eigen volk. 
  2. Elk volk wou een eigen staat. 
  3. Europa moest de sterkste zijn: 
    • Militarisme, oorlogen waren een goede manier om conflicten op te lossen. 
    • Uitbreiden legers 
    • Snelle oorlogsdreigingen 
    • Men kreeg voorliefde voor legers 

Europa veranderde 

Nationalisten: "Elk volk eigen staat!" 

  • Problemen in veelvolkerenstaten, waar volken voor eigen land streden. 
  • Oostenrijk en Ottomaanse Rijk vielen uit elkaar.  
  • 1830: Griekenland onafhankelijk 
  • 1878-1908: Roemenië en Bolgarijke werden onafhankelijk. 
  • Problemen in landen waar volken verspreid waren 
  • 1871: Ontstaan Duitse keizerrijk onder leiding van Pruissen. 
  • Samenvoeging Duitse landen 
  • 1861: koninkrijk Italie als parlemantaire democratie 

Handelspost naar Imperium 

Rond 1500 hadden Europeanen vaarroutes naar Afrika, Amerika en Azië ontdekt.  

  • In Amerika hadden de Europeanen in de 16e en 17e eeuw grote gebieden veroverd en koloniën gesticht. 
  • In Afrika en Azië stichtten Europeanen in de 16e en 17e eeuw handelsposten aan de kust. Ze gingen niet naar de binnenland 
  • 19e eeuw: In Afrika en Azië gingen Europeanen het binnenland ipv buitenland bezetten en besturen, zo kwamen er koloniën.  
  • Europeanen wilden allemaal zoveel mogelijk koloniën hebben, zodat ze een groot wereldrijk of imperium konden vormen.  
  • Er ontstond een soort wedstrijd in het veroveren van gebieden in Azië en Afrika: De periode tussen 1800 en 1940 word het modern imperialisme genoemd. 

Modern Imperialisme 

4 oorzaken: 

  • Het bezit van koloniën was voor Europeanen economisch voordelig 
  • Het werd makkelijker koloniën te veroveren en besturen (Europeanen hadden betere wapens) 
  • Een imperium zorgde voor aanzien en macht 
  • Europeanen hadden het gevoel dat ze betere mensen waren dat Aziaten en Afrikanen. Ze voelden zich superieur. 

Superioriteitsdenken: Denken dat je beter ben dan andere rassen. 

Brits-Indië 

Groot-Brittannië had het meeste succes in de 19e eeuw met het stichten van imperiums.  

  • Belangrijkste: Brits-Indië. 
  • Het werd bestuurrd door 1.000 Britse ambtenaren en 40.000 soldaten. Ze hadden een systeem van indirect bestuur.  
  • Indirect bestuur: Vorsten die Britse ambtenaren opvolgen.  

Nederlands-Indië 

Op papier stond dat Nederlanders alle eilanden in het gebied Batavia hadden bestuurd, maar de plaatselijke adel was nog erg machtig. Dat kwam doordat Nederlanders vrijwel nooit in het binnenland kwamen. 

  • Hadden ook een indirect bestuur 
  • Hoofd = gouverneur-generaal, werd geholpen door Nederlandse ambtenaren en was zelf weer ondergeschikt aan de Nederlandse regering. 
  • Verdeel en heers politiek: Nederlanders gaven sommige vorsten hulp bij ruzie, zo probeerden ze te voorkomen dat de vorsten samen in opstand zouden komen. 
  • Cultuurstelsel: boeren moesten 20% van hun land geven en hun land bebouwen (in cultuur brengen) 
  • De bevolking leed honger omdat ze minder konden verbouwen.  
  • Nederlandse ondernemers waren ontevreden -> wilden met bedrijven geld verdienen in Nederlands-Indië, maar mocht niet ivm cultuurstelsel. 
  • Nederlanders steeds mee kritiek: 
    •  Inlandse bevolking was erg arm 
    • Bevolking was slecht opgeleid 
    • Inheemse edelen misdroegen zich.  

In 1901 besloot de regering tot het voeren vaneen ethische politiek:  

  • Economische maatregelen 
  • Verbetering gezondheidszorg 
  • Een beschavingsoffensief: een poging om de bevolking meer beschaving bij de brengen. (scholen) 
  • Vergroting van politieke inspraak voor de bevolking. 

Hielp niet.  

Afrika & Europa 

  • Agrarisch-stedelijke samenleving.  
  • Voor 1800: Europa handelde aan de noordkust, en hadden andere handelsposten.  
  • Rond 1800: Europeanen trokken het binnenland in, ook gingen ze het christendom verspreiden. Weinig succes -> meer geïnteresseerd in Azië. 

Wedloop om Afrika 

  • Er kwam meer belangstelling voor Afrika.  
  • Er ontstond een wedloop om Afrika -> soort wedstrijd wie in Afrika de meeste koloniën kon stichten. 
  • Sloten contracten met Afrikaanse vorsten – Onduidelijke grenzen.  
  • Conferentie van Berlijn -> regels op voor de verdeling van Afrika.  

Verdeling Afrika 

Opdeling van Afrika had grote gevolgen: 

  • In 1914 werd bijna heel Afrika bestuurd door Europeanen. 
  • Grenzen waren niet logisch. Soms werd een volk over 2 landen verdeeld of moesten vijandige volken in 1 land leven. 
  • Afrikaanse economie werd ondergeschikt gemaakt aan de Europese. 
  • Afrikanen leerden Europese talen en maakte kennis met westerse ideeën. 

Slavernij in Noord- en Zuid-Amerika 

16e eeuw – 1800: Europese kolonisten maakten gebruik van Afrikaanse slaven 

  • Vraag naar producten steeg -> vraag naar slaven kreeg 
  • Slaven werken in mijnen, in de bouw, op plantages of in het huishouden 
  • Leefomstandigheden waren slecht 
  • Eind 18e eeuw: slaven maken kennis met de idealen van de Franse Revolutie 
  • Vrijheid, gelijkheid, stemrecht -> revolutie in 1719 

Suriname en de Antillen 

In Nederlandse koloniën was slavernij erg belangrijk: 

  • Suriname 1860 was 70% slaaf 
  • Plantage-eigenaren pakten slaven hard aan 
  • Soms wisten groepen te ontsnappen 
  • Deze marrons vormden kleine leefgebieden 
  • Probeerden andere slaven te bevrijden door plantages aan te vallen 
  • 19e eeuw: Marrons sluiten vrede met Nederlands bestuur 
  • Antillen in 1860: 35% van de bevolking was slaaf. 
  • Slaven deden zwaar werk in de haven of bij het winnen van zeezout. 
  • Vluchten was onmogelijk 
  • 1795: Mislukte slaven opstand onder Tula.  

Oost-Indië 

Liever niet 

Opkomst van het abolitionisme  

Rond 1750: meeste Europeanen vonden slavernij normaal, maar sommigen vonden: 

  • Slavernij was onchristelijk 
  • Slavernij was tegen de verlichting 

Zo ontstaat het abolitionisme, een beweging om slavernij af te schaffen: 

  • Eerst afschaffing slavenhandel: 
    • Einde verschrikkelijke transporten 
    • Slavenhouders zouden voorzichtiger met slaven omgaan 
    • Slavernij zou dan uiteindelijk verdwijnen, maar  
    • Illegale handel bleef doorgaan 
    • Slaven-eigenaren lieten slaven kinderen opgroeien tot slaven 
    • Abolitionisten kochten zo veel mogelijk slaven vrij en probeerden andere te overtuigen. 

Afschaffing van de slavernij 

Afschaffing hielp niet, dus wilden steeds meer mensen slavernij zelf afschaffen.  

  • 1833: Engeland bevrijdde de slaven, na een slavenopstand op Jamaica. 
  • 1813-1865: VS bevrijdden de slaven, na burgeroorlog 
  • VS had veel plantages in het zuiden, en veel industrie in het noorden 
  • In Noordelijke staten was slavernij voor 1800 al afgeschaft 
  • In de zuidelijke staten was er tegen afschaffing slavernij 
  • 1861 – 1865: Burgeroorlog tussen Noord- en Zuid 
  • 1863: Noordelijke staten schaften slavernij in alle staten af 
  • 1863: Noordelijke staten winnen burgeroorlog en zuidelijke staten moeten zich aan verbod op slavernij houden. 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.