Jaartallen Hoofdstuk 1 en 2

Jaartallen hoofdstuk 1:

1453: Oost-Romeinse rijk door Turken veroverd.
1500: vorst Iwan III veroverde zoveel gebieden dat Moskou driemaal zo groot werd.
1796-1855: tsaar Nicolaas I .
1855-1881: tsaar Alexander II.
1861: lijfeigenschap werd afgeschaft.
1881: tsaar Alexander II vermoord.
1894-1917: tsaar Nicolaas II
1898: Sociaal Democratische Arbeiderspartij. opgesplitst in mensjewieken en bolsjewieken.
1901: Socialisten-Revolutionairen.
1904: Rusland in oorlog met Japan.
1905:
Constitutionele Democraten. (kadetten genoemd).
Oktober: revolutie van 1905 tsaar belooft meer vrijheid, grondwet en Doema (parlement).
1914: in augustus brak de Eerst Wereldoorlog uit.
1915: Duitsland en Oostenrijk-Hongarije veroverden een vrij groot gebied in Rusland.
1916: in de grote steden was er een hele reeks stakingen.
1917:
begin: stakingen werden erger.
12 maart: Rusland kreeg een voorlopige regering en tsaar nam afstand van de troon.
7 november: de communistische partij verdreef de voorlopige regering.
8 november: de bolsjewieken vormden een nieuwe regering (Raad van Volkscommissarissen).
25 november: verkiezingen, bolsjewieken 23,5% en socialisten-revolutionairen 49,7%.
December: bolsjewieken sloten een wapenstilstand met Duitsland en Oostenrijk-Hongarije,
1918:
begin januari: gekozen volksvertegenwoordigers kwamen bijeen.
Volgende dag: Rode Gardisten houden de volksvertegenwoordigers tegen en sturen ze weg.
Maart: in Brest-Litovsk werd vrede gesloten. Rusland staat Polen en de Baltische landen af en erkent de onafhankelijkheid van Finland en van de Oekraïne.
Maart-november: in grote delen van Rusland ontstond verzet tegen de bolsjewieken. Engeland en Frankrijk vonden dat de bolsjewieken verraad hadden gepleegd, dus sturen troepen naar Rusland.
Zomer: verzet onder de Russische bevolking kwam langzamerhand op gang.
November: aan de Eerste Wereldoorlog kwam een einde.
1919: in de loop van dit jaar werden bijna alle buitenlandse troepen teruggetrokken.
1920: Burgeroorlog voorbij.
1989-1991: er kwam een einde aan het communisme in Europa.

Jaartallen hoofdstuk 2:

1477-1535: Engelse geleerde en staatsman Thomas More.
1516: het boek ‘Utopia’ van Thomas More verscheen (in het Latijn).
1917: de helft van de bevolking was analfabeet.
1818-1883: duitser Karl Marx
1918: Sociaal Democratische Arbeiderspartij heeft nieuwe naam: Communistische Partij.
1919: bolsjewieken richtten Comintern (Communistische Internationale) op.
1923: de bolsjewieken gaven Rusland de nieuwe officiële naam: Unie van Socialistische Sovjet-Republieken (USSR) ofwel Sovjet-Unie (SU).
1924: Lenin dood, ontstond een machtstrijd onder de leiders van de CPSU: Boecharin, Trotski, Stalin.
1929: Stalin meester over de SU.
1939: Van de 50 000 kerken uit de tsarentijd waren er nog ongeveer honderd als kerk in gebruik.
1940: de Baltische republieken, de Oekraïne en Moldavië werden door de SU veroverd.
1941-1942: het Rode Leger leed enorme nederlagen.
1953: Stalin dood.
1956:
februari: het congres van de CPSU kwam, voor het eerst sinds de dood van Stalin, bijeen.
1964-1982: Brezjnev.
1985: Michail Gorbatsjov werd secretaris-generaal van de CPSU en daardoor leider van SU.
1989: De centrale regering in Moskou stuurde naar Armenië en Azerbeidzjan soldaten om de orde te herstellen.
1989: In bijna al de Oost-Europese landen werden de communistische regeringen door grote demonstraties tot aftreden gedwongen.
1990:
maart: het parlement van Litouwen koos een niet-communist, Landsbergis, tot president en verklaarde de Litouwen onafhankelijk.
september: de Opperste Sovjet van de SU gaf aan president Gorbatsjov de bevoegdheid om door decreten de overgang naar de markteconomie te regelen.
1991:
19 augustus: het Unieverdrag zou ondertekend worden, maar de conservatieve communisten pleegden een staatsgreep en namen Gorbatsjov gevangen.
21 augustus: veel verzet tegen de staatsgreep, de leiders gaven zich over en Gorbatsjov kwam vrij.
21 augustus: Boris Jeltsin is de belangrijkste man in Rusland.
December: onder leiding van Jeltsin sloten elf republieken een verdrag tot samenwerking onder de naam Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS).
December: officiële einde van de SU. Gorbatsjov trad af als president.
1991: onder leiding van de Tsjetsjeense president Doedajev had één van de ‘autonome republieken’ in de Russische Federatie zich al onafhankelijk van Rusland verklaard.
1994: Russische regering deed pogingen om Tsjetsjenië weer in te lijven bij de Russische Federatie.
1996:
juli: Boris Jeltsin versloeg zijn communistische tegenkandidaat Gennadi Zjoeganov.
augustus: akkoord gesloten: de Russische troepen zouden zich terugtrekken en Rusland en Tsjetsjenië zouden hun betrekkingen op vreedzame wijze regelen ‘vóór 31 december 2001’.