Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofstuk 4 paragraaf 1 t/m 3

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 1e klas havo/vwo | 763 woorden
  • 16 maart 2015
  • 137 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
137 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Hoofdstuk 4
Paragraaf 1 Een nieuwe keizer: Karel De Grote
De opkomst van de franken
-Karel De Grote Was de Machtigste koning van het Frankische rijk
-Karel schoot de paus te hulp toen De paus moest vluchten uit Rome en als beloning daarvoor heeft hij Karel op de eerste kerstdag benoemt tot Keizer
-de franken overwonnen iedere oorlog/veldslag/stam
-de zwaarbewapende ruiters/ridders waren overal gevreesd
-een schatting is dat het vlok  van het veroverde gebied een vast bedrag in het jaar betaalden(Belasting) om met rust gelaten te worden door de koning of keizer van het veroverde gebied

Het Bestuur van het rijk
-Karel was voordurent op pad dus kon niet overal tegelijk zijn
-de onderdanen van Karel betaalden hem in “natura”(een deel van je oogst af staan)(omdat er niet genoeg/weinig geld was)
-omdat er niet genoeg/weinig geld was om ambtenaren aan te stellen liet hij zich helpen door hertogen en graven, daar moest wel iets tegen over staan
-Germaanse koningen werden omringt door dappere strijders die een eed van trouw aan de koning aflegden, in ruil daarvoor onderhield hij hun met kleding, voedsel, sieraden ,paarden en wapens te schenken, dat waren Vazallen
-Karel gebruikte dit systeem bij zijn trouwse aanhangers door hun te belonen met een leen(een stuk grond dat je mocht gebruiken om van te leven maar bleef van de koning)
-de ontvanger van een een leen was de leenman en de eigenaar is de leenheer
-dat systeem noemen we feodalisme+


Paragraaf 2 De kroning van karel de grote
De betrouwbaarheid van bronnen
-Waneer is de bron gemaakt?
-Hoe is de maker van de bron aan zijn info gekomen?
-wat was de bedoeling van de maker van de bron?


Paragraaf 3 Ridders en Horigen
Ridders:Beschermers en Rovers
-Hertogen en graven HADDEN DE TAAK OM IN DE NAAM VAN DE KONING EEN DEEL VAN HET LAND TE BESTUREN EN DAAR TE ZORGEN VOOR DE RECHTSPRAAK. OOK MOESTEN ZIJ DE BEWONERS VAN HUN GEBIED BESCHERMEN TEGEN ROVERS EN INVALLERS
-OOK MOESTEN ZIJ DE KONING HELPEN ALS HIJ TEN STRIJDE TROK
-DE HERTOGEN EN RIDDERS WERDEN OP hun BEURT WEER GEHOLPEN DOOR RIDDERS
-DE UITRUSTING VAN EEN RIDDER BESTOND UIT EEN ZWAAR.LANS,HELM,SCHILD OM HUN LICHAAM TE BESCHEREMEN DRAAGDEN ZE EEN MALIËNKOLDER: EEN LANG HEMD VAN KLEINE IJZERE RINGEN
-IN DE LATERE MIDDELEEUWEN DROEGEN ZE EEN HARNAS DAT NOG ZWAARDER WAS
-om een ridder te zijn moest je vOldoende inkomsten hebben
-ridders gebuikten hun macht om er zelf beter van te worden, ze persten reizergers af en ze namen de oogst van de boeren af

Het kasteel
-sommmige ridders hadden een eigen kasteel
-andere ridders woonde op het kasteel van de edelman
-in de tijd van monniken en ridders waren kastelen een soort verstekte hoeven: een boerderij met een kleine toren met daaromheen een omheining van houten palen en een gracht
-in de latere middelduwen werden er grotere stenen kastelen gebouwd met hogere torens
-de kastelen die nu allemaal zijn gebouwd zijn in latere tijden gebouwd
-kastelen werden op een punt gebouwd die moeilijk aangevallen kon worden: hoog op een heuvel en /of omringt door water.
-kastelen waren in de eerste plaats bedoelt om het rijk van de koning te verdedigen, ze diende ook als uitvalsbasis
-het kasteel vormde vaak het middelpunt van een domein

het domein
-een domein was het landgoed van een edelman, vaak had hij het te leen van een de koning
-hij leefde van zijn landgoed van de inkomsten uit tol en de buit van de strooptochten
-het domein werd bewerkt volgens het hofstelsel
-de landbouwgrond was verdeeld in 2 stukken, op 1 deel stond het kasteel of het klooster met de akkers van de heer
-het werk werd gedaan door knechten en horigen: horigen waren boeren die een eigen akker hadden op het 2e deel van het domein
-voor de grond betaalden zij pacht door een deel van de oogst aan de heer te geven
-zij waren verplicht een aantal dagen op het land van de heer te werken
-ze moesten voor hem herendiensten verrichten , dat waren klusjes zoals hout sprokkelen en de gracht schoon houden

een agrarische samenleving
-veel belangrijke mensen hadden meer dan 1 domein omdat 1 domein niet genoeg opleverde
-de stedelijke-agrarische samenleving van de tijd van de grieken en romeinen waarin landbouw nog wel het belangrijkse middel van bestaan was, maar ook veel koop/ambachtslieden waren, was verdwenen
-de domeinen waren zelfvoorzienend: dat je voor jezelf zorgt en alles hebt wat je nodig hebt
-er was sprake van autarkie: dat het besloten was

 

REACTIES

H.

H.

nice

5 jaar geleden

A.

A.

Super heeft mij veel geholpen om te leren voor proefwerkweek

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.