Hoofdstuk 6, De weg naar de Hemelse vrede

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 2342 woorden
  • 17 juni 2003
  • 33 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
33 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Paragraaf 1.1.1. Vijf menselijke relaties(voorschiften waarin in China was vastgelegd hoe mensen zich ten opzichte van elkaar hoorde te gedragen): - heerser-onderdaan - vader-zoon - oudere broer-jongere broer - man-vrouw - vriend-vriend (Ongelijke relaties; de een is ondergeschikt aan de ander) theorie; ieder een plaats binnen de familie en zonder meer wist aan wie hij of zij gehoorzaamheid en respect verschuldigd was. Ideaal was een meer generatiegezin 1.1.2. Confucius;(gedragsleer) vanuit dat de mensen alleen mens is in een relatie tot andere mensen

Alle menselijke betrekkingen waren in hetzelfde evenwicht als de verhouding in de natuur. Keizer was middelaar tussen hemel en mens, de keizer was voor een gewone sterveling onbereikbaar. Ze mochten hem ook niet zien. 1.1.3 op de eerste plaats stond de keizer
op de tweede plaats ambtenaren en geleerden
op de derde plaats de boeren
op de vierde plaats de ambachtslieden
op de vijfde plaats stonden de kooplieden
Conflicten mochten niet met geweld opgelost worden, geen plaats was daarin. Grootgrondbezitters hadden de aanzien zij hadden de kennis om het land te bestuderen. 1.2.1 sinocentrisme(visie waarin China middelpunt van beschaving vormde met daarom heen, staten die naarmate ze verder van China aflagen, onbeschaafder vonden) verdragshavens(Chinese kuststeden waarin de Engelsen vrij handel mochten drijven en die onder Engels gezag en wetgeving vielen, hadden verdrag afgedwongen) 1.2.2 Drie volksbeginselen; - nationalisme - democratie - welzijn voor het volk

Dit wou Sun Yatsen (voorlopige president) nadat in 1911 de keizer aftrad. Maar in die volksbeginselen slaagde Sun niet in. China viel uiteen in onafhankelijke provincies geregeerd door militaire dictators
Wardlords(provinciale militaire machthebbers die elkaar bestreden, nadat er een machtsvacuüm ontstaan na de val van het keizerrijk in 1911) 1.3.1. ‘Vier mei beweging’ revolutie opgang(4mei 1919), keerde zich tegen het westers imperialisme, maar liet zich wel inspireren door westerse ideeën. Maar moderniseren en industrialiseren kon alleen: - als het volk onderwijs kreeg - Chinese taal vereenvoudigd werd. Chiang werd dictator, door beïnvloed door fascistische ideeën over leiderschap. 1.3.2 De duitse bezittingen werden niet aan China teruggeven maar aan Japan gegund. 1937 Japan met China in oorlog, maar chiang zag de communisten als grotere vijand. Communisten succesvol door hun guerrillatactiek (van het bestrijden van japanners) na overgave van japanners kwam er nog een vierjarige burgeroorlog
GMD beschikte over meer manschappen en betere wapens, maar toch wonnen de communisten. Dat kwam doordat; - Tussen de verschillende GMD gebieden+steden bestonden te lange communicatielijnen en de communisten bezaten het platteland, waar zij met de landbouwhervorming veel aanhang onder de boeren kreeg. - GMD steeds verder gedemoraliseerd; ze liepen vaak over, een gevolg van vreedzaamheid, corruptie en wanbeheer. Verloren ze steeds meer aanhangers. 1 oktober 1949 riep Mao Zedong de volksrepubliek China uit. Paragraaf 2.1.1. 1949 kwam de communistische partij aan de macht beloofde: - gelijkheid - menselijk waardigheid - welvaart voor iedereen
Dit zijn de maatregelen om het waar te maken; - onder staatsbeheer brengen van sleutelsectoren van de economie(banken, spoorwegen, buitenlandse handel etc.) - landhervorming(tussen 1950 en 1953) herverdeling van het grondbezit onder de boeren - Later wilde ze collectivisatie (landbouwgrond en de productiemiddelen worden collectief eigendom, het land wordt in productieteams bewerkt), omdat er anders rijken boeren zouden komen. 1953 begon de geleidelijke collectivisatie, de boeren moesten weer al hun land inleveren. Een heel klein stukje mochten ze behouden. 2.1.2 Snelle opbouwende industrie, want ze wilde onafhankelijk zijn van andere landen. Eerste vijfjaren plan(1953-1957) moest uit landbouwopbrengsten gefinancierd worden, maar op langere termijn was het sovjetmodel niet geschikt. Door industrialisatie groei van de bevolking. Bevolking was te groot tot relatie van de voedselopbrengsten, en het was niet

mogelijk om landbouwareaal uit te breiden (er was niet genoeg landbouwgrond) 2.2 Mao koos om voorlopig samen te werken met de niet-communisten. Klassenvijanden (mensen waarvan in China de Communistische partij bepaalde dat zij niet wilden meewerken aan de opbouw van de communistische staat
parallele machtstructuur(ook wel personele unie genoemd). (Politiek bestuurlijk stelsel waarin de staats- en partijorganisaties formeel gescheiden zijn, maar in iedere bestuurslaag veel personele overlapping bestaat). (in een staat zijn er twee organisaties die naast elkaar staan) China; staat + partij
Regering ß-> partijbestuur
Volksvergaderingen ß> partijcongres(afgevaardigden van de dezelfde personen die de macht had het hele land. Macht werd verdeeld over de partij, de regering en de volksbevrijdingsleger. Massaorganisaties(een organisatie als een vakbond, vrouw of jongerenorganisaties, waarvan men lid moest zijn, het werd gecontroleerd door de Communischtishe partij. Die organisaties moesten de kloof tussen regering en volk overbruggen). Massacampagne (de periode van grote activiteit waarbij de gehele bevolking werd ingeschakeld om een bepaald doel te bereiken massacampagne werd omgeven door veel propaganda). Gedachtehervorming door arbeid (politiek in C-China waarbij mensen door zware lichamelijke arbeid moesten leren inzien dat zij de verkeerde gedachten hadden over de communistische partij en de koers die deze partij volgde). 2.3 1949-1953 waren de wittebroodsweken van de Chinese revolutie genoemd. Klassenstatus (indeling van klasse op basis van bezit na 1949 ingevoerd, als instrument bezit opnieuw te verdelen, door de indeling bleef het herverdeling van bezit bestaan. Danwei is de plaats waar je aangewezen staat. 3.1 Aan het einde van het eerste vijfjarenplan, moesten 3problemen worden opgelost; - groeiende werkeloosheid (vooral in steden) - landbouw kon, mede door bevolkingsgroei, de kosten van een verdere groei van industrie niet opbrengen, industrie nog niet in staat haar eigen groei te financieren - mao bang dat er net als in de SU ook in China een bevoorrechte klasse van technisch geschoolden zou ontstaan
Revisionisme(Herziening van de marxistische(-leninistisch)leer. De Chinese leider Mao beschuldigde de president van SU Chroetsjov ervan dat hij na 1956 afweek van deze oorspronkelijke leer). (Alleen China werkelijk op weg naar het communisme. Chroetsjov gaat communisme herzien veranderde (geen communisme vond mao). Chroetsjov; Vreedzame coëzistentie -> er is een kapitalistische wereld en een comminunistische wereld, die moeten elkaar niet bestrijden maar vreedzaam naast elkaar leven. (communisten->wereldrevolutie)(daarom vind mao dat Chroetsjov de communisten bedrogen heeft). Grote Sprong Voorwaarts; 4 oplossingen; - gelijktijdige ontwikkelen van alle sectoren van de economie (lopen op twee benen-> niet achterlopen met de industrie en de landbouw). - Maximaal voordeel halen uit productie op grote schaal. (daarom kwamen er volkscommunes) - Planning van bovenaf werd afgeschaft. Op lokaalniveau maakte men nu meer streefcijfers - Menskracht had China genoeg, allemaal samen economisch wonder verrichten. Binnen 15jaar China GB overtreffen. Met zo’n slogan mensen dag en nacht opgezweept tot werken. Scheiding tussen hoofd-en handwerk afgeschaft. Iedereen moest deels met hun handen werken, maar eerst strijd tegen natuur geleverd worden. Het platteland was ongeveer verdeeld in zo’n 26000 volkscommunes. Gemiddelde omvang was 5000 huishoudens. Het commune moest het commu ideaal dichterbij brengen íeder werkt naar vermogen en ontvangt naar behoefte’; enerzijds werd van de mensen verwacht dat ze werk verrichte waar ze niet voor werden betaald, anderzijds dat ze het voedsel ontvingen in gemeenschappelijke zalen naar behoefte. Scheiding tussen boeren, arbeiders en intellectuelen verbroken. Maar de grote sprong voorwaarts heeft wel tot een grote hongersnood geleid, maar het werd gecamoufleerd door dat de steden voedsel bleven ontvangen van het platteland. Begin jaren ’60 keerde ze weer terug naar de centrale planning van de economie, bracht ook een beetje ruimte voor enig privé-initiatief.
3.2.1 Door de grote sprong voorwaarts, was een grote mislukking, daardoor was zijn positie in de partij verzwakt, daar alleen nog maar partij-voorzitter. En kreeg alleen nog maar steun van het leger en minister defensie Lin Piau. In 1958 was er een machtstrijd bij de top van de partij, een strijd tussen twee lijnen de gematigden en de radicalen. - De gematigden legden de nadruk op gelijkwaardige economische ontwikkeling en vakbekwaamheid. - En de radicalen legden het op iemands politieke betrouwbaarheid, voor hen was de revolutie nooit afgelopen, iedere keer strijd worden gevoerd tegen ongelijkheid. Er was een zigzagkoers, een keer hadden de gematigden meer invloed voor enkele jaren, en andere jaren de radicalen. Fractie zijn groepering of een groep. Fractiestrijd(binnen de CPC bestaande groepen van hoge partijfunctionarissen rond bepaalde leiders in de partij die veelal met elkaar in machtstrijd zijn) Dood van Mao in 1976 bracht geen verandering in de machtstrijd 3.2.2. Door de verzwakking van Mao werden zijn functies overgenomen door Liu Sqaoqi, Deng Xiaoping en Zhou Enlai. Mao gebruikte het leger en de jeugd om terug te keren in het centrum van de macht. Rode boekje staan citaten van mao in wat de mensen dagelijks moesten bestuderen. Persoonsverheerlijking (propagandacampagne waarin een leider kritiekloos wordt opgehemeld) Culturele revolutie 1966, rode gardisten, jongeren die steun betuigde aan mao. Ze keerde zich tegen alles wat oud en gevestigd was; - oude gewoonte+gebruiken - oude gebouwen uit keizerrijk - oude boeken die ze in het openbaar verbrande - partijkaders en intellectuelen gedwongen tot zelfkritiek en gedeporteerd naar heropvoedingskampen
Toen het een karakter van burgeroorlog aannam, keerde hij zich van de rode gardisten af. 3.3.1 Een klassenstatus gaf een aantal rechten aan. En er stond bij je geboorte vast of je op het platteland of in de stad zou door brengen. Stedelijke of plattelandsregistratie(In CPC bestaande verblijfsvergunning voor het platteland of voor de stad waaraan bepaalde rechten werden verbonden, zoals het recht op werk, woning, voedselbronnen). Stedelingen werden boven de boeren bevoordeeld, dit was overerfbaar. Maar je kon je klassenstatus als stedeling kwijtraken, meestal intellectuelen of een klassenvijand. Maar heel soms door een uitzonderlijke inzet kon het veranderen. 3.3.2 Morialisme is dat de staat uitmaakt wat goed en slecht is. Dat verklaart enthousiasme van de chinezen. Conformisme(Aanpassing aan heersende opvattingen; mensen gedragen zich ten minste uiterlijk naar wat van hen verwacht wordt). 3.4 In China was er geen persvrijheid, dus informatie uitgeven in China was niet betrouwbaar. Tot 1970 was China een zeer gesloten samenleving, er werden maar weinig buitenlanders toegelaten, en vooraf onderzocht op politieke betrouwbaarheid. Maar na bezoek van president Nixon werd het voorzichtig opgeheven. 4.1.1 De Vier Moderniseringen (Het propaganda van de Chinese leider Deng Xiauping’s voor modernisering van de landbouw, industrie, wetenschap en technologie van defensie). Dat moest China rijker en machtiger maken.1978->economie een belangrijker rol als de klassenstatus geworden. Verantwoordelijkheidssysteem (De Chinese landbouwhervorming na 1984 waarbij boeren het land in pacht krijgen en zelf verantwoordelijk worden voor de bewerking en de opbrengst van het land). Dus mensen werden weer toegestaan om winst te krijgen. Doordat ze zelf hun producten op vrije markt mochten verkopen, nam de welvaart op het platteland toe. Maar de welvaartsverschillen namen toe, toen werd werkeloosheid zichtbaar. Veel boeren trokken naar de stad om hun geluk te beproeven.
4.1.2 industriële sector verliep hervorming moeizamer daarvoor ook een verantwoordelijkheidssysteem in te voeren; - beloning(salaris) moest meer in overeenkomst met hun prestatie staan. De productiviteit moest omhoog. ijzeren rijstkom(Daar CPC staat levenslang gegarandeerde rechten op een baan, huisvesting en sociale voorzieningen) naar een kapitalische economie, waar de mensen voor hun eigen rechten moeten opkomen. - Plannen -> gedecentraliseerd en lokale planners moesten rekening houden met de wet van vraag en aanbod. Lukte niet zo goed want de meeste ambtenaren wouden geen afstand doen van hun macht. - Directeur van een bedrijf werd verantwoordelijk en invloed partijkaders moest verminderen. Pas 1988 werd een ondernemingwet opgesteld dat de directeur de enige verantwoordelijke was en partijleiders alleen nog maar met politiek studiewerk mochten bezighouden. - Privé-ondernemingen en samenwerking met buitenlandse bedrijven werd aangemoedigd. De openstelling van China naar het buitenland was nodig voor het slagen van de hervorming, maar ook meest gevaarlijkste, want westerse invloed bleef niet beperkt tot de economie. 4.2.1 Strijdt opvolging van mao begon voor zijn dood al. Fractiestrijd tussen de groep rond mao’s echtgenote Jiang Qing, zogenaamde ‘Bende van Vier’ en de gematigde krachten rond Zhou Enlai. Gevolg had dat er radicale massacampagnes kwamen door de bende van vier. 4.2.2 Door de culturele revolutie was de bevolking het vertrouwen in de leiders verloren en wilde niets meer met de politiek te maken hebben. Daarvoor kwamen economische hervormingen, maar ook politiek; - massacampagnes werden afgeschaft. - Een aantal contolerende functies van de danwei verdwenen - Niet langer hoefde bij alle instellingen iemand van de partij vertegenwoordigd te zijn - Persoonsverheerlijking werd verboden - Enige kritiek op Mao werd mogelijk; hij werd voor 60% goed en voor 40% slecht verklaart. - Er werd een heel klein begin gemaakt met het vastleggen van recht om willekeur, zoals tijdens de Culturele Revolutie onmogelijk te maken. Beroep van advocaat dus weer toegestaan. - Intellectuelen werden als klasse herkend. Een probleem hierbij was, hoe ver konden deze gaan zonder dat ze de positie van de leider aantasten. En het mocht niet zo ver gaan dat het communisme als discussie werd gesteld. Vijfde modernisering (In de ogen van de Chinese dissident Wei Jingshengi ontbrak er aan de vierde de democratisering van het politieke systeem. Hij noemde dat de vijfde.). 1978 kwamen er muurkranten waarin werd gesteld meer persoonlijke vrijheid. Was zeer populair bij de burgers. Daardoor werd het verboden. En de weerstand tegen politieke hervorming nam steeds meer toe. 4.3 Littekenliteratuur(Chinese literatuur die na de dood van Mao Zedong opkwam, waarin schrijvers misstanden in het mao-tijdperk en de trauma’s die deze mensen hebben veroorzaakt, in hen verhalen verwerkt). Eerst alleen het persoonlijke leed maar langzamer hand scheef men vrijmoediger. Veel littekenliteratuur mocht niet in China zelf gepubliceerd worden, dus alleen buiten China. Aantekeningen 1949 machtsovername, een strijd tussen de communisten(CPC) tegen de nationalisten (GMD) (Burgeroorlog 1930-1949). Eerst hadden de boeren een stukje land gekregen, maar toen kwam de collectivisatie, omdat de communistische partij bang was dat er boeren rijk zouden worden en dat is tegenstrijdig met het communisme. Begin jaren waren ander partijen ook nog toegestaan in rusland was meteen alles verboden. In een communistisch land heb je een staats orgaan die er naast staat hebben het vaak ook voor het zeggen. Anti-bewegingen zijn voor het communisme
Economische ontwikkelingen: - landbouw - industrie

Politieke ontwikkelingen; -tussen de gematigden en de radicalen
1949 maken een eind aan de sociale- en economische ontwikkeling
geen uitbuiting, dus bijna alles van de staat, weer collectiviseren, bang rijke klasse boeren
5jaren plan was er om de ideologen te bereiken
alleen de stedelijke bevolking had voedsel nodig, maar daar was niet genoeg land voor, en ze konden ook nier uitbreiden
en de opbrengsten waren laag, boeren waren niet gemotiveerd om harder te gaan werken
witte broodsweken zijn weken na het huwelijk

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.