Geschiedenis samenvatting. Katern: De Republiek in de tijd van de vorsten.
Hst. 2: De Nederlandse Opstand (1555-1588)
Deelvraag: Hoe ontstonden de Nederlandse Opstand en de Nederlandse Republiek en wat waren de godsdienstige en economische gevolgen daarvan voor de Nederlanden?
Paragraaf 2.1: Rust in Engeland, Oorlog in Frankrijk.
Bloody Mary en de Vergin Queen.
In 1547 had de Anglicaanse kerk een protestante leer gekregen, maar daar kwam snel een einde aan. De 15 jarige koning stierf en werd opgevolgd door zijn oudere halfzus Maria. Zij was een diepgelovige katholiek en voerde dus weer het katholicisme in, inclusief de inquisitie. Zo begon opnieuw een bloedige vervolging, doordat ze driehonderd protestanten verbrand heeft kreeg ze de bijnaam: Bloody Mary. Zij stierf in 1558 en werd opgevolgd door haar halfzus Elisabeth. Deze bleef bijna 45 jaar op de troon, tot haar dood in 1603. Zij werd de Virgin Queen genoemd omdat ze nooit trouwde.
Elisabeth I voerde met hulp van het parlement opnieuw het protestantisme in. Ze verbood de katholieke kerk en de andere protestante kerken (dissidenten), maar vervolgde deze niet. Ze moesten alleen een kleine boete betalen als ze niet naar de Anglicaanse kerk gingen.
Het was vooral de vraag hoelang Elisabeth protestants zou blijven, de meeste Engelsen waren namelijk katholiek, en ook de paus riep op om Elisabeth te verjagen. Ook Filips II (Spaanse koning) probeerde haar van de troon te stoten. Zo wilde hij vanaf Vlaanderen een vloot naar Engeland sturen, om dat te voorkomen stuurde Elisabeth in 1585 hulptroepen naar de Nederlandse opstandelingen. Toch trokken in 1588 Spaanse oorlogsschepen richting Engeland. Dit was de onoverwinnelijke Armada, de grootse oorlogsvloot op de wereld. Maar hij kon niks inbrengen op de Engelse kanonnen. Bovendien werden de Vlaamse havens geblokkeerd door Nederlandse opstandelingen, hierdoor kon de Spaanse vloot hier niet aan land gaan om het Spaanse leger op te pikken. De verzwakte Armada kwam toen in een storm terecht die ze naar het noorden dreef. Een groot deel van de schepen sloeg hier stuk op de rotsen. En de rust keerde terug in Engeland.
Hugenoten.
In Frankrijk was in de tweede helft van de 16de eeuw veel godsdienstgeweld. Vanaf 1562 was er een burgeroorlog tussen katholieken en protestanten, soms werd die even onderbroken door een wapenstilstand, maar niet voor lang. In Frankrijk werd het protestantisme vervolgd, maar deze bleef desondanks na 1555 toch groeien. De meeste Franse protestanten waren Calvinistisch, vooral onder de adel, ontwikkelde burgers en ambachtslieden in de steden. De Calvinisten (werden hugenoten genoemd) kregen enkele steden in handen, ze verboden er de mis en er volgde een beeldenstorm. Dit zorgde weer voor heftige reacties van de katholieken, en leidde tot een regelrechte burgeroorlog. De Calvinisten pakten een groot deel van Zuid-Frankrijk en vele steden, de katholieken bleven het noorden en Parijs beheersen. Ook werd een strijd gevoerd rond het hof tussen hoge katholieken en calvinistische edelen om invloed.
De Bloedbruiloft.
In 1572 trouwde de leider van de Hugenoten, Hendrik van Navarra, met de zus van de koning. Het leek erop dat dit een groot succes zou zijn voor de Hugenoten. De koning hoopte met dit huwelijk op godsdienstige verzoening, maar integendeel. De paus verwierp het Huwelijk en ook de fanatieke katholieken waren er woedend over. Enkele dagen na de bruiloft raakte een belangrijke Hugenoot, Gaspard de Colligny, gewond. De Hugenoten wilden wraak. De katholieke leiders haalden de koning over om de belangrijkste Hugenoten dan ook te vermoorden voordat hun leger kon toeslaan. Wat volgde staat bekend als het Bloedbruiloft. Er volgde een orgie van geweld in Parijs die tweeduizend Hugenoten het leven kostte. Hendrik van Navarra werd gespaard, omdat hij zich bekeerde. Maar het Calvinisme was niet verslagen. De burgeroorlog ging door, en het verlangen naar een uitweg groeide. In 1584 werd Hendrik III koning, hij was kinderloos en dus werd Hendrik van Navarra de troonopvolger. Maar die was na de bloedbruiloft gevlucht uit Parijs en weer Hugenoot geworden. Dit vooruitzicht was voor de katholieken onverteerbaar. Met steun van de Spaanse Koning Filips II trokken ze ten strijde tegen Navarra en de gematigd katholieke Hendrik III.
Paragraaf 2.2: Opstand in de Nederlanden (1566-1576)
Beeldenstorm.
In 1559 vertrok Filips II naar Madrid, hij zou nooit meer terug keren naar de Nederlanden, zijn halfzus Margaretha van Parma werd landvoogdes. Er groeide onder haar onvrede over de belastingen, de centralisatiepolitiek en de strenge godsdienstpolitiek. De hoge edelen vonden dat er te weinig naar hen werd geluisterd, en edelen en regenten vonden dat hun privileges werden aangetast. Zo nam ook de geloofsvervolging toe, en vanaf 1559 drong het Calvinisme vanuit Frankrijk de Nederlanden binnen. Filips V gaf opdracht om hard op te treden. En zo werd in 1566 het smeekschrift aan Margaretha overhandigd in Brussel door honderden edelen. Zij wilden verzachting van de geloofsvervolging. Er stond in dat alleen als de kettervervolgingen werden gematigd de rust kon terugkeren.
Later kwam de onvrede tot uitbarsting, want de Calvinisten hadden geen kerken. Zo gingen ze in het openbaar hagenpreken houden. Het waren zware tijden, met veel armoede en werkeloosheid. Na zo een hagenpreek begon in augustus ook de beeldenstorm. Filips besloot de verantwoordelijken ervoor hard te straffen, ook edelen zoals Willem van Oranje, die hadden volgens hem niet hard genoeg opgetreden. Ook stuurde hij de hertog van Alva, die stond bekend als een echte ijzervreter. Hij kwam in augustus 1567 met tienduizend soldaten. Hij stelde een speciale rechtbank in, de Raad van Beroerten, deze kwam boven de gewone rechtbanken te staan. Deze ‘Bloedraad’ liet elfhonderd mensen vermoorden. Ook nam Alva de centralisatie krachtig ter hand en voerde nieuwe belastingen in zoals de Tiende Penning op handel in roerende goederen. Deze onderdrukking, de centralisatie en de nieuwe belastingen leidden tot nog meer onvrede en verzet.
Het begin van de Opstand.
In 1568 zaten er in Duitsland en Engeland vijftigduizend Nederlandse vluchtelingen, o.a. veel calvinisten. Ze vormden gewapende groepen om Alva te verdrijven onder de naam ‘geuzen’, en Oranje hielp hen hierbij o.a. door enkele beroepslegers bij elkaar te brengen in Duitsland. Ze vielen hiermee de Nederlanden binnen in 1568, dit zou het begin zijn van de Nederlandse Opstand of Tachtigjarige Oorlog. Eerst had Alva de overhand, maar in 1572 wist Oranje met behulp van de geuzen het grootste deel van Holland en Zeeland in handen te krijgen. Deze gingen een eigen ‘vrije Statenvergadering’ vormen, en erkenden Oranje als hun leider.
De strijd in de Nederlanden, en tegelijkertijd een oorlog in het Middellandse Zeegebied tegen de Turken, koste Filips heel veel geld. Als gevolg kon hij zijn troepen niet mee betalen. En zo, in 1576, braken er in het Spaanse leger grote muiterijen uit. De soldaten weigerden in Holland en Zeeland te vechten, en trokken naar Brabant en Vlaanderen en gingen daar plunderen. Ze maakten zich meester van Antwerpen op zondag 4 november.
Pacificatie van Gent.
Zonder toestemming van Filips wilden de zuidelijke gewesten met Willen van Oranje praten over vrede, en zo verbood Filips deze vredesbesprekingen. Maar de gewesten trokken zich er niks van aan, er kwam een vredesakkoord: De Pacificatie van Gent. De 17 gewesten spraken af de Spaanse soldaten te verjagen. In Holland en Zeeland alleen calvinisme toegestaan, in de andere gewesten het katholicisme. Ook kwam er gewetensvrijheid: niemand zou om zijn geloof vervolgd mogen worden. Maar deze pacificatie hield niet lang stand, Filips legde zich er niet bij neer en stuurde de Hertog van Parma, mat verse troepen.
Paragraaf 2.3: Een Calvinistische Republiek (1576-1588)
De Unie van Utrecht.
Het calvinisme rukte na 1576 weer op, en zo grepen de calvinisten de macht in Gent, Brugge, Antwerpen en andere steden. Ze namen kerken in en verdreven roomse geestelijken, en dat was allemaal in strijd met de Pacificatie. Dus sloten de drie zuidelijke gewesten in 1579 met Filips’ landvoogd Parma de Unie van Atrecht. Het was een militair bondgenootschap, zo zouden alleen over oorlog en vrede samen beslissen, maar het werd de kern van een nieuwe staat. De breuk tussen Filips en de opstandige gewesten werd definitief toen in 1580 Oranje vogelvrij werd verklaard door de koning. En zo zegden de opstandige gewesten in 1581 officieel hun trouw aan Filips op door het Plakkaat van Verlatinghe. De hertog van Anjou werd aangesteld als nieuwe soevereine vorst, dit was de broer van de Franse koning, ze hoopten zo steun te krijgen van Frankrijk, maar die kwam niet. In 1585 werd de graaf van Leicester als landsheer benoemd, dit was een vertrouweling van de Engelse Koningin Elisabeth. Na zijn vertrek in 1588 besloten de Staten-Generaal van de Unie van Utrecht om geen vorst meer aan te stellen, maar om de soevereiniteit in eigen hand te houden: ze gingen dus verder als Republiek. Het leek erop dat deze niet lang zou duren, de Republiek was namelijk aan alle kanten omsingeld. Maar door het Spaanse plan om Engeland binnen te vallen werd de Opstand gered.
Oranje en de Calvinisten.
Om orde te herstellen wilde Willem van Oranje verschillende godsdiensten naast elkaar worden toegestaan. Hij was dus tegen een dwingende rol van de staat in geloofskwesties. De Nederlandse calvinisten noemden zich gereformeerden. Zij waren het niet eens met Oranje over de ideeën over de verdraagzaamheid, zij eisten godsdienstvrijheid. In de steden die de geuzen innamen werden de katholieke geestelijken verjaagd en kerken ingenomen door calvinisten. Er braken antikatholieke rellen uit toen Oranje de mis weer toestond in Delft. Oranje legde zich toen neer bij een verbod op de katholieke kerk.
Vrijheid van Gewesten.
In 1579 werd de Unie van Utrecht gesloten, Holland en Zeeland waren toen gereformeerd. De andere aangesloten steden en gewesten mochten zelf hun godsdienst bepalen, ook zou er overal gewetensvrijheid zijn: iedereen mocht geloven wat hij wilde en zou er niet om vervolgd mogen worden. Maar dit hield niet in dat er godsdienstvrijheid was of vrijheid van eredienst. Alleen de gereformeerden mochten een dienst houden in Holland en Zeeland. Maar de calvinisten wilden meer: dat het calvinisme de staatsgodsdienst werd. Maar dit gebeurde niet: de gereformeerde kerk werd alleen de publieke kerk de kerk waarvan je lid moest zijn om regent te worden of een andere overheidsbaan te krijgen. In de praktijk verschilde de situatie van plaats tot plaats. Het gevolg was dat de Republiek een godsdienstig verdeeld land bleef. De katholieke kerk was dan verboden, maar toch bleef een groot deel van de bevolking katholiek (net als in Engeland).
Paragraaf 2.4: Het begin van de Gouden Eeuw
De val van Antwerpen.
De eerste jaren van de Tachtigjarige oorlog hadden Holland en Zeeland het heel moeilijk. Maar in 1576 verplaatste het geweld zich naar het zuiden en oosten. In de Noordelijke gewesten begon nu een lange periode van economische groei en welvaart: De Gouden Eeuw! De handel en nijverheid kwamen tot grote bl;oei, ook nam de commerciële landbouw toe. De boeren konden uitbreiden, zo werd er geprofiteerd van de groeiende Oostzeehandel en van de groei van steden. Ook was de Hollandse bevolking gegroeid.
Ook de nijverheid profiteerde van de groeiende handel, vooral de scheepsbouw, houtzagerij en zeildoekmakerij konden flink uitbreiden, maar ook bijv. de textielnijverheid kwam tot bloei.
Brabant en Vlaanderen raakten hun vooraanstaande positie kwijt, ze werden namelijk zwaar getroffen vanaf 1576 door oorlogsgeweld. Eerst rukten de geuzen op, en in de jaren 1583-1585 werden de Vlaamse en Brabantse steden veroverd door Parma. En zo vluchtten vele handelaren en kooplieden naar het noorden. Na de val van Antwerpen in 1585 nam de bevolking in deze stad af, door deze vlucht. Veel vluchtelingen kwamen naar Leiden en Amsterdam. Zo werd Leiden de belangrijkste textielstad van Europa en Amsterdam het centrum van de Europese handel.
De voorsprong van de Republiek.
Zo namen de zegewesten van de Republiek economisch een flinke voorsprong op Engeland en Frankrijk. Frankrijk bleef een land van kleine boeren, die werkten niet voor de markt, maar voor zichzelf en lokale edelen. Ook had de Franse economie veel last van de burgeroorlogen.
In Engeland groeide de commerciële landbouw en de handel wel, vooral rond loden, maar de belangrijkste bron van welvaart bleef het grootgrondbezit op het platteland. Zowel Engeland
als Frankrijk was actief in de internationale zeehandel, maar de handel nam een minder voorname plaats in dan in Holland en Zeeland. Dus de concurrentie tussen de Republiek en Engeland en Frankrijk was beperkt.
Een versnipperd land.
De republiek was niet één land met een centraal bestuur. De steden en gewesten waren grotendeels zelfstandig. Steden en gewesten hadden eigen munten, in- en uitvoerrechten en tolrechten. De steden hadden en bewaakten dit soort privileges.
Tussen de kustprovincies en de landprovincies waren er grote verschillen. In Overijssel, Gelderland, Drenthe en delen van Utrecht had de adel veel invloed en was er weinig commerciële landbouw. De meeste boeren hier waren zelfvoorzienend, en de steden waren slaperige provinciestadjes met weinig bedrijvigheid en handel. Ook bleef de economie van de oostelijke gewesten nog lang last houden van het oorlogsgeweld.
Maar de gewesten van de Republiek waren wel degelijk economisch nauw met elkaar verbonden. Vooral Holland en Zeeland vormden één markt. Zo werden dan ook de gezamenlijke belangen verdedigd. Het bestuur werd overheerst door kooplieden-regenten. Het stadsbestuur –de vroedschap- bestond uit de rijke burgers die actief waren in handel of nijverheid of uit rijke families. Dit was belangrijk, want zo konden er snel besluiten worden genomen die in het algemeen belang waren.
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
hey, echt een super samenvatting! zou je heel snel ook Hoofdstik 3 en 4 kunnen plaatsen?
groetjes!
13 jaar geleden
AntwoordenT.
T.
Hey, heb je toevallig ook hoofdstuk 3 en 4?
13 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
Hehe, eindelijk een duidelijke en overzichtelijke samenvatting! Veel dank! (morgen SE)
13 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
Echt een Super samenvatting! Dankje! Jammer dat de hoofdstukken 3 en 4 er niet zijn.
13 jaar geleden
Antwoorden