Hoofdstuk 5: Romeinse rijk §4 t/m §8

Samenvatting H5 het Romeinse rijk §4 t/m §8

Caesar † 44 v. Chr. Onder leiding van Augustus komt het keizerrijk tot stand. Octavianus wint de burgeroorlogen. Hij neemt slimme maatregelen om het rijk te leiden.
- Zijn naam veranderen in Augustus Caesar.
- Het senaat te vriend te houden
- Liet zich vereren
- Liet zich benoemen tot legeraanvoerder
- Hij kocht de soldaten om
- Hij liet een vloot bouwen voor de bescherming van o.a. burgers

- Octavianus(geadopteerde zoon Caesar) en Antonius(belangrijke onderbevelhebber) strijden om macht

- Octavianus kreeg steun senaat -> samen verslaan Antonius -> vlucht naar Lepidus in Galië
- Octavianus ruzie met senaat -> sluit verbond met Antonius + Lepidus + volksvergadering -> vermoorden samen senaat: macht senaat gebroken.
- driemanschap: Octavianus, Antonius, Lepidus: verdelen het rijk: Octavianus wil alleen heersen: verslaat L+A

Pax Romana(Romeinse vrede) 30 v. Chr. t/m 192 na Chr.
- Augustus keizer
- vrede te danken Augustus -> in 14 na Chr. †
- opvolgers regeren zelfde manier
- Romeinse rijk niet aangevallen sterke vijanden
Middelen van bestaan tijden Pax Romana:
- landbouw belangrijkst: in handen groot grondbezitters laten het werk doen door:
- slaven
- plaatsvervangers
- pachters
Andere gedeelte bezet door boeren:
- proletariërs geholpen door keizer
Andere stukken land oud soldaten:
- de handel gaat groeien: havens, wegen, één munt
- handelen met Azië, India, China, Afrika
- handel + nijverheid in de stad -> groeien steden + nieuwe steden


Romeins burgerrecht
- minder belasting betalen
- valt onder Romeinse rechtspraak
- kan plekje in bestuursapparaat krijgen.
Voorwaarde: voldoende van Romeinse cultuur overgenomen hebben (geromaniseerd)

4e eeuw na Chr.: Byzonticum -> Constantinopel -> nu Istanbul.
Constantinopel:
- welvarender
- beter te verdedigen
- knooppunt handelswegen

395 na Chr. rijk tweeën gedeeld:
- Oost Romeinse rijk(1453 na Chr.)
- West Romeinse rijk(476 na Chr.)
Minder burgers in leger:
- krijgsgevangenen
- huurlingen -> vragen steeds meer geld -> belasting omhoog
Binnen vallende volkeren: - omkopen
- verdedigen, belasting omhoog
Opvolging van keizer -> burgeroorlog -> belasting weer omhoog

Kleiner leger -> onveilig -> handel loopt terug -> nijverheid neemt af : - producten niet meer verkocht
- gebrek aan grondstoffen

Geen bescherming -> verliezen vertrouwen -> voelen zich geen Romein meer -> zorgen over eigen omgeving.

Het geloof
Monotheïsme/ geloof in een God:
- Jodendom -> verlosser Messias -> oude testament Thora
- Christendom -> Jezus volgelingen -> christenen -> Oude testament/Nieuwe testament -> apostelen -> evangeliën
- Islam -> Mohammed, koran, Allah

Verspreiding Chr. dom Romeinse rijk:
- zelfde taal
- goede verbindingen/wegen
- armen voelen zich aan getrokken
Vervolgingen Chr.:
- keizers bang dat Chr. meer trouw waren geloof dan aan hen
- angst voor anders denkende (bloed drinken) als een symbool van een ceremonie

Belangrijke woorden:
- nijverheid: iets maken/produceren met handen -> handwerkslieden: smid, wever, schoenmaker, schilder
- forum: marktplein: handel + ontmoeting + belangrijke gebouwen
- evangeliën: de vier verhalen over het leven van Jezus en wat hij predikte, letterlijk ook wel goede boodschap