Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

7.1

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 817 woorden
  • 7 december 2022
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

7.1

★23: het streven vorsten naar absolute macht

Het ontstaan van het absolutisme

Begin 17e eeuw kregen Franse koningen er genoeg van dat ze steeds moesten overleggen met oa de Staten-Generaal. Vanaf 1614 riepen zij dan ook geen Staten-Generaal vergaderingen meer bijeen. De koninklijke adviseurs probeerden de macht van de adel nog op andere manieren te beperken, door het ambtenarenapparaat uit te breiden —> adellijke bestuurders en rechters kregen hierdoor minder taken. Toen Lodewijk XIV in 1661 de touwtjes zelf in handen kreeg zette hij dit proces van centralisatie verder door.

Invloed op vier terreinen

Bij het absolutisme zijn vier terreinen te onderscheiden:

  1. Politiek: de koning nam alle beslissingen zelf en accepteerde geen tegenspraak. Hij stelde ambtenaren aan die rechtstreeks aan hem rapporteerden, kondige nieuwe wetten af en voerde censuur in.
  2. Militair: Lodewijk XIV besteedde veel aandacht aan de opbouw van een ‘staand’ leger van beroepssoldaten. Lodewijk maakte een eind aan de gewoonte om rangen in het leger te verkopen aan de adel.
  3. Economisch: deze kant van het absolutisme heet het mercantilisme gingen ervan uit dat de rijkdom van een land altijd ten koste gaat van die van een ander land.
  4. Religie: Lodewijk streefde naar eenvormigheid. Zelf was hij katholiek en zijn beleid ook, maar er waren ook grote protestantse gemeenschappen in Frankrijk. Eind 16e eeuw hadden die volgens het Edict van Nantes een zekere mate van geloofsvrijheid gekregen. In 1685 besloot Lodewijk dit Edict te herroepen en ging hij over op vervolging. De protestanten (=hugenoten) moesten hierdoor vluchten naar oa de Republiek der Nederlanden

Lodewijk rechtvaardigde dit allemaal met het droit divin.

Rusland

Rusland ontwikkelde zich in de 17e eeuw tot een absolute monarchie. Van 1613-1917 lag deze absolute macht bij de familie Romanov. Dit is wat er oa gebeurde in deze periode:

  • De tsaren beperkten zeggenschap van de adel & geestelijkheid en schaften lokaal zelfbestuur af
  • Alle militaire en administratieve taken waren voor hun
  • De Russische orthodoxe kerk was onder leiding van de Romanovs en dit was dan ook een instrument voor hen
  • Het leger werd gereorganiseerd tot een modern, goed gedrild apparaat

Een van de stuwende krachten achter deze veranderingen was Peter de Grote (1672-1725) die regeerde van 1682 tot zijn dood in 1725

Pruisen

Pruisen was een van de 300 staten van het Duitse Rijk en Pruisen was destijds een belangrijke grootmacht. De oorzaak hiervan was Frederik Willem, hij regeerde van 1640-1688. Hij moderniseerde het leger en het ambtenarenapparaat die de voornaamste steunpilaren waren van de Pruisische vorsten. Na Frederik Willem kwam Frederik Willem I, ookwel ‘de Soldatenkoning’, hij regeerde van 1713-1740. Zijn bijnaam kreeg hij doordat hij het leger had uigebreid tot een van de modernste en sterkste van Europa. Ook vernieuwde hij het belastingstelsel, waardoor hij het leger en ambtenarij goed en op tijd kon betalen. Wat betreft religie hadden de Pruisen een zekere mate van geloofsvrijheid, maar dit was vooral ook vanwege economische overwegingen.

Republiek der Nederlanden

Het meest uitzonderlijke land wat betreft centralisatie was de Republiek der Nederlanden, zij hadden geen vorst aan het hoofd. Dit kwam door hun verleden met de Spanjaarden en hun vorm van bestuur (één geloof en centralisatie). De stadhouders (inc. de Oranjes) deden hun best om hun macht uit te breiden, maar goed eindigde dit bijna nooit.

Engeland, Ierland en Schotland

Ook op de Britse eilanden mislukte de vestiging van een absoluut koningschap, het Engelse parlement wist in de 17e eeuw de macht juist uit te breiden. Parlement probeerde de macht van de adel in te perken en omdat de Engelse adel arrogant en egocentrisch zijn/waren moesten ze natuurlijk als een stelletje kleuters een burgeroorlog starten (1642-1649). Dit eindigde niet super vredig, koning Karel I werd onthoofd. 25 jaar later werd Jacobus II koning, hij probeerde van Engeland, Ierland en Schotland een centraal geleide, katholieke staat te maken. Het Britse parlement wilde dit niet en riepen daarom de hulp in van het neefje en schoonzoon van koning Jacobus II; Willem III van Oranje. Ja, Willem III was getrouwd met zijn nicht, nee, ze hadden geen kinderen. Voor Willem was dit niet een extreem groot probleem, aangezien hij er eerst een goede zes maanden over moest nadenken. Uiteindelijk besloot Willem in 1688 Engeland te helpen en verjoeg dapper zijn oom & schoonvader —> Glorious Revolution. Dit veroorzaakte ook weer in Ierland de zoveelste burgeroorlog, maar ja, dat staat niet in het geschiedenisboek, dus dat hoef je eigenlijk niet te weten.

Nieuwe ideeën over de macht in de staat

Thomas Hobbes schreef rond 1649-1650 het boek Leviathan. Hobbes was zwaar skeptisch over de mens, hij dacht dat als men in een natuurtoestand zou leven, zij elkaar zouden uitmoorden. De mens volgens Hobbes is een soort wolf (homo homini lupus). De oplossing hiervoor is volgens Hobbes dat het volk een zogenaamd “sociaal contract” ondertekent waarin zij toestemming geven voor een absolute soeverein. Locke vond dit niet. Locke vond dat er geen absolute soeverein kon zijn, omdat een regering is gebouwd op vertrouwen op het volk.

Bijlagen

7.1.pdf

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.