Geschiedenis 2
Inleidend hoofdstuk
Geschiedenis - Het verleden
- De tijd die voorbij is
- Verleden
- Historie
Waarom GS - Oplossingen vinden
voor problemen
- Leren van fouten van
voorgangers
- Nieuwsgierigheid
Begrippen bij GS - Begrippen die -/+
duidelijke historische
inhoud hebben
- Structuurbegrippen:
kenmerkend voor
beoefenen van GS
Periode Vb: oudheid,
middeleeuwen enz.
Stroming Vb: liberalisme,
socialisme, fascisme
Langdurig
Verschijnsel Industriële Revolutie
Tijdelijk
Wording Staat Ontstaan / opstellen van
de regels, begin
samenleving
Werking Staat Uitvoeren van wording
Bron - Overblijfsel uit het
verleden dat kennis
oplevert voor het
heden
Bronnen - Geschreven en
Ongeschreven
- Primaire en Secundaire
Aard bron - Doel
- Voor wie geschreven
- Representativiteit
- Betrouwbaarheid
Hoe onderzoek begint - Formuleer
onderzoeksvraag
- Hypothese
onderzoeken
Feit Staat onomstotelijk vast
Soorten feiten - Eenvoudige
gebeurtenis
- Complexe geb.
- Geaggregeerd
Objectiviteit Met volledige zekerheid vaststellen hoe iets in werkelijkheid was
Afspraken objectief - Geen bronnen veranderen
- Bronvermelding
- Feiten
Hindernissen - Vooroordelen
- Waardensysteem
- Juiste woorden
- Kennis werven
- Ontoereikende bronnen
Spotprenten - Beschrijvend
- Meninggevend
- Analyserend
Oorzaak Dieperliggende reden waarom iets gebeurt in de GS
Aanleiding Direct aanwijsbare gebeurtenis die iets tot gevolg heeft
Soorten gevolgen - Bedoeld
- Onbedoeld
- Direct
- Indirect
Continuïteit Voortgang in de GS
Discontinuïteit Breuk in de GS
Inleving Verplaatsen in gedachtewereld van personen die in het verleden leefden
Goede inleving - kennis v tijd & omstandigheden
- kennis uit eigen tijd achterwege houden
- standplaatsgebondenheid van de persoon in de gaten houden
Interpretatie Verhaal waarin vanuit een vraagstelling / hypothese verzamelde gegevens met elkaar in verband worden gebracht
Staat - Bepaalde gemeenschap van mensen (staatsburgers) - Afgebakend grondgebied (staatsgebied / territoir)
- Overheid die door de gemeenschap als hoogste gezag wordt erkend (staatsgezag)
Soevereiniteit Hoogste gezag
Volkssoevereiniteit Politieke macht is afgeleid van het volk
Godssoevereiniteit Oorsprong van de staatsmacht ligt bij god
Machtsstaat Zoveel mogelijk macht verenigd zien in het koningsschap
Rechtsstaat Burgers maken afspraken met oh. Stellen in wederzijds vertrouwen vast welke rechten en plichten burgers en oh hebben.
Trias Politica Macht wordt opgedeeld in: - wetgevend
- uitvoerend
- rechtsprekend
Grondwet Voornaamste rechten / plichten van burger.
Verzorgingsstaat Rechtvaardige verdeling v/d welvaart
Decentralisatie Rekening gehouden worden met regionale belangen en omstandigheden
Dualisme Wetgevende & uitvoerende macht zijn duidelijk gescheiden
Monisme Grens wetgevende en uitvoerende macht is veel vager
Op nationaal niveau mag minister (uitv) niet ook lid zijn van het parlement (wetg). = Dualisme.
Op provinciaal niveau is het lid van de Gedeputeerde Staten (uitv) wel lid van de Provinciale Staten (wetg).
Indirecte democratie Kiezers hebben invloed via hun vertegenwoordigers
Macht Mogelijkheid om
beslissingen op te leggen
Legitimiteit Machtsuitoefening van de staat moet door ruime meerderheid van volk gesteund worden en moet uit de geldende rechtsregels voorkomen en er aan onderworpen zijn
Gezag Algemeen erkende en
geaccepteerde macht
Ideologie Samenhangende visie
over het karakter en
het doel van de macht
die de staat mag
uitoefenen
Beleid Het kiezen van doelen en zoeken naar middelen om die doelen te bereiken binnen een bepaalde tijd
Ideologie Visie over karakter & doel vd macht vd staat Toelichting
Liberalisme Vrijheid min mogelijk door oh Iedereen alles zelf regelen
Communisme Gelijkheid afdwingen Alles in handen oh
Nationaal-Socialisme Eigen volk eerst, Raszuiver, Trouw aan leider
Wetg. Uitv. Rechspr.
Machtsstaat Koning Koning Koning
Rechtsstaat Parlement Regering Rechters
Gebeurtenis Beeld
Sporen Onderzoek Historicus
Historicus kan nooit precies goed beeld geven, omdat er altijd zijn eigen mening bijkomt. SPG
Theorie vd GS
Oudheid 5000 v Chr. – 476 n Chr.
Middeleeuwen 476 n Chr. – 1492
Nieuwe GS 1492 – 1871
Contemporaine GS 1871 – Heden
REACTIES
1 seconde geleden