Geschiedenis Nederland

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 2236 woorden
  • 9 april 2022
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
10 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

De Nederlandse Maatschappij (1948-1978)

Nederland in de wereld

In de periode van 1948 tot 1978 koos Nederland voor een actievere rol in de wereldpolitiek dan in de jaren voor 1940. Dit had onder andere te maken met de Tweede Wereldoorlog. Voor de oorlog had Nederland altijd een neutraliteitspolitiek gevoerd. Na de Tweede Wereldoorlog voelden veel Nederlanders en nieuwe dreiging, die van de Sovjet-Unie. Ze vonden dat hun land niet meer neutraal kon blijven.

Nederland werd daarom lid van de NAVO, het westerse militaire samenwerkingsverband dat was opgericht vanwege de spanningen tussen het Westen en de Sovjet-Unie.

In deze periode van Koude Oorlog probeerden zowel de Verenigde Staten als de Sovjet-Unie hun invloedssfeer in Europa te vergroten. De Verenigde Staten deden dit bijvoorbeeld door Europese landen te helpen met hun wederopbouw na de oorlog. Zij gaven financiële steun, die ook wel Marshallhulpwordt genoemd.

Ook deed Nederland al snel mee aan Europese samenwerkingsverbanden, zoals de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). Nederland was bovendien een van de zes oprichters van de Europese Economische Gemeenschap (EEG), de voorloper van de huidige Europese Unie (EU). Een van de doelen van meer Europese samenwerking was nieuwe oorlogen binnen Europa te voorkomen.

Economische veranderingen

Door de oorlog was Nederland sterk verarmd. De wederopbouw duurde tot halverwege de jaren 50. Al die jaren hadden de meeste mensen maar weinig te besteden. Daarna groeide de Nederlandse welvaart snel:

  • De Amerikaanse Marshallhulp zorgde ervoor dat allerlei bedrijfstakken zich goed konden herstellen;
  • Veel Nederlanders waren bereid hard te werken en sober te leven om hun land er weer bovenop te krijgen.

Na de Tweede Wereldoorlog zaten de socialistische PvdA en de Katholieke Volkspartij een periode samen in de regering. We spreken daarom van rooms-rode regeringen. Deze politici geloofden in een maakbare samenleving: ze dachten dat de regering de economie kon sturen en zo kon zorgen voor een betere samenleving met meer economische gelijkheid. Zij voerden daarom een geleide loonpolitiek. Dit hield in dat de overheid alle lonen in Nederland laag hield. 2 voordelen daarvan zijn:

  1. Werkgevers konden meer mensen in dienst nemen, waardoor er minder werkeloosheid was;
  2. Nederlandse producten werden relatief goedkoop, waardoor de export steeg.

Ook profiteerde Nederland van het economisch herstel van Duitsland, dat veel Nederlandse producten importeerde.

In de jaren 60 werd er in Groningen bovendien een grote hoeveelheid aan aardgas gevonden.

De snelgroeiende welvaart had 2 belangrijke gevolgen:

  1. De rooms-rode regeringen vonden dat de staat iedereen een bestaansminimum en goede zorg moest garanderen. Nu er meer geld was, begonnen ze daarom in de jaren 50 met het opbouwen van een verzorgingsstaat. Zo werd in 1957 ook de AOW ingevoerd, waardoor ouderen verzekerd waren van een pensioen.
  2. Het ontstaan van een consumptiemaatschappij. In de jaren 60 kwam namelijk een einde aan de geleide loonpolitiek en stegen de lonen ineens sterk. Nederlanders konden allerlei producten kopen die eerder te duur waren geweest, zoals huishoudelijke apparaten of een auto. Mensen konden voor het eerst op vakantie en werden mobieler.

Veranderingen in de bevolking

Direct na de Tweede Wereldoorlog groeide de bevolking in Nederland snel. Er was sprake van een zogenaamde babyboom, waarbij in korte tijd veel kinderen werden geboren.

Daarnaast werd het aantal inwoners beïnvloed door migratie. Begin jaren 50 was er vooral sprake van emigratie. Eind jaren 60 keerde de migratiestroom om. Door de groeiende welvaart probeerde Nederland nu juist immigranten uit andere landen aan te trekken, omdat er steeds meer arbeidskrachten nodig waren. Werkgevers huurden zogenoemde gastarbeiders in, eerst uit landen als Spanje en Italië, later uit Turkije en Marokko.

De verwachting was dat deze gastarbeiders na enige tijd zouden terugkeren naar hun vaderland. Velen deden dat ook, maar in de jaren 70 veranderde dat en bleven veel gastarbeiders in Nederland wonen. Door gezinshereniging nam het aantal immigranten in Nederland verder toe.

Ook door dekolonisatie kwamen nieuwe groepen mensen naar Nederland.

Nederland erkende de onafhankelijkheid van Indonesië (uitgeroepen in 1945) lange tijd niet en voerde een koloniale oorlog om het land te heroveren. Nadat Nederland deze oorlog verloor, verhuisden veel Indonesiërs (gedwongen) naar Nederland, bijvoorbeeld omdat ze aan de kant van Nederland hadden gevochten.

De onafhankelijkheid van Suriname (in 1975) verliep geweldloos. Een flink aantal Surinamers koos er zelf voor te emigreren naar Nederland. Zij hadden weinig vertrouwen in hun toekomst in een onafhankelijk Suriname.

Sociaal-culturele veranderingen

Voor de Tweede Wereldoorlog was de Nederlandse maatschappij sterk 'verzuild': ieder religieus-culturele gemeenschap of 'zuil' had eigen scholen, kranten en verenigingen. Tot het eind van de jaren 50 veranderde hierin weinig. Maar rond 1960 begon de ontzuiling van het sociale en politieke leven. Dat had een paar oorzaken:

  • Doordat steeds minder mensen naar de kerk gingen, raakten zij de binding met hun protestantse of katholieke zuil kwijt;
  • Door betere opleidingen en nieuwe communicatiemiddelen kwamen mensen in aanraking met andere denkbeelden.

Met name jongeren voelden zich niet langer thuis in het zuilensysteem. Zij hadden vaak meer onderwijs gevolgd dan hun ouders. Jongeren kregen een eigen levensstijl. Binnen deze jeugdcultuur ontstonden verschillende groeperingen:

  • Een van deze groeperingen waren de stoere nozem uit de jaren 50, met brommers en vetkuiven;
  • Daarna volgden in de jaren 60 onder meer provo's (die de samenleving probeerden op te schudden met speelse acties);
  • En de hippies (die de harde realiteit ontvluchtten met liefde, muziek en softdrugs).

In de jaren 60 en 70 eisten jongeren meer inspraak, bijvoorbeeld in de manier waarop zij onderwijs kregen. Verder vroegen zij aandacht voor maatschappelijke problemen, zoals de nadelen van de consumptiemaatschappij.

Tot 1956 mochten getrouwde vrouwen volgens de wet geen belangrijke beslissingen nemen. In 1956 werd deze handelingsonbekwaamheid afgeschaft. In de jaren 60 kwam de tweede feministische golf op gang:

  • De dolle mina's streden voor het recht op abortus met de leus 'baas in eigen buik';
  • Man Vrouw Maatschappij (MVM) richtte zich op gelijke rechten tussen mannen en vrouwen;
  • Daarnaast veranderde de positie van vrouwen door de introductie van de anticonceptiepil.

Ook waren vrouwen steeds beter opgeleid. Vanaf de jaren 80 begonnen zij dan ook steeds vaker hun eigen geld te verdienen.

De Nederlandse maatschappij (1978-2008)

Nederland in de wereld

Ook na 1978 bleef de Koude Oorlog voortduren. Nederland had hierin, als lid van de NAVO, een onafhankelijke houding tegenover de VS. Velen waren trots op die onafhankelijke houding en zagen Nederland daarom tot in de jaren 80 als gidsland: een land dat een voorbeeld kon zijn voor andere landen.

De inzet van het Nederlandse leger bij buitenlandse vredesmissies kon wel rekenen op steun onder de bevolking. In de jaren 90 liep een van deze missies echter uit op een drama. Dat gebeurde toen Nederlandse troepen de vrede probeerden te handhaven in Joegoslavië. De VN hadden de Bosnische stad Srebrenica uitgeroepen tot een veilige plek voor moslims, die werden bedreigd door Servische soldaten. De Nederlandse soldaten daar konden echter niet voorkomen dat Servische soldaten de stad innamen en 8.000 krijgsgevangenen moslimjongens en -mannen vermoordden. Na deze val van Srebrenica(1995) werd Nederland terughoudender in zijn internationale ambities.

Nederland bleef zich in de jaren 80 en 90 wel inzetten voor samenwerking in Europa. Het was nauw betrokken bij de totstandkoming van het Verdrag van Maastricht, dat (in 1992) de basis legde voor de Europese Unie en een Europese munt: de euro. Door het Verdrag van Schengen, dat midden jaren 80 werd gesloten, vervielen 10 jaar later de grenscontroles en konden mensen onbelemmerd door Europa reizen.

Door de groei van de Europese Unie en veranderingen in de NAVO werd de invloed van Nederland in Europa kleiner.

Economische veranderingen

In 1973 besloten enkele Arabische staten om geen olie meer te leveren aan westerse landen die tijdens een oorlog Israël hadden gesteund. Daardoor ontstond een wereldwijde oliecrisis. Deze crisis maakte een einde aan jarenlange economische groei.

Tijdens deze economische crisis ontstond in Nederland kritiek op de verzorgingsstaat, die volgens velen te bureaucratisch en te duur was.

In de jaren 80 werd Ruud Lubbers minister-president. Hij koos voor een liberaal beleid. De verzorgingsstaat werd daarom ingeperkt:

  • Het minimumloon en de uitkeringen werden lager;
  • Staatsbedrijven werden geprivatiseerd: bedrijven die door de overheid in stand werden gehouden, zoals de PTT en de NS, moesten nu op eigen benen staan.

Ondanks deze ingrijpende maatregelen bleef het in Nederland politiek en economisch vrij rustig. Dat was te danken aan het poldermodel. Overheden, werkgevers en werknemers probeerden conflicten te voorkomen door over economisch beleid met elkaar te overleggen tot er overeenstemming was.

Aan het einde van de jaren 80 herstelde de Nederlandse economie zich. Zij kende daarna een bloeiperiode die bleef duren tot de economische crisis van 2008. Nederland profiteerde vooral van de toenemende Europese samenwerking en de globalisering. Globalisering is het verschijnsel dat landen over de hele wereld politiek, economisch en cultureel steeds meer verbonden raken.

Sociaal-culturele veranderingen

Samen met de ontzuiling leidde het liberalisme tot individualisering: mensen werden steeds zelfstandiger en steeds minder afhankelijk van gemeenschappen als hun familie of hun kerk.

De liberale regering was voor zo veel mogelijk vrijheden en pasten hier hun beleid op aan:

  • Het gedoogbeleid voor softdrugs werd voortgezet;
  • De Algemene Wet gelijke behandeling stelde (in 1994) vast dat voortaan geen onderscheid mocht worden gemaakt op basis van onder meer godsdienst, seksuele voorkeur of geslacht.

Ook na het vertrek van Ruud Lubbers bleef Nederland internationaal vooroplopen met onder andere de regeling van het homohuwelijk (2001) en de euthanasiewetgeving (2002). Het leverde het beeld op van een welvarende, vrije en zeer tolerante samenleving.

De individualisering had ook gevolgen voor de jeugdcultuur na 1978. Die raakte steeds meer versnipperd. Jongeren vormden groepen op basis van hun sociale of etnische achtergrond. Muziek was en belangrijk onderdeel van deze groepsculturen. De punk- en de kraakbeweging ontstonden tijdens de economische crisis van de jaren 80 en bestonden vooral uit jongeren die leden onder de economische teruggang. Punkers hadden weinig geloof in de toekomst en verzetten zich daarom tegen de autoriteiten. De kraakbeweging bekritiseerde vooral de woningnood. Krakers bezetten leegstaande panden en verzetten zich soms met geweld tegen de overheid.

In de jaren 90 werd rap een belangrijk onderdeel van de jeugdcultuur. De rapmuziek ontstond in de Verenigde Staten. Afro-Amerikaanse jongeren maakten zich in hun rapteksten onder andere boos over armoede en racisme.

De gabbercultuur uit de jaren 90 hield zich niet bezig met politieke of maatschappelijke problemen. Deze jongeren vormden vooral en groep dankzij hun gedeelde interesse: dansen op keiharde beats.

Door de introductie van internet, de doorbraak van de mobile telefoon en de komst van digitale sociale netwerken veranderde de samenleving. Al deze veranderingen op technologisch gebied worden ook wel de digitale revolutie genoemd. De veranderingen hadden gevolgen voor de leefstijl van zowel jongeren als ouderen. De technologie zorgde er bijvoorbeeld voor dat mensen nog zelfstandiger werden en droeg zo verder bij aan individualisering

Veranderingen in de bevolking

  • Ook na 1978 bleef Nederland een migratieland, Onrust en armoede in de wereld zorgden er regelmatig voor dat mensen naar Nederland trokken en hier asiel (bescherming) zochten. Tot in de jaren 90 waren politieke partijen en burgers over het algemeen positief over net idee van een multiculturele samenleving: een samenleving die bestaat uit mensen met verschillende culturele achtergronden. Rond 2000 veranderde dit. Het werd steeds duidelijker dat de kinderen van Turks en Marokkaanse immigranten aanzienlijke achterstanden hadden ten opzichte van Nederlandse leeftijdgenoten zonder immigratieachtergrond. Er vond ook weinig vermenging plaats: groepen leefden meer langs elkaar heen dan met elkaar.  De multiculturele samenleving was volgens sommigen mislukt.
  • Tegelijkertijd voelden vooral Nederlanders die economisch zwak stonden en niet van de economische groei hadden geprofiteerd, zich bedreigd door de Europese samenwerking. Zij ervoeren concurrentie van mensen uit minder welvarende EU-landen, die bereid waren om voor een laag loon te werken. Zij maakten zich zorgen over hun eigen kansen op de arbeidsmarkt en vonden dat de politiek geen aandacht had voor hun problemen.
  • Mensen ervoeren en kloof tussen burgers en politiek. Deze problematiek werd nog versterkt door internationale ontwikkelingen. Op 11 september 2001 pleegde de islamitische terreurgroep Al Qaida een aanslag in New York, waarbij zo'n 3.000 mensen om het leven kwamen. Door deze aanslag groeide de angst voor de islam in de samenleving.

Al deze economische, politieke en culturele ontwikkelingen bij elkaar zorgden ervoor dat in Nederland sinds ongeveer 2000 sprake was van polarisatie (toenemende tegenstellingen tussen politieke en maatschappelijke groepen). Nederlandse politici discussieerden steeds meer over migratie. In aanloop naar de verkiezingen van 2002. had vooral de politicus Pim Fortuyn van de Lijst Pim Fortuyn (LPF) een negatieve kijk op de multiculturele samenleving. Vlak voor de verkiezingen werd hij vermoord door en links-radicale activist. Ondanks de dood van Fortuyn won de LPF bij de verkiezingen veel zetels. Dit liet zien dat veel Nederlanders vonden dat politici meer moesten doen aan de nadelen van de multiculturele samenleving. Daardoor begonnen ook andere partijen hun beleid hierop aan te passen. Het overheidsbeleid richtte zich vanaf dat moment veel meer op de integratie en assimilatie van groepen migranten: voortaan moesten immigranten zich zoveel mogelijk aanpassen aan de Nederlandse maatschappij. Als hun waarden en normen niet pasten bij de Nederlandse cultuur, moesten ze die bijstellen.

De bankencrisis die in 2008 uitbrak, vergrootte opnieuw de tegenstellingen die in de samenleving waren ontstaan. Ze leidde vooral tot onvrede over de Europese samenwerking. Kiezers in rijke eurolanden wilden niet opdraaien voor de schulden van lidstaten als Griekenland. Ondanks de crisis waren de sociale verschillen in Nederland in de eerste decennia van de 21e eeuw nog altijd bijzonder klein en behoorde Nederland tot de welvarendste en gelukkigste landen van de wereld. 

Kenmerkende Aspecten

45

De dekolonisatie maakte een eind aan de westerse hegemonie in de wereld

46

De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog

47

De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren ’60 van de 20e eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen

48

De eenwording van Europa

49

De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.