Kenmerkende aspecten tijdvak 1

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 474 woorden
  • 24 mei 2015
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
6 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Tijdvak 1 Jagers en boeren (tot 3000 v. Chr.)

1. De levenswijze van jagers-verzamelaars (tot 10.000 v. Chr.)

Tot 10.000 v. Chr. leefde de hele mensheid in een samenleving van jagers-verzamelaars. Voor 50.000 v. Chr. maakte men grove stenen werktuigen en vuur, en na 50.000 v. Chr. maakten ze vishaakjes, pijlen en bogen en kleding. Daardoor kon men vanaf 45.000 v. Chr. zich over Europa verspreiden. De vrouwen verzamelden en zorgden voor de kinderen, de mannen joegen. De mensen waren nomaden en moesten verder trekken als het eten op hun basisplaats op was. De laatste ijstijd was van 115.000 tot 10.000 v. Chr. Noordwest-Europa werd pas vanaf 13.000 v. Chr. permanent bewoond. In grotten zijn schilderingen teruggevonden en er zijn ook beeldjes van vrouwen gevonden, wat kan duiden op een soort magie of offer.

2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen (vanaf 10.000 v. Chr.)

De landbouw ontstond in Zuidwest-Azië. Rond 10.000 v. Chr. ontstond er akkerbouw en vanaf 8.000 v. Chr. ook veeteelt. De akkerbouw werd steeds gevarieerder en verspreidde zich rond 6500 v. Chr. naar Zuid-Europa. Het bereikte Nederland rond 5300 v. Chr.

Onafhankelijk van Zuidwest-Azië, ontstond de landbouw in China rond 7500 v. Chr. en in Amerika rond 3500 v. Chr. De landbouw ontstond waarschijnlijk door de klimaatverandering die voor vruchtbaarheid zorgde. Ook namen de jaagdieren af en moest men een andere manier bedenken. Vanaf 5000 v. Chr. werden dieren ook gebruikt voor de bewerking van het land (karren trekken). De bevolkingsdichtheid nam toe en men kon op één plek blijven wonen, wat zorgde voor culturele veranderingen. Doden werden begraven, bijvoorbeeld in de Hunebedden. Er kwamen ook andere bouwwerken als de Stonehenge.

3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen (vanaf 3500 v. Chr.)

De steden konden ontstaan doordat de landbouw in vruchtbare rivierdalen genoeg opleverde om een deel van de bevolking vrij te stellen van het boerenbestaan. Een andere oorzaak is dat er voor het leven op de rivieroevers veel samenwerking en organisatie nodig was. Er werden dijken en dammen gebouwd en er kwamen veel beroepen. Er ontstonden grote sociale verschillen en er kwam een echt bestuur. Er moest nijverheid zijn in de steden en handel met anderen. In het Midden-Oosten (Soemerië) werden belangrijke uitvindingen gedaan als de productie van brons, zodat er (betere) wapens gemaakt konden worden. Ook werd het schrift uitgevonden om de stad te kunnen organiseren. Uit de tekentjes ontstond het spijkerschrift.

Vanaf 3000 v. Chr. ontstonden ook hoogontwikkelde landbouwsamenlevingen in Egypte en China en vonden ook het schrift uit. De Grieken maakten rond 750 v. Chr. uit het Egyptische schrift het alfabet. Het Griekse schrift werd aangepast en overgenomen door de Romeinen. Kennis en informatie werd verzameld en overgedragen en wetten en regels konden schriftelijk worden vastgesteld.

Uit het schrift bleken ook de godsdiensten. De Soemeriërs en de Egyptenaren hadden een polytheïstisch geloof en een mythologisch wereldbeeld, waarin de wereld verklaard werd uit het handelen van de goden.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.