Inleiding op de Geschiedenis

Beoordeling 4.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 582 woorden
  • 17 april 2004
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 4.3
13 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Geschiedenis 2
Inleidend hoofdstuk

Geschiedenis - Het verleden
- De tijd die voorbij is
- Verleden
- Historie

Waarom GS - Oplossingen vinden
voor problemen
- Leren van fouten van
voorgangers
- Nieuwsgierigheid

Begrippen bij GS - Begrippen die -/+
duidelijke historische
inhoud hebben
- Structuurbegrippen:
kenmerkend voor
beoefenen van GS

Periode Vb: oudheid,
middeleeuwen enz.

Stroming Vb: liberalisme,
socialisme, fascisme
Langdurig

Verschijnsel Industriële Revolutie
Tijdelijk

Wording Staat Ontstaan / opstellen van
de regels, begin
samenleving

Werking Staat Uitvoeren van wording

Bron - Overblijfsel uit het
verleden dat kennis
oplevert voor het
heden

Bronnen - Geschreven en
Ongeschreven
- Primaire en Secundaire

Aard bron - Doel
- Voor wie geschreven
- Representativiteit
- Betrouwbaarheid

Hoe onderzoek begint - Formuleer
onderzoeksvraag
- Hypothese
onderzoeken

Feit Staat onomstotelijk vast

Soorten feiten - Eenvoudige
gebeurtenis
- Complexe geb.
- Geaggregeerd

Objectiviteit Met volledige zekerheid vaststellen hoe iets in werkelijkheid was

Afspraken objectief - Geen bronnen veranderen
- Bronvermelding
- Feiten

Hindernissen - Vooroordelen
- Waardensysteem
- Juiste woorden
- Kennis werven
- Ontoereikende bronnen

Spotprenten - Beschrijvend
- Meninggevend
- Analyserend

Oorzaak Dieperliggende reden waarom iets gebeurt in de GS

Aanleiding Direct aanwijsbare gebeurtenis die iets tot gevolg heeft

Soorten gevolgen - Bedoeld
- Onbedoeld
- Direct
- Indirect

Continuïteit Voortgang in de GS

Discontinuïteit Breuk in de GS

Inleving Verplaatsen in gedachtewereld van personen die in het verleden leefden

Goede inleving - kennis v tijd & omstandigheden
- kennis uit eigen tijd achterwege houden
- standplaatsgebondenheid van de persoon in de gaten houden

Interpretatie Verhaal waarin vanuit een vraagstelling / hypothese verzamelde gegevens met elkaar in verband worden gebracht

Staat - Bepaalde gemeenschap van mensen (staatsburgers) - Afgebakend grondgebied (staatsgebied / territoir)
- Overheid die door de gemeenschap als hoogste gezag wordt erkend (staatsgezag)

Soevereiniteit Hoogste gezag

Volkssoevereiniteit Politieke macht is afgeleid van het volk

Godssoevereiniteit Oorsprong van de staatsmacht ligt bij god

Machtsstaat Zoveel mogelijk macht verenigd zien in het koningsschap

Rechtsstaat Burgers maken afspraken met oh. Stellen in wederzijds vertrouwen vast welke rechten en plichten burgers en oh hebben.

Trias Politica Macht wordt opgedeeld in: - wetgevend
- uitvoerend
- rechtsprekend

Grondwet Voornaamste rechten / plichten van burger.

Verzorgingsstaat Rechtvaardige verdeling v/d welvaart

Decentralisatie Rekening gehouden worden met regionale belangen en omstandigheden

Dualisme Wetgevende & uitvoerende macht zijn duidelijk gescheiden

Monisme Grens wetgevende en uitvoerende macht is veel vager

Op nationaal niveau mag minister (uitv) niet ook lid zijn van het parlement (wetg). = Dualisme.
Op provinciaal niveau is het lid van de Gedeputeerde Staten (uitv) wel lid van de Provinciale Staten (wetg).

Indirecte democratie Kiezers hebben invloed via hun vertegenwoordigers

Macht Mogelijkheid om
beslissingen op te leggen

Legitimiteit Machtsuitoefening van de staat moet door ruime meerderheid van volk gesteund worden en moet uit de geldende rechtsregels voorkomen en er aan onderworpen zijn
Gezag Algemeen erkende en
geaccepteerde macht

Ideologie Samenhangende visie
over het karakter en
het doel van de macht
die de staat mag
uitoefenen

Beleid Het kiezen van doelen en zoeken naar middelen om die doelen te bereiken binnen een bepaalde tijd

Ideologie Visie over karakter & doel vd macht vd staat Toelichting
Liberalisme Vrijheid min mogelijk door oh Iedereen alles zelf regelen
Communisme Gelijkheid afdwingen Alles in handen oh
Nationaal-Socialisme Eigen volk eerst, Raszuiver, Trouw aan leider

Wetg. Uitv. Rechspr.
Machtsstaat Koning Koning Koning
Rechtsstaat Parlement Regering Rechters

Gebeurtenis Beeld

Sporen Onderzoek Historicus

Historicus kan nooit precies goed beeld geven, omdat er altijd zijn eigen mening bijkomt. SPG

Theorie vd GS
Oudheid 5000 v Chr. – 476 n Chr.
Middeleeuwen 476 n Chr. – 1492
Nieuwe GS 1492 – 1871
Contemporaine GS 1871 – Heden

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.