Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Hoofdstuk 7

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 636 woorden
  • 19 mei 2006
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 6
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Geschiedenis: Hoofdstuk 7

Deel 1:

Keizerrijk 1871 - 1918 / 1919 (ondemocratisch)
- De Duitse keizer benoemde de kanselier (regeringsleider)
- De Rijksdag (volksvertegenwoordiging) had weinig macht

Weimarrepubliek 1919 – 1933 (democratisch)
Er was parlementaire democratie -> het Parlement was gekozen door de burgers

1933 – 1945 Hitlerdictatuur
- Derde Rijk nationaal socialistisch -> eigen vaderland bovenaan
- Derde Rijk Rijksdag allen nationale socialisten


Elbe


Eng.
+ Russen
Am.

Amerikanen en Russen komen elkaar tegen ; vallen elkaar in de armen

Bohn: hoofdstad van de BRD
Berlijn: Hoofdstad van het Duitse keizerrijk

Bezetting Duitsland, 1945 – 1949

Scheiding Duitsland
Scheidslijn is de rivier Elbe

Links van de Elbe
BRD -> Bondsrepubliek Duitsland  democratisch

Rechts van de Elbe
DDR -> Deutsche Democratische Republiek  ondemocratisch

Gevolg: 2 Duitslanden

BRD democratisch kapitalistisch
DDR ondemocratisch communistisch

1989 Val van de Muur
1990 Vereniging van de twee Duitslanden

Deel 2:

1870 / 1871
Frans – Duitse oorlog
Gewonnen door Duitsland

Onder leiding van Bismarck

De koning van Pruisen (hoofdstad Berlijn), werd keizer van Duitsland.
De koning heette Wilhelm I

Harde vredesvoorwaarde:
- enorme schadevergoeding
- verlies van Elzas-Lotharingen

Hoe was het bestuur van Duitsland sinds dien geregeld?:
- Geringe rol voor de Rijksdag
- De keizer benoemde een kanselier (regeringsleider)
In het begin werd Bismarck tot kanselier benoemd.
- De Pruisen speelden in Duitsland de baas
De Junkers = de Pruisische adels
Zij beheersten de politiek en het leger.

Bismarck streefde naar machtsevenwicht in Europa.

De nieuwe keizer, Wilhelm II, ontsloeg Bismarck en voerde een onvoorzichtige politiek:
- streven naar een wereldmacht
- streven naar koloniën

- vlootbouw
- Duitsland wilde meer macht in midden-Europa
Dit leidde mede tot de eerste wereldoorlog, die door Duitsland verloren werd.

Deel 3:

Spanningen in Europa (nationalisme)
Leidden tot de eerste wereldoorlog
Duitsland en Oostenrijk
tegen
Frankrijk, Engeland, Rusland en de Verenigde Staten.

Rusland -> tot 1917 -> communisten kregen de macht  zij sloten vrede

De VS deed mee vanaf 1917.

1918:
Duitsland legde de wapens neer  11-11-1918
Keizer vluchtte naar Nederland

1919:
Vrede van Versaille
VS -> Wilson
Engeland -> Lord George
Frankrijk -> Clemenceau
Duitsland kreeg de Afkeinschuld.
Duitsland moest betalen  gebiedsverlies

Wilson eiste dat Duitsland democratisch werd
- Weimar: grondwet

- algemeen kiesrecht
- regering is verantwoording schuldig aan de Rijksdag

Maar:
Artikel 48 -> de president (om de vijf jaar gekozen) kon de regering toestaan te regeren met noodverordening

De democratie werd van alle kanten aangevallen
- opgelegde democratie door Wilson
- dolkstootlegende
- armoede (de regering kreeg de schuld daarvan)

Na 1923 ging het beter met Duitsland
De Verenigde Staten leende geld aan Duitsland

1929:
In Amerika klapte de beurs ineen (beurskrach)  de gevolgen troffen Europa -> Duitsland was het eerst aan de beurt

In deze periode kregen extreem linkse en extreem rechtse partijen veel meer aanhang:
Extreem rechts: NSDAP (leider Hitler)
Extreem links: KPD (communistische partij Duitsland)

Regeringen reageerden met noodverordeningen (geen steun meer nodig van andere partijen)


1933:
President Hindenberg benoemde Hitler tot kanselier  de NSDAP was de grootste partij van het land
Duitsland had vanaf 1933 een Hitlerregering

Deel 4:

Februari 1933
Rijksdag brand -> communistische partij werd verboden en een aantal communisten werden naar concentratiekampen gebracht.

Maart 1933
Nieuwe verkiezingen
NSDAP -> 44 % van de stemmen
Machtigingswet -> Het Parlement machtigde Hitler 4 jaar lang als dictator te regeren.
Daarna werd de democratie helemaal afgeschaft:
De onderstaande zaken werden opgeheven/verboden:
- Politieke partijen
- Vakbonden
- Persvrijheid
- Rechtbanken onafhankelijk
Hiervoor in de plaats kwam een soort “gelijkschakeling”
- Goebbels (minister van propaganda)

1934:

- Na de dood van Hindenberg werd Hitler President
- Hitler wordt ook legeraanvoerder

Soort propaganda:
- Gevoel van Volksgemeinschaft
- Du bist nicht, dein Volk ist alles
(jij bent niets, je volk is alles)
- Gehoorzaamheid aan de leider
- De Joden kregen overal de schuld van

Wie waren Hitlers aanhangers?:
- Ondernemers -> orders, subsidies, Hitler was anticommunistisch
- Arbeiders -> werkgelegenheid
- Boeren -> Bloed und Boden
- Middenstanders -> rust en orde in het land
- Rooms Katholieke kerk -> verdrag meegesloten
- mensen tegen het verdrag van Versaille
- jongeren:
- kameraadschap
- Hitlerjugend (jongens)
- Bund Deutschen Mädel (meisjes)
- indoctrinatie

- beïnvloeden met het nationaal socialisme

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.