Geschiedenis H2

Geschiedenis hoofdstuk 2

In 1815 werden Nederland, België en Luxemburg samengevoegd tot één koninkrijk: het verenigd koninkrijk der Nederlanden. in 1830 scheidde België zich af. Op dat moment was in Nederland de industriële revolutie nog niet begonnen. voor de industie zijn infrastructuur en investeringen heel belangrijk. De arbeidsomstandigheden nin de eerste fabrieken waren anders dan in de huisnijverheid. Fabrieksarbeiders hadden geen rechten en wetten om hen te beschermen waren er nog niet. de industrie had wel invloed op het leven van het platteland

Eind 19e eeuw richtten arbeiders vakbonden op. in Nederland waren verschillende groepen mensen met elk eigen ideeën. zo vinden socialisten gelijkwaardigheid van mensen heel belangrijk. Politieke partijen en verenigingen die uitgaan van het geloof, heten confessionelen. andere mensen vinden vrijheid en zo veel mogelijk zelf doen belangrijk: liberalen. 3 belangrijke wetten die kinderen,arbeiders en vrouwen beschermen en rechten geven, zijn : het kinderwetje van Van Houten, de arbeidswet en de leerplichtwet. In 1917 werd de grondwet aangepast en kregen arbeiders door het algemeen kiesrecht invloed op nieuwe wetten, die hun situatie konden verbeteren.

Na de 2e wereldoorlog hielpen de Marshallhulp en de lage lonen bij de wederopbouw van Nederland. In de jaren 60 nam de welvaart toe, er ontstond een consumptiemaatschappij. vanaf de jaren 60 zijn er meer banen dan werknemers en nodigen bedrijven gastarbeiders uit. Een deel van deze werknemers blijft in Nederland wonen en zo ontstaat in Nederland een multiculturele samenleving.

Al voor de industrialisatie vervuilden mensen hun omgeving met de toenemende welvaart namen de milieuproblemen toe. 3 grote vervuilers zijn: de chemische industrie, de consumenten en landbouw. Groeperingen die zich zorgen maken over de toestand van het milieu en die burgers en de politiek waarschuwen, heten milieuorganisaties. Het evenwicht vinden tussen het milieu en economische groei blijft lastig. De overheid heeft het beleid om bedrijven en burgers zorgvuldig met energie om te laten gaan, daat heet energiebeleid.

• 1815 Verenigd koninkrijk der Nederlanden
• 1830 Belgische opstand
• vanaf 1860 Snelle industrialisatie
• 1874 kinderwetje van Van Houten
• 1901 Leerplicht
• vanaf 1945 wederopbouw 
• vanaf 1960 snelle welvaartstijging en komst gastarbeiders
• 1963 einde loonafspraken
• 1973 olie crisis: begin economische crisis
• vanaf 1990 welvaart stijgt weer