Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 9: de Eerste en Tweede Wereldoorlog

Beoordeling 7.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1261 woorden
  • 8 juni 2018
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
18 keer beoordeeld

§9.1 De Eerste Wereldoorlog

In deze presentatie leer je over:

  • De kenmerkende aspecten: het voeren van twee wereldoorlogen en verwoestingen door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van burgers bij de oorlog
  • De oorzaken van de Eerste Wereldoorlog
  • Twee vijandige blokken
  • Het verloop van de oorlog
  • De Vrede van Versailles
  • Burgers en soldaten tijdens de oorlog

Oorzaken van de Eerste Wereldoorlog
Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog (oorlog waarbij veel volkeren en meerdere werelddelen bij betrokken zijn) had verschillende oorzaken:

  • Sterk nationalisme dat leidde tot vijandigheid tussen Frankrijk, Duitsland, Rusland en Groot-Brittannië
  • Wapenwedloop (race om de beste en meeste wapens te krijgen)
  • Militarisme (verheerlijking van alles wat met het leger te maken heeft)

Twee vijandige blokken
Op 28 juni 1914 werd de Oostenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand doodgeschoten. Dit leidde tot het begin van de Eerste Wereldoorlog.
Daarbij ontstonden al snel twee vijandige blokken: de centralen (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en hun bondgenoten) tegen de geallieerden (Frankrijk, Rusland, Groot-Brittannië en hun bondgenoten).

Het verloop van de oorlog
Duitsland versloeg België in een paar weken, maar kwam daarna aan het westfront met Frankrijk in een loopgravenoorlog terecht.
Aan het oostfront vochten Duitsland en Oostenrijk-Hongarije met Rusland. In 1918 sloot Rusland na een revolutie vrede met Duitsland.
Loopgraaf: uitgegraven gang voor soldaten ter bescherming tegen de vijand.
Front: voorste gebied waar gevochten wordt.

De Vrede van Versailles
Nadat Oostenrijk-Hongarije in 1916 was ingestort, sloegen de geallieerden aan het oostfront samen met de Amerikanen de Duitsers terug.
In 1918 werd een wapenstilstand (afspraak tussen oorlogvoerende landen om niet meer te vechten) getekend.
In 1919 werd door alle landen een vredesverdrag, de Vrede van Versailles, ondertekend. Hierin stond dat Duitsland schuldig was aan de oorlog.
Het Verdrag van Versailles betekende dat Duitsland haar kolonies en een deel van haar grondgebied verloor, herstelbetalingen moest doen en nog slechts een klein leger mocht hebben.

Burgers en soldaten tijdens de oorlog
Door het gebruik van nieuwe wapens als de tank en massavernietigingswapens (wapens die grote aantallen mensen tegelijk kunnen doden) stierven tijdens de Eerste Wereldoorlog miljoenen soldaten.
Ook voor burgers was het een zware tijd:

  • Dienstplicht
  • Gebrek aan consumptiemiddelen
  • Bezetting (toestand waarin een legermacht een gebied is binnengetrokken en dat onder bedwang houdt)

§9.2 De economische wereldcrisis

In deze presentatie leer je over:

  • Het kenmerkend aspect: de crisis van het wereldkapitalisme
  • De ontwikkeling van de wereldeconomie
  • De beurskrach
  • De Grote Depressie
  • De New Deal

De ontwikkeling van de wereldeconomie
Al voor de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog waren de VS het rijkste land ter wereld. Ze kochten massaal consumptiegoederen, het wegennet werd uitgebreid en steeds meer mensen hadden elektriciteit.
Deze enorme economische groei leidde tot groot optimisme. De Amerikanen geloofden dat de welvaart alleen nog maar zou blijven stijgen. Ook in Europa kwam na 1924 de welvaart op gang.

De beurskrach
De aandelenkoersen bleven door het optimisme in Amerika voortdurend stijgen. Mensen gingen daardoor steeds meer aandelen kopen.
Maar in 1929 volgde een beurskrach, de koersen stortten in en de aandelen werden minder waard. Mensen wilden toen massaal hun aandelen weer verkopen. Amerika belandde in een recessie.
Recessie: achteruitgang van de economie.

De Grote Depressie
Doordat steeds meer landen nauwer met elkaar verbonden waren geraakt, sloeg de crisis (noodsituatie) over naar de rest van de wereld.
Hierdoor ontstond Grote Depressie (de langdurige economische crisis van de jaren 1930):

  • Overtollige voorraden
  • Gesloten fabrieken
  • Massale werkloosheid
  • Dalende koopkracht

Een belangrijke oorzaak van de Grote Depressie waren de lage lonen. Onder het motto live now, pay later, hadden veel Amerikanen geld geleend om toch nieuwe consumptiemiddelen te kunnen kopen.

De New Deal
De Amerikaanse president Roosevelt kwam in 1933 met de New Deal waarbij de overheid ging ingrijpen in de economie:

  • Banken werden gered met staatsleningen
  • Werklozen kregen financiële steun
  • Huizenbezitters werden geholpen
  • De overheid stak miljarden in openbare werken

In Amerika en overal ter wereld trad op den duur herstel op, maar de werkloosheid bleef hoog.
Tot aan de Tweede Wereldoorlog bleef de werkloosheid zeer hoog. Met name voor de jonge generatie in de jaren 1930 was dit traumatisch.

§9.3 De totalitaire systemen

In deze presentatie leer je over:

  • Het kenmerkend aspect: de totalitaire ideologieën communisme, fascisme en nationaalsocialisme
  • Totalitaire ideologieën
  • Het communisme in de Sovjet-Unie
  • Gevolgen van het communisme
  • Het fascisme in Italië
  • Het nationaalsocialisme in Duitsland

Totalitaire ideologieën
In Europa ontstonden in het interbellum (periode tussen de twee wereldoorlogen (1918-1939)) drie totalitaire ideologieën. Alles stond in dienst van de staat, tegenstanders werden vermoord en leiderschap stond centraal.
Totalitarisme: politiek systeem dat een totale controle van de maatschappij nastreeft, inclusief het denken en doen van alle mensen.
Ideologie: geheel van opvattingen over de maatschappij en hoe die ingericht moet worden.

Het communisme in de Sovjet-Unie
Na twee opeenvolgende revoluties in 1917 kwamen de communistische sovjets o.l.v. Lenin in Rusland aan de macht. In 1922 werd de Sovjet-Unie opgericht. In naam was het een unie van vrije staten, maar in feite was het een eenpartijstaat.
Eenpartijstaat: staat waarin één politieke partij is toegestaan die alle macht in handen heeft.
Communisme: radicale politieke stroming die het particuliere bezit van de productiemiddelen wil afschaffen.

Gevolgen van het communisme
Na Lenin kwam Stalin aan de macht. Hij wilde een industriële samenleving opbouwen aan de hand van vijfjarenplannen:

  • Alle boeren moesten hun oogsten en grond afstaan
  • Gigantische industriecomplexen werden gebouwd, kanalen en spoorwegen aangelegd
  • Miljoenen arbeiders moesten werken onder dwang
  • De Grote Terreur: het zuiveren van de partij door verraders op te laten pakken

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Gevolgen van het communisme
Na Lenin kwam Stalin aan de macht. Hij wilde een industriële samenleving opbouwen aan de hand van vijfjarenplannen:

  • Alle boeren moesten hun oogsten en grond afstaan
  • Gigantische industriecomplexen werden gebouwd, kanalen en spoorwegen aangelegd
  • Miljoenen arbeiders moesten werken onder dwang
  • De Grote Terreur: het zuiveren van de partij door verraders op te laten pakken

Het fascisme in Italië
In het interbellum werden veel Europese landen democratieën, maar die in Oost- en Zuid-Europa stortten bijna allemaal weer in.
Ook in Italië, waar fanatieke nationalisten o.l.v. Mussolini de macht grepen. Hij vestigde een fascistische dictatuur. Het Romeinse rijk diende als voorbeeld.
Fascisme: extreem nationalistische ideologie die geweld en leiderschap verheerlijkt.

Het nationaalsocialisme in Duitsland
Tijdens de crisis van de jaren 1930 kreeg de nationaalsocialistische Hitler veel aanhang in Duitsland. Het nationaalsocialisme was een variant van het fascisme, maar met een strenge rassenleer.
Onder Hitler werd de Duitse samenleving ‘gelijkgeschakeld’ (het aanpassen van maatschappelijke organisaties aan de ideologie van de staat). Er kwam een strenge censuur (toezicht op boeken, artikelen, film, radio-uitzendingen en andere publicaties).
Het symbool van het nazisme (nationaalsocialisme) in Duitsland was het hakenkruis.

§9.4 Propaganda en communicatie

In deze presentatie leer je over:

  • Het kenmerkend aspect: propaganda- en communicatiemiddelen en massaorganisatie
  • Het gebruik van propaganda
  • De opkomst van massaorganisaties
  • De moderne communicatiemiddelen
  • Totalitaire propaganda

Het gebruik van propaganda
Propaganda werd al eeuwenlang gebruikt, maar met name tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het gebruik ervan erg belangrijk.
De VS en Groot-Brittannië maakten gebruik van staatspropaganda om mensen op te roepen om te gaan vechten voor hun land.
Propaganda: het verspreiden van ideeën, het beïnvloeden van meningen.

De opkomst van massaorganisaties
Propaganda werd een belangrijk onderdeel van massaorganisaties (organisaties waarbij grote aantallen mensen aangesloten zijn).
Met name politieke partijen ontwikkelden zich tot massaorganisaties, maar ook vakbonden en jeugdverenigingen kregen steeds meer leden.
Mensen kozen de vakbonden en jeugdverenigingen die aansloten op hun eigen politieke en godsdienstige kleur.

De moderne communicatiemiddelen
Voor propaganda werden moderne communicatiemiddelen ingezet. Tijdens de Eerste Wereldoorlog beleefde de film een doorbraak.
Later werden de mogelijkheden uitgebreid door de opkomst van de geluidsfilm en de radio.
Communicatiemiddelen: middelen waarmee informatie wordt overgebracht, zoals film, radio en televisie.

Totalitaire propaganda
Om hun ideologische boodschappen over te brengen, maakten totalitaire regimes gebruik van massaorganisaties en moderne communicatiemiddelen zoals de radio en de bioscoop.
In Duitsland, Italië en de Sovjet-Unie werden tegenstanders zwartgemaakt en werd de eigen maatschappij en beweging verheerlijkt.

REACTIES

J.

J.

Hoi Ellen, Heb je toevallig ook de rest van hoofdstuk 9? Ik mis paragraaf 9.5 tot 9.8. Mvg

4 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.